woensdag 8 mei 2024

‘In Israël zijn de academische instellingen diep verwikkeld in de repressie’


Maya Wind | academisch activist Sinds de recente publicatie van haar eerste boek over repressie aan Israëlische universiteiten heeft Maya Wind een bomvolle agenda.


 Ontmoet Maya Wind en ze brandt los, met een zachte stem maar een scherpe politieke boodschap. Academici in het Westen, luidt die boodschap, hebben een veel te rooskleurig beeld van Israëlische universiteiten als vrijplaatsen van liberalisme en intellectuele kritiek. In feite, aldus Wind, zijn ze verstrengeld met het staatsapparaat, de defensie-industrie en dús met de onderdrukking van de Palestijnen en de oorlog in Gaza. „De repressie drijft niet alleen op het leger, de wapenindustrie of technologische controle”, zegt ze, „maar ook op de meest gevierde burgerlijke instellingen van het land, de universiteiten.”


Wind (34), opgegroeid in Israël en nu verbonden aan de universiteit van British Columbia (Canada), is een gepatenteerde academische activist. Ze noemt zichzelf zowel organiser als researcher. Gepokt en gemazeld in postkolonialisme, de intellectuele lens waardoor een jonge generatie progressieve studenten en onderzoekers naar de wereld kijkt. Israël verschijnt daarin als voorbeeld bij uitstek van gewraakt settler colonialism: een kolonistenstaat die is gegrondvest op het verdrijven en onderdrukken van een inheemse bevolking. Ze doet haar onderzoek, aldus haar website, „in samenwerking met coalities” die opkomen voor inheemse rechten en „voor de afschaffing, demilitarisatie en dekolonisatie van Palestina, de Verenigde Staten en Canada”. Wind werkt nauw samen met de BDS-beweging (Boycott, Divestment, Sanctions), die aandringt op een academische boycot van Israël, een beweging die door Israël, in Duitsland en in de VS is gebrandmerkt als antisemitisch. Ten onrechte, meent Wind. „Israël promoot dat narratief, maar het slaat nergens op. Zionisme is een politiek project. Er zijn wereldwijd overal Joden die er kritiek op hebben.”
CV

Maya Wind (1989) studeerde in Israël en promoveerde in New York. Momenteel is ze verbonden aan de universiteit van British Columbia in Vancouver. Ze legt zich toe op onderzoek naar kolonialisme, militarisering en de controlestaat. Towers of Ivory and Steel is haar eerste boek.

Sinds de recente publicatie van haar eerste boek, Towers of Ivory and Steel: How Israeli Universities Deny Palestinian Freedom, heeft Wind een bomvolle agenda. Het boek maakt furore onder activisten en academici die protesteren tegen de oorlog in Gaza. Na lezingen in Engeland en Ierland komt Wind aanstaande week naar Nederland, om te spreken aan universiteiten in Nijmegen, Utrecht, Leiden, Rotterdam en Amsterdam.

In het boek, gebaseerd op archiefonderzoek en bijdragen van haar Palestijnse „kameraden”, beschrijft Wind minutieus hoe Israëlische universiteiten onderdeel zijn geworden van het staatsapparaat. Niet alleen door research and development voor het ministerie van Defensie, maar ook door het nationale narratief te ondersteunen met archeologisch en historisch onderzoek. Tegelijk laat ze zien hoe Palestijnse studenten op allerlei manieren worden tegengewerkt en gecontroleerd en kritische perspectieven worden weggedrukt. Zoals in de ‘Tantura-affaire’, een academische promotie over een massamoord in de oorlog van 1948 die onder druk door de universiteit werd teruggetrokken. De promovendus verloor zijn titel. Volgens Wind is dat symptomatisch voor de manier waarop kritiek in het hedendaagse Israël wordt gesmoord. Kort voor haar reis naar Nederland is Wind tussen de bedrijven door door online te spreken.

U was al jong geëngageerd en actief. U weigerde dienst te doen in het Israëlische leger.

„Dat klopt. Ik ben opgegroeid in Jeruzalem en tijdens mijn middelbareschooltijd politiek bewust geworden. Dat was tijdens de Tweede Intifada, [de Palestijnse opstand van 2000-2005]. De bezetting en het verzet ertegen waren toen al sterk aanwezig in mijn leven. Ik kon er niet omheen, ik ben toen betrokken geraakt bij een kleine groep gewetensbezwaarden en heb me verzet tegen de dienstplicht. We wilden het leger onze arbeid onthouden.” 

Israël is een project van vestigingskolonialisme

Hoe liep dat af?

„Je kunt in Israël vrijstelling van dienstplicht krijgen op orthodox-religieuze gronden, maar dat ging voor ons niet op. Ik heb vier maanden vastgezeten, eerst in militaire hechtenis en toen in een gevangenis. De anderen ook. We wilden een statement maken. Toen ik vrijkwam ben ik me gaan inzetten voor de Palestijnse bevrijdingsbeweging. Die gebruikte toen al begrippen die nu wijder verbreid zijn geraakt: dat Israël een project is van vestigingskolonialisme dat is uitgemond in een apartheidsstaat. Mensen schrikken van die termen, maar je ziet dat Amnesty International, de VN en toonaangevende onderzoekers ze nu gebruiken. Palestijnen deden dat altijd al.”

Welke reacties ziet u in Israël?

„Veel Israëlische academici en intellectuelen uiten zorgen over het momentum dat de boycotbeweging nu aan het krijgen is. Maar geen van hen heeft de totale vernietiging van de onderwijsinfrastructuur in Gaza veroordeeld. Ze gaan niet in op de kern van de zaak, namelijk – dat is de boodschap van mijn boek – dat de Israëlische academische wereld medeplichtig is aan de vernietiging van Palestijnse kennis en identiteit, en inmiddels aan genocide. In het Westen leeft nog steeds het idee dat Israëlische universiteiten bolwerken zijn van liberalisme en democratie. Wat ik laat zien is de kloof tussen die mythe en de werkelijkheid. Academische instellingen zijn diep verwikkeld in de repressie. Niet alleen door samenwerking met de Israëlische veiligheids- en defensie-industrie, maar ook door in archeologisch onderzoek en in geschiedschrijving het Palestijnse perspectief uit te wissen.”

Uw werk is gelieerd aan de BDS-beweging. Hoe kon u dan onderzoek doen in Israël?

„Dit boek is ontstaan als reactie op de Palestijnse campagne om Israëlische universiteiten te boycotten en ter verantwoording te roepen. Ik werk nu aan de universiteit van British Columbia maar heb veel onderzoek gedaan in Israël, al tijdens het schrijven van mijn proefschrift. Als Joods-Israëlische academica heb ik toegang tot bronnen waar Palestijnse onderzoekers niet bij kunnen. Maar mensen in het Westen zijn nog steeds verbaasd over mijn aanbevelingen. Ja oké, dat de wapenindustrie moet worden geboycot snappen ze dan, maar waarom ook de universiteiten? Terwijl er een heel goed precedent is: het boycotten van witte universiteiten in Zuid-Afrika was van groot belang voor het ANC om een einde te kunnen maken aan de apartheid. Dat is nu ook weer zo.”

U zegt Palestijnse ‘kameraden’. Is dat een partijterm?

„Oh, nee, nee. Ik ben niet partijgebonden. Het is een politieke uitdrukking van mijn solidariteit.”

U gebruikt in het boek het begrip epistemicide: het vernietigen van Palestijnse kennis.

„Een jaar of tien geleden sprak de Palestijnse juridische expert Karma Nabulsi al van ‘scholasticide’. Palestijnse intellectuelen wezen er allang op dat Israël systematisch Palestijnse kennisproductie en onderwijsinfrastructuur aan het vernietigen is. Dat alle universiteiten in Gaza nu in puin liggen is een doelbewuste poging de koloniale heerschappij over hen te bestendigen, ook in kennis. Op de Westelijke Jordaanoever worden Palestijnse studenten op alle mogelijke manieren tegengewerkt. Dat is ook niet van vandaag of gisteren.

„Ik laat in mijn boek zien dat prominente instellingen als de Hebrew University altijd al onderdeel waren van een project voor territoriale expansie en dominantie. Sommige instellingen werden gesticht op de ruïnes van Palestijnse dorpen. Het is een tweezijdig project: kennisproductie voor de eigen staat en tot zwijgen brengen van kritiek.”

Wat ik wil benadrukken is dat het in Israël geen kwestie is van individuen, maar van structuren en instituties

Israël kende in de jaren negentig niettemin een spraakmakende groep ‘nieuwe historici’ die de officiële geschiedschrijving bekritiseerden. Er was zelfs sprake van een ‘post-zionistische’ fase in het intellectuele leven. Wat is daarmee dan gebeurd?

„Er wordt nog steeds vaak naar hen verwezen als bewijs van het progressieve, liberale karakter van de Israëlische academie. Het klopt, er was het begin van academische kritiek toen een deel van de nationale archieven voor het eerst openging voor historisch onderzoek – niet voor Palestijnse onderzoekers, trouwens. Maar de laatste jaren is dat voor het grootste deel teruggedraaid. De archieven gaan weer dicht en vrijwel alle ‘nieuwe historici’ zijn sindsdien naar het buitenland vertrokken, naar Engeland of elders. Alleen Benny Morris is er nog, maar die heeft een draai van 180 graden gemaakt en verdedigt nu het zionisme.

„Intussen wordt bijvoorbeeld de vooraanstaande Palestijns-feministische wetenschapper Nadera Shalhoub-Kevorkian het werken onmogelijk gemaakt. Er is jarenlang actie tegen haar gevoerd en vorige maand werd ze door de Hebrew University aan de kant gezet nadat ze zich in een podcast had uitgesproken tegen de genocide in Gaza. Toen er internationaal protest kwam mocht ze terugkomen, maar de politie is intussen wel een onderzoek naar haar begonnen, haar boeken zijn in beslag genomen. Haar eigen universiteit heeft actief meegewerkt aan de ondermijning van haar academische status. Dat zijn dezelfde mensen die een paar maanden geleden protesteerden tegen de uitholling van de rechtsstaat door Netanyahu.”

Maya Wind in Londen, waar zij begin mei op bezoek was.Foto Joel van Houdt

Wat was voor uzelf de meest opzienbarende conclusie van uw onderzoek, of was het vooral een bevestiging van wat u al wist?

„Omdat ik veel met Palestijnse academici en activisten heb gewerkt, had ik natuurlijk al wel het idee dat de Israëlische universiteiten medeplichtig waren, ik had ook al veel over hun ervaringen gelezen. Maar de mate en ernst van de academische samenwerking met de staat en de wapen- en veiligheidsindustrie en hun historische symbiose sinds het begin van de staat Israël, die hebben me echt geschokt.”

Je kunt ook zeggen: logisch, voor een land dat omringd wordt door vijanden en periodiek in oorlog met hen is.

„Ik vind oorlog geen goede term voor wat er gebeurt. Israël is een koloniaal project dat er van meet af aan op gericht is geweest een inheemse bevolking te verdrijven. Dat is een gewelddadig proces en leidt tot gewelddadig verzet, maar het is iets anders dan oorlog. Israël kan ervoor kiezen om te dekoloniseren, Palestijnen rechten te geven en een daadwerkelijke democratie tot stand brengen van de rivier tot aan de zee. Dat doet het land niet, en dat gebeurt met opzet. Daarom moeten we kritiek leveren, ook in de academische wereld.”

Het is toch niet typisch Israëlisch dat universiteiten een nationalistisch narratief hanteren? In Rusland hebben decanen van universiteiten verklaard dat patriottische vorming hun voornaamste opdracht is.

„Ja, het is een bredere trend. Maar wat ik wil benadrukken is dat het in Israël geen kwestie is van individuen, maar van structuren en instituties. Er is geen sprake van enig noemenswaardig verzet tegen de verwikkeling van de academie en de repressieve staat, niet van docenten en niet van studenten. Niet één toonaangevende bestuurder of instelling heeft zich uitgesproken tegen de verwoesting in Gaza.”

Israël kan een kracht zijn voor dekolonisatie, zoals academici in Zuid-Afrika het ANC steunden

De oudste universiteit in Nederland, die van Leiden waar u gaat spreken, werd in 1575 ook opgericht met een politiek doel. De leiders van de opstand tegen Spanje hadden behoefte aan geschoold kader.

„Ja, moderne universiteiten hebben vaak een nationalistische achtergrond, zeker als ze stammen uit de tijd van het Europese kolonialisme. Israël past in een rijtje met de Verenigde Staten, Canada, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland. Allemaal kolonistenstaten die zijn gegrondvest op de verdrijving of onderdrukking van inheemse bevolkingen. Maar er zijn wel twee belangrijke verschillen. Israël kent nu een systeem van apartheid en de inheemse bevolking roept op tot een academische boycot. Daarmee doen ze een beroep op ons, academici in het Westen en elders.”

Onder repressieve regimes in de Arabische wereld bestaat nergens academische vrijheid. Toch roept niemand op die te boycotten.

„Die tegenwerping vind ik een poging mist te creëren en de aandacht af te leiden van waar het nu om moet gaan. Je kunt bij alle kritiek op Israël wel wijzen naar de Arabische wereld, maar wat heeft dat te maken met wat er nu in Gaza gebeurt? Trouwens, er zijn ook relevante verschillen. Arabische universiteiten hebben niet de institutionele banden en contacten met westerse instellingen die de Israëlische onderhouden. Geen Horizon 2020-projecten van de EU, geen grote programma’s voor samenwerking en uitwisseling. Israëlische universiteiten gaan daar ook prat op. Ze claimen dat ze uitzonderlijk internationaal, progressief en democratisch zijn, maar tegelijk willen ze niet ter verantwoording worden geroepen.”

De standpunten verharden zich inmiddels alom, ook op universiteiten. Is er een uitweg en wat moeten academici volgens u doen?

„Onze medeplichtigheid beëindigen. Dat is een keus. Dat geldt ook voor Israëlische academici. Israël kan een kracht zijn voor dekolonisatie, zoals academici in Zuid-Afrika het ANC steunden. Ik steun internationale interventie om ervoor te zorgen dat iedereen gelijke rechten krijgt en in vrijheid kan leven. Ja, tussen de rivier en de zee. Dat is een voorwaarde voor elke politieke oplossing.”


dinsdag 7 mei 2024

The orchestrated persecution of (professor) Nadera Shalhoub-Kevorkian

 



The orchestrated persecution of Nadera Shalhoub-Kevorkian

Professor Nadera Shalhoub-Kevorkian during her court proceeding in Jerusalem, April 19, 2024. Image: Oren Ziv

JVL Introduction

Shahrazad Odeh writes about the harassment and persecution of her former academic supervisor at the Hebrew University, Professor Nadera Shalhoub-Kevorkian.

Kept overnight in gaol in April in utterly humiliating conditions, and then released in the teeth of police opposition, it as the latest in a series of abusive actions against Prof Shalhoub-Kevorkian since October 7.

Her crime this time: in an English-language podcast she called for Zionism to be abolished to which her university responded that it is “proud to be an Israeli, public, and Zionist institution” and fired her (though she was reinstated later).

This is an institution which prides itself on its respect for academic values. It didn’t stop it for calling for her resignation in late October last year for signing a statement demanding a ceasefire and calling the Gaza war a genocide.

Odeh also describes the experiences of discrimination of Palestinian students at the university and makes clear how it, like other academic institutions in Israel, is an integral and enthusiastic pillar of the Zionist system,  producing knowledge and cadre to support Israel’s military-industrial and surveillance complex.

RK

This article was originally published by +972 Magazine on Tue 30 Apr 2024. Read the original here.

The orchestrated persecution of Nadera Shalhoub-Kevorkian

A vicious campaign by Israeli academia, police, and media to silence the professor shows Palestinians they have no safe place in Zionist institutions.

On April 18, Israeli police arrested Professor Nadera Shalhoub-Kevorkian, a renowned Palestinian scholar and my former academic supervisor at the Hebrew University of Jerusalem. They kept her in detention overnight — in conditions designed to break her spirit, like other Palestinian political prisoners — before a court ordered her release, rejecting the police’s demand to extend her time behind bars. The arrest and ensuing interrogations are the latest phase in the Israeli authorities’ crusade against the professor, who is a vocal advocate of Palestinian rights and an outspoken critic of Zionism.

Shalhoub-Kevorkian’s incarceration was clearly intended to be as cruel and dehumanizing as possible. According to her family, police officers raided her house in the Old City of Jerusalem without warning, searching and confiscating her books, papers, notes, and interview transcripts. During her interrogation and detention, the officers subjected the 64-year-old to ill-treatment and practices that amount to forms of torture: she was strip-searched, yelled and cursed at, and thrown in a cold, isolated, and urine-smelling cell infested with cockroaches; the cell was kept illuminated throughout the night with bright, buzzing lights to prevent her from sleeping; and for some of the time her hands and feet were shackled.

Shalhoub-Kevorkian’s requests to raise the temperature of the cell or be provided with warm clothes were refused, and she had to use a damp sheet that also smelled of urine to shield from the cold. The authorities even used her health conditions as leverage: suffering from dangerously high blood pressure due to the arrest, and fearful of potentially having a stroke, she had to plead with the prison doctor and medics to provide her with medicine.


Subscribe to The Landline

+972’s free weekly newsletter


The transcript of her court hearings the following day reveals the authorities’ fervent determination to depict Shalhoub-Kevorkian’s knowledge production as incitement. The hearings show that the arrest warrant and interrogation were instigated directly in response to her interview on the Makdisi Street podcast last month, particularly regarding her remarks calling to abolish Zionism.


Makdisi Street podcast, 6th March 2024, with Nadera Shalhoub-Kevorkian


When the defense lawyers pressed the prosecutors on how comments made in an English-speaking podcast could incite violence against Israel, the state argued that there are many people who speak the language, and some citizens could possibly be influenced. The state representative further claimed that while searching her house, the police found evidence linking her to “an anti-Israel institution by the name of Defence for Children International” — a human rights organization whose Palestine branch was outlawed by Israel in 2021 on the basis of spurious evidence.

A few hours later, in the court of appeal (after the police’s first request to extend the detention was denied), the police prosecutor repeated the claim that the professor posed a danger to the public because she is potentially able to influence others through her scholarship to act against the State of Israel.

The police representative also recited a quote that he claimed to have obtained while interrogating “a Nukhba terrorist,” (referring to Hamas’ elite commando unit): “Every day in Jerusalem we see the army humiliating women and arresting young people. Young people are beaten and unable to breathe.” When the judge asked what this quote had to do with the professor’s case, the police claimed that her scholarship and influential status could “brainwash hothead Muslims” into conducting violent acts against Israel — as if Palestinians or anyone else needs to read academic articles in order to be angered by Israel’s oppressive practices.

Although both courts approved Shalhoub-Kevorkian’s release on bail, the judges still saw the Palestinian professor’s knowledge production as potentially inciting. As a result, she was summoned for a series of interrogations.

Whipping up public anger

The case of Professor Shalhoub-Kevorkian illustrates the centrality of Zionism as a supremacist ideology in all aspects of civil life in Israel — even within its supposedly liberal institutions. It also exemplifies the policy of racial silencing and the meticulous, concerted effort to frame all Palestinians, even a prominent scholar, as a national threat.

Indeed, Shalhoub-Kevorkian’s arrest comes amid a vicious campaign of harassment against her from multiple sectors of Israeli society. In late October, the heads of the Hebrew University issued a letter demanding that the professor resign from the institution for signing a statement demanding a ceasefire and calling the Gaza war a genocide. In March, the university suspended her in light of the Makdisi Street podcast in which she called for Zionism to be abolished (the university declared in response to her comments that it is “proud to be an Israeli, public, and Zionist institution”), before reinstating her two weeks later. Israeli authorities also detained and questioned her at Ben-Gurion Airport in late March upon her return from an overseas speaking tour.

While the latest storm of harassment currently revolves around Shalhoub-Kevorkian’s scholarship on indigeneity and settler colonialism, what ignited it is the false allegation made by the Hebrew University on March 12 that Shalhoub-Kevorkian is a “rape denier.” During her Makdisi Street interview, the professor argued that Israel is using allegations of rape along with disproven accusations of beheaded babies on October 7 to fuel its propaganda machine and justify the ongoing genocide in Gaza. This was by no means the focus of her discussion on the podcast, but the Israeli media nonetheless latched on to her remarks and whipped up public anger against the professor.

Yet her comments were willfully misinterpreted: Shalhoub-Kevorkian has stated on multiple platforms — before, during, and after the podcast in question — that she does not deny the possibility that rape and sexual violence occurred during the October 7 attack. What she emphasizes, however, is the need to dismantle the structures of power that use Israeli women’s bodies as rhetorical cover in order to tear apart the bodies of Palestinian women, invoking the Arabic term ashlaa (“body parts”) to build an academic argument around the fragmentation of Palestinian bodies and their society.

In a meeting with the university heads, Shalhoub-Kevorkian clarified her remarks, leading them to revoke the suspension. However, the university has not deleted its posts on Facebook and Instagram announcing her suspension, and is clearly not working to stop or even reduce the incitement they instigated against her.

Although Shalhoub-Kevorkian has been released, the ghosts of her detention and the threat of future harassment remain ever present. On April 20, Israel’s Channel 12 released a news segment inciting against the professor, featuring commentaries that sought to debunk her scholarship and demanded that she be prosecuted for her research and her anti-Zionist opinions. It was a reflection of Israeli society’s isolated sense of reality — a parallel universe in which they are the real victims.

In the segment, Israeli journalist Omri Maniv — who displayed a total lack of understanding of concepts such as affect theory and indigenous feminist discourse — attempted to ridicule Shalhoub-Kevorkian’s innovative research on the concept of “unchilding.” Maniv sarcastically stated that the Palestinian scholar bases her scholarship solely on the words of children on the streets, as if the testimonies and experiences of victims of Israeli abuses were not valid research sources.

The same chauvinism was exhibited in the news segment when Professor Simon Perry, a colleague of Shalhoub-Kevorkian in Hebrew University’s Criminology Department, questioned the quality of her research methods to argue that she ought to be discredited and suspended from her work; another colleague, Professor Asher Ben-Arieh, similarly argued that she is unsuited for teaching the next generation.

Adding to all this, rather than defending their employee and her work, the Hebrew University responded to the Channel 12 report by saying that her research is “disconnected from the institute where she is employed,” and that peer reviews in academic publications are “not without errors.” In doing so, the university essentially distanced itself from all of her scholarly work, and delegitimized numerous international academic institutions — with whom Shalhoub-Kevorkian publishes much of her work — for not centering the Israeli narrative. It also belied the fact that the university has long approved and praised the work that she publishes in collaboration with her postgraduate students, and granted them their postgraduate degrees on this very basis.

An integral recruit

The role of Shalhoub-Kevorkian’s colleagues at the Hebrew University in the Channel 12 report, especially in the wake of her arrest and ill-treatment, shows how Israeli academic institutions can only tolerate the production of Zionist knowledge. When these academics felt that their ideological beliefs were under threat, they immediately became predators: they incited against her and whipped up public opinion to carry out a character assassination. In doing so, they sent a clear message to other Palestinians that there is no space for them in Israeli academia beyond serving as a fig leaf for diversity.

The fact that the university refused to recognize the genuine danger that the incitement poses to their employee, her family, and her students shows that they cannot see beyond their loyalty to Zionism and Israel. As the university wrote in its first rebuke of Shalhoub-Kevorkian’s signing of the ceasefire letter in October, “What is happening in Gaza is not a genocide, [but] what happened on October 7 [in Israel] is genocide.”

Haaretz journalist Gideon Levy put it aptly when he described Israelis’ narrative: “No one can tell us what to do because we are the only victims.” And as the only victims, the logic goes, we can surveil our faculty and students, expel them, report them to the police, and still claim to be an institution that proudly cherishes diversity and free speech. In this, much like the Israeli state, the university pushes democracy and academic freedom to the sidelines, putting Jewish supremacy above all else.

The Hebrew University, like other academic institutions in Israel, is an integral recruit to the Zionist system. It produces knowledge to serve Israel’s military-industrial and surveillance complex. Since October 7, academic institutions have made it a priority to serve the country’s war effort: they have suspended classes, promoted the recruitment of medical students to serve in hospitals (offering to credit their work as participation in military or civil service), and encouraged fashion schools to utilize their students to design and produce clothes with special pockets to carry weapons.

Some faculties also published posts on social media to recruit students for the country’s hasbara (propaganda) mission, and to spy on and report any “problematic” statements or behaviors by their fellow Palestinian students. All the while, Israeli students have been roaming campuses armed with guns, and harassing students for expressing any kind of dissent against the war or simply presenting their Palestinian identity.

As a result of this collective effort, in the first three months of the war, hundreds of Palestinian students at Israeli universities were arrested, disciplined, or suspended from their studies. Many of these targeted students were denounced for posts as mundane as a Qur’anic phrase or a jest like “Victory Shakshuka.” Yet even as they foment this stifling environment, Israeli universities are still featuring Palestinian students and staff members in their promotional materials, advertising themselves as a welcoming place for all.

Meanwhile, many Israeli academics have been hosted on Israeli news channels and other media platforms since the start of the war, often espousing violent, racist, and genocidal rhetoric against Palestinians; others took a more “moderate” approach to their commentary, but essentially endorsed Israel’s war effort.

One example of this was on a panel discussion on Channel 14 last month, during which Moshe Cohen-Eliya, president of the College of Law and Business, addressed the singer Kobi Peretz regarding his racist song “May your village burn.” Performing such a song among soldiers, the professor cautioned, was not helpful to Israel’s “international efforts” due to its ongoing case at the International Court of Justice. Another panelist replied, “I don’t know if you are following the news, but we are burning down their village, and it’s good that we are burning their village.” This remark was followed by cheers from the audience, more genocidal statements by the host and guests, and a smile on Cohen-Eliya’s face.

Disrupting academia’s status quo

Cohen-Eliya’s smile on national television threw me back to my experience as a student in Israeli academia, including the Hebrew University, where I completed my master’s under the supervision of Shalhoub-Kevorkian. Like other Palestinian students, I frequently encountered racist and threatening statements from my Jewish-Israelis classmates, to which lecturers either turned a deaf ear or echoed with their own degrading and threatening language.

Microaggressions were ever present. Professors would claim to be disturbed by the call to prayer coming from the mosques of Issawiya — the Palestinian neighborhood adjacent to the Mount Scopus campus, and on whose lands the university has expanded over the years — but hardly minded the sound of police operations in the same area.

Palestinian students had to attend courses such as “Israel as a Jewish and democratic state,” forcing us to sit and listen to lecturers like the late Ruth Gavison talk about how Zionism is a good and just ideology, with no mention of the ethnic cleansing campaign by Zionist militias during the Nakba of 1948, or what Zionism has entailed for the native Palestinians for over a century. We also had little say when the Reznick dorms complex, which hosts the majority of Palestinian students living on campus, was used as a police training facility in 2013.

Other times, the violence took a more blatantly aggressive form. One friend of mine had his dorm room raided and was arrested on the university premises for his political activism on campus. In the 2013-14 academic year, the Student Union’s utilities and office supply shop provided Israeli security personnel with plastic zip ties to use as cuffs while arresting Palestinian students during a protest on campus.

As Palestinians, we have been forced to normalize many of these overt and covert forms of violence in Israeli academia to the extent that we can sometimes barely remember why they feel wrong. Universities may have improved their services for Palestinian students over the past decade, but the violent racial structures are still in place. To this day, many Palestinian students and staff can never truly feel that their university or college is their academic and activist home.

Professor Shalhoub-Kevorkian taught me to question these modalities of violence, not to take things as they are, and to situate the Palestinian experience in a broader and global scope of settler colonialism. She taught me to stick to the evidence and be prudent, but not to compromise on what I believe is right.

Amid a hostile environment on campus and in the city, Nadera was a home to me and other Palestinian students whom she took under her wing. She cooked with us, discussed our papers, walked with us in the Old City, taught us how to listen to the stories of people on the streets, and how to juxtapose them with data. She invited us to networking events and elevated our papers on various platforms. She pushed and still pushes us to be the best versions of ourselves.

The voice of Shalhoub-Kevorkian echoes today on American campuses. The attempts by elite universities to silence and villainize calls to stop the genocide in Gaza and demands for a free Palestine only prove that these modalities of violence are copied and transferred across borders. And like the repression on U.S. colleges, the relentless attack on Shalhoub-Kevorkian has disrupted the status quo enjoyed by Israeli academia, which for too long has pretended to allow freedom of expression while simultaneously taking an active part in the Israeli war machine and its hegemonic narrative.

By targeting people like Shalhoub-Kevorkian, the Hebrew University is teaching Palestinian scholars and students alike that there is no place for them there. The academy, after all, remains “Israeli, public, and Zionist.”


Shahrazad Odeh is a lawyer, researcher, and PhD student whose work focuses on gender ramifications in legal systems, demilitarization, and the eradication of gun violence.

https://www.jewishvoiceforlabour.org.uk/article/the-orchestrated-persecution-of-nadera-shalhoub-kevorkian/