zaterdag 10 juli 2021

Ook bedrijven en zorginstellingen trapten in goededoelen-façade van Sywert van Lienden & co

 





CORONACRISIS

Beeld © Daniel Niessen

Ook bedrijven en zorginstellingen trapten in goededoelen-façade van Sywert van Lienden & co


Sywert van Lienden en zijn partners gebruikten de commerciële vennootschap Relief Goods Alliance niet alleen voor hun omstreden deal met de overheid. Honderden klanten ontvingen facturen van deze bv, terwijl ze dachten tegen kostprijs in te kopen bij een stichting zonder winstoogmerk. Dat blijkt uit onderzoek van Follow the Money. ‘Klassieke bedriegerij,’ zegt oud-fraudeonderzoeker Robert Hein Broekhuijsen.

Nederland stevent hard af op de tweede coronagolf wanneer Sywert van Lienden op zondag 4 oktober 2020 in het praatprogramma WNL op Zondag verschijnt. Op de leuning van zijn stoel staat een rek met reageerbuisjes.

De voorman van de Hulptroepen Alliantie, een stichting zonder winstoogmerk, zit er om ‘een debat op gang te brengen’, zegt hij tegen presentator Rick Nieman. De testcapaciteit van de GGD schiet tekort om de toenemende vraag naar betrouwbare coronatesten aan te kunnen – en Van Lienden heeft de oplossing.

‘Wat ik denk dat je zou moeten doen, is naar een soort sneltestsamenleving gaan,’ zegt de zelfbenoemde filantroop. ‘Heel goedkope, betrouwbare testjes, die continu beschikbaar zijn, waarmee je jezelf kunt checken als je even een loopneus hebt.’

Met zijn stichting heeft hij daarom alvast flink ingekocht. Hij staat klaar om de Nederlandse zorg opnieuw te helpen, een halfjaar nadat hij meehielp het schrijnende tekort aan mondkapjes op te lossen.

Besmettingen beheersen

De Groningse zorginstelling De Hoven heeft op dat moment dringend behoefte aan zulke sneltesten. Daarom zijn ze blij met de oplossing die Van Liendens stichting aandraagt. ‘Wij hadden te maken met een aantal besmettingen, en wilden die snel kunnen beheersen,’ zegt Hilda Boelens van De Hoven tegen Follow the Money.

De instelling neemt contact op met de Hulptroepen en bestelt voor 12.900 euro een voorraad sneltesten. Boelens: ‘Zij waren op dat moment, begin oktober, de enige leverancier die de testen zo snel kon leveren.’

Vele honderden, en waarschijnlijk meer dan duizend bestellingen, zijn door RGA gefactureerd

Ook aan de verkoop van sneltesten hoeven Van Lienden en zijn kompanen niets te verdienen, herhaalt hij nog maar eens. Ze verkopen de producten vrijwel tegen kostprijs: ‘We moeten daar wel een bedrag voor vragen, en we hebben iets nodig voor de klantenservice en de website, maar het is wel een stichting, ja,’ zegt hij in februari 2021 in Radio 1-programma Met ’t Oog op Morgen.

Begin april zegt hij tegen dagblad De Gooi- en Eemlander: ‘Ik pleit al een jaar voor het opzetten van een testsamenleving. Mensen associëren dat vaak met een commercieel en financieel belang. Dat vind ik wel vervelend.’ Zo blijft Van Lienden onderstrepen dat hij het allemaal ‘om niet’ doet.

Maar de werkelijkheid is anders. De factuur van 12.900 euro die De Hoven ontving, komt namelijk niet van de Hulptroepen Alliantie, maar van Relief Goods Alliance bv (RGA). Een bijna identieke naam, zo lijkt het, hooguit vertaald – maar er is een essentieel verschil. RGA is een vennootschap met winstoogmerk, die los staat van de stichting Hulptroepen.

RGA is de entiteit die Van Lienden en zijn zakenpartners Bernd Damme en Camille van Gestel in het voorjaar van 2020 in het leven riepen voor hun mondkapjesdeal met de overheid, ter waarde van 100 miljoen euro. Door deze bestelling via een commerciële vennootschap te laten lopen, konden de drie oprichters een dividend van meer dan 20 miljoen euro in eigen zak steken, zo onthulde Follow the Money eind mei.

Ook andere bestellingen via RGA

Nu blijkt dat Van Lienden en zijn zakenpartners hun commerciële vennootschap niet alleen gebruikten voor hun veelbesproken mondkapjesdeal met het Rijk. Ook bestellingen die andere klanten bij de stichting Hulptroepen deden, werden door RGA gefactureerd, zo blijkt uit offertes en facturen waarover FTM beschikt.

Het gaat om bestellingen van zowel mondkapjes als sneltesten door zakelijke klanten, in elk geval in de periode van september 2020 tot april 2021. In vrijwel alle gevallen gaat het om bestellingen van (ruim) boven de 1000 euro.

In totaal zijn zeker vele honderden, en waarschijnlijk meer dan duizend bestellingen door RGA bv gefactureerd, zeggen vier mensen die actief bij de Hulptroepen betrokken waren tegen Follow the Money. Deze bronnen kunnen niet bij naam genoemd worden, vanwege geheimhoudingsverklaringen die ze hebben getekend.

Dit houdt in dat er mogelijk enkele miljoenen euro aan omzet via RGA is gestroomd, bovenop de honderd miljoen die het ministerie van VWS in het voorjaar van 2020 overmaakte. Ook de winst die voortkomt uit deze bestellingen kunnen de drie aandeelhouders van RGA – Van Lienden, Damme en Van Gestel – als dividend aan zichzelf uitkeren.

De offertes werden opgemaakt met het logo van de Hulptroepen en hun slogan ‘Hulp voor de zorghelden’

Aan hun klanten maakte het drietal niet duidelijk dat zij een bestelling plaatsten bij een bedrijf dat los staat van de stichting Hulptroepen. Integendeel: de offertes werden opgemaakt met het logo van de Hulptroepen en de bijbehorende slogan ‘Hulp voor de zorghelden’.

Wie meer wilde weten over een bepaald product, werd in de offerte verwezen naar de website van de Hulptroepen. Van Lienden en Damme presenteerden zich in de offerte als bestuurders van de non-profitstichting.

De naam Relief Goods Alliance wordt in een van de offertes slechts in de kleine lettertjes op de laatste pagina genoemd. Volgens deze offerte is RGA ‘onze entiteit voor levering aan grote (zorg)instellingen en overheden’. Dat het hierbij om een commerciële onderneming gaat, zonder relatie met de stichting Hulptroepen Alliantie, staat er niet bij. In een andere offerte wordt de naam van RGA helemaal niet genoemd.

‘Je ziet het verschil gewoon niet,’ zegt facilitair manager Hans Schutte van Accolade Zorg, een christelijke zorginstelling met vestigingen in onder meer Amersfoort en Assen. Zijn instelling kocht afgelopen jaar voor 37.800 euro mondkapjes bij de Hulptroepen, die vervolgens door RGA werden gefactureerd. ‘Het lettertype van de offerte en de factuur zijn vrijwel dezelfde. Zo tuin je er wel in, ja.’

De facturen van RGA gingen behalve naar zorginstellingen ook naar commerciële afnemers. Zo ontving een groot Nederlands transportbedrijf van RGA een factuur van 3000 euro voor de aankoop van sneltesten.

Ook gereedschapsbedrijf Hoffmann Group uit Hengelo dacht antigeentesten bij de Hulptroepen in te kopen, maar ontving vervolgens een factuur van RGA. ‘Wij wisten niet dat het hier om een aparte entiteit ging,’ zegt inkoopmanager Marcel Schwarts van de Hoffmann Group. ‘Dat hebben ze nooit aan ons duidelijk gemaakt.’

Follow the Money heeft van vijf klanten facturen kunnen inzien. In alle gevallen verwezen het telefoonnummer en het e-mailadres op de factuur naar de stichting Hulptroepen.

Klanten kwamen per definitie binnen via de stichting Hulptroepen: producten rechtstreeks bestellen bij RGA was niet mogelijk. ‘Natuurlijk kon dat niet,’ zegt een voormalig medewerker. ‘Voor de buitenwereld “bestond” RGA niet. Ja, alleen voor de bank.’

Slechts een handvol medewerkers was ervan op de hoogte dat sommige facturen op naam van RGA werden gezet. ‘Dat het om een andere firma ging, is aan deze klanten nooit duidelijk gemaakt,’ zegt een direct betrokkene. ‘Hierover zijn mensen niet geïnformeerd.’

‘Voor de buitenwereld “bestond” RGA niet. Ja, alleen voor de bank’

Ook op de website van de Hulptroepen werd tot half mei van dit jaar geen enkele melding gedaan van het bestaan van het commerciële zusterbedrijf, naast de non-profitstichting. Voor klanten was het zo vrijwel onmogelijk om te weten dat ze met een commercieel bedrijf van doen zouden krijgen.

Pas na de eerste publicaties over het bestaan van Relief Goods Alliance, op 20 mei van dit jaar, voegden de ondernemers een alinea over RGA aan de website toe. ‘Daarnaast zijn Bernd Damme en Sywert van Lienden als bestuurders verbonden aan Relief Goods Alliance BV. Deze entiteit is in tegenstelling tot Hulptroepen commercieel van aard en is bedoeld om grootzakelijke aanvragen te verwerken [..].’Van de website van de Hulptroepen (sectie <a href="https://hulptroepen.nu/onze-missie/" target="_blank">‘Over ons’</a>)

Na vragen van Follow the Money voegden de ondernemers deze week op de Hulptroepen-site de mededeling toe dat RGA bv ‘organisatorisch, juridisch, financieel en bestuurlijk gescheiden [is] van de stichting. [RGA] is een reguliere onderneming.’

Veel oud-medewerkers van de Hulptroepen Alliantie generen zich nu voor deze gang van zaken. De meesten van hen wisten niet van het bestaan van de aparte bv, totdat de Volkskrant en Follow the Money in mei naar buiten brachten dat Van Lienden, Damme en Van Gestel via deze vennootschap multimiljonair waren geworden.

‘Sommigen van ons hebben toen gevraagd: wat is er nog meer via jullie bv gegaan? Daarop kwam het antwoord dat er ook op deze manier geld is verdiend,’ zegt een betrokkene.

‘Valse voorstelling van zaken’

Is het legaal om klanten op deze manier op het verkeerde been te zetten? ‘Ik zou zeggen dat ze minimaal misleid zijn,’ zegt fraude-expert bij Partner in Compliance en voormalig FIOD-rechercheur Peter van Leusden. ‘Of er ook sprake is van oplichting, vind ik lastiger te zeggen. Het zijn zeker listige kunstgrepen, de vraag is of ze zichzelf hiermee “wederrechtelijk bevoordeeld” hebben. Dan moeten klanten kunnen aantonen dat ze benadeeld werden. Die vraag lijkt me voer voor juristen.’ 

Advocaat Robert Hein Broekhuijsen, partner bij Ivy Advocaten en voormalig fraudeonderzoeker bij het Openbaar Ministerie, is stellig. ‘De offerte, de website én de factuur werden zo ingericht en verwoord dat de klant dacht zaken te doen met de stichting Hulptroepen. Alles was erop gericht de klanten dat te laten geloven. Ze kregen bewust een valse voorstelling van zaken voorgeschoteld.’

ROBERT HEIN BROEKHUIJSEN

"Wat mij betreft bestaat er meer dan voldoende grondslag voor een aangifte"











Broekhuijsen spreekt van ‘klassieke bedriegerij’. ‘Naar mijn mening zijn er meer dan voldoende aanwijzingen voor een ernstige verdenking dat Sywert van Lienden en zijn maten zich schuldig hebben gemaakt aan oplichting. Zij hebben met behulp van “listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels” – offerte, factuur, een website met valse informatie – klanten overgehaald om zaken met hen te doen. Terwijl de klanten, als ze de werkelijkheid hadden geweten, niet met hen in zee zouden zijn gegaan. Wat mij betreft bestaat er meer dan voldoende grondslag voor een aangifte.’

Klanten zouden volgens Broekhuijsen de door RGA behaalde winst kunnen terugeisen, of zelfs de aankoop nietig kunnen verklaren wegens bedrog of dwaling en onjuiste voorstelling van zaken.

Frits Schneider, partner bij advocatenkantoor AKD en gespecialiseerd in financieel-economisch strafrecht, deelt die mening. ‘Uit de uitingen van klanten lijkt te kunnen worden afgeleid dat zij niet tot betaling zouden zijn overgegaan, als ze hadden geweten dat er sprake was van een winstoogmerk. Kennelijk is hen een valse voorstelling van zaken gegeven.’

Dat in offertes alleen in de kleine lettertjes naar RGA werd verwezen, draagt volgens Schneider ‘niet aanstonds overtuigend bij’ aan de stelling dat klanten wisten dat ze in zee gingen met een commerciële vennootschap. ‘Het komt mij voor dat de geschetste feiten en omstandigheden in ieder geval een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit jegens Van Lienden en zijn compagnons oplevert.’

Voor zover bekend zijn er nog geen klanten die aangifte hebben gedaan.

REACTIES

Follow the Money heeft Sywert van Lienden en Bernd Damme een lijst met vragen voorgelegd, evenals een aantal geanonimiseerde voorbeelden van offertes en facturen. Ze wilden hierop niet inhoudelijk reageren.

Van Lienden liet per e-mail weten dat hij binnen Relief Goods Alliance ‘überhaupt niet betrokken [is] geweest’ bij andere overeenkomsten dan die met de overheid.

Bernd Damme liet per e-mail weten: ‘Wij reageren niet op anonieme beschuldigingen. Ons zijn geen klachten bekend van afnemers van Relief Goods Alliance. Als klanten ontevreden zijn, nodigen wij hen uit om contact op te nemen voor een passende oplossing. Daarnaast zullen wij intern onze werkprocessen evalueren, om te kijken of er zaken verbeterd moeten worden in de (klant)communicatie.’

Camille van Gestel liet per sms weten dat hij ‘al een tijd niet meer betrokken’ is bij Relief Goods Alliance en daarom geen antwoord kon geven op vragen.


vrijdag 9 juli 2021

Nederland geeft zware misdaad te veel ruimte – toont aanslag op Peter R. de Vries

 

Nederland geeft zware misdaad te veel ruimte – toont aanslag op Peter R. de Vries

Aanpak drugscriminaliteit De brutale aanslag op Peter R. de Vries laat zien dat de misdaadbestrijding na de moord op advocaat Derk Wiersum onvoldoende is aangescherpt.

Bloemen voor het kantoor van de in 2019 vermoorde advocaat Derk Wiersum.Foto’s ANP

Vijf kogels, afgevuurd op Peter R. de Vries in het centrum van Amsterdam, hebben het debat over misdaadbestrijding in Nederland deze week op zijn kop gezet. De reactie op de aanslag op dé misdaadverslaggever van Nederland, die zwaargewond in het ziekenhuis ligt, doet denken aan die op de moord op advocaat Derk Wiersum voor zijn woning in Amstelveen in september 2019. Wederom schudt de rechtsstaat op zijn grondvesten door de aanslag op een icoon van onverzettelijkheid. Misdaadjournalist John van den Heuvel typeerde De Vries in zijn wekelijkse column voor De Telegraaf als de „spreekwoordelijke dwarsligger die het spoor recht houdt”.

Het gevoel van urgentie dat opkwam na de moord op Wiersum, is weer afgenomen toen nieuwe crises zich aandienden, constateert hoogleraar criminologie Hans Nelen in een recente evaluatie, met collega’s van de Universiteit Maastricht en de Erasmus Universiteit, van de aanpak van ‘ondermijnende criminaliteit’, zoals de strijd tegen georganiseerde internationale drugshandel eufemistisch wordt genoemd. „Het staat minder hoog op de beleidsagenda”, aldus Nelen. „Los van de pandemie en economisch herstel heeft misdaadbestrijding het afgelegd tegen andere grote beleidsthema’s zoals zorg, klimaat en onderwijs.”

Met de aanslag op Peter R. de Vries is dat gevoel van urgentie weer terug.

De werkwijze van de twee aangehouden daders, die vrijdag zijn voorgeleid aan de rechter, doet vermoeden dat hun opdrachtgevers uit het criminele milieu komen. De aanslag is niets meer of minder dan grof en rauw machtsvertoon, denken mensen die het criminele milieu goed kennen: een intimiderend signaal uit de onderwereld om te laten zien dat niemand onkwetsbaar is.

Na de broer (2018) en advocaat (2019) van Nabil B. is opnieuw iemand slachtoffer die gelieerd is aan de kroongetuige in het Marengo-liquidatieproces. Peter R. de Vries is sinds het voorjaar van 2020 Nabils vertrouwenspersoon. Hoe heeft het een derde keer kunnen gebeuren, ondanks dat minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) na de moord op Wiersum een „breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit” heeft gelanceerd? En wat zegt het over de macht van de onderwereld en de strijd tegen de georganiseerde misdaad?

Ad-hoc beleid

Het zijn vragen als deze die emeritus hoogleraar criminologie Cyrille Fijnaut al enkele decennia bezighouden. Hij bracht bijvoorbeeld in de jaren negentig voor de commissie-Van Traa (die de zogeheten IRT-affaire onderzocht) de ernst en omvang van de georganiseerde misdaad in Nederland in kaart en stond aan de basis van een nieuw stelsel van persoonsbeveiliging na de moord op politicus Pim Fortuyn in 2002.

„Ten opzichte van 25 jaar geleden is de zware misdaad omvangrijker, georganiseerder, gewelddadiger, winstgevender, corrupter, meer ingebed en grensoverschrijdender geworden”, ziet Fijnaut, die werkt aan een boek hierover. „Maar het ontbreekt eigenlijk al jaren aan een samenhangend beleidsplan voor de aanpak van wat onderhand een giga-maatschappelijk probleem is dat het land op stelten zet.”

‘Nederland distributieland’ is ook in de onderwereld een begrip

Fijnaut ziet sinds de moord op Wiersum allerlei grote en kleine maatregelen die via een stroom onnavolgbare persberichten en brieven aan de Tweede Kamer worden aangekondigd. „Het is ad hoc-beleid. Dan weer zeven miljoen voor corruptie in de haven, dan weer een extra bevoegdheid daar.”

Illustratief is volgens hem de oprichting van een nieuwe politie-eenheid – het Multidisciplinair Interventieteam (MIT) – die parallel aan de Nationale Politie gaat opereren. Dit is de kurk waar het na de moord op Wiersum gelanceerde kabinetsoffensief op drijft. Vierhonderd mensen van politie, OM, FIOD, douane, Belastingdienst en marechaussee gaan er samenwerken om de misdaad „een flinke slag toe te kunnen brengen”.

Binnen de Nationale Politie leidde dit team al tot een intern conflict, onder meer omdat het roofbouw zou plegen op de landelijke recherche. Ook Fijnaut is, mede op basis van kennis over politiesystemen in het buitenland, fel tegenstander. Een apart team naast de landelijke recherche leidt volgens hem tot allerlei vormen van contraproductieve concurrentiestrijd om bevoegdheden, taken, mensen en middelen. „Met zware criminelen als lachende derden.”

Leidinggevenden van het MIT – dat in 2023 op volle sterkte moet zijn – benadrukken dat het zich zal richten op „structuren” en niet zozeer op „de kerels en kilo’s”. Fijnaut zegt zelden zulke naïeve uitspraken te hebben gehoord. „Het gaat juist wel om de kerels”, zegt hij. „De punt van de lans is je strafrechtelijk optreden, grootschalig en langdurig gericht op sleutelspelers in criminele milieu.” Dat heeft de jarenlange strijd tegen de Italiaanse cosa nostra en ’ndrangheta aangetoond.

Nederland distributieland

De zware criminaliteit hangt in sterke mate samen met de enorme Nederlandse drugseconomie. Naast een omvangrijke wietteelt-industrie, geldt Nederland sinds de jaren negentig als een van de grootste producenten van xtc, wereldwijd. De laatste jaren is een sterke toename zichtbaar van de productie van het zwaar verslavende crystal meth, een andere synthetische drug. Nederlandse producenten lijken daarbij in Nederland samen te werken met Mexicaanse bendes.

De drugsvangsten in de Rotterdamse haven breken jaarlijks records. Vorig jaar werd er 40.900 kilo cocaïne in beslag genomen: op straat goed voor vele miljarden. Nederland heeft zich ontpopt als draaischijf voor de Europese drugshandel. Zo werd in februari in Antwerpen en Hamburg 23.000 kilo cocaïne aangetroffen – een Europees record – met dezelfde Nederlandse bestemming. Cocaïne – via de havens van Rotterdam, Antwerpen en Hamburg in zeecontainers binnengesmokkeld – wordt via Nederland doorverkocht aan criminele bendes die zorgen voor de distributie naar de rest van Europa. ‘Nederland distributieland’ is ook in de onderwereld een begrip.

Mede dankzij het zeer succesvolle Team High Tech Crime van de Landelijke Eenheid, dat meerdere versleutelde criminele communicatiediensten hackte, heeft justitie de afgelopen jaren talloze grote spelers in de cocaïnehandel gearresteerd. Door heel het land lopen megaprocessen tegen vermeende criminele kopstukken, zoals Roger P. en Piet S. Deze arrestaties en de recordvangsten in de haven ten spijt lijkt het drugsaanbod onaangetast. De straatprijs van cocaïne is al sinds 2008 stabiel, blijkt uit de drugsmonitor van het Trimbos Instituut. En slechtere waar verkopen criminelen ook niet; met een gemiddelde zuiverheidsgraad van 68,9 procent was de op straat verkochte cocaïne „nog nooit” zo zuiver.

Ondertussen laten de gevolgen van de zware (drugs)criminaliteit zich al lang niet meer alleen in de onderwereld voelen. Lang waren het de liquidaties van criminelen onderling – zoals in 2003 op klaarlichte dag op de Dam – die de samenleving opschrikten. Inmiddels staat de term ‘vergismoord’ in de Van Dale, zijn een onschuldige broer en advocaat van een kroongetuige geliquideerd, worden burgemeesters, officieren van justitie en journalisten met de dood bedreigd en blijkt de Rotterdamse haven gecorrumpeerd.

Burgemeesters

Desondanks ziet Fijnaut ook zaken goed gaan in Nederland. Een voorbeeld is de aanpak van motorbendes als de Hells Angels en Satudarah. Na het opstellen van een doorwrocht plan in 2014 zijn motorbendes zowel via het strafrecht, bestuursrecht, civiel recht als via de belastingdienst aangepakt en zijn ze verboden. „Dat is een voorbeeld van hoe het moet. Op andere terreinen gebeurt het niet stelselmatig genoeg.”

Fijnaut hoopt dat de aanslag op De Vries het inzicht doet doorbreken dat een structurele aanpak en planmatig optreden niet meer kunnen wachten. Dan bedoelt hij: omschrijving van de problemen, het formuleren van maatregelen, duidelijke verantwoordelijken voor de uitvoering aanwijzen, voldoende financiële middelen vrijmaken en het met regelmaat evalueren en bijsturen van het plan op basis van nieuwe gebeurtenissen. „We hobbelen nu van incident naar incident. Je moet initiatief terug zien te krijgen.”

Een grote en groeiende groep van inmiddels meer dan twintig burgemeesters denkt dat dat kan door een radicale verandering van het drugsbeleid. Een eerste stap voor een structurele aanpak van het verdienmodel van drugscriminelen is de legalisering en regulering van cannabisteelt, verkoop en gebruik. Dit moet samen gaan met een versterking van politie, justitie en rechterlijke macht. Via preventie moet de weerbaarheid van burgers in kwetsbare wijken worden versterkt en de criminele carrière van jonge mannen in de knop worden gebroken.

Voor burgemeesters, die een sleutelrol vervullen in de aanpak van ondermijning, zijn de schoten die Peter R. de Vries hebben geveld een allerlaatste waarschuwing: verander het drugsbeleid voor het echt te laat is.

https://www.nrc.nl/nieuws/2021/07/09/nederland-geeft-zware-misdaad-te-veel-ruimte-toont-aanslag-op-peter-r-de-vries-a4050496


donderdag 8 juli 2021

Conservative justices make it clear: they won’t stop anti-democratic voting laws

 


Conservative justices make it clear: they won’t stop anti-democratic voting laws

The court’s majority opinion unequivocally narrows the law and gives politicians ammunition to pass more restrictive voting laws

The ruling is the latest in a string of cases from the supreme court in which justices have made it clear that they will not stop anti-democratic voting laws.
The ruling is the latest in a string of cases from the supreme court in which justices have made it clear that they will not stop anti-democratic voting laws. Photograph: Andrew Kelly/Reuters

In a hugely consequential ruling last week, the US supreme court upheld two Arizona voting restrictions and, in the process, significantly curtailed one of the most powerful provisions that remain of the Voting Rights Act.

No one was particularly surprised the Arizona measures were upheld – the Biden justice department filed a letter with the supreme court saying it did not object to them. But when I spoke with voting rights lawyers earlier this year, they were cautiously hopeful the justices might find some way to preserve the measures without dealing too much of a blow to the Voting Rights Act. That didn’t happen – the court’s majority opinion, authored by Samuel Alito, unequivocally narrows the law and gives lawmakers powerful ammunition to pass more restrictive voting laws.

It is the latest in a string of cases from the supreme court in which justices have made it clear that they will not stop anti-democratic voting laws. In 2013, the court dealt a huge blow to the Voting Rights Act, gutting a provision that required places with a history of voting discrimination to get election laws pre-approved by the federal government. In recent years, the court has approved of excessive partisan gerrymandering and aggressive voter purging, and repeatedly declined to step in last year to expand voting access as states grappled with elections during the pandemic.

The Arizona case deals specifically with section 2 of the Voting Rights Act, which prohibits any voting rule that denies equal access to the ballot box based on race. It is a provision that civil rights lawyers have long used to challenge the boundaries of voting districts, but they have also turned to it more recently to challenge discriminatory voting practices and policies, such as overly-restrictive voter ID requirements and cuts to early voting.

But the ruling in the Arizona case said section 2 could only be used in a much narrower set of circumstances. Alito laid five factors for courts to consider when evaluating challenges to voting laws, including whether a restriction goes beyond the “usual burdens” of voting, and whether the disparate impact on minority voters is small or large. He also said that judges should consider the motivation behind a voting law change, and that “one strong and entirely legitimate state interest is the prevention of fraud.”

If section 2 were to be read broadly, Alito argues, it would lead to chaos in elections, with civil rights groups able to challenge even the most innocuous election rules.

The problem is that there’s no evidence for this. Section 2 cases are extremely complicated, expensive and time-consuming to bring. Winning them is rare. Since 2013, there have been just 61 section 2 cases filed, 23 of which had been successful as of 2018, according to one amicus brief filed at the supreme court.

As a result of last week’s ruling, it will now be virtually impossible to challenge a voting law that is not explicitly racist. All the factors in Alito’s test are “tools to be utilized to throw voters out of court,” David Gans, director of the human rights, civil rights & citizenship program at the Constitutional Accountability Center, wrote in a post on Scotus Blog.

Justice Elena Kagan, writing in dissent for the court’s three liberal justices, is unsparing in her criticism of the majority opinion. She accuses Alito and her five other colleagues of writing in a “mostly law-free zone”. The five factors Alito lays out, Kagan says, are “mostly made up”.

More fundamentally, Kagan writes, the court’s majority turns a blind eye to how voting discrimination actually works. One of the most powerful voter suppression strategies is to pile small inconveniences on top of one another to the point where it makes it nearly impossible to vote.

“In countenancing such an election system, the majority departs from Congress’s vision, set down in text, of ensuring equal voting opportunity. It chooses equality-lite,” she writes. “Efforts to suppress the minority vote continue. No one would know this from reading the majority opinion.”

Also worth watching…