zaterdag 5 juni 2021

Ministerie liet Van Lienden voorwaarden bepalen bij megaorder: ‘hogere prijs’ en ‘vertrouwelijkheid’

 




Ministerie liet Van Lienden voorwaarden bepalen bij megaorder: ‘hogere prijs’ en ‘vertrouwelijkheid’

Het ministerie van VWS gaf Sywert van Lienden de vrije hand bij het bepalen van de voorwaarden voor een lucratieve mondkapjesdeal van 100 miljoen euro. De mediapersoonlijkheid mocht tal van eisen stellen: een ‘hogere prijs’, ‘vrijheid voor ondernemerschap’ en ‘vertrouwelijkheid’. Het ministerie willigde die allemaal in.

Urenlang vlogen deze week twee vliegtuigjes boven de Randstad, met een tekst alsof Van Lienden Nederland bedankt voor de 9 miljoen euro hij overhield aan de mondkapjesdeal. Wie er achter de actie zit is onbekend. Beeld Amber Beckers / ANP
Urenlang vlogen deze week twee vliegtuigjes boven de Randstad, met een tekst alsof Van Lienden Nederland bedankt voor de 9 miljoen euro hij overhield aan de mondkapjesdeal. Wie er achter de actie zit is onbekend.Beeld Amber Beckers / ANP

Dat blijkt uit geheime onderhandelingsstukken in handen van de Volkskrant die nog niet gedeeld zijn met de Tweede Kamer.

In de onderhandelingen met de overheid over de megaorder stelde Van Lienden zich op als eisende partij. De overheid moest aan allerlei voorwaarden voldoen voordat hij bereid was om samen te werken met het Landelijke Consortium Hulpmiddelen (LCH), de officiële inkooporganisatie van de overheid.

Op 13 april maakte Van Lienden een voorstel voor het ministerie met als aanhef: ‘Voorwaarden om met LCH samen te kunnen werken.’ In de inleiding staat: ‘Naar aanleiding van de mail en het telefoongesprek met Bas van den Dungen (secretaris-generaal van het ministerie van Financiën, red.) op 12 april geven we hieronder aan hoe we gevraagde samenwerking met LCH zouden kunnen vormgeven.’

Quality control

De voorman van de non-profitorganisatie Hulptroepen Alliantie stelt in het 12 pagina’s lange stuk tal van eisen. Zo wil Van Lienden ‘de quality control’ van de mondkapjes in eigen hand houden, eist hij ‘een duidelijk afnameschema’ zonder al te veel inmenging van het LCH en bedingt hij ‘vrijheid voor ondernemerschap’. ‘Inkoop voor LCH vindt plaats via nieuw op te richten entiteit: Relief Goods Alliance bv.’

Van Lienden geeft meteen aan dat hij als commerciële partner een hogere prijs gaat bedingen dan hij eerder deed namens zijn non-profitorganisatie, Hulptroepen Alliantie (ook dat eerste aanbod is in handen van de Volkskrant). ‘Ten opzichte van het eerder gedane voorstel wordt in de driehoek kwaliteit, snelheid, prijs nu vooral gekozen voor snelheid en kwaliteit’, zo staat in het stuk. ‘De prijs zal iets hoger worden.’

De ex-gemeenteambtenaar had aanvankelijk via zijn non-profit stichting voorgesteld om voor 2,20 euro per stuk mondkapjes te leveren aan de overheid. Uiteindelijk kreeg hij als commerciële ondernemer een volledig door de overheid gefinancierde order van 20 miljoen mondkapjes voor 2,26 euro per stuk en nog eens 20 miljoen mondkapjes voor 2,78 euro per stuk. VWS betaalde daardoor zo'n 13 miljoen euro meer dan in het non-profitaanbod. Aangezien ook nog eens het transport en de inklaringskosten werden overgenomen, liep het extra prijskaartje op richting de 20 miljoen.

Voor VWS was dat blijkbaar geen bezwaar. Afgelopen week werd via Follow The Money duidelijk dat de ondernemers tenminste 20 miljoen winst hebben gemaakt op de deal (Van Lienden 9 miljoen, twee partners elk ruim 5 miljoen). Naar de buitenwereld hielden ze altijd vol ‘om niet’ te werken. Dat gebeurde met volle medeweten van de top van het ministerie, zo tonen de interne stukken aan.

Lagere ambtenaren en medewerkers van het LCH werden ondertussen juist in de veronderstelling gelaten dat het om een non-profitdeal ging. Binnen die groep is ontsteltenis ontstaan over de enorme winsten die zijn weggegeven. ‘Er is tegen ons altijd gezegd dat deze partij door moest gaan omdat het onbezoldigd was’, zegt een bron.

Minister Van Ark

De vertrouwelijke documenten in handen van de Volkskrant stroken niet met het officiële verhaal dat minister voor Medische Zaken Tamara van Ark tot dusver vertelt aan de Tweede Kamer. Volgens de VVD-bewindsvrouw deed het bedrijf van Van Lienden een aantrekkelijk aanbod om veel mondkapjes van goede kwaliteit voor een redelijke prijs te leveren. Het ministerie zou alle reden hebben gehad om daar op in te gaan.

In werkelijkheid onderhandelde VWS al met Van Lienden voordat zijn bedrijf überhaupt bestond. Andere aanbieders moesten juist concrete aanbiedingen voorleggen bij het LCH. Die werden door professionele inkopers beoordeeld. Van Lienden kreeg zijn order via het ministerie, terwijl professionals binnen het LCH tegen waren.

Minister Van Ark zei donderdag in de Tweede Kamer dat de publicitaire dynamiek in die tijd – het ministerie lag onder vuur wegens een tekort aan beschermingsmiddelen – mogelijk een factor was bij het doordrukken van de order. ‘Ik sluit niet uit dat het feit dat iemand zoveel publiciteit zocht en op zoveel plekken liet weten dat hij het zelf beter kon, een rol heeft gespeeld.’

Zeker is dat haar voorganger Martin van Rijn (PvdA) destijds met één inkooporganisatie wilde werken. Hij was bang dat Van Liendens non-profitorganisatie, die gefinancierd werd door onder andere CoolBlue, in de weg zou lopen en de prijzen kon opdrijven door in China ook mondkapjes in te kopen. Eerdere pogingen om Hulptroepen Alliantie op te laten gaan in het LCH waren op niets uitgelopen.

Na het commerciële pact met Van Lienden bleven de activiteiten van de non-profitorganisatie beperkt tot kleinschalige zorg. Het LCH hield de positie van belangrijkste inkooporganisatie.

Hoekstra

De onderhandelingen met Van Lienden werden namens VWS gevoerd door de secretaris-generaal van het ministerie van Financiën. Hij viel formeel onder minister Wopke Hoekstra, maar een woordvoerder wees er eerder al op dat de topambtenaar destijds grotendeels bij VWS bijsprong. Als CDA-leider weigert Hoekstra ieder commentaar op de kwestie rond zijn partijgenoot.

Van Lienden zelf zegt al weken dat hij geen openheid van zaken kan geven vanwege een geheimhoudingsclausule. Uit het vertrouwelijke onderhandelingsstuk blijkt dat het voormalige lid van de CDA-verkiezingscommissie zelf aandrong op geheimhouding. Een van zijn voorwaarden om de overheid te helpen: ‘De inhoud van onze overeenkomst is vertrouwelijk.’

VWS heeft zich ook aan die voorwaarde gehouden, totdat de Volkskrant drie weken geleden de geheime deals met Van Lienden onthulde.

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/ministerie-liet-van-lienden-voorwaarden-bepalen-bij-megaorder-hogere-prijs-en-vertrouwelijkheid~bda1e3dc/

vrijdag 4 juni 2021

Volksgezondheid gaf Sywert van Lienden vergaande voorkeursbehandeling

 




Volksgezondheid gaf Sywert van Lienden vergaande voorkeursbehandeling

d.d. 04-06-2021 

De mondkapjesdeal met Sywert van Lienden was niet uitzonderlijk en voldeed aan alle eisen van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen, zo meldde minister Van Ark (Medische Zorg) deze week aan de Tweede Kamer. Uit onderzoek blijkt echter dat het consortium meermaals protest aantekende, omdat Van Lienden niet betrouwbaar werd geacht en er al genoeg mondkapjes waren. De top van VWS drukte de megaorder er toch doorheen.

Hoe kon een opiniemaker en ambtenaar zonder enige ervaring met mondkapjes in april 2020 een order van 100 miljoen euro binnenslepen bij het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS)? Een deal waaraan hij – terwijl hij zich voordeed als filantroop – persoonlijk 9 miljoen euro verdiende, zo onthulde Follow the Money deze week.

In de chaos van vorig voorjaar was de deal met Sywert van Lienden niet uitzonderlijk, benadrukte minister Tamara van Ark (VVD) van Medische Zorg donderdagavond nogmaals in het Kamerdebat. Er bestond een ernstig tekort aan mondkapjes, de Kamer drong zelf aan op meer bestellingen, en Van Lienden was een van de vele partijen met een aanbod.

‘We hadden niet de luxe om nee te zeggen,’ zei Van Ark tegen de Kamer. Al suggereerde ze later dat het publieke profiel van Van Lienden mogelijk meespeelde bij de deal: ‘Ik sluit niet uit dat het feit dat iemand zoveel publiciteit zocht en op zoveel plekken liet weten dat hij het zelf beter kon, een rol heeft gespeeld.’

Anders dan de minister doet voorkomen, achtte het LCH Van Lienden en zijn partners geen betrouwbare partij

Ook afgelopen dinsdag schreef Van Ark, in antwoord op tientallen Kamervragen, dat Van Lienden werd behandeld als alle andere leveranciers. Het in maart 2020 opgerichte Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) – de inkooporganisatie van de overheid – had Van Liendens aanbod ‘zorgvuldig bekeken’ en ‘beoordeeld aan de hand van de criteria prijs, kwaliteit en leveringszekerheid,’ aldus Van Ark. ‘De aanbieding van de heer Van Lienden van Stichting Hulptroepen Alliantie was daarop geen uitzondering.’

Betere aanbiedingen

Maar uit onderzoek van Follow the Money blijkt dat dit niet juist is. Anders dan de minister doet voorkomen, achtte het LCH Van Lienden en zijn twee partners geen betrouwbare partij – de leveringszekerheid werd betwijfeld. Bovendien lagen er betere aanbiedingen van betrouwbaar geachte partijen én waren er volgens de inkopers al meer dan genoeg mondkapjes besteld.

Daarom adviseerde het LCH het ministerie juist nadrukkelijk om níet met Van Lienden in zee te gaan. Het ministerie drukte de deal toch door, waarna het consortium bij de top van VWS tot tweemaal toe formeel protest aantekende tegen dit besluit, bevestigen drie direct betrokken bronnen onafhankelijk van elkaar aan Follow the Money. 

VWS bevestigt na vragen dat het LCH een negatief advies gaf over de ‘aantallen’. ‘VWS wilde de deal wel door laten gaan gezien de omvang van deze order en de onzekerheid over voldoende leveringen aan persoonlijke beschermingsmiddelen.’

‘Ik ken niet één ander geval van voorfinanciering, normaal gesproken betaalden we juist niet volledig vooruit’

De bestelling van 40 miljoen mondkapjes werd door het ministerie volledig vooraf gefinancierd, waardoor Van Lienden een verwaarloosbaar risico liep. Van Ark zei dat ze daar donderdagavond pas achter kwam, terwijl Follow the Money dit al 22 mei publiceerde. In de Tweede Kamer stelde Van Ark donderdagavond dat VWS vorig jaar tien overeenkomsten volledig vooruitbetaalde – op een totaal van ruim honderd deals met leveranciers. Maar een direct betrokkene betwijfelt dat: ‘Ik ken niet één ander geval, normaal gesproken betaalden we juist niet volledig vooruit.’

Van Lienden kwam bovendien – dankzij het aanspreken van zijn Haagse connecties – tot tweemaal toe aan tafel bij de verantwoordelijke minister Martin van Rijn, blijkt uit de antwoorden van Van Ark. Andere aanbieders hadden op hetzelfde moment enorme moeite om contact te krijgen met het consortium en het ministerie. Volgens VWS heeft Van Rijn ‘met verschillende partijen gesproken’. Desgevraagd wil Martin van Rijn niet toelichten of hij destijds ook met andere leveranciers sprak.

LCH weigert deal Van Lienden

Van Lienden komt rond half maart 2020 voor het eerst aan tafel bij het pas opgerichte Landelijk Consortium Hulpmiddelen, nadat hij zich bij de politiek adviseur van minister Hugo de Jonge heeft gemeld met de vraag waar hij terecht kan met een aanbod voor mondmaskers.

De experts van het consortium willen een distributieketen opzetten om de zorg zo snel mogelijk van meer beschermingsmiddelen te voorzien. Maar Van Lienden heeft andere plannen, zeggen betrokkenen: hij wil via de keten van de overheid ook de webshop van zijn nieuwe stichting Hulptroepen bevoorraden. De inkopers vermoeden dat hij er geld aan wil verdienen.

Dat stuit het LCH ernstig tegen de borst. Het splitsen van de distributieketen zou ten koste gaan van de urgente levering aan de zorg. ‘Pas als de schaarste zou zijn opgelost was het verstandig om er een lijn naast te zetten,’ zegt een van hen. ‘We maakten hem duidelijk dat we de faciliteiten niet voor een webshop gingen inzetten. Maar Van Lienden hield vol.’

Dat leidt tot een hoogoplopend conflict, vertelt de betrokkene. ‘We hebben hem met bewaking het pand uitgezet.’ Het LCH brengt hierover verslag uit aan Mark Frequin, een topambtenaar van VWS die op projectbasis leiding geeft aan het inkoopconsortium, zo bevestigen meerdere bronnen.

Van Lienden ontkent in een reactie dat hij en zijn partners in deze fase een eigen webshop wilden opzetten. ‘Daar is nooit sprake van geweest.’ Volgens hem zagen de commerciële partijen binnen het LCH de Hulptroepen onterecht als potentiële concurrent, omdat ze samenwerkten met internetwinkel Coolblue. ‘Men was bang dat Coolblue ook de stap naar de zorg zou willen maken.’

De rode loper gaat uit bij het ministerie 

Van Lienden laat het er niet bij zitten. Op 30 maart 2020 stuurt hij het ministerie van VWS een e-mail om zijn Hulptroepen te ‘introduceren’, schrijft minister Van Ark aan de Kamer. Ook meldt zij dat er in maart – zonder een datum te noemen – een gesprek is geweest tussen minister Van Rijn en Van Lienden. Gezien de datum van de e-mail ligt het voor de hand dit gesprek plaatsvond op 31 maart, een dag nadat Van Lienden zichzelf introduceerde. VWS geeft geen antwoord op de vraag wanneer het gesprek plaatsvond. 

Het LCH heeft op dat moment al een zogenoemd VIP-loket ingericht, waar aanbiedingen worden beoordeeld van personen met een groot netwerk of een grote publieke bekendheid. Het gaat om Kamerleden, topmensen uit het bedrijfsleven en verscheidene bekendheden, onder wie zakenvrouw Nina Storms en tv-persoonlijkheid Ali B. In deze periode geeft het LCH aan 200 van de in totaal 23.000 aanbiedingen het stempel ‘VIP’. Met de meeste aanbieders gaat VWS niet in zee. 

Sywert van Lienden hoeft niet langs dit VIP-loket: zijn voorstel komt direct op het bureau van de eindbeslissers op het ministerie. 

Op 13 april is er een tweede gesprek met minister Van Rijn en secretaris-generaal Bas van den Dungen van Financiën, waarin een voorstel van Hulptroepen wordt besproken. Dit overleg noemt Van Ark niet in de tijdlijn die zij schetst, wel refereert ze er elders aan – zonder datum. Volgens de bewindsvrouw is toegang tot de minister niets bijzonders; Van Rijn zou wel ‘vaker’ aandacht hebben besteed aan aanbiedingen van mondkapjes. 

Waarom Van Lienden tot tweemaal toe met de minister aan tafel kwam, maakt Van Ark niet duidelijk. Zij verklaart in zijn algemeenheid: ‘Het streven was om beter te veel dan te weinig in te kopen.’

Van Lienden zegt in staat te zijn 120 miljoen mondkapjes te leveren, waarmee verdere inkoop via het LCH overbodig wordt

Van Lienden zegt tegen Follow the Money dat hij zelfs ‘veel vaker’ dan twee keer met Van Rijn aan tafel zat, het totale aantal gesprekken weet hij niet meer. Als dat waar is, heeft minister Van Ark deze bijeenkomsten buiten de tijdlijn gehouden die naar de Kamer ging.

Uit die tijdlijn blijkt dat Van Lienden op 13 april 2020 voorstelt om de gehele inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen door het LCH te laten verlopen via zijn pas opgerichte bv, die losstaat van de stichting – een soort couppoging. Hij zegt in staat te zijn 120 miljoen mondkapjes te leveren, waarmee verdere inkoop via het LCH overbodig wordt.

Van Lienden bevestigt het bestaan van dit plan. De details werden volgens hem op 14 april op zijn kantoor in Driebergen uitgewerkt in overleg met het LCH, onder het genot van pizza's Hawaii. Een dag later wordt het plan voor de levering van 120 miljoen mondkapjes besproken op het ministerie, een gesprek waarbij ook topambtenaar Mark Frequin aanwezig is. 

Maar tijdens dit gesprek wordt duidelijk dat het plan niet doorgaat. Van Lienden wordt geen ‘consortiumpartner’ van het LCH, noteert van Ark. Wat de reden hiervan is, kon Van Lienden niet zeggen. Een mogelijke verklaring is dat het LCH geen voorstander is van het megaplan: vanwege de eerdere ervaringen zouden de inkopers het liefst helemaal niet met Van Lienden in zee gaan.

De deal van 100 miljoen komt rond

Desondanks is Van Lienden op weg naar een megaorder. Dezelfde dag nog stuurt hij een ‘aangepast voorstel’ naar het ministerie. Hij bespreekt het telefonisch met betrokken ambtenaren van VWS.

Twee dagen later, op 17 april, zit hij opnieuw aan tafel op het ministerie van Volksgezondheid, om zijn nieuwe voorstel te bespreken. Ook het LCH is erbij aanwezig.

Het blijkt een vruchtbare meeting: de partijen spreken af dat Van Lienden – via de commerciële bv Relief Goods Alliance – een order krijgt van ‘maximaal’ 40 miljoen mondkapjes, schrijft Van Ark aan de Kamer. Nog dezelfde dag ontvangt Van Lienden een orderformulier van het ministerie.

De ministers Hugo de Jonge en Tamara van Ark, gisteren bij het Kamerdebat over de uitgaven aan persoonlijke beschermingsmiddelen.

Het initiatief voor de deal ligt nadrukkelijk bij het ministerie, en niet bij de inkopers van het LCH die tegen zijn. Maar Van Ark schetst een ander beeld: zij meldt dat de koopovereenkomst door VWS slechts is ‘geaccordeerd’, alsof die buiten het ministerie tot stand is gekomen.

De omvang van de overeenkomst is uitzonderlijk. Er zijn slechts twee andere deals gesloten van 100 miljoen euro of meer voor persoonlijke beschermingsmiddelen, meldde Van Ark aan de Kamer. Maar slechts één van die twee – een deal van 131 miljoen – betrof mondkapjes, naast onderzoekshandschoenen. Deze deal liep van mei tot maart 2021. De andere megadeal draaide uitsluitend om isolatiejassen, meldt VWS aan Follow the Money.

LCH is not amused

De inkopers van het LCH zijn not amused over de koopovereenkomst met de Relief Goods Alliance. Met afgrijzen constateren zij dat een partij zonder enige track record in de business een voorkeursbehandeling krijgt. ‘We vonden het een onbetrouwbare partij,’ vertelt een direct betrokkene. ‘We hadden ze niet voor niets eerder met bewaking de deur gewezen.’ 

Gebrek aan een track record is niet het belangrijkste bezwaar van het LCH – dat is de grootte van de order. Die is op dat moment onnodig, zeggen de ingewijden. Er was geen enkele urgentie voor de bestelling: er waren meer dan genoeg voor mondkapjes voor het gehele jaar, ook bij mogelijke nieuwe coronagolven. ‘Wij hebben het afgewezen op de hoeveelheid,’ zegt een direct betrokkene. Er was dan ook geen haast bij de levering: die arriveerde maanden later met zeevracht.

De bezwaren waren zo groot dat het consortium tweemaal schriftelijk protest aantekende bij topambtenaar Mark Frequin

Bovendien lagen er financieel gunstiger aanbiedingen van andere, betrouwbare leveranciers, zeggen de bronnen. De leveringszekerheid van andere partijen was ‘veel groter’ en zeker één partij kon goedkopere mondkapjes leveren. 

De bezwaren binnen het LCH waren zo groot, dat het consortium tot tweemaal toe schriftelijk protest aantekende bij topambtenaar Mark Frequin, zeggen de betrokkenen. Het ministerie negeerde deze bezwaren en gaf zorgbedrijf Mediq – onderdeel van het LCH – opdracht de deal met Van Lienden uit te voeren.

Van Ark bevestigt dat er een negatief advies lag van het LCH vanwege de ‘reeds geplaatste orders’. Wat zij niet meldt, is dat de bezwaren van de inkopers veel omvangrijker waren. Ze schrijft dat het aanbod ‘voldeed aan de drie criteria die werden gehanteerd bij het beoordelen van aanbiedingen’. In werkelijkheid waren er grote twijfels over zowel de prijs als de leveringszekerheid.

Van Ark verdedigt het zo: ‘De bestuurders en aandeelhouders die bij RGA betrokken waren, waren bekende partijen die hun sporen hadden verdiend onder meer met zakendoen in China.’ Daarmee doelt ze kennelijk op Bernd Damme en Camille van Gestel wier bedrijven de afgelopen jaren failliet zijn gegaan. Van Lienden was in april vorig jaar nog ambtenaar bij de Gemeente Amsterdam.

LCH WIST NIET VAN WINSTOOGMERK VAN LIENDEN

Dat de deal met Van Lienden niet liep via de Hulptroepen Alliantie – een stichting zonder winstoogmerk – maar via de speciaal opgerichte commerciële entiteit Relief Goods Alliance bv (RGA), was volgens minister Van Ark voor alle partijen helder. 

‘Zowel VWS als LCH gingen er niet vanuit dat RGA een non-profitorganisatie was, omdat duidelijk was dat het hier een bv betrof,’ schreef ze aan de Kamer. De megaorder van 40 miljoen mondkapjes voor 100 miljoen euro hoefde daarom alleen maar door Volksgezondheid te worden ‘geaccordeerd’.

Maar in weerwil van dit antwoord leefde het Landelijk Consortium Hulpmiddelen tot na het sluiten van de deal wel degelijk in de veronderstelling dat er non profit zaken werd gedaan met Van Lienden, zeggen direct betrokkenen tegen Follow the Money. 

Dat de nieuw opgerichte bv helemaal losstond van de stichting, maakte Van Lienden volgens deze bronnen nooit duidelijk. ‘Dat ze een aparte bv hadden die losstond van de stichting, was zeker niet helder,’ zegt een direct betrokkene. ‘In hun presentatie stond Hulptroepen, in de mail for the good cause.’ 

Van Lienden tekende bovendien in een eerder stadium op persoonlijke titel een convenant met het LCH, waarin hij beloofde te opereren zonder winstoogmerk. 

VWS reageert: ‘Het is ons op dit moment niet bekend dat er door VWS gecommuniceerd zou zijn dat de deal bij Hulptroepen moest worden geplaatst. Zoals bij vraag 9 geantwoord richtte de eerste gesprekken zich op een mogelijke toetreding van Hulptroepen tot het LCH. Nadat duidelijk was geworden dat dit niet het geval was, is met hen verder gesproken in de hoedanigheid als leverancier. Voor LCH was het duidelijk dat uiteindelijk RGA bv als leverancier werd gezien. LCH heeft de order zelf bij RGA bv geplaatst.’

In het Kamerdebat van donderdag velde de Kamer een hard oordeel over Van Lienden. De handelwijze van het ministerie van Volksgezondheid bleef echter grotendeels buiten schot.

CDA-kamerlid Joba van den Berg wees erop dat de deal volgens het kabinet ‘binnen de regels’ was. Als dat niet het geval mocht zijn, dan is het aan de minister [Van Ark, red.] om actie te ondernemen, zei Van den Berg.   

Na afloop van het debat werd CDA-minister Hugo de Jonge – een goede bekende van Sywert van Lienden – gevraagd of hij met de opiniemaker contact heeft gehad over de mondkapjes. Zijn antwoord: ‘Ik ga daar niets over zeggen; dit was en is niet mijn portefeuille.’

Stefan Vermeulen

Ervaren allround onderzoeksjournalist die zich namens FTM verdiept in de macht van het grote geld.
Jan-Hein Strop
Financieel-economisch journalist met grote belangstelling voor de werking, macht en gedrag van bank & verzekeraar.

https://www.ftm.nl/artikelen/van-lienden-kreeg-van-vws-wel-voorkeursbehandeling

dinsdag 1 juni 2021

The Threats to American Democracy and the Need for National Voting and Election Administration Standards

 

Statement of Concern




The Threats to American Democracy and the Need for National Voting and Election Administration Standards
STATEMENT
June 1, 2021

We, the undersigned, are scholars of democracy who have watched the recent deterioration of U.S. elections and liberal democracy with growing alarm. Specifically, we have watched with deep concern as Republican-led state legislatures across the country have in recent months proposed or implemented what we consider radical changes to core electoral procedures in response to unproven and intentionally destructive allegations of a stolen election. Collectively, these initiatives are transforming several states into political systems that no longer meet the minimum conditions for free and fair elections. Hence, our entire democracy is now at risk.

When democracy breaks down, it typically takes many years, often decades, to reverse the downward spiral. In the process, violence and corruption typically flourish, and talent and wealth flee to more stable countries, undermining national prosperity. It is not just our venerated institutions and norms that are at risk—it is our future national standing, strength, and ability to compete globally.

Statutory changes in large key electoral battleground states are dangerously politicizing the process of electoral administration, with Republican-controlled legislatures giving themselves the power to override electoral outcomes on unproven allegations should Democrats win more votes. They are seeking to restrict access to the ballot, the most basic principle underlying the right of all adult American citizens to participate in our democracy. They are also putting in place criminal sentences and fines meant to intimidate and scare away poll workers and nonpartisan administrators. State legislatures have advanced initiatives that curtail voting methods now preferred by Democratic-leaning constituencies, such as early voting and mail voting. Republican lawmakers have openly talked about ensuring the “purity” and “quality” of the vote, echoing arguments widely used across the Jim Crow South as reasons for restricting the Black vote.

State legislators supporting these changes have cited the urgency of “electoral integrity” and the need to ensure that elections are secure and free of fraud. But by multiple expert judgments, the 2020 election was extremely secure and free of fraud. The reason that Republican voters have concerns is because many Republican officials, led by former President Donald Trump, have manufactured false claims of fraud, claims that have been repeatedly rejected by courts of law, and which Trump’s own lawyers have acknowledged were mere speculation when they testified about them before judges.

In future elections, these laws politicizing the administration and certification of elections could enable some state legislatures or partisan election officials to do what they failed to do in 2020: reverse the outcome of a free and fair election. Further, these laws could entrench extended minority rule, violating the basic and longstanding democratic principle that parties that get the most votes should win elections.

Democracy rests on certain elemental institutional and normative conditions. Elections must be neutrally and fairly administered. They must be free of manipulation. Every citizen who is qualified must have an equal right to vote, unhindered by obstruction. And when they lose elections, political parties and their candidates and supporters must be willing to accept defeat and acknowledge the legitimacy of the outcome. The refusal of prominent Republicans to accept the outcome of the 2020 election, and the anti-democratic laws adopted (or approaching adoption) in Arizona, Arkansas, Florida, Georgia, Iowa, Montana and Texas—and under serious consideration in other Republican-controlled states—violate these principles. More profoundly, these actions call into question whether the United States will remain a democracy. As scholars of democracy, we condemn these actions in the strongest possible terms as a betrayal of our precious democratic heritage.

The most effective remedy for these anti-democratic laws at the state level is federal action to protect equal access of all citizens to the ballot and to guarantee free and fair elections. Just as it ultimately took federal voting rights law to put an end to state-led voter suppression laws throughout the South, so federal law must once again ensure that American citizens’ voting rights do not depend on which party or faction happens to be dominant in their state legislature, and that votes are cast and counted equally, regardless of the state or jurisdiction in which a citizen happens to live. This is widely recognized as a fundamental principle of electoral integrity in democracies around the world.

A new voting rights law (such as that proposed in the John Lewis Voting Rights Act) is essential but alone is not enough. True electoral integrity demands a comprehensive set of national standards that ensure the sanctity and independence of election administration, guarantee that all voters can freely exercise their right to vote, prevent partisan gerrymandering from giving dominant parties in the states an unfair advantage in the process of drawing congressional districts, and regulate ethics and money in politics.

It is always far better for major democracy reforms to be bipartisan, to give change the broadest possible legitimacy. However, in the current hyper-polarized political context such broad bipartisan support is sadly lacking. Elected Republican leaders have had numerous opportunities to repudiate Trump and his “Stop the Steal” crusade, which led to the violent attack on the U.S. Capitol on January 6. Each time, they have sidestepped the truth and enabled the lie to spread.

We urge members of Congress to do whatever is necessary—including suspending the filibuster—in order to pass national voting and election administration standards that both guarantee the vote to all Americans equally, and prevent state legislatures from manipulating the rules in order to manufacture the result they want. Our democracy is fundamentally at stake. History will judge what we do at this moment.

Signatures are still being added. This list was last updated on 6/1/21 at 5:00 p.m. ET.

John Aldrich
Professor of Political Science
Duke University

Deborah Avant
Professor of International Studies
University of Denver

Larry M. Bartels
Professor of Political Science
Vanderbilt University

Frank R. Baumgartner
Professor of Political Science
University of North Carolina, Chapel Hill

Sheri Berman
Professor of Political Science
Barnard College, Columbia University

Benjamin Bishin
Professor of Political Science
University of California, Riverside

Robert Blair
Assistant Professor of Political Science and International and Public Affairs
Brown University

Henry E. Brady
Dean, Goldman School of Public Policy
University of California, Berkeley

Rogers Brubaker
Professor of Sociology
University of California, Los Angeles

John M. Carey
Professor of Government
Dartmouth College

Michael Coppedge
Professor of Political Science
University of Notre Dame

Katherine Cramer
Professor of Political Science
University of Wisconsin-Madison

Larry Diamond
Senior Fellow
Hoover Institution and Freeman Spogli Institute
Stanford University

Lee Drutman
Senior Fellow
New America

Rachel Epstein
Professor of International Studies
University of Denver

David Faris
Associate Professor of Political Science
Roosevelt University

Henry Farrell
Professor of International Affairs
Johns Hopkins University

Christina Fattore
Associate Professor of Political Science
West Virginia University

Christopher M. Federico
Professor of Political Science and Psychology
University of Minnesota

Morris P. Fiorina
Professor of Political Science and Senior Fellow
Hoover Institution
Stanford University

Joel L. Fleishman
Professor of Law and Public Policy Studies
Duke University

Luis Fraga
Professor of Political Science
University of Notre Dame

William W. Franko
Associate Professor of Political Science
West Virginia University

Francis Fukuyama
Senior Fellow
Freeman Spogli Institute for International Studies
Stanford University

Daniel J. Galvin
Associate Professor of Political Science
Northwestern University

Laura Gamboa
Assistant Professor of Political Science
University of Utah

Anthony “Jack” Gierzynski
Professor and Chair of Political Science
University of Vermont

Martin Gilens
Professor of Public Policy, Political Science, and Social Welfare
University of California, Los Angeles

Kristin Goss
Professor of Public Policy and Political Science
Duke University

Jessica Gottlieb
Associate Professor of Government & Public Service
Texas A&M University

Virginia Gray
Professor of Political Science Emeritus
University of North Carolina, Chapel Hill

Jacob M. Grumbach
Assistant Professor, Department of Political Science
University of Washington

Anna Grzymala-Busse
Professor of International Studies
Stanford University

Jacob Hacker
Professor of Political Science
Yale University

Hahrie Han
Professor of Political Science
Johns Hopkins University

Thomas J. Hayes
Associate Professor of Political Science
University of Connecticut

Gretchen Helmke
Professor of Political Science
University of Rochester

Jeffrey Herf
Professor of History
University of Maryland, College Park

Jennifer Hochschild
Professor of Government
Harvard University

Amanda Hollis-Brusky
Associate Professor of Politics
Pomona College

Daniel Hopkins
Professor of Political Science
University of Pennsylvania

Matthew B. Incantalupo
Assistant Professor of Political Science
Yeshiva University

Matt Jacobsmeier
Associate Professor of Political Science
West Virginia University

Gary C. Jacobson
Professor Emeritus of Political Science
University of California, San Diego

Hakeem Jefferson
Assistant Professor of Political Science
Stanford University

Bruce W. Jentleson
Professor of Public Policy and Political Science
Duke University

Theodore R. Johnson
Senior Fellow & Director, Fellows Program
Brennan Center for Justice

Richard Joseph
Professor Emeritus of Political Science
Northwestern University

Alex Keena
Assistant Professor of Political Science
Virginia Commonwealth University

Nathan J. Kelly
Professor of Political Science
University of Tennessee

Helen M. Kinsella
Associate Professor of Political Science & Law
University of Minnesota, Twin Cities

Eric Kramon
Associate Professor of Political Science and International Affairs
George Washington University

Ron Krebs
Professor of Political Science
University of Minnesota

Katherine Krimmel
Assistant Professor of Political Science
Barnard College, Columbia University

Didi Kuo
Senior Research Scholar, Center on Democracy, Development, and the Rule of Law
Stanford University

Matt Lacombe
Assistant Professor of Political Science
Barnard College, Columbia University

Timothy LaPira
Professor of Political Science
James Madison University

Michael Latner
Senior Fellow
Union of Concerned Scientists’ Center for Science and Democracy

Anna O. Law
Associate Professor of Political Science
CUNY Brooklyn College

Yphtach Lelkes
Assistant Professor, Annenberg School for Communication
University of Pennsylvania

Margaret Levi
Professor of Political Science
Stanford University

Steve Levitsky
Professor of Government
Harvard University

Robert Lieberman
Professor of Political Science
Johns Hopkins University

Scott Mainwaring
Professor of Political Science
University of Notre Dame

Jane Mansbridge
Professor Emerita of Political Leadership and Democratic Values
Harvard University

Seth Masket
Professor of Political Science
University of Denver

Lilliana H. Mason
Associate Research Professor, Department of Political Science
Johns Hopkins University

Corrine M. McConnaughy
Research Scholar and Lecturer, Department of Politics
Princeton University

Jennifer McCoy
Professor of Political Science
Georgia State University

Suzanne Mettler
Professor of American Institutions, Department of Government
Cornell University

Robert Mickey
Associate Professor of Political Science
University of Michigan

Michael Minta
Associate Professor of Political Science
University of Minnesota

Terry Moe
Professor of Political Science
Stanford University

Jana Morgan
Professor of Political Science
University of Tennessee

Mason Moseley
Associate Professor of Political Science
West Virginia University

Russell Muirhead
Professor of Democracy
Dartmouth College

Diana Mutz
Professor of Political Science and Communication
University of Pennsylvania

Pippa Norris
Professor of Political Science
Harvard University

Anne Norton
Professor of Political Science
University of Pennsylvania

Brendan Nyhan
Professor of Government
Dartmouth College

Angela X. Ocampo
Assistant Professor of Political Science
University of Michigan

Norm Ornstein
Emeritus Scholar
American Enterprise Institute

Benjamin I. Page
Professor of Decision Making
Northwestern University

Josh Pasek
Associate Professor of Communication & Media and Political Science
University of Michigan

Tom Pepinsky
Professor, Department of Government
Cornell University

Anibal Perez-Linan
Professor of Political Science and Global Affairs
University of Notre Dame

Dirk Philipsen
Associate Research Professor of Economic History
Duke University

Paul Pierson
Professor of Political Science
University of California, Berkeley

Ethan Porter
Assistant Professor, Department of Political Science
George Washington University

Robert D. Putnam
Professor of Public Policy
Harvard University

Kenneth Roberts
Professor of Government
Cornell University

Amanda Lea Robinson
Associate Professor of Political Science
Ohio State University

Deondra Rose
Assistant Professor of Public Policy, Political Science, and History
Duke University

Nancy L. Rosenblum
Professor of Ethics in Politics and Government Emerita
Harvard University

Larry J. Sabato
University Professor of Politics
University of Virginia

Sara Sadhwani
Assistant Professor of Politics
Pomona College

David Schanzer
Professor of the Practice of Public Policy
Duke University

Kim L. Scheppele
Professor of Sociology and International Affairs
Princeton University

Daniel Schlozman
Associate Professor of Political Science
Johns Hopkins University

Kay L. Schlozman
Professor of Political Science
Boston College

Cathy Lisa Schneider
Professor, School of International Service
American University

Shauna Lani Shames
Associate Professor in Political Science
Rutgers University, Camden

Gisela Sin
Associate Professor, Department of Political Science
University of Illinois

Dan Slater
Professor of Political Science
University of Michigan

Anne-Marie Slaughter
Professor Emerita of Politics and International Relations
Princeton University

Charles Anthony Smith
Professor of Political Science and Law
University of California, Irvine

Rogers M. Smith
Professor of Political Science
University of Pennsylvania

Leonard Steinhorn
Professor of Communication
American University

Susan Stokes
Professor of Political Science
University of Chicago

Robert Pepperman Taylor
Professor of Political Science
University of Vermont

Alexander George Theodoridis
Associate Professor of Political Science
University of Massachusetts Amherst

Chloe Thurston
Assistant Professor of Political Science
Northwestern University

Antonio Ugues Jr.
Associate Professor of Political Science
St. Mary's College of Maryland

Michael W. Wagner
Professor, School of Journalism and Mass Communication
University of Wisconsin, Madison

Omar Wasow
Assistant Professor, Department of Politics
Princeton University

Christopher Witko
Professor of Public Policy and Political Science
Pennsylvania State University

Christina Wolbrecht
Professor of Political Science
University of Notre Dame

Daniel Ziblatt
Professor of Government
Harvard University

*Institutions and titles are listed for identification purposes only.

https://www.newamerica.org/political-reform/statements/statement-of-concern/