dinsdag 19 november 2013

"Weduwe Tromp: geen interesse in zijn verhaal"

o     
1. Dat wat de apotheose zou hebben moeten zijn geworden in een grootse defilé van blinde-adhesie betuigende getuigen a decharge voor de van moord verdacht huisarts Tromp - namelijk een op nationale publieke tv uitgezonden pleidooi voor de onschuld van en het bijbehorende eerherstel voor haar echtgenoot, door de vrouw van Tromp - lijkt helaas eerder tot een anti-climax, en wellicht zelfs tot een anti-climax uit de categorie deconfiture te zijn verworden
2. Al eerder maakte ik melding van de evident georchestreerde wijze, waarop de advocaat van de vrouw van Tromp - in casu de heer Hellingman uit Amsterdam, die, voor de goede orde, weer een andere persoon is, en van een ander kantoor stamt, dan de advocaat van de heer Tromp zelf - de publiciteit rond de in opspraak geraakte Tromp, zo probeerde te manipuleren, dat de vermoedelijke dader van een moord, in de media systematisch werd geportretteerd als een willoos slachtoffer van "het systeem", "de instituties", alsmede van malicieuze kwaaddenkende medeburgers.
3. In het kader van dat driftig gestuurde media-offensief werden de afgelopen weken vanuit het juridische Tromp-bastion, een aantal pionnen op het publicitaire schaakbord gepositioneerd, die deze boodschap onophoudelijk en in alle toonaarden bleven herhalen.
4. Zo zagen wij - ogenschijnlijk heel spontaan en out of the blue - aan de tafel van Pauw en Witteman ineens de broer van de overleden patiënt (Spaansen) van Tromp verschijnen, die ons - tussen zijn opmerkelijk vrolijke entre-nous met Dolf Jansen door - probeerde wijs te maken, dat Tromp hier niet alleen volkomen te goeder trouw en correct zou hebben gehandeld, maar dat hij daarin ook de onvoorwaardelijke zegen had van de patiënt zelf, van de vrouw van de patiënt, van de voornoemde broer van de patiënt (al had hij "hem eigenlijk niet zo veel gezien de laatste tijd"), van de medische thuiszorg-medewerkster en eigenlijk de brede steun genoot van het hele dorp, de gehele gemeente en regionale ommelanden.
5. Dat de vlot formulerende broer van Spaansen - die vol overtuiging gewag maakte van het kennelijke feit, dat de huisarts in kwestie, " 's ochtends in alle vroegte, door een politiemacht als een misdadiger van zijn bed was gelicht" en mede daardoor eigenlijk geen keuze was gelaten, dan het plegen van zelfmoord - in het aangezicht van enkele cruciale vragen van P&W, duidelijk minder spraakzaam werd en ineens tevergeefs naar overtuigende woorden moest zoeken, leek voor de grote schare Tromp-aanhangers, geen enkele reden, om alle feiten nog eens op een rij te zetten en opnieuw tot een oordeel te geraken.
6. Toen de negatieve publiciteit met dat P&W optreden niet afdoende bleek te zijn gedempt, werd de media door de juridische schaakgrootmeester Hellingman vervolgens met suggestieve persberichten bestookt, waarin onder meer melding werd gemaakt, van de boude contra-stellingname van een publiciteitsbeluste medisch-ethicus (Kompanje) uit het Rotterdamse medisch-universitaire circuit, die zonder enige onderbouwing, de noodklokken-luidende co-assistente desavoueerde en declasseerde als iemand, die bij voorbaat niet geloofd diende te worden, omdat haar observaties niet gecontroleerd zouden kunnen worden
7. In datzelfde proces van het verheffen van de (mogelijke) dader van een levensdelict, tot weerloos slachtoffer - een vast en ritueel onderdeel in het betoog van vrijwel elke strafpleiter - en het consequent demoniseren van de hele keten van toezichthoudende en wets-handhavende instanties in deze materie, werd ook de belangen-behartigende beroepsgroep-organisatie voor praktijkhoudende huisartsen ingeschakeld (die in de loop van de zich voltrekkende gebeurtenissen en onthullingen, in dat stadium kennelijk niet langer synchroon acteerde met de KNMG en de LVH).
8. Ook deze organisatie - die in mijn optiek eveneens in nauwe samenspraak met de voornoemde advocaat van de familie Tromp opereerde - etaleerde weer uitgebreid haar vooringenomenheid ten aanzien van de schuld of onschuld, dan wel de mate van schuld of onschuld van de van moord verdacht huisarts Tromp, door een (selectief) onderzoek te eisen naar het optreden van de betrokken overheids en semi-overheidsorganisaties in de veelbesproken euthanasie versus palliatieve sedatie casus Tromp-Spaansen.
9. Toen de afgelopen week een aantal - voor hen ontlastende - reacties vanuit de aangevallen organisaties (als de IGZ) in de media verscheen, vond de advocaat het kennelijk noodzakelijk, dat een kroongetuige a decharge aan het publiek zou dienen te worden getoond en wel in de persoon van "de weduwe van de zo jammerlijk aan zijn levenseinde gekomen huisarts". mevrouw Tromp-Schaap.
10 Dat haar media-optreden - waarin zij voor eens en altijd het verhaal zou doen van en voor de "nooit gehoorde" (maar wel degelijk verhoorde) en getormenteerde echtgenoot - net was voorafgegaan door de mededeling van het IGZ, dat zij haar onderzoek naar de omstandigheden waaronder de terminale patiënt Spaansen was gestorven, niet zou stopzetten, maar zelfs zou uitbreiden naar andere mogelijk betrokkenen, moet een lelijke streep door de rekening van de juridische PR-adviseur van de erven Tromp zijn geweest.
11. immers, de vrouw van Tromp - die in de aankondiging van haar media-verschijning, tot ieders verrassing als "arts" werd geïntroduceerd - zou door deze plotselinge onderzoeks-uitbreiding van het IGZ wel eens van treurende en fel beschuldigende verongelijkte weduwe, met terugwerkende kracht kunnen transformeren, tot iemand die een oneigenlijk belang bij het uitspreken van haar klaarblijkelijk zorgvuldig ingestudeerde tv-teksten zou kunnen hebben.
12. De vrouw van tromp blijkt namelijk - naast alle personae (waaronder die van artsenopleider in een naburig streekziekenhuis) die zij zegt in zich te vernigen - volgens de officiële website, integraal (bedrijfstechnisch dus) deel uit te maken van de huisartsenpraktijk van haar overleden echtgenoot.
13. Dit potentieel brisante gegeven zou natuurlijk zo maar kunnen leiden tot de omstandigheid, dat zij op enig moment in de naaste toekomst integraal tot (verdacht) onderzoeksobject van de IGZ zou kunnen worden verklaard, waardoor zij in beginsel op enig moment al evenzeer in de strafrechtelijke belangstelling van het OM zou kunnen komen te staan.
14. Zij leek zich zeer wel van deze dimensie bewust, omdat zij op de centrale vraag van de interviewers, of zij als arts, in de plaats van haar echtgenoot, hetzelfde zou hebben gehandeld in de casus Spaansen, geen rechtstreeks antwoord durfde geven, dewelke houding diametraal tegengesteld was aan haar langgerekte poging, om alle beschuldigingen tegen haar man af te doen, als ordinaire stemmingmakerij door en volslagen incompetentie van betrokken buitenstaanders.
15. Maar het afwegen van precaire, conflictueuze belangen door de weduwe Tromp speelt mogelijk ook op een ander niveau een rol :
Zou de weduwe Tromp op deze cruciale vraag met een volmondig ja hebben geantwoord, dan zou zij weliswaar hebben voortgebouwd aan de (vermeend valse) publieke perceptie van de moord-verdachte huisarts als weerloos slachtoffer van "het systeem", maar zou zij - gegeven mede de huidige standpuntbepalingen en voorlopige conclusies van de IGZ en het OM in dezen - ook haar dienstverband met het streekziekenhuis in gevaar hebben kunnen brengen, want die willen natuurlijk geen artsenopleider met controversiële opvattingen over sedatie en euthanasie binnen hun gelederen.
16. Zou zij echter ontkennend hebben geantwoord, dan zou zij haar eigen betoogtrant geheel hebben ondergraven, omdat zij daarmee op beslissende wijze afstand zou hebben genomen van het gedrag van haar van moord verdacht echtgenoot.
17. Ook haar verweer, dat het AMC eerst ruggespraak zou hebben moeten houden met de huisarts - in het kader van het "hoor / wederhoor" beginsel - alvorens de casus door te spelen aan het IGZ lijkt inmiddels al volledig te zijn ontkracht, omdat (weliswaar a posteriori) de IGZ uitgerekend uit de verhoren door het OM had gedestilleerd, dat Tromp (iig tijdelijk) dwingend van al zijn medische bevoegdheden en dito werkzaamheden zou dienen te worden ontheven.
18. Dat gegeven lijkt de door het AMC gevolgde handelswijze - waaraan het kennelijke anticiperende oordeel ten grondslag lag, dat Tromp mogelijk spoedig als verdachte van strafrechtelijke handelingen zou hebben kunnen worden aangemerkt en daardoor niet in de gelegenheid moest worden gesteld, om eventueel voor hem belastend bewijs, aan een mogelijk door het OM tegen hem te entameren strafrechtelijk onderzoek te onttrekken - te rechtvaardigen.
19. Met andere woorden : De ontroerende en ogenschijnlijk moedige publieke J'accuse voordracht van de weduwe tegen de autoriteiten in haar met veel aplomb aangekondigde "I stand by my man" media-optreden, draagt in werkelijkheid niet alleen een weinig coherent karakter, maar lijkt tevens fundamenteel te worden ondergraven door de mogelijke oneigenlijke belangen (zoals economische afhankelijkheid van de huisartsenpraktijk van haar verscheiden man en mogelijke strafrechtelijke implicaties, als gevolg van het uitgebreide IGZ-onderzoek), die zij weliswaar onuitgesproken heeft gelaten, maar wel degelijk van invloed op haar optreden zouden hebben kunnen zijn geweest

20. Ik heb mij, tot enkele dagen gelden, de afgelopen maanden bewust buiten de heftige discussie - die ondanks het pijnlijke gebrek aan essentiële informatie, op sommige fora en elders, kennelijk allengs uitgroeide tot een onvervalste proeve van het gesundenes Neerlands Volksempfinden tegen alles en allen, die zich in dezen het bevoegd gezag mogen noemen in onze samenleving - rond Tromp, diens moordverdachte status en zijn daarop volgende zelfmoord gehouden, omdat ik eenvoudigweg niet over voldoende informatie kon beschikken, om mij in dezen een evenwichtig oordeel aan te matigen.
21. Wel ergerde ik mij gedurende die tijd aan het steeds weer terugkerende schrikbeeld, dat een onschuldige huisarts, "als een zware misdadiger, in alle vroegte door een peloton Hermandad van zijn bed zou zijn gelicht", (achteraf de zoveelste bewuste desinformatie-poging tot demonisering van de betrokken instanties door de Tromp-clan) want ik hield serieus rekening met het scenario van instituties, die in het aanzicht van kennelijke structureel falend toezicht op medische praktijken op alle niveaus van de gezondheidszorg, een exercitie Prinzipienreiterei zouden kunnen zijn gestart en daarbij hun toevlucht zouden hebben gezocht tot het tot afschrikwekkend voorbeeld stellen van een populaire, zorgzame en zwoegende dorpsdokter.
22. Ik werd echter al snel aan het twijfelen gebracht, toen de verenigde Nederlandse huisartsen, in koor een motie van wantrouwen jegens het instituut van co-assistentschap indienden, aangezien zij zich daarbij leken te beroepen op "de gevestigde (kennelijk) diffuse praktijk rond euthanasie en palliatieve sedatie", waardoor de facto door deze beroepsgroep een soort collectieve schuldbekentenis over betrokkenheid bij deze praktijken leek te zijn uitgesproken.
23. Toen daarna de IGZ haar onderzoeksrapport en het daarop gebaseerde bevel tot beroepsmatige non-activatie tegen de huisarts had gepubliceerd en - benevens enig verbaal tegenwerk door de arts en de advocaat van de Familie Tromp - in het kielzog daarvan, ook de ronduit schokkende en onthutsende schriftelijke verklaring van de co-assistente ter zake de huisarts Tromp en zijn kennelijke op verregaande autonomie gebaseerde bedrijfsconcept, aan de openbaarheid werd prijsgegeven, was voor mij de maat vol en mengde ik mij vanaf dat moment wel volop in het publieke debat.
24. Met het uitspreken van de hoop, dat deze spraakmakende tragische casus, een hernieuwd nationaal bewustwordingsproces in gang zal hebben gezet rond de existentiële themata euthanasie en palliatieve sedatie (en het nog duidelijker stellen en bewaken van de officieel vastgelegde grenzen daarbij), waardoor de patiënt-veiligheid nog meer dan nu, zal worden gewaarborgd, denk ik dat mijn bijdrage aan die discussie met de voorliggende reactie, wel goeddeels is voltooid.
25. Mag ik tot slot nog even de aandacht vestigen, op een veelzeggend detail, dat om voor mij volstrekt onbegrijpelijke redenen, volledig buiten de discussie is gehouden :
Volgens de noodklok-luidende co-assistente wilde Tromp aan de terminale patiënt Spaansen - die zijn euthanasie verklaring in het bijzijn van meerdere getuigen had ingetrokken - niet honderd maal de (voor sedatie) toegestane hoeveelheid morfine toedienen, maar tweehonderd maal deze hoeveelheid (en werd Tromp alleen maar van dat nog extremere voornemen afgehouden, door de kritische vragen, van de op het moment suprême, zorgvuldig door de (verondersteld) euthanaserende huisarts buiten de voorgeschreven diepe sedatie-consultatie gehouden, medewerkster van de medische thuiszorg).
26. Ook wil ik uw aandacht nog eens vragen voor de inhoud van de op schrift gestelde, ongekend zware beschuldigingen-reeks van de co-assistente jegens Tromp (waarvan het grootste deel c.q. de essentie kennelijk is bevestigd door de latere recherche-verhoren van Tromp) :
a. Het spreken over "het naar onze lieve heer helpen van Spaansen".
b. De bewust geregisseerde misleidende informatie richting de bij de injecties (en het sterven van de patiënt kort na de injecties) aanwezige personen daarover
c. Het geven van een "high five" ter viering (!) van de door Tromp afgesloten morbide "weddenschappen" over de geschatte resterende levensduur van de door hem opzettelijk met zware doses medicijnen ge-injecteerde terminale patiënt Spaansen,
d. Het instrueren en souffleren van de co-assistente tot het afgeven van valse verklaringen over zijn (vermeende) illegale handelswijze en over het gehoorzamen aan de medische Omerta.
e. Het afgeven door Tromp van een overlijden "door natuurlijke dood" verklaring voor Spaansen.
f. Het vooropgezet nalaten van allerlei voorgeschreven formaliteiten, zoals het nauwgezet administreren van de sedatie-procedure en het informeren en consulteren van de apotheker.

g. De (mogelijke) poging van Tromp, om het zwijgen van de hem corrigerende co-assistente af te dwingen, door te trachten, haar een belastende rol in de (vermeende) illegale euthanasie toe te bedelen (ik hoop oprecht, dat zich binnenkort nog meer co-assistenten en andere getuigen a charge zullen melden, die mede door Tromp zijn begeleid).
h. Het bekennen van de (kennelijk) door hem meer, dan eens toepaste methode van verstikking met behulp van een zak over het hoofd van een patiënt in combinatie met helium-toediening, ten behoeve van een eerder door Tromp uitgevoerde euthanasie (let in dit verband op het tijdens de politionele huiszoeking gevonden helium-tankje "ten behoeve van het opblazen van ballonnen tijdens festiviteiten" zoals de weduwe Tromp ons wil doen laten geloven).

i. De (vermeende) schokkende bekentenis van Tromp, dat zijn medisch handelen in dit soort zaken van leven en dood, onder omstandigheden in hoge mate door bedrijfsgerelateerde overwegingen zouden kunnen worden bepaald en niet door mededogen met de patiënt en/of diens personele omgeving etc.etc.
N.B. Bovenstaande bijdrage veronderstelt minimale kennisname van mijn drie eerdere bijdragen over dit onderwerp in de HD lezerskolommen.
d.d. 10-11-1023 / 22:29 uur

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
N.B. Any Copyright on this blog is exclusively owned by the author of this blog.!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.