woensdag 26 april 2023

‘Desinformatie’ over vaccins bestrijden. Wat deden ambtenaren achter de schermen?

 


‘Desinformatie’ over vaccins bestrijden. Wat deden ambtenaren achter de schermen?

Onderzoek Desinformatie werd tijdens de pandemie actief bestreden door leden van een denktank – op initiatief van het ministerie van VWS. Berichten op sociale media verdwenen.

Het is woensdag 17 februari 2021, bijna een jaar na de eerste coronabesmetting in Nederland. De vaccinaties tegen het coronavirus zijn inmiddels op gang gekomen en de Tweede Kamer buigt zich over verlenging van de avondklok. Een ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid stuurt een mail aan een Nederlandse vertegenwoordiger van Facebook en aan een ambtenaar van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De ambtenaar heeft een bericht gelezen van een huisarts over corona op Twitter. „Zou jij dit aan Twitter kunnen doorsturen?”, mailt de ambtenaar. „Misschien kunnen ze deze man blokkeren?” En, wil hij weten: „Nemen jullie vanuit de IGJ contact met zo iemand op?”

De volgende dag mailt de IGJ terug: „Ik word erop gewezen dat vragen aan Twitter het account te blokkeren als een vorm van censuur kan worden uitgelegd. [...] Wellicht dat een denktank-deelnemer dit beter onder de aandacht kan brengen?”

Wie de huisarts is en waarom deze huisarts op Twitter geblokkeerd zou moeten worden, blijft onduidelijk. Deze en andere vertrouwelijke mails zijn in december 2022 openbaar gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid na Kamervragen over de werkwijze van de ‘denktank desinformatie’. Deze club van zo’n 35 ambtenaren, communicatie-experts en zorgverleners speurt sinds april 2019 - nog voor de coronapandemie - op initiatief van het ministerie van VWS naar ‘spookverhalen’ over vaccineren. Ook Nederlandse vertegenwoordigers van grote online platforms als Facebook, Google, Instagram en YouTube zijn lid van deze denktank.

Grotendeels geheim

Wat de denktank binnenskamers bespreekt, blijft grotendeels geheim. Wel is duidelijk dat het gaat om berichten die in de ogen van de leden „schade aan het openbare domein” kunnen veroorzaken, blijkt uit de openbaar gemaakte stukken. De leden volgen discussies op social media, weerspreken „onjuiste informatie” en kunnen elkaars hulp inroepen bij „ontplofte discussies” of bij het reageren op „antivaxers”.

Spandoeken om de medewerkers van het OLVG locatie Oost een hart onder de riem te steken in 2020. 
Foto Olivier Middendorp

Bij desinformatie is er volgens de overheid sprake van misleidende informatie, vaak met een kwade bedoeling, om „schade” toe te brengen aan de „samenleving, democratie of volksgezondheid”. Het verschil met misinformatie (informatie die niet klopt) zit in de intentie van de boodschapper, bij desinformatie is sprake van opzet. Juridisch gezien is desinformatie een relatief nieuw begrip, legt desinformatie-onderzoeker Michael Klos uit. Onjuiste informatie verspreiden is niet per definitie strafbaar, zegt de jurist en bestuurskundige. Online platforms als Meta (moederbedrijf van Facebook en Instagram), LinkedIn en Twitter hanteren een eigen beleid om desinformatie en misinformatie te weren van hun platforms.

Sinds de discussies over nepnieuws, trollen en de Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen, wordt ook in Nederland door verschillende ministeries nagedacht over de beste manier om desinformatie te bestrijden in het publieke online debat. Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is de verspreiding van desinformatie een „reële dreiging” die zich vooral online manifesteert.

Signalen doorzetten

Wie de leden van de denktank desinformatie zijn, is geen openbare informatie. Wel heeft staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS, ChristenUnie) in augustus aan de Kamer bekendgemaakt dat de leden binnen en buiten de overheid in de denktank samenwerken. Het ministerie van VWS is initiator en deelnemer van de denktank en kan „signalen” doorzetten naar de andere leden. Het RIVM, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en Nederlandse vertegenwoordigers van Facebook (inmiddels Meta), YouTube, Instagram, Google zijn lid van de denktank. Ook een „blogger” en een „columnist” hebben op enig moment deel uitgemaakt van de denktank. Uitwisselen van signalen gebeurt in vertrouwen en op vrijwillige basis, schrijft de staatssecretaris.

De leden van de denktank bespreken onderling signalen, bijvoorbeeld een uitlating van een arts met „een uitgesproken mening” over Covid-19-vaccinatie. Per signaal, bijvoorbeeld een bericht op sociale media, bespreken de leden of en wat voor reactie „passend” is. Een actie kan bestaan uit het aanspreken van een zorgverlener door de IGJ of leden als Twitter en Facebook ondernemen actie door te reageren op online berichten. „Indien nodig wordt misinformatie minder prominent geplaatst en desinformatie geblokkeerd”, schreef toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Paul Blokhuis (CU) in een Kamerbrief van 28 januari 2021.

Per signaal, bijvoorbeeld een bericht op sociale media, bespreken de leden of en wat voor reactie „passend” is

NRC onderzocht de achtergrond en werkwijze van de denktank die aanvankelijk ad hoc samenkomt en „mild” reageert, maar tijdens de pandemie de grenzen van de vrije meningsuiting opzoekt. Ambtenaren en commerciële online media platforms als Facebook en Google bepalen gezamenlijk wat signalen van desinformatie zijn.

Het roept de vraag op hoe deze denktank opereert, waarin de overheid achter de schermen samenwerkt met private bedrijven als Facebook en Google. Wie bepaalt, op basis van welke informatie, wat desinformatie is? En blijft er ruimte over voor kritische vragen in het publieke debat?

Zorgen over vaccin

Huisarts Henk de Vos uit Zuid-Beijerland zit in de zomer van 2021 met een dilemma. Het is 29 juni 2021 en de Gezondheidsraad maakt die dag het Covid-19-vaccin van Pfizer beschikbaar voor jongeren tussen de 12 en 17 jaar. De Vos maakt zich zorgen. Er zijn nog geen langetermijngegevens over het nieuwe vaccin. Hij stuurt de ouders van de kinderen uit zijn praktijk hierover een mail en sluit af met: „De uiteindelijke beslissing is aan u.” De meeste ouders reageren positief op zijn mail, een enkeling gaat de discussie met hem aan. Van collega’s hoort de Zuid-Beijerlandse huisarts niets. „Ik stond hier wel zo’n beetje alleen in”, blikt hij terug.

Anderhalve maand later, op 19 augustus, ontvangt De Vos een brief van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Een collega heeft hem aangemeld als mogelijke verspreider van „desinformatie”, zo blijkt. Daarom doet de toezichthouder onderzoek naar de huisarts. Zijn mail kan leiden tot „risicovolle verwarring” en bij patiënten „het vertrouwen in de geneeskundige zorg” schaden, schrijft de toezichthouder.

Een priklocatie in Veghel. De denktank desinformatie was in het bijzonder gericht op berichten over vaccinaties. 
Foto Olivier Middendorp

Hoe komen jullie hierbij, wil De Vos van de Inspectie weten. De informatie van de huisarts is „niet volledig”, antwoordt de Inspectie. Na een korte briefwisseling hoort de Vos niets meer van de Inspectie.

Wat de Vos niet weet, is dat de inhoud van zijn mail onderwerp van gesprek is in de denktank desinformatie, zo blijkt uit vertrouwelijke documenten die openbaar zijn gemaakt.

375 meldingen

De Inspectie (IGJ) laat weten dat er vanaf maart 2020 zo’n 375 meldingen en signalen zijn binnengekomen „over zorgverleners die zich niet aan de voorschriften van de eigen beroepsgroep over het geven van juiste informatie over corona zouden houden”.

Onjuiste uitspraken kunnen leiden tot „risicovolle verwarring” voor de patiënt, schrijft zorgminister Ernst Kuipers (D66) vorig jaar aan de Kamer. De inspectie is er met het versturen van zo’n brief als aan huisarts De Vos op gericht deze uitingen te „stoppen”. Ook als niet meteen duidelijk is of de zorgverlener in strijd handelt met de richtlijnen van de beroepsgroep.

Het roept de vraag op in hoeverre een arts mag afwijken van deze richtlijnen. Daarover verschillen de meningen. Volgens hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen moeten artsen zich houden aan normen en richtlijnen van hun beroepsgroep. Zo niet, dan mag de Inspectie ingrijpen, zegt hij.

De wetenschappelijke beroepsvereniging voor huisartsen (NHG) laat weten dat „beargumenteerd afwijken” van de richtlijn mogelijk moet blijven. „Een weerwoord is belangrijk voor een wetenschappelijke vereniging”, aldus de NHG.

Huisarts De Vos kan anderhalf jaar later nog steeds niet begrijpen waarom er nooit een inhoudelijk gesprek op gang is gekomen met de Inspectie. De Vos: „Ik voelde me boos toen ik die brieven van de inspectie kreeg en begon aan mezelf te twijfelen. Had ik iets verkeerds gedaan?”

Sleutelrol

Desinformatie ondermijnt het vertrouwen in vaccinaties. Dat is schadelijk voor de volksgezondheid, schrijft staatssecretaris van Volksgezondheid Van Ooijen aan de Kamer.

Dat inzicht is niet nieuw. Als de vaccinatiegraad in 2017 daalt, ontstaat er behoefte aan een plan. Het is november 2018 als toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Paul Blokhuis de strijd aanbindt. Zijn actieplan heet ‘Verder met vaccineren’.

De vaccinatiegraad is volgens een RIVM-rapport uit 2017 voor het derde achtereenvolgende jaar gedaald. Vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma speelt een sleutelrol bij de bereidheid om te vaccineren, schrijft Blokhuis. Een recente mazelenuitbraak in een aantal Europese lidstaten onderstreept de noodzaak.

De staatssecretaris schakelt hiervoor een ‘vaccinatie-alliantie’ in, een besloten genootschap van zo’n honderd deskundigen dat onder zijn departement valt. De alliantie krijgt de opdracht om een denktank te vormen, die ‘spookverhalen’ over vaccinaties moet weerspreken en voorkomen dat deze een podium krijgen. Een „snelle respons” op sociale media en „correctie van onjuiste kennis” in de media is heel belangrijk. Het ministerie van Volksgezondheid zit de bijeenkomsten voor, plant de bijeenkomsten en mailt de denktank-leden over signalen.

In het verslag van de eerste bijeenkomst, in april 2019, vraagt een ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid aan de leden van de denktank. „Kunnen we voor het vervolg een beroep op jullie doen?”

Wat doen online platforms zelf al om misinformatie tegen te gaan? „Online welzijn” is het onderwerp van een gesprek tussen Blokhuis en Nederlandse vertegenwoordigers van Facebook en Google. „Wat kan er nog meer gedaan worden”, schrijven de ambtenaren van Volksgezondheid bij de agendapunten voor deze bijeenkomst. „Is het bijvoorbeeld mogelijk om niet alleen onjuiste informatie minder zichtbaar te maken, maar ook om de juiste informatie beter zichtbaar te maken? Hoe ver willen ze gaan?”

Naar aanleiding van het gesprek over online welzijn mailt een vertegenwoordiger van Facebook het ministerie van Volksgezondheid met een aanbod. Facebook kan berichten „voeden” in „het systeem” waardoor schadelijk geachte berichten lager in tijdlijnen terechtkomen. Op deze manier „kunnen we het check-mechanisme een beetje helpen”. De medewerker van Facebook mailt het ministerie:

„Wat ik dus mag bieden is dat ‘jullie’ mij max vijf berichten per notoire pagina of groep aandragen. Die kan ik dan in het systeem voeden met waarschijnlijk zeer snel resultaat.”

En in een ander document over acties van de denktank staat:

Facebook voert uit, suggesties voor nieuwe hoaxes kunnen bij VWS gemeld worden.

De denktank flirt ook met het idee om de pers te beïnvloeden, bijvoorbeeld door te bellen met redacties als er „onjuiste informatie over vaccinatie in artikelen staat”. Er wordt ook geprobeerd een symposium – eventueel samen met de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) – te organiseren over vaccinaties „en verantwoordelijkheid van journalisten daarbij.” Zover is het „gelukkig” nooit gekomen, laat de secretaris van de NVJ weten.

De denktank spreekt onderling over online signalen die de vaccinatiegraad onder druk kunnen zetten. Zoals een marketingstunt van „Miss Natural Lifestyle”. In januari 2020 wil deze „natuurlijke levensstijl” groep een blender uitdelen aan zwangeren die vaccinatie voor kinkhoest weigeren. De casus wordt in de denktank besproken en de Inspectie (IGJ) vraagt de beheerder van die groep om deze oproep aan te passen.

Wantrouwen tegen vaccins en de overheid werd tijdens de pandemie regelmatig gemanifesteerd tijdens demonstraties, zoals hier in Den Haag. 
Foto Joris van Gennip

Ook bespreekt de denktank hoe ze „niet eenduidige” doelgroepen zoals jongeren kunnen bereiken, bijvoorbeeld via nieuwsmedia als Vice en FunX. Het is belangrijk om niet te „pusherig doen, dat werkt averechts”. Want mensen gaan door „wantrouwen” in de overheid sneller twijfelen en kunnen dan „negatief” gaan denken over vaccineren.

De inspanningen van de denktank slaan aan. Begin 2020 constateert staatssecretaris Blokhuis: „Er is flink ingezet op voorlichting en communicatie, inhaalcampagnes, en het tegengaan van desinformatie. En met resultaat: we zien een lichte stijging van de vaccinatiegraad.”

Wat niemand dan nog weet, is dat er een coronavirus rondwaart, ook in Nederland. Het nog onbekende virus zal vaccineren in een ander daglicht zetten.

Op 6 maart 2020 overlijdt de eerste coronapatiënt in Nederland en later die maand verklaart de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) Covid-19 tot een wereldwijde pandemie. Sluiting van horeca en scholen volgen. Vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals de 1,5 meter afstand en zoveel mogelijk thuisblijven. In afwachting van een werkzaam vaccin schakelt het ministerie van Volksgezondheid de denktank in.

Een ambtenaar mailt de leden:

„Hebben jullie gereageerd op berichten rondom Corona door 5G, corona vaccins, medicatie, remedies of op berichten dat de corona uitbraak en alle maatregelen zwaar overdreven zijn?”

In hoeverre is het ministerie sturend in de denktank die het zelf heeft opgericht en waar het zelf aan deelneemt? Tegenover de Tweede Kamer benadrukt de staatssecretaris keer op keer dat de leden op persoonlijke titel reageren. Tegelijkertijd vragen ambtenaren aan de leden van de denktank om te reageren op berichten met desinformatie of misinformatie in de (sociale) media.

Wat betreft de wijze van reageren op desinformatie mailt een ambtenaar dat de leden meer „sturing” kunnen geven. De reactie op desinformatie vindt de ambtenaar in de denktank „beperkt”. Het ministerie denkt ook na over de samenstelling van de denktank. Als het adresboekje van de denktank wordt geüpdatet, mailt de ambtenaar van Volksgezondheid:

„Eventueel aanvullen met proactieve blogger of een vertegenwoordiger geschreven pers (journalist, columnist?) Twitter contact ook vragen. Actie voor mij”.

Het ministerie van Volksgezondheid houdt ook bij welke signalen onderling worden gedeeld. En ook de toon van het debat is een punt van zorg, blijkt uit de stukken:

„Het is de laatste tijd stil in de denktank. Er worden vrijwel geen signalen meer gedeeld. Vanuit VWS zien we een toename, is de stroom desinformatie nog te overzien?” En: „De toon verandert, de desinformatie wordt steeds agressiever.

Een demonstratie begin 2021 tegen de coronamaatregelen op het Museumplein in Amsterdam. 
Foto Olivier Middendorp

Een Nederlandse vertegenwoordiger van Facebook, lid van de denktank, mailt het ministerie van Volksgezondheid dat het platform „verantwoordelijkheid” wil nemen om „Covid-19 misinformatie tegen te gaan”. De vertegenwoordiger van Facebook mailt eerder aan een ambtenaar van Volksgezondheid: „Wellicht goed om de komende weken even bij te praten over de efforts van Facebook op dit onderwerp met jou en de relevante collega’s? Daarnaast ben ik benieuwd naar jullie zorgen en concrete ambities.

Wanneer een „nepbericht” van de website van de TOS (Turkse Omroep) rondgaat dat er „iets” aan het vaccin zou zijn toegevoegd waarna consultatiebureaus de vaccins massaal zouden hebben teruggeroepen, mailt een ambtenaar van Volksgezondheid de denktank:

„Wij ontvingen onderstaand bericht. Kunnen jullie erop reageren als je daartoe in de gelegenheid bent? Veel dank.”

Facebook antwoordt nog geen uur later.

„Mocht iemand verschijnen hiervan op FB zien, dan hoor ik het graag. Dat kan ik hier actief naar laten kijken en zorgen dat er eventueel downranking [het lager plaatsen van een bericht, red.] effectief wordt toegepast.”

Als Kamerleden in augustus vorig jaar vragen of er namen of accounts gedeeld worden van mensen die desinformatie zouden verspreiden, antwoordt de staatssecretaris dat „het kan voorkomen dat er namen of accounts gedeeld worden.”

Eind 2020 – als het landelijk vaccineren tegen covid op punt van beginnen staat - ziet de denktank dat er veel vragen over vaccinatie komen. Maar „veel vragen zijn nog niet te beantwoorden”, staat in een verslag uit deze periode. Wat is het „juiste” antwoord? Duiden of iets misinformatie of desinformatie is, is soms „lastig”. Het RIVM en VWS gaan werken aan een plan van aanpak. Bijvoorbeeld antwoorden op één plek verzamelen ten behoeve van „uniforme beantwoording” in een „eenvoudige taal”. En wederom concludeert het ministerie dat vertrouwen in de overheid en vertrouwen in het vaccin hand in hand gaan.

Voormalig huisarts en TV-dokter Ted van Essen laat desgevraagd weten betrokken te zijn bij de denktank. Op de vraag of er grijze gebieden zijn wat „juiste” en wat desinformatie is, zegt Van Essen: „wij volgden als denktank de wetenschap. „Als je dat niet doet, dan ben je van God los.”

Door de snelheid van wetenschappelijke ontwikkelingen zijn berichten niet altijd makkelijk en snel te beoordelen door online platforms, legt desinformatie-onderzoeker Klos uit. Bijvoorbeeld over de oorsprong van het coronavirus. Aanvankelijk werden berichten dat het virus ‘ontsnapt’ is uit een lab in de Chinese stad Wuhan als „hoax” gelabeld en verwijderd door online platforms. Toen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in januari 2021 ter plekke onderzoek ging doen, werden dergelijke berichten weer (tijdelijk) toegelaten, vertelt Klos.

Blokkeren

De focus op zorgwerkers is een aparte „actielijn” binnen de denktank . Er zitten ook zorgverleners in de denktank. Zij spreken elkaar aan „op het belang van vaccineren” en op „artikelen met onjuiste informatie”.

Tijdens een werksessie onder leiding van de NCTV wordt de vrijheid van meningsuiting besproken. Er bestaat een „spanningsveld” tussen deze vrijheid en het adresseren van desinformatie, staat in het verslag.

Het ministerie van Volksgezondheid doet suggesties voor de agenda. Een ambtenaar stelt voor om de „invloed van desinformatie op de vaccinatiegraad” te bespreken „of waar ligt de grens voor vrije meningsuiting?”

In coronatijd schakelde het ministerie van Volksgezondheid de al bestaande denktank desinformatie in. 
Foto Olivier Middendorp

Wanneer mag een bericht op sociale media geblokkeerd worden? Hier praat de denktank ook over. „Als iets schade zou kunnen berokkenen aan de volksgezondheid dan halen we het hele bericht weg van het platform.” En: „blokkeren is heftig, maar alleen verbergen kan echt prima.” Wie dat zegt, is onbekend, de naam is in het verslag weggelakt.

In mei 2021 signaleert een ambtenaar dat de toon in het debat over desinformatie verandert. Deze ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid stelt voor om: „sterker en serieuzer in te zetten op de bestrijding van desinformatie en anti vax berichten voordat het echt de vaccinatiegraad (voor COVID) gaat beïnvloeden.”

Desinformatie is alleen maar toegenomen sinds de start van de denktank, staat in een van de laatste openbaar gemaakte e-mails. En de actieve deelnemers in de denktank zijn vooral ambtenaren, schrijven ambtenaren zelf.

Er wordt een vraag gesteld:

„Als we de denktank willen laten voortbestaan (…) hoe krijgen we mensen meer in beweging?”

Naar aanleiding van Kamervragen over de denktank schrijft staatssecretaris Van Ooijen in februari dit jaar dat er „de afgelopen periode geringe activiteit” van de denktank desinformatie is geweest. De denktank zal „op korte termijn” bijeenkomen. „Deze bijeenkomst zal in het teken staan van de toekomstige invulling en rol van de denktank”.

Hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen ziet weinig toekomst voor deze denktank: „Berichten verwijderen van LinkedIn en Twitter? Dat lijkt me juridisch en ethisch niet wenselijk. De grens ligt wat mij betreft bij strafbare feiten. Deze denktank verbaast me zeer. In wat voor samenleving leven we als individuele artsen hun meningen niet meer mogen ventileren en wij deze meningen niet meer mogen horen? De overheid moet ver blijven van het begrip desinformatie, daarmee speel je op de man en niet op de bal. Bovendien is het werk van de denktank niet controleerbaar. Een transparante overheid moet dit soort schimmige begrippen als desinformatie niet gebruiken.”

maandag 24 april 2023

Bestseller ‘De stikstoffuik’ is een warwinkel aan missers en komt niet met oplossingen

 



Bestseller ‘De stikstoffuik’ is een warwinkel aan missers en komt niet met oplossingen


In ‘De stikstoffuik’ claimt auteur Arnout Jaspers dat hij op ‘gedetailleerde en genadeloze’ wijze laat zien dat de stikstofcrisis is gebaseerd op ‘onwetendheid, misbruik van wetenschap en schimmige deals in achterkamertjes’. Zijn boek kreeg in korte tijd veel aandacht én kritiek. Minder belicht is Jaspers’ aanval op de rechtsstaat en de wetenschap.

DIT STUK IN 1 MINUUT
  • Het boek De stikstoffuik van Arnout Jaspers stoomde na de publicatie begin maart direct op naar de eerste plaats van De Bestseller 60. Er zijn ten minste 25.000 exemplaren van verkocht. Het maakt de tongen los, maar helpt het de discussie ook verder? 
  • Jaspers haalt veel overhoop. Natura 2000-gebieden zouden zijn aangewezen na achterkamertjes-politiek. Staatsbosbeheer en Natuur-monumenten zouden naar eigen goeddunken te werk gaan. 
  • De ecologen die aan de basis staan van de modellen waarmee de schadelijkheid van stikstof wordt bepaald – de kritische depositiewaarden (KDW) – zouden onwetenschappelijk te werk zijn gegaan. En Johan Vollenbroek van Mobilisation for the Environment, de organisatie die via de rechter bedrijven dwingt milieurichtlijnen na te leven, zou vooral een zakkenvuller zijn.
  • Wat is waar? Die vraag is relevant. De stikstofimpasse is een bron van verdeeldheid. De meeste Nederlanders staan achter het stikstofbeleid van het kabinet, bleek dit weekend uit een artikel in Trouw naar aanleiding van een enquête door I&O Research. Maar aan de precieze uitwerking, wordt steeds meer getwijfeld. En de gemoederen lopen hoog op, zeker sinds de verkiezingsoverwinning van de BoerBurgerBeweging en het verschijnen van De stikstoffuik. Kan een beetje stikstof geen kwaad, zoals Jaspers meent?
  • Staatsbosbeheer en de Vereniging Natuurmonumenten zijn het grondig oneens met zijn kritiek op het stikstofbeleid en verweren zich tegen Jaspers' beschuldigingen aan hun adres.

De stikstofcrisis beheerst al maanden het nieuws. Het onderwerp domineerde de Provinciale Statenverkiezingen en leidde tot verhitte debatten in de Tweede Kamer en tussen de regeringsfracties. 

Eurocommissaris Frans Timmermans (Green Deal) kwam speciaal naar Den Haag voor een gesprek met Caroline van der Plas, de voorvrouw van de BoerBurgerBeweging die zegt een oplossing voor het probleem in huis te hebben. 

De timing van het boek De stikstoffuik, politici in de ban van de ecolobby kon dus niet beter. Op woensdag 19 april waren er al 25.000 exemplaren van verkocht.

Auteur Arnout Jaspers schoof aan bij WNL op Zondag, debatteerde op Radio 1 met ‘stikstofprofessor’ Jan Willem Erisman, en bij Veronica Inside liet sidekick Johan Derksen weten dat hij het boek op zijn nachtkastje had liggen.

Champagneflessen 

Oud-minister Ronald Plasterk omarmde zijn werk: ‘Een verstandig boek vol nuttige feiten,’ schreef de PvdA’er. Journalist Wierd Duk schreef over hem in De Telegraaf  en wetenschapsredacteur Maarten Keulemans van de Volkskrant sprak op Twitter van ‘een verbluffend boek’ dat ‘iedereen móet lezen’. 

NRC gaf het boek één bal. De recensent oordeelde dat ​​Jaspers ‘halve waarheden verkondigt en alleen de feiten kiest die hem uitkomen’. 

Uitgever van De stikstoffuik is Syp Wynia, voormalig sterredacteur van het opinieweekblad Elsevier. Hij heeft een eigen website Wynia’s Week, waarvoor Jaspers een column schrijft. Daarnaast is Wynia eigenaar van de Uitgeverij Blauwburgwal in Amsterdam, die ook een boek van Duk publiceerde. 

En bij die uitgeverij knalden de champagneflessen, want De stikstoffuik staat op nummer 1 in de Bestseller 60. ‘Het best verkochte boek van Nederland. Kwaliteit wint,’ twitterde Wynia. ‘Lees dat boek. Voor feiten en oplossingen.’

Maar is het wel zo verbluffend? Bevat het oplossingen? Follow the Money deed een factcheck van Jaspers’ beweringen en sprak onder anderen met de wetenschappers die de auteur in zijn boek op de korrel neemt.

Wie is Arnout Jaspers? 

De auteur van De stikstoffuik is 65 jaar, studeerde natuurkunde in Leiden en heeft een lange carrière achter de rug waarin hij afwisselend actief was als journalist en als communicatiemedewerker voor instellingen als de Nederlandse Onderzoekschool Voor Astronomie

In de jaren ’90 werkte hij voor het Algemeen Dagblad, later was hij ook een periode redacteur van het toenmalige tijdschrift Natuur en Techniek waar hij samenwerkte met de eerder genoemde Maarten Keulemans van de Volkskrant. Jaspers publiceerde verder onder meer een aantal stukken over de noodzaak van kernenergie bij De Correspondent. 

Hij schreef ook voor De Andere Krant, een gratis uitgave die grossiert in complottheorieën en desinformatie. Zo zou het Nederlandse onderzoek naar de toedracht van het neerhalen van vlucht MH17 niet kloppen, volgens die krant, en zou het coronavirus de opmaat zijn geweest voor ‘een totale omvorming van de samenleving’ en kunnen de aanslagen van 9/11 onmogelijk alleen het werk zijn geweest van moslimfanatici (‘er is meer aan de hand’). 

NRC onthulde in september 2020 dat Rusland via De Andere Krant desinformatie verspreidde. 

Mooi debatmateriaal

Arnout Jaspers zei bij de presentatie van zijn boek dat het ‘gewoon goed’ gaat met 85 procent van de Natura 2000-gebieden.  

Een beetje stikstof meer of minder? Dat heeft volgens hem nauwelijks consequenties. Hoogstens zullen schrale en stikstofgevoelige heide- en duingebieden dichtgroeien met bomen en planten die ‘in heel Nederland voorkomen en daar door de modale burger als fraaie natuur gewaardeerd worden’. 

Door wat hij omschrijft als politiek wanbeleid – aangejaagd door een ‘ecolobby’ van natuurorganisaties en wetenschappers – zit het land op slot en zijn we in ‘de stikstoffuik’ gedreven. 

Boeren zijn volgens Jaspers de dupe van het veel te stringente stikstofbeleid, maar ook burgers die zitten te springen om een nieuw huis dat niet gebouwd kan worden. De oplossing? Verruim de stikstofnormen en neem afscheid van 75 ‘piepkleine en onbelangrijke’ Natura 2000-gebieden

Met die opvattingen sluit Jaspers nauw aan bij de ideeën van de BoerBurgerBeweging. BBB-oprichter Caroline van der Plas kreeg van hem dan ook het eerste exemplaar van De stikstoffuik. ‘Alles wat hierin staat, roepen wij ook al heel lang,’ zei ze. ‘Ik ben heel erg blij met het boek, want dit is mooi debatmateriaal. Met je welbevinden zal ik hieruit ook nog weleens wat citeren.’

‘Frustratie’

Dat was begin maart. Aanvankelijk kwam er weinig tegenspraak (ook omdat weinigen het boek gelezen hadden) maar inmiddels is forse kritiek losgekomen

Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid aan de Universiteit Leiden, diende Jaspers als eerste van repliek, in een onderling debat op Radio 1. Een paar dagen later schreef Erisman op uitnodiging van De Telegraaf een ingezonden stuk waarin hij ingaat op de belangrijkste beweringen in het boek. 

Satellietbeelden laten zien dat Nederland wel degelijk een stikstof-hotspot is, stelt Erisman. Door de overmatige neerslag van stikstof, afkomstig van de agrarische sector, de industrie en het vervoer, gaat het niet goed met de natuur. 

‘Wat Jaspers compleet negeert: onze landbouwproductie overschrijdt de grenzen van een gezonde leefomgeving’

‘De natuurdoelanalyses die de provincies nu maken, bevestigen dat,’ schrijft Erisman. 

‘De Ecologische Autoriteit die die analyses beoordeelt, geeft ook aan dat de stikstof-neerslag naar beneden moet, naast andere maatregelen als het verhogen van waterstanden en beheer.’ 

De oplossingen van Jaspers (afscheid nemen van kleinere natuurgebieden en ruimere mogelijkheden voor stikstofuitstoot) zijn volgens Erisman helemaal geen uitweg. Niet zolang we niet voldoen aan de Europese verplichting om natuur van voldoende kwaliteit in stand te houden. En niet zolang we niet eerst snel en aantoonbaar de stikstofdruk hebben verminderd, aldus Erisman in De Telegraaf.

Wat Jaspers volgens hem compleet negeert, is dat ‘onze landbouwproductie nu ver buiten de grenzen van een gezonde leefomgeving gaat’. Erisman: ‘Dan gaat het niet alleen over stikstof maar ook over klimaat, het water, de bodemkwaliteit, het landschap, geur, zoönose, dierenwelzijn en een vitaal landelijk gebied.’ 

De hoogleraar doet in zijn ingezonden stuk een belangrijke observatie: opeenvolgende kabinetten hebben geen duidelijke richting gegeven. Boeren weten niet waar ze aan toe zijn, net zomin als provincies. Dat leidt tot frustratie over het stikstofbeleid. 

En het biedt ruimte om de nut en noodzaak ervan steeds weer ter discussie te stellen. Erisman: ‘Arnout Jaspers speelt daar met De stikstoffuik dankbaar op in.’ 

In de bubbel

Jaspers doet in zijn boek nog iets anders. Hij voedt met ongefundeerde verdachtmakingen het wantrouwen tegen overheid, rechters, wetenschap en natuur- en milieuorganisaties. 

Volgens hem is stikstof voor sommigen ‘een obsessie en/of verdienmodel’. ‘Een selecte groep wetenschappers, politici, activisten, consultants en ambtenaren’ sluit zich ‘volkomen af voor inzichten buiten deze bubbel’ van de ‘stikstoffuik’. Zij worden omringd door een ‘dikke schil van politici en beleidsmakers die het aan kennis ontbreekt’. 

En dan zijn er ‘opeenvolgende rechters’ die Nederland steeds verder de stikstoffuik hebben ingetrokken. Wie precies de mensen zijn die hij rekent tot de afgesloten bubbel of de ‘dikke schil’, en op welke manier ze te werk gaan, laat Jaspers in het midden. Het is volgens hem niet de focus van zijn boek ‘om dit in detail te reconstrueren’. 

Het wantrouwen schuilt ook in een complot dat zich buiten het zicht van de Nederlandse burger zou afspelen. 

Jaspers schrijft dat ‘men’ na ‘een jaren durend proces van achterkamertjespolitiek' is gekomen tot de aanwijzing van 162 Natura 2000-gebieden. In werkelijkheid was de aanwijzing van die gebieden een transparant proces dat op Natura2000.nl minutieus wordt uitgelegd. 

De plannen van het ministerie van Landbouw en Natuur waren openbaar, belanghebbenden konden hun zienswijze kenbaar maken voordat een gebied tot Natura 2000-gebied werd aangewezen. Wie het daarmee niet eens was, kon tot aan de Raad van State juridische bezwaren aanvoeren. De aanwijzingsbesluiten voor vrijwel alle gebieden zijn inmiddels definitief

CHERRY PICKING – DALING INSECTENPOPULATIES IS WEL DEGELIJK EEN TREND

Duitse wetenschappers brachten in 2017 een onderzoek naar buiten waaruit bleek dat in natuurgebieden insectenpopulaties in 27 jaar met driekwart waren verminderd. Het leidde tot alarmerende krantenkoppen. 

Maar volgens Jaspers wijst niets op een ‘wereldwijd insectenarmageddon’. 

Hij haalt voor zijn stelling een artikel aan uit het wetenschappelijke tijdschrift Science waaruit hij concludeert dat het met sommige insecten goed gaat en andere minder goed. Er is daarom geen sprake van een ‘trend’.

Maar volgens een van de onderzoekers, de Nederlander Roel van Klink, is er wel degelijk een trend: namelijk dat insectenpopulaties op het land afnemen, met 9 procent per tien jaar. In het water nemen de populaties daarentegen met 11 procent per tien jaar toe. 

Maar die twee getallen kun je niet zomaar bij elkaar optellen, waarschuwt Van Klink. ‘Wat Jaspers hier doet is een typisch geval van cherry picking. Hij neemt uit ons zeer complexe paper alleen die resultaten die in zijn argumenten passen en laat al het andere liggen.’ 

Jaspers laat volgens Van Klink ‘ten onrechte’ achterwege dat de trend voor Europa sinds 2005 ‘zeer zeker negatief is’. 

‘En ook de weinige datasets die we uit Nederland hebben, laten vrijwel allemaal een negatieve trend zien. Dus als hij het wil hebben over nuance en maatwerk, dan maakt hij zich in ieder geval schuldig aan een gebrek eraan.’

In 2020 schreef Jaspers op Wynia’s Week hetzelfde betoog over de insectenpopulaties. ‘Dit is een wel heel creatieve interpretatie van onze resultaten, chapeau,’ schreef Van Klink toen op Twitter. Jaspers reageerde niet op dat bericht en nam ook nooit contact op met Van Klink. 


De term ‘achterkamertje’ duikt weer op waar Jaspers suggereert dat Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten graag bepaalde ‘wensnatuur’ zien en daar ook ‘eigenmachtig vergaande besluiten’ over kunnen nemen. 

In werkelijkheid is de macht van Staatsbosbeheer niet zo groot. De organisatie (‘rechtspersoon met een wettelijke taak’) voert haar werk uit zoals dat in de wet is vastgelegd, betaald met publieke middelen.

Marcel van Dun, woordvoerder van Staatsbosbeheer: ‘Niet de terreinbeheerders als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten bepalen het natuurbeleid, maar de provincies.’ 

En Natuurmonumenten is een vereniging met een achterban van bijna een miljoen Nederlanders. Ze ontvangt van onder andere de rijksoverheid subsidie voor beheer en bescherming van natuur. 

Welke natuur en welke soorten beschermd zijn of moeten worden, is vastgelegd in de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992) die door de Europese Unie zijn vastgesteld. De internationale verplichtingen die daaruit voortvloeien heeft Nederland verwerkt in de Wet natuurbescherming

Teo Wams, directeur natuurbeheer van Natuurmonumenten: ‘Van eigenmachtig vergaande beslissingen nemen is geen sprake. Wij bepalen niets. De provincie toetst of we genoeg doen om planten- en diersoorten te beschermen.’ 

De afgod van het stikstofbeleid

Jaspers keert zich ook tegen twee bij naam genoemde wetenschappers die voor het grote publiek nauwelijks bekend zijn, de ecologen Han van Dobben en Roland Bobbink. Zij waren de afgelopen jaren betrokken bij het vaststellen van de kritische depositiewaarden (KDW) voor Natura 2000-gebieden. De kritische depositiewaarde geeft aan hoeveel stikstof een bepaald habitattype aankan zonder dat de natuur achteruitgaat. 

In 2035 mag op 74 procent van de stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden niet méér stikstof neerslaan dan de kritische depositiewaarde. Boerenorganisaties lopen daar tegen te hoop en willen dat de KDW uit de wet wordt gehaald. Ook Arnout Jaspers heeft geen goed woord over voor wat hij de “Kritiekloze Depositiewaarde’ noemt en ‘de afgod van het stikstofbeleid’. 

De kritische depositiewaarde wordt vastgesteld per hexagoon (zeshoek) van een hectare. Dat gebeurt met modellen die door Bobbink en Van Dobben zijn gemaakt met hulp van ‘expert opinions’. De experts die hiervoor hun vakkennis deelden, waren volgens Jaspers de twee ecologen zelf – iets waarvoor hij in zijn boek geen verdere bewijzen aanvoert. 

Sluipmoordenaar

In een e-mail aan Follow the Money schrijven Bobbink en Van Dobben: ‘Dit klopt niet. De kennis van experts is maar heel beperkt ingezet, en áls ze al geraadpleegd werden, waren we dat niet zelf. Wie het wel waren staat expliciet in een publiek toegankelijk rapport.’ 

Jaspers stelt verder dat Bobbink er ‘een onbeschaamd activistische taakopvatting’ op nahoudt, omdat hij in niet-wetenschappelijke publicaties stikstof ‘stelselmatig’ een ‘sluipmoordenaar’ zou hebben genoemd. 

Bobbink laat weten dat hij, voor zover hij kan nagaan, stikstof twee keer ‘sluipmoordenaar’ heeft genoemd en dat hij daar nog steeds achter staat. 

Omdat nu al decennialang te veel wordt uitgestoten door de landbouw, de industrie en het vervoer stapelt de stikstof zich geleidelijk op (sluipend, zegt Bobbink) in bodem en planten. 

Deden Nederlandse bestuurders maar eens een scheut Orbán of Bolsonaro in hun beleid, schrijft Jaspers

Ook verzuurt de bodem steeds verder, evenzeer een ‘sluipend proces’. Hierdoor kunnen lokaal plantensoorten en later diersoorten uitsterven. ‘Dit is in veel experimenten aangetoond, en die studies zijn gepubliceerd in internationale wetenschappelijke tijdschriften,’ aldus Bobbink. 

‘Het gebruik van het woord “sluipmoordenaar” in de kop boven twee van mijn publicaties is wat provocerend, maar dat mag ook wel na meer dan veertig jaar veel te hoge stikstofdeposities op de natuur.’ 

Aan het slot van het hoofdstuk waarin hij de ecologen ter sprake brengt, stelt Jaspers de vraag hoe het toch kan dat ‘een complete bestuurlijke kaste’ zich zo in een beleidsfuik laat lokken. Dat komt, antwoordt hij zelf, omdat politici en bestuurders in meerderheid juristen zijn, zonder kennis van natuurwetenschap. En daardoor ‘lopen ze aan de leiband van vermeende objectieve experts en geloven ze kritiekloos de claims dat uitkomsten van theoretische berekeningen “de wetenschap” op dat gebied zijn’. 

‘Puur dogmatisme’

Een van de politici tegen wie Jaspers zich in felle bewoordingen afzet, is minister Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof. 

Een week na de Provinciale Statenverkiezingen schreef Jaspers in zijn column op Wynia’s Week dat de minister op de verkiezingsavond ‘in haar dogmatische rechtlijnigheid klonk als een sektelid, gehersenspoeld door haar eigen ambtelijke top’. 

Volgens hem is sprake van een ‘politiek stikstofevangelie’ en leggen rechters ‘collectieve straffen op aan landbouw en de bouw die niets bijdragen aan natuurbehoud’. 

Hij roept Van der Wal op stevig in te grijpen: ‘Je kan m’n rug op met die juristerij,’ zou ze volgens hem moeten zeggen. En: ‘Ik doe nu gewoon wat nodig is voor het land. [..] Deden Nederlandse bestuurders maar eens een scheut Orbán of Bolsonaro in hun beleid.’ 

Met die laatste zin verwijst Jaspers naar de Hongaarse premier Viktor Orbán en de inmiddels afgetreden Braziliaanse president Jair Bolsonaro, die er beiden blijk van hebben gegeven geen problemen te hebben met het aanvallen van onafhankelijke media, het buitenspel zetten van de rechtsstaat en ondemocratisch regeren. Jaspers wekt op zijn minst de indruk dat ook wel in Nederland te willen zien. 

Jaspers noemt het voorzorgsbeginsel ‘een wetenschappelijke dooddoener’

Zijn boek getuigt van een geringe dunk van de rechterlijke macht. 

Rechters zijn ‘formalistisch’, hun uitspraken geven blijk van ‘puur dogmatisme’, ze brengen ‘het gezond verstand een zware slag toe’, en hebben ‘geen oog voor de maatschappelijke schade die toepassing van het voorzorgsbeginsel aanricht’. 

Rechters hanteren het voorzorgsbeginsel: de uitbreiding van een boerenbedrijf, de bouw van een snelweg of een woonwijk mag alleen als ‘wetenschappelijk gezien’ vaststaat dat het project geen schadelijke gevolgen heeft voor een natuurgebied. 

Met andere woorden: bij twijfel niet doen. De Raad van State gebruikt in zijn uitspraken vrijwel altijd dezelfde passage, namelijk dat ‘er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat geen van de plannen of projecten schadelijke gevolgen heeft voor de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied’.

Het voorzorgsbeginsel is vastgelegd in internationale verdragen en in artikel 6 lid 3 van de Europese Habitatrichtlijn. Daaraan moeten de lidstaten voldoen. 

Maar Jaspers wil er niet van weten. Hij noemt het voorzorgsbeginsel ‘een wetenschappelijke dooddoener’. 

De jurist Backes is met Jaspers van mening dat het voorzorgsbeginsel strikt wordt uitgelegd, maar rechters kunnen volgens hem niet anders. ‘Ze zijn streng in de leer, omdat het Europese Hof van Justitie het zo voorschrijft. Ze hebben op dit moment weinig andere keuze.’ 

Hartelijk lachen

Minister Van der Wal klinkt volgens Jaspers als een sektelid en ambtenaren, wetenschappers en consultants zitten in een bubbel. 

Dan is er Johan Vollenbroek, in de woorden van Jaspers ‘de alleenheerser’ van de organisatie Mobilisation for the Environment (MOB), aan wie hij maar liefst drie pagina’s wijdt. 

De chemicus en milieuactivist Vollenbroek en MOB zouden de afgelopen jaren veel geld hebben binnengehaald met de Wet openbaarheid van bestuur (sinds 2022 de Wet open overheid) door op grote schaal procedures te starten die het ministerie onmogelijk op tijd kan afhandelen.

‘Bij tientallen overschrijdingen van de termijnen tikt dat lekker aan,’ aldus Jaspers. Hij schrijft dat de rechter niet anders kan dan per overschrijding een dwangsom opleggen van 1260 euro. 

Vollenbroek moet hartelijk lachen. ‘De schrijver van dit boek is niet goed geïnformeerd.’ 

Dat klopt. Tot 1 oktober 2016 kregen indieners van een Wob-verzoek automatisch 1260 euro wanneer de overheid de beantwoordingstermijn overschreed. Dat leidde tot misbruik en daarom is de wet aangepast. Sindsdien kunnen alleen dwangsommen worden opgelegd na tussenkomst van de rechter. 

‘Overigens hebben wij nooit veel geld binnengekregen op grond van termijnoverschrijdingen,’ zegt Vollenbroek. ‘MOB doet maar heel beperkt Wob-verzoeken. Die zijn op de vingers van een hand te tellen.’

Jaspers stelt dat MOB op nog een andere manier aan zijn tegenpartijen ‘probeert te verdienen’. 

Als voorbeeld noemt hij een claim die MOB zou hebben ingediend bij het ministerie van Landbouw voor tienduizenden euro’s aan proceskosten in 86 zaken, die onderling erg op elkaar leken. De rechter gaf MOB gelijk en vernietigde de natuurvergunningen van agrariërs in Friesland. 

Vollenbroek laat weten dat zijn juridisch adviseur nooit een claim heeft ingediend bij het ministerie van Landbouw. 

‘Trumpiaanse riooljournalistiek’

En dan is er nog de factuur van ruim 150.000 euro die MOB naar de gemeente Harlingen zou hebben gestuurd voor een advies over de in 2013 gebouwde Reststoffen Energie Centrale. 

Jaspers rijgt volgens Vollenbroek ook hier de feitelijke onjuistheden aan elkaar. 

MOB is in 2014 voor technisch advies ingehuurd door de GGD Friesland, maar nooit door Harlingen. Evenmin heeft MOB het besluit om daar een verbrandingsoven te bouwen ‘tot aan de Raad van State kapotgeprocedeerd’, zoals Jaspers in zijn boek beweert. 

Stichting Agrifacts, een mede door lobbygroepen en de agro-industrie gefinancierde organisatie, wekte in 2020 de suggestie dat Vollenbroek in ruil voor geld afzag van juridische procedures om de bouw van de verbrandingsoven te blokkeren. Een suggestie die alleen al door de chronologie kant noch wal raakt en ook direct door Vollenbroek werd ontkracht. Hij werd immers pas door de GGD ingehuurd toen de afvaloven allang in bedrijf was en alle procedures achter de rug waren. 

Op Twitter beschreef Vollenbroek de aantijging destijds als ‘een stukje ‘Trumpiaanse riooljournalistiek’. Desondanks brengt Jaspers de zaak opnieuw onder de aandacht, zonder dat hij Vollenbroek benaderde voor weerwoord. 

Jaspers noemt Mobilisation for the Environment een ‘grotendeels zelfrijzende serieprocedeermachine’ waarmee ‘het inkomen van Vollenbroek en de continuïteit van MOB [is] verzekerd’. Ook voor deze beschuldiging vroeg Jaspers geen weerwoord, en hij toont geen documenten ter onderbouwing.

Vollenbroek laat weten dat ook hier ‘geen bal klopt’: ‘Er gaat geen cent naar mij toe, ik heb een goed pensioen en heb het geld dus niet nodig. Ik verdien er niets aan, het kost me alleen maar bakken met tijd.’ 

FOUTJE: GEEN OTTERS MAAR BEVERS

Jaspers beschuldigt Staatsbosbeheer van ‘hobbyisme’ en geeft daarvan een ‘in het oog springend voorbeeld’: het opnieuw introduceren van in Nederland uitgestorven otters. 

Het op deze manier ‘opplussen’ van dierenpopulaties gebeurt volgens hem ‘puur op initiatief van natuurbeheerders en natuurorganisaties’. 

Bovendien, beweert hij, kan de otter ‘nog een serieus probleem’ worden: ‘Dit schattige beestje graaft graag in tunnels en dijken.’ 

Volgens Jaspers is ook ‘recent bekend geworden dat de eerste otters om die reden door Staatsbosbeheer zijn afgeschoten’.

Hoe zit het echt?

Allereerst graven otters geen tunnels in dijken, dat doen bevers. Daarnaast zijn in Nederland geen otters afgeschoten, en al helemaal niet door Staatsbosbeheer, zegt woordvoerder Marcel van Dun. Ook een zoektocht in krantenarchieven levert geen resultaat op. 

De bever is uitgezet en tussen december 2018 en april 2019 zijn er op verzoek van Waterschap Limburg zeventien gedood. Waterschap Rivierenland liet in oktober vorig jaar bevers afschieten bij Wamel, en in januari van dit jaar aan de Waaldijk bij Dodewaard

De dammen die bevers aanleggen, zorgen voor een hogere waterstand die weer leidt tot drassige landbouwgronden. De gangen die ze graven vormen een risico omdat ze bij hoogwater kunnen leiden tot een dijkbreuk. Daarom worden overlast gevende bevers in het uiterste geval soms afgeschoten. 

Het herintroduceren van otters en bevers is in elk geval geen hobbyproject van natuurorganisaties, zegt Van Dun van Staatsbosbeheer. ‘Zo’n besluit wordt genomen door de minister van Landbouw en Natuur.’

INKLAPPEN

In een open brief aan Jaspers neemt Vollenbroek vrijdag 21 april geen blad voor de mond. Hij noemt het boek ‘satire en cabaret’ gestoeld op ‘leugens, halve leugens en verdraaiingen van feiten en directe aanvallen op politici, wetenschappers en natuurbeschermers’. 

Op Twitter erkent Jaspers enkele feitelijke onjuistheden. Die zullen in de volgende druk van zijn boek worden aangepast. Hij blijft bij zijn beweringen over het verdienmodel van MOB en de betrokkenheid van die organisatie bij de afvaloven in Harlingen. 

Zeker is dat Arnout Jaspers met zijn boek de discussie over de stikstofcrisis tot nieuwe hoogten heeft weten op te stuwen. Maar het is de vraag of hij het debat echt verder helpt. 

Teo Wams van Natuurmonumenten noemt het ‘frustrerend en verdrietig’ dat de stikstofdiscussie met zoveel fabels is omgeven. ‘Het maakt besluitvorming lastig en trager, terwijl de natuur gebaat is bij snelle actie.’