zaterdag 6 juli 2024

De vrije school is zeer in trek bij witte ouders, én bij extreemrechts. Wat betekent dat?

https://www.volkskrant.nl/columns-van-de-dag/de-vrije-school-is-zeer-in-trek-bij-witte-ouders-en-bij-extreemrechts-wat-betekent-dat~b68f3354/

 




ESSAY100 JAAR VRIJE SCHOOL

De vrije school is zeer in trek bij witte ouders, én bij extreemrechts. Wat betekent dat?






Honderd jaar geleden werd de eerste vrije school in Nederland opgericht; inmiddels is die populairder dan ooit. Vooral onder hoogopgeleide witte ouders. Wat zegt dat over de filosofie achter dit onderwijs, vraagt journalist en oud-vrijeschoolleerling Daphne van Paassen zich af.

     

A

ls ik het gebouw binnenstap waar de vrijeschoolreünie wordt georganiseerd, heerst er hilariteit: er is een run op de reüniesweater met de tekst ‘Ik zie rond in de wereld’ – de beginregel van ‘de spreuk’ waarmee alle vrijescholieren al honderd jaar lang, staand achter hun stoel, hun schooldag beginnen. Vaak tegen heug en meug. Maar de spreuk is kennelijk onder invloed van nostalgie verworden tot iets om trots op te zijn: een blijk van een kosmopolitische blik.

Mijn ambivalentie over de school waar ik dertien jaar heb rondgelopen, die mede opgericht werd door mijn ouders en die mij stevig heeft gevormd, is direct terug. Ik voel me ongemakkelijk bij het koketteren met die open houding tegenover de wereld.

Het is eenvoudig om de vrije school, die dit schooljaar in Nederland een eeuw bestaat; te kakken te zetten: je hoeft het maar te hebben over die spreuk; over de esoterische dansvorm euritmie; over de tafels die je er klappend en springend instampt; het leren lezen via beeldtaal waarbij een koning transformeert in een K; de geschiedenislessen over het verzwolgen continent Atlantis dat nooit bestaan heeft. Of over de eindeloze rij jaarfeesten die vergezeld gaan van een mengelmoes aan christelijke en heidense rituelen. Om nog maar te zwijgen van de kerstspelen die leraren ieder jaar in quasi-archaïsch Nederlands opvoeren.

Maar eerlijk is eerlijk, ik gedijde in die wonderschone sprookjeswereld van organisch grenen, bijenwas en wol. Zonder leerboeken, en ook nu nog (vaak) zonder computer, tv of digibord. Een veilig hof van Eden.

Maar wel onder een stolp van dubbel glas. Afgesloten van de echte wereld.

Geitenwollensokken

Want de vrije school is niet enkel een school, maar onderdeel van een zuil. Met een eigen antroposofische gezondheidszorg en farmacie, eigen biologisch-dynamische landbouw, cosmetica (een antroposoof rúik je), bouwstijl, kunst en kerk. Met eigen speelgoed en zelfs een eigen lettertype, waardoor je iedere website, folder of boek onmiddellijk herkent als ontsproten aan de leer van de 20ste-eeuwse ‘helderziende’ filosoof Rudolf Steiner. ‘Group-markers’ zouden sociologen deze uitingsvormen noemen, die een stevige scheiding aanbrachten tussen ons en de rest van de wereld.

Waar deze school in mijn tijd een marginale, esoterische geitenwollensokkengemeenschap was, is ze een paar decennia later populairder dan ooit. De afgelopen tien jaar groeide de school met 50 procent, tegen de dalende demografische trend in. In 2023 gingen ruim 33 duizend kinderen naar een van de honderd vrije basisscholen of 29 middelbare scholen. Vooral hoogopgeleide, witte ouders vallen voor dit type onderwijs.

Nu is het Nederlandse onderwijs sowieso sterk gesegregeerd: landelijk gezien zou 39 procent van de kinderen van basisschool moeten wisselen om tot een evenwichtige verdeling te komen, blijkt uit de ‘segregatiemonitor’ die ieder jaar naar de Eerste en Tweede Kamer wordt gestuurd. De ‘bubbels van gelijkgestemden’ ontstaan langs verschillende lijnen: opleidingsniveau van ouders, hun sociaal-economische situatie en, in afnemende mate, etniciteit. Maar de vrije school ‘springt’ er op alle drie de fronten ‘uit’, aldus het rapport Variëteit en vernieuwing 2019 van de Onderwijsinspectie, die geen recentere cijfers heeft, maar ook laat weten dat ‘er geen aanwijzingen (zijn) dat het sterk veranderd is de afgelopen tijd’. Vergelijk je alle groepen 8 met elkaar, dan zitten er op de vrije school bijvoorbeeld het minste aantal kinderen met een migratieachtergrond: 9 procent, tegen 17 procent gemiddeld.

Ongemak

En precies daar zit mijn ongemak: hoe kan dat op een school die midden in de samenleving zegt te staan, die haar leerlingen iedere ochtend eraan herinnert rond te zien in de wereld, die er voor alle leerlingen is, ongeacht geloof, culturele achtergrond of seksuele oriëntatie?

De scholen zelf lijken inmiddels wel in hun maag te zitten met het gebrek aan diversiteit. Het onderwerp staat op agenda’s van conferenties, er is een landelijke diversiteitscommissie opgericht en de Vereniging van Vrijescholen heeft een diversiteitscode opgesteld. ‘Daarmee zorgen we voor bewustzijn’, laat een woordvoerder van de vereniging weten als ik informeer wat scholen concreet aan diversiteit doen. Over de invulling kan ze niets zeggen: ‘Dat laten we aan hen over.’

Ook het lectoraat van de lerarenopleiding voor vrije scholen onderzocht het probleem in de vorm van een podcastserie, waarvoor zo’n veertig mensen zijn gesproken. In die podcast wordt vooral veel ‘bevraagd’ (doel was om mensen aan het denken te zetten en niet te oordelen, laat een van de makers desgevraagd weten): Moet de school minder christelijk worden? De feesten diverser? Ligt het eigenlijk wel aan de vrije school dat die zo wit is?

Segregatie

Hoogopgeleide ouders, stelt men in de podcast, kiezen immers gewoon voor dit ‘hoofd- hart- en handenonderwijs’ omdat er naast cognitieve vakken ook aandacht is voor persoonlijke ontwikkeling en kunstzinnige vorming. De deur staat heus voor iedereen open. (Al gaat het niet over zoiets simpels als het schrappen van de bovengemiddeld hoge ouderbijdrage, waarmee de vrije scholen hun dure onderwijs mogelijk kunnen maken, maar waarvan ook bekend is dat die segregatie in de hand werkt.) De podcastmakers concluderen bijna opgelucht dat het gebrek aan kleur niet door de vrijeschoolpedagogiek komt.

Maar is dat wel zo, denk ik als ik op een bericht stuit over een uitzending van Ongehoord Nederland uit 2022, waarin Ralf Dekker van Forum voor Democratie vertelt dat ze op hun Renaissancescholen (de eerste in Nederland werd afgelopen week gesloten om financiële redenen) ‘klassiek vrijeschoolonderwijs’ gaan geven. De interesse van witte ouders is één ding, die van extreemrechts is iets anders. De vrijeschoolbeweging liet weliswaar onmiddellijk weten daar niets mee uitstaande te hebben, maar wie naar het curriculum kijkt, ziet dat het Forum-onderwijs verdacht veel lijkt op vrijeschoolonderwijs: de aandacht voor sprookjes, sagen en fabels, voor de verhalen uit het nieuwe testament, de Noorse en Griekse mythologie, maar ook het oude-ambachtenonderwijs zoals mandenvlechten waar de vrije school patent op heeft.

Ook in Duitsland blijkt extreemrechts zich het waldorfonderwijs (de internationale benaming) toe te eigenen, onder meer bij monde van Caroline Sommerfeld van Alternative für Deutschland. Op het rechtse blog Sezession vertelde ze in 2019 wat haar in het onderwijs bevalt: het voedt kinderen op in de eigen etniciteit, de Duitse ‘Volksseele’ – gevormd door de gezamenlijke geschiedenis en mythen. Zo leren kinderen bijvoorbeeld het oud-Germaanse runenschrift (ook geliefd bij de nazi’s).

Nostalgie

Ineens komt dat palet aan Griekse en Germaanse mythen, sagen en Bijbelverhalen dat op de vrije school verteld wordt bij mij in een ander, eurocentrisch licht te staan. Net als al die bijzondere handvaardigheidsvakken zoals spinnen, breien, smeden, riet vlechten en brood bakken. Antroposofen willen kinderen daarmee laten ervaren op welk fundament onze beschaving is gebouwd. Maar er hangt daardoor ook een geur van nostalgie om dit onderwijs.

Net als om het ‘abgeëckte’ interieur van de scholen dat er nog precies zo uitzien als vijftig jaar geleden, de afbeelding van Rafaëls Madonna met kind in bijna alle kleuterklassen (óók aan de andere kant van de wereld, hoor ik van een familielid dat in Zuid-Amerika een vrijeschool bezocht en zich verbaasde over het eurocentrisme). En de eindeloze rij jaarfeesten die niet alleen een christelijke achtergrond hebben, maar ook vergeven zijn van heidense, Germaanse rituelen: over vuren springen bij het Sint Jansfeest, of met Pinksteren in het wit gekleed, met bloemenkransen in het haar, rond de versierde meiboom dansen waarbij de twee oudste kinderen een bruidspaar vormden. Ik genoot als kind met volle teugen van de vieringen met de hele gemeenschap (ook de ouders deden mee), maar nu komen ze me nogal sektarisch voor.

Die zweem van nostalgie en de voorliefde voor alles wat natuurlijk is (kleding van wol en katoen, krijtjes en klei van bijenwas, voedsel dat in samenhang met de kosmos is geteeld, medicijnen van kruiden en een aversie tegen vaccinaties) heeft ook iets antimoderns, iets conservatiefs, vindt de Oostenrijkse politicoloog en extreemrechtsexpert Natascha Strobe. In de Duitse podcast Waldorfsalat, die de antroposofie kritisch onder de loep neemt, benoemt Strobe ook de overlap tussen antroposofen en extreemrechts. Die werd in Duitsland zichtbaar toen de twee groepen schouder aan schouder tegen de coronamaatregelen demonstreerden. Ze delen volgens Strobe een antioverheidsdenken en zijn gevoelig voor complottheorieën: antroposofen geloven weliswaar niet in reptielen die ons besturen, maar sommigen wel in Ahriman, ‘een duistere kracht’ die mensen in coronatijd tegen elkaar opzette.

Racisme

Gaat het hier alleen om overlappende interesses, of zit het dieper? Halverwege de jaren negentig werd de vrije school door enkele ouders uit Zutphen, onder wie Toos Jeurissen die het pamflet Uit de vrije school geklapt schreef, beschuldigd van racisme in het curriculum. De Onderwijsinspectie deed onderzoek en publiceerde alleen de conclusie: er was geen racisme geconstateerd. Uiteindelijk kwam het rapport via de pers toch naar buiten en bleek dat inspecteurs wel discriminerende beschrijvingen in de schriften met dictaten van leerlingen hadden gevonden, zoals: ‘Een Mexicaan is over het algemeen sloom en rustig, maar hij kan soms heel vurig en kwaad zijn.’ En: ‘Men denkt dat negers dom zijn, maar dat is niet zo.’

Daphne van Paassen:Beeld Sanne De Wilde

Toen niet veel later de vicevoorzitter van de Antroposofische Vereniging in Nederland, Christof Wiechert, in een radio-uitzending racistische uitspraken van Steiner verdedigde en er een storm van verontwaardiging opstak, gaf de vereniging de commissie-Van Baarda opdracht het werk van Steiner door te lichten. Die commissie, bestaand uit antroposofen, concludeerde uiteindelijk in 2000 dat zestien uitspraken als ‘ernstig discriminerend naar de huidige maatstaven’ aangemerkt konden worden (en een groter aantal als ernstig stigmatiserend). Van een rassenleer was volgens hen echter geen sprake. En daarmee was de kous af.

Voor het eerst zoek ik de gewraakte passages uit Steiners werk op. Op de vrije school wordt Steiners leer niet onderwezen; antroposofie is geen vak, maar het onderwijs is vanuit zijn wereldbeeld ontwikkeld.

Ik schrik me wezenloos.

Rassenleer

Het gaat over het ‘gedegenereerde indianenras’ en het ‘negerras’ dat niet in Europa hoort. Over de volmaaktheid van Goethe tegenover de onvolmaaktheid van ‘de Hottentot’. Over vrouwen die ‘mulatten’ zouden kunnen baren als ze ‘negerromans’ lezen. Het zijn geen losse opmerkingen, maar uitspraken die voortkomen uit een door Steiner bedachte bovennatuurlijke ‘evolutietheorie’ waarin mensen via reïncarnatie een hoger ontwikkelingsstadium kunnen bereiken en waarbij rassen de verschillende ontwikkelingsstadia van de mensheid vertegenwoordigen – met de Europeaan bovenaan de hiërarchie. Hoe is dit geen rassenleer?

De gebruikelijke reactie van vrije scholen en antroposofen op dit soort kritiek is dat uitspraken zijn ingegeven door het tijdsgewricht waarin Steiner leefde of dat men Steiner niet begrijpt. De directeur van een vrije school en andere antroposofen die ik interview als research voor dit essay trekken zich terug zodra het hier over gaat.

In Duitsland denkt een handjevol onderzoekers daar inmiddels anders over. Martyn Rawson, die zelf uit de antroposofische hoek komt, vindt bijvoorbeeld dat de waldorfbeweging (inclusief de commissie-Van Baarda) tot nu toe niet zelfkritisch genoeg is geweest: Steiners uitspraken komen wel degelijk voort uit een rassenleer. Dat wil niet zeggen dat daarmee waldorfscholen of leraren racistisch zijn, schrijft hij. Zeker niet. Maar de waldorfbeweging moet het wel erkennen, wil ze echt werk kunnen maken van diversiteit en wil ze het curriculum kunnen ‘dekoloniseren’.

Voorbeeldfunctie

Ik moet denken aan het periodevak ‘de ontdekkingsreizen’. Vrije scholieren krijgen de eerste twee uur van de dag thematisch onderwijs dat past bij het ontwikkelingsstadium waarin leerlingen zich op dat moment bevinden: de Franse en Russische Revolutie voor rebellerende pubers, de ontdekkingsreizen voor brugklassers omdat ze dan zelf hun ‘grenzen verleggen’. Dat klinkt aardig. Maar daarmee krijgt de lesstof een soort voorbeeldfunctie. En dat is problematisch bij thema’s waar we in de afgelopen honderd jaar anders over zijn gaan denken, zoals de ontdekkingsreizen (op mijn oude vrije middelbare scholen – de Haagse en de Leidse – staat het vak nog altijd beschreven op hun site).

In de eerder genoemde podcast over diversiteit van de vrije pabo verwoordt oud-vrijeschoolleerling Nina Hosseini treffend wat daar niet aan deugt: ‘Ik vond het achteraf nogal pijnlijk dat de ontdekkingsreizen grensverleggend werden genoemd. Je zou het ook de start van kolonisatie en massamoord kunnen noemen, maar dat klinkt natuurlijk niet zo gezellig.’ De podcastmakers beamen dat er inderdaad ‘perspectieven’ (zoals die van gekoloniseerde volken en tot slaaf gemaakten) aan dit soort thema’s moeten worden toegevoegd. Aan het probleem van de koppeling lesstof-ontwikkelingsfase wagen ze zich niet.

Toch zijn er lichtpuntjes. Op verschillende plekken in Nederland zijn er initiatieven van ouders en leraren die het radicaal anders willen doen en in de buurt komen van Rawsons dekolonisatie-idee. Opvallend is wel dat daarvoor vaak nieuwe scholen opgericht moesten worden. In Rotterdam-West bijvoorbeeld (alleen het naambord bij de ingang is al niet in het bekende abgeëckte houtreliëf gebeiteld). Daar startte negen jaar geleden een club ouders in een buurt met een kleine 175 nationaliteiten een nieuwe vrije school die een afspiegeling van de wijk moest worden.

Hervormingen

De belangrijkste wijziging is de aanpassing van de jaarfeesten geweest. Voor buitenstaanders lijken feesten een futiliteit. Maar de elf jaarfeesten worden als zeer bepalend ervaren voor de vrijeschoolidentiteit. De vieringen zijn verbonden met de seizoenen en bedoeld als markeringen in het jaar om kinderen houvast te geven, een besef van tijd en ruimte. Omdat het onderwijs in het christelijke Europa ontstond, koppelde Steiner die aan christelijke feesten. Maar daar zou het hem niet om zijn gegaan. Wel om verbinding met de natuur en cultuur waarin de kinderen leven.

Dus brachten ze in Rotterdam het aantal feesten terug tot vier niet-christelijke seizoensfeesten. Tegelijkertijd vroegen ze de ouders naar verhalen uit hun cultuur om die toe te voegen. In Amsterdam vullen de nieuwe scholen Waldorf aan de Werf en Waldorf Bijlmer de jaarfeesten juist aan met het joodse Chanoeka, het hindoeïstische Divali-lichtjesfeest, het islamitisch Suikerfeest en Ketikoti. Hoeveel scholen inmiddels bezig zijn met zo’n diversiteitsslag kan de Vereniging van Vrijescholen niet zeggen.

Hoewel het een manier lijkt om die geur van racisme af te schudden, vinden hardcore-sofen zulk onderwijs niet vrijeschools genoeg. Bij een deel van de leraren en ouders stuiten dit soort aanpassingen op weerstand – ook omdat ze zelf zulke fijne herinneringen aan de vieringen hebben, hoor ik onder anderen van Anna Vogel, docent aan de Vrijeschool Pabo. ‘Maar als we een afspiegeling willen zijn van de samenleving, moeten we bereid zijn ruimte te maken en misschien wel dingen opgeven’, vindt zij. Dat is óók in de geest van Steiner, ‘die vond dat je je aan moest passen aan de cultuur en plek waar je bent’. Ze heeft haar hoop gevestigd op de vrijepabostudenten die zelf om meer aandacht voor diversiteit in het curriculum vragen. ‘Zij zullen die ideeën straks meenemen naar de scholen waar ze komen te werken.’

Dat hoop ik ook. Al denk ik dat er meer moet gebeuren. Want inclusief onderwijs én je beroepen op iemand met racistische ideeën, gaat niet samen. Misschien dat een nieuwe generatie docenten het wel aandurft om de school los te maken van Steiner. Dan zie je echt rond; in een veranderende wereld.

https://www.volkskrant.nl/columns-van-de-dag/de-vrije-school-is-zeer-in-trek-bij-witte-ouders-en-bij-extreemrechts-wat-betekent-dat~b68f3354/

Donald Trump claims to ‘know nothing’ about Project 2025

 



Donald Trump claims to ‘know nothing’ about Project 2025

Critics point out political roadmap for a potential second term created by ‘more than 20 officials Trump appointed’

Donald Trump is trying to claim he has “nothing to do” with Project 2025, a political roadmap created by people close to him for his potential second term.

The project, which is led by the Heritage Foundation, a conservative thinktank, seeks to crack down on various issues including immigration, reproductive rights, environmental protections and LGBTQ+ rights. It also aims to replace federal employees with Trump loyalists across the government.

Trump wrote in a post on his Truth Social network: “I know nothing about Project 2025. I have no idea who is behind it. I disagree with some of the things they’re saying and some of the things they’re saying are absolutely ridiculous and abysmal. Anything they do, I wish them luck, but I have nothing to do with them.”

The former president’s post came a day after the Heritage Foundation’s president, Kevin Roberts, said the US was in the midst of a “second American revolution” that can be bloodless “if the left allows it to be”. He made the comments on Steve Bannon’s War Room podcast, adding that Republicans are “in the process of taking this country back”.

In response to Trump’s post, several critics were quick to point out that it appears unlikely that he is unaware of Project 2025, given that many individuals involved in the project are his closest allies.

“Many people involved in Project 2025 are close to Trump world & have served in his previous admin,” CNN’s Alayna Treene said.

Economist and Guardian columnist Robert Reich wrote: “Don’t be fooled. The playbook is written by more than 20 officials Trump appointed in his first term. It is the clearest vision we have of a 2nd Trump presidency.”

The Trump campaign has previously pushed back on claims that he would follow the policy ideas set out in Project 2025 or by other conservative groups. His campaign told Axios in November 2023 that the campaign’s own policy agenda, called Agenda47, is “the only official comprehensive and detailed look at what President Trump will do when he returns to the White House”, though the campaign added that it was “appreciative” of suggestions from others.

Still, Heritage claimed credit for a bevy of Trump policy proposals in his first term, based on the group’s 2017 version of the Mandate for Leadership. The group calculated that 64% of its policy recommendations were implemented or proposed by Trump in some way during his first year in office.skip past newsletter promotion

The Heritage Foundation also created the first Mandate for Leadership that heavily influenced Ronald Reagan’s administration in 1981.

The foundation claims that Reagan gave copies of the manifesto to “every member of his Cabinet” and that nearly two-thirds of the policy recommendations it laid out were either “adopted or attempted” by Reagan.

https://www.theguardian.com/us-news/article/2024/jul/05/donald-trump-project-2025


donderdag 4 juli 2024

I never thought I’d argue for rearmament. But a looming Trump presidency changes everything

 



Opinion

I never thought I’d argue for rearmament. But a looming Trump presidency changes everything

George Monbiot

A Putin-friendly president would pose a grave danger to Europe. Like it or not, this calls for greater defence

S

oon after Labour forms a government, it will find itself in a new world. It now seems likely that Donald Trump will win the presidency of the United States. If he does, this should bring an end to our abiding fantasies about a special relationship.

It was always an illusion. After the astonishing, heroic intervention of the US in the second world war preserved us from invasion and fascism, we built a romantic fairytale of enduring love. But both countries act in their own interests. While the UK and Europe have leant on the US for security, the dominant power has long used us as an instrument of policy.

Our joint enterprise has often been devastating to other people. Take, to give just a few examples, the US-UK coup that overthrew Mohammad Mosaddegh in Iran in 1953, the 20-year war in Afghanistan, the 2003 Iraq war, or the staunch support offered by Joe Biden and Rishi Sunak for the unfolding genocide in Gaza.

Our countries have also collaborated in developing a global trade and legal regime that favours capital over the democratic state. One example is the system known as investor-state dispute settlement, which grants offshore courts primacy over national sovereignty.

If Trump is installed in the White House again, the US government, always a questionable friend, is likely to become a clear threat to our peace, security and wellbeing. It will rip up what remains of global security and detente, environmental and human rights agreements, and international law. The age of multilateralism, flawed as it always was, would be over, and something much worse will take its place. In short, the UK and Europe will need to find the means of defending ourselves against a Trump regime and its allies. We might also need, as the lessons of the past century are unlearnt and the far right rises again, to defend ourselves against each other.

Trump has developed a special relationship; not with us, but with Vladimir Putin, to whom he defers as the iron dictator he would like to be. Russia sought to help Trump win in 2016, tried again in 2020 and has long backed Trump for 2024.

As if in return, when he was president, Trump announced that he trusted Putin ahead of US intelligence agencies. Subsequently, he praised Putin for his invasion of Ukraine, and has stated he would encourage Russia to attack any Nato member that doesn’t spend heavily on defence.

One result of this special relationship is that Trump, if elected, is likely to end US military support for Ukraine. This means that if European nations don’t step up, Putin will be able to complete his invasion. It seems unlikely that he will stop there. A Kremlin memo last year announced that Russia would take “symmetrical and asymmetrical measures necessary to suppress” such “unfriendly acts” as the use of sanctions. In February, the Danish defence minister warned that Russia could launch an attack on a Nato country within five years. Poland, the Baltic states … ? With a supporter in the White House and the possible collapse of Nato, why would Putin not pursue his advantage?

Sunak and Starmer condemn Farage's claims the west provoked Russia's invasion of Ukraine – video

Ukraine’s strongest ally in western Europe, Emmanuel Macron, is now flailing, while Putin’s friends in Hungary, Serbia, Bulgaria and Slovakia sense that history is on their side. When circumstances change, so should our positions, however disquieting it might be. I have long called for disarmament. This made sense when the Ministry of Defence concluded in 2003 that “there are currently no major conventional military threats to the UK or Nato … it is now clear that we no longer need to retain a capability against the re-emergence of a direct conventional strategic threat” and when Nato decided a few years later that “large-scale conventional aggression against the alliance will be highly unlikely”.

But the situation has changed. With great discomfort, I find myself open to arguments for rearmament. I now believe we need to enhance our conventional capabilities, both to support other European nations against Russia and – something that seemed unimaginable a few years ago – perhaps to defend ourselves.

Currently, according to a former senior official at the MoD, the UK’s forces would be unable to “fight and win an armed conflict of any scale”. We would rapidly run out of ammunition, could not prevent missile strikes and could not stop an attack on our territory.

Conversely, this is also a good moment for the UK government to rethink its position on nuclear weapons. It’s time to recognise that our “independent nuclear deterrent” has never been independent. Because key components are supplied and controlled by the US, we cannot operate it without US consent. So, if Trump regains the White House, it would not be a deterrent, either: Putin knows we cannot use it. The UK’s nuclear programme is a £172bn heap of bricks. Why waste more money on it?

We are faced throughout our lives with a choice of consistencies. Either our values or our positions can remain unchanged, but not both. Consistently defending our values – such as opposition to imperialism, fascism and wars of aggression – demands that we should be ready to alter our assessments as the nature of these threats changes.

The UK’s foreign policy will require other sharp turns. On Israel and Palestine, a Labour government should defend peace, justice and international law. Following Keir Starmer’s initial moral failure, Labour’s position has begun to change: David Lammy, the shadow foreign secretary, has said that if the international criminal court (ICC) issues an arrest warrant for Benjamin Netanyahu, he would be prepared to implement it. Now he should also demand a complete embargo of British arms to Israel.

As Trump rips up US environmental commitments, other countries will have to redouble theirs to avoid planetary catastrophe. It will do us no economic harm to embrace 21st-century technologies while the US remains in the fossil age. All this becomes especially urgent in the UK if that gurning minion of both Trump and Putin, Nigel Farage, achieves a foothold in politics. The collaborators are already lining up to betray their country.

Independence from the US is difficult, hazardous and uncertain of success. But remaining a loyal servant of the US if Trump becomes commander-in-chief is a certain formula for disaster. There is nothing we can do to stop his election, except to plead with US voters not to let a convicted felon, coup plotter, sex assaulter, liar, fraud and wannabe dictator into the White House. But we can seek to defend ourselves against it.

  • George Monbiot is a Guardian columnist