zaterdag 5 december 2020

“Ik werd in mijn eigen kerk uitgescholden voor rotmof”

 

“Ik werd in mijn eigen kerk uitgescholden voor rotmof”

Politiek debat loopt uit de hand in kerk van ds. Axel Wicke


23 februari 2017

De Haagse dominee Axel Wicke stond gisteravond doodsangsten uit in zijn eigen Maranathakerk nadat hij door aanhangers van Thierry Baudet werd uitgescholden. “Als ik zondag weer moet preken, zal ik met een heel ander gevoel in dat gebouw staan. De kerk voelt voor mij nu niet meer als een 'veilige ruimte'."

In het kader van de komende verkiezingen was er een politiek debat georganiseerd in de Maranathakerk. Behalve Thierry Baudet (Forum voor Democratie) debatteerden Chris van Dam (CDA) en Marit Maij (PvdA) onder leiding van Jan Schinkelshoek over een aantal stellingen. 

In elkaar geslagen
“Toen ik aankwam, vreesde ik al het ergste: voor de kerk stond een grote reisbus van het Forum voor Democratie. Die hebben dus uit het hele land aanhangers naar de Maranathakerk getransporteerd.” Tijdens de eerste stelling over de Islam is het erg onrustig. “Baudet schermde met de ‘christelijke cultuur’ om duidelijk te maken dat we bang moeten zijn voor de Islam en moslims. Ik heb toen rustig uitgelegd waar het volgens mij om gaat in de christelijke traditie. Ik was me er van bewust dat het mij niet in dank afgenomen wordt als ik spreek over christelijke naastenliefde, en dat ik moslims net als joden mijn broeders noem. In zaal zaten veel jonge mannen met tamelijk kort haar. Als Duitser met een politiek verleden associeer ik die direct met types die mij in het verleden al een paar keer in elkaar hebben geslagen.”

Rotmof
Het is onrustig in de zaal. Er wordt gejoeld en geroepen door de aanhang van Baudet. “Dat mag natuurlijk allemaal. Maar in de pauze stapten enkele mannen op mij af die het noodzakelijk vonden om beledigingen mijn kant op te slingeren. Uitspraken die mij – als oorspronkelijke Duitser – als Nazi-uitspraken in de oren klonken. Iemand zei: ‘Gutmensch’ - een begrip dat door Adolf Eichman is bedacht. Iemand anders liep net te dicht langs mij heen en zei dat ik er ‘als vieze rotmof toch wel uitgeschopt zou worden’. Dat ging vergezeld van een flinke duw tegen mijn schouder.”

Trauma
Wicke ervaart de sfeer als agressief en bedreigend. “Marit Maij wilde zeggen: ‘Je zou maar Mohammed heten een stageplek zoeken.’ Die zin kon zij niet afmaken omdat er door heen geschreeuwd werd. Ik vond het een diep misselijkmakende sfeer. Er klonken rechts-radicale en fascistoïde uitlatingen die niet weersproken werden. Verschrikkelijk om mee te maken dat ik in mijn 'eigen' kerk mensen tegenkom die ik in staat acht om mij in elkaar te slaan, net als 20 jaar geleden. De kerk moet een veilige ruimte zijn voor iedereen, inclusief Baudet. Maar gisteren heb ik mijn kerk niet als veilige ruimte ervaren. Met mijn verleden heeft dat ook alle trauma’s weer opgerakeld waardoor ik gisteren ondersteboven thuis kwam.”

Axel Wicke
Predikant Axel Wicke is een Duitser die in de jaren negentig in Berlijn theologie studeert. Als student is hij ideologisch bevlogen en politiek actief. Een aantal malen maakt hij een confrontatie met extreem-rechts mee. Hij trouwt een Nederlandse vrouw en komt zo in 2006 naar Nederland. Daar wordt hij predikant in één van de PKN-wijkgemeenten in Den Haag.

Wicke wil graag afsluiten met een positieve noot: "We wilden de aanhangers van verschillende partijen met elkaar in gesprek laten gaan. Wat dat betreft was het inhoudelijk een geslaagde avond. Dat wil ik ook benadrukken, naast alles wat er fout is gegaan.”

Reactie Baudet
In het Nederlands Dagblad reageert Thierry Baudet op de vermeende misdragingen van zijn aanhangers. "Het was een fel debat, zonder wanordelijkheden. (...) Blijkbaar is er buiten het debat een onheuse bejegening geweest; daar neem ik afstand van." Baudet noemt de Maranathakerk een "heel linkse gemeente" en dat er daardoor wel een "spannende sfeer" hing.
Volgens Baudet zijn zijn aanhangers op eigen initiatief gekomen. "Ik heb aangekondigd dat ik daarnaartoe ging."

Reactie Axel Wicke (vrijdag)

Ds. Wicke gelooft niet dat de FvD-aanhangers alleen maar op eigen initiatief naar de Maranathakerk zijn gekomen, zoals Baudet stelt in het ND. "Om de hoek bij de kerk stond een grote touringcar waar drommen mensen uit kwamen die ik later in de zaal herkende als supporters van Baudet. Als je een vraag wilde stellen moest je ook je woonplaats noemen. Ik hoorde Leeuwarden, Utrecht, Haarlem... Iemand uit het publiek bedankte Thierry Baudet voor het goed geregelde vervoer. Bovendien hoorde ik van verschillende mensen dat dit vaker zo geregeld wordt."

Een politicus mag natuurlijk z'n fans meenemen. En zeker in campagnetijd mag je dat verwachten. Dus hoe naïef kun je zijn? Hadden Axel Wicke en de andere organisatoren uit de Maranathakerk hier wel aan moeten beginnen? "We moeten de hand in eigen boezem steken. We hadden het niet moeten doen. Wij dachten te naïef dat het alleen een interessante uitwisseling van ideeën zou worden."

Tekst: KlaasJan Baas
Foto: Rogier Chang (c)

https://visie.eo.nl/artikel/2017/02/ik-werd-in-mijn-eigen-kerk-uitgescholden-voor-rotmof

------------------------------------------------------------------------------

Auch Herr Knevel hat es nicht gewusst [RB]





Paul Cliteur gelooft in vrijheid – en kennelijk zo radicaal dat hij niks doet bij haatdragende berichten

 

Hoogleraar Paul Cliteur wordt omschreven als ‘verlichtingsfundamentalist’. Heeft dat hem verblind voor de haatdragende berichten in de partij waaraan hij zich heeft verbonden?

Een enkele hoogleraar aan de rechtenfaculteit van de Universiteit ­Leiden moest in de af­gelopen jaren weleens denken aan Het verraad van de intellectuelen. Het klassieke werk uit 1927 van de Franse filosoof Julien Benda is een aanklacht tegen haat als verdienmodel, tegen intellectuelen die xenofobie en ­nationalisme aanwakkeren in plaats van ze bestrijden. ‘Dat Thierry Baudet de rechtsstaat, universiteiten en media onder vuur neemt, is tot daar aan toe. Maar intellectuelen als Paul Cliteur horen daar niet achter te staan’, zegt een hoogleraar aan de Leidse rechtenfaculteit.

Precies dat is het verwijt dat collega-hoogleraren de eigenzinnige Cliteur, hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap én tot voor kort fractievoorzitter van Forum voor Democratie in de Eerste Kamer, nu maken, blijkt uit een rondgang van de Volkskrant. Hij zou te weinig afstand nemen van controver­siële uitspraken van de FvD-partijleider.

Al in de zomer van 2019, ruim voordat er antisemitische berichten en uitspraken opdoken van de jongerenafdeling van FvD en van partijleider Baudet, ­spraken collega’s hun zorgen uit bij de koffieautomaat. Een van hen: ‘Toen ik Baudet hoorde zeggen dat er geen on­afhankelijke rechtspraak in Nederland is, terwijl Nederland juist bij de top van de wereld hoort, vond ik dat ongepast. En Cliteur is nota bene een van de gezichten van zijn partij.’

De bestuurscrisis bij FvD heeft ook ­geleid tot een crisissfeer binnen de rechten­faculteit in Leiden. Zestien hoogleraren ondertekenden een open brief tegen ‘antisemitisme, racisme en discriminatie of het normaliseren daarvan’. Rector magnificus Carel Stolker noemde het patroon van antisemitisme rond FvD ‘uiterst zorgelijk’ en vond dat ook Paul Cliteur erdoor geraakt werd.

De univer­siteit kondigde maandag, mede vanwege de ‘grote onrust’, een ­onderzoek aan naar ‘antisemitisme binnen een afdeling van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid’ en verbood betrokkenen om ondertussen met de buitenwereld te spreken.

Wat verwijten collega’s Paul Cliteur? En hoe verhoudt kun kritiek zich tot de ­academische vrijheid waarin alles ­gezegd en gedoceerd moet kunnen ­worden?

Cliteur staat aan de basis van een conservatieve beweging die voor het eerst in 2000 serieus van zich liet horen, toen de Edmund Burke Stichting werd opgericht, vernoemd naar de Ierse denker die ageerde tegen de Franse Revolutie. Oprichters en leden van het eerste uur ­waren Joshua Livestro, Andreas Kinneging, Bart Jan Spruyt, Michiel Visser en Cliteur. Frits Bolkestein was een inspirator op de achtergrond.

Het was tijd voor een ‘conservatieve ­revolutie’, stelden zij vast, tegen de babyboomers, de geest van ’68 en het cultuurrelativisme. Die revolutionaire taal was opmerkelijk; in de geest van Burke zijn conservatieven voor een gematigde vooruitgang. Maar wie strijdt tegen een revolutie die al geslaagd is, zo schreef Cliteur in NRC Handelsblad in 2001, en ‘de waarden van de babyboomers wil ontmaskeren, heeft niets minder dan een ­revolutie nodig.’

Cliteur mengde zich in die jaren vurig in het publieke debat, onder meer in ­Buitenhof en zijn column in Trouw, maar vlak voor de moord op Theo van Gogh trok hij zich terug. De ‘demoniserende kritiek’ van links was te veel, hij voelde zich niet veilig. Ruim tien jaar ­later, na de aanslag op Charlie Hebdo in 2015, meldde hij zich weer als opinie­maker. In 2015 werd hij lijstduwer voor Forum.

Conservatief en liberaal gedachtengoed

Cliteur is al jaren het hoofd van de afdeling encyclopedie van de rechtspraak aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Zijn werkkamer huist op de zolderverdieping van het ­Kamerlingh Onnes Gebouw. Achter een gepantserde deur met toegangscode werkt een aantal hoogleraren, onder wie rechtsfilosofen Cliteur, Kinneging en ­Afshin Ellian, die vanwege zijn islam­kritische teksten zwaar wordt beveiligd.

Dit gezelschap viel in overwegend ­progressieve academische kringen al snel op. Vanwege het conservatieve en ­liberale gedachtengoed dat zij – ondanks verschillen onderling – uitdragen en dankzij geruchtmakende promovendi die op de afdeling tot wasdom zijn ge­komen, is er een beeld ontstaan van het ‘Leidse gangetje’: een afgesloten biotoopje waar academici elkaar zouden aansteken met dezelfde ideeën.

De afdeling wordt soms ‘het klasje van Cliteur’ (Elsevier) genoemd, en door ­critici ‘de boreale broedplaats’ (Henk ­Otten in de Baudet-biografie Mijn ­meningen zijn feiten) of het ‘Leidse radi­caliseringsbolwerk’ (Sander Philipse op Joop.nl). ‘Hou even op!’, twitterde Stolker in reactie op die laatste typering. ‘Met zo’n 85 hoogleraren en ik weet niet hoeveel andere docent-onderzoekers en staf wordt in Leiden nog echt gedebatteerd!’

Stolker doelde op de gehele rechten­faculteit. Op de afdeling van Cliteur zitten een handjevol hoogleraren en zo’n 25 medewerkers. Opvallende promovendi zijn Machteld Zee, die een proefschrift schreef over shariarechtspraak in Engeland, Geerten Waling, Raisa Blommestijn, Eva Vlaardingerbroek, die haar promotie opgaf om de politiek in te gaan, maar onlangs alweer opstapte bij FvD, en Thierry Baudet.

De laatste noemde Cliteur een ‘levenslange vriend en mentor’, en zei in NRC Handelsblad dat hij zonder Cliteur advocaat of bankier was geworden. Op zijn beurt zei Cliteur over Baudet in een interview: ‘Thierry Baudet is een originele ­denker en heeft een hele hoop dingen zelf op de rails gezet die ik echt niet ­gesouffleerd heb, maar ik heb een beetje geholpen, hoop ik dan maar.’

Kinneging attendeerde Baudet op de zomerscholen van de Edmund Burke Stichting, die hij in 2006 bijwoonde, met als thema het ‘verval van het Westen’. Werkelijke verandering zou worden bewerkstelligd door middel van een ideeënstrijd, vandaar de zomerscholen, een idee dat Baudet kopieerde bij ­Forum. Jonge mensen moesten worden klaar­gestoomd met grote denkers en de oude waarden van het goede leven: klassieke muziek, sport, de jacht, wijn proeven.

Als er al een ideologische lijn is te trekken tussen Cliteur, Kinneging, Ellian en Baudet, dan is het dat de westerse  ­beschaving ten onder gaat en wordt ­bedreigd door elementen van binnen (babyboomers, cultuurrelativisme, -marxisme) en van buiten (immigratie, ­islam, de EU). Baudet gaat daar vaak nog net iets verder in, zo zei hij dat het Westen ‘lijdt aan een culturele auto-immuunziekte’ en dat de elite moet worden ‘vervangen’.

Er zit een radicaal element in het werk van Cliteur, zegt politicoloog Merijn ­Oudenampsen, die zich in zijn proefschrift De conservatieve revolte boog over diens werken. ‘Als je serieus gaat stellen dat onze beschaving wordt bedreigd en dat onze instituties ons niet kunnen ­beschermen, dan kunnen bepaalde mensen concluderen dat eigenrichting nodig is, bijvoorbeeld met geweld.’

Verschillen tussen deze denkers zijn er zeker. Zo trekt Kinneging vaak van leer tegen de Verlichting, terwijl Cliteur omschreven wordt als ‘verlichtingsfundamentalist’ en ‘evangelisch atheïst’, hij vindt monotheïstische religies zelfs onverenigbaar met de democratie. Baudet grijpt terug op de Romantiek, waarbij de natie als één lichaam wordt gezien, ­geworteld in een christelijke traditie.

De verschillen zijn onderling zo groot, stellen ingewijden in Leiden, dat het onterecht is dat de medewerkers van deze afdeling op één hoop worden gegooid en verdacht gemaakt. Lastig is daarbij dat verdenkingen van antisemitisme vermengd dreigen te raken met de discussie over wellicht radicale denkbeelden. Van antisemitisme zou in elk geval geen sprake zijn.

‘Als Cliteur antisemitisch was, had ik hem een schop onder zijn kont gegeven, maar dat is hij niet’, zegt Ellian. De focus van het onderzoek van de universiteit vindt hij verkeerd. ‘De vraag is niet of ­Cliteur antisemitisch is, maar of hij na­latig is geweest bij berichten over anti­semitisme binnen Forum.’

Dat de universiteit spreekt over een onderzoek naar een specifieke afdeling vindt hij ‘een verkeerde woordkeuze’, waardoor er ‘spookverhalen’ ontstaan over een hele afdeling. Ellian: ‘Kijk naar de feiten. Naar mijn weten is er maar één actief lid van FvD op de hele rechtenfaculteit. Er lopen ook GroenLinksers en CDA’ers rond.’

‘De buitenwereld ziet die club wellicht als een eenheid, maar het tegendeel is het geval’, zegt Rick Lawson, professor Europees recht, die de open brief ook ondertekende. ‘Er zijn allerlei collega’s die onderling enorm van elkaar verschillen. Kenners van Hegel en Kant, menigeen verbijt zich al jaren over de opleving van vreemdelingenhaat en intolerantie.’

Gebrek aan pluriformiteit

Kritiek op het gangetje zien de ­bewoners ervan vooral als een gevolg van het progressieve klimaat op universiteiten en de intolerantie voor afwijkende meningen. ‘Linkse circuits benoemen ­elkaar’, zei Kinneging in 2006 in NRC ­Handelsblad. ‘Er is een groot gebrek aan pluriformiteit. Hier zijn eindelijk eens een paar mensen aangenomen met andere opvattingen. Het is dan een gotspe om te zeggen ‘is het niet een beetje veel’.’

De kritiek gaat er niet om of Cliteur en zijn afdeling ‘gewoon rechts’ kunnen zijn, zegt Oudenampsen. ‘Als ze zo rechts-conservatief zouden zijn als sommige academici linksig zijn, zou dat geen probleem zijn. Er zouden wat mensen over klagen, meer niet. Het gaat vooral om de mogelijkheden die in hun werk besloten liggen tot radicale daden, de intolerantie richting bepaalde minderheden.’

Voor antisemitisme is in het werk van Cliteur geen bewijs te vinden, zegt ­Oudenampsen. ‘Maar zijn theorie over cultuurmarxisme heeft een sterke ­parallel met antisemitisch denken uit de ­jaren twintig en dertig. Ik zou zeggen dat de stap naar antisemitisme klein is als je zo in vijanden denkt die een ­cultuur van binnenuit bedreigen.’

Het open debat en academische vrijheid zijn de waarden die Cliteur het allerhoogst heeft zitten. In de geest van Voltaire – ‘Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen’ – distantieert hij zich bijna nooit van verwerpelijke opvattingen, ook niet als die onder medestanders opduiken. Op GeenStijl noemde de Leidse promovendus Machteld Allan Cliteur ‘soms zo liberaal dat het bijna nihilistisch wordt’.

Het is een van de redenen waarom Cliteur niet thuis geeft als collega’s zich vanaf het voorjaar bij hem melden met zorgen over extreme uitspraken van Baudet, blijkt uit een reconstructie van de Volkskrant. Een universitair docent die eerder bij Cliteur promoveerde is de eerste die naar de hoogleraar stapt. Hij uit zijn zorgen over nazistische symboliek in Baudets teksten. Cliteur vindt de interpretatie vergezocht. De docent zou hem gevraagd hebben een onderzoek te beginnen. ­Cliteur vindt dat hij, als prominent lid van FvD, niet de aangewezen persoon is.

Daarna bereiken Cliteur nieuwe zorgen over uitspraken die Baudet in de privésfeer doet. De hoogleraar, die navraag doet bij een ontkennende Baudet, vindt dat het niet aan hem is om ermee naar buiten te treden. Hij wil de privacy van betrokkenen niet schaden en kan de uitspraken niet verifiëren. Als daarna ook twee anderen zich bij hem melden, volgt in de zomer een gesprek met universitair docent Bas van Bommel, een oude vriend van Baudet. Cliteur en Van Bommel praten een uur in een ­restaurant in Amstelveen.

Van Bommel vertelt over schokkende antisemitische uitspraken die Baudet tijdens dinertjes heeft gedaan. Zo sprak Baudet, zoals GeenStijl citeerde, over Europa als een ‘blanke beschaving’ waarin Joden een ‘parasitaire cultuur’ vormen, die nog steeds op belangrijke posities macht en invloed uitoefenen. Over de Holocaust zei hij: ‘Áls het allemaal echt gebeurd is.’

Cliteur vraagt opnieuw na bij Baudet, die wederom ontkent, en koppelt dat ­terug aan Van Bommel. Die vindt dat de hoogleraar het niet serieus aanpakt. ­Cliteur wil niet interveniëren in zaken die hem niet aangaan en waarvan hij twijfelt of ze juist zijn. Net als tegen de docent zou hij tegen Van Bommel hebben gezegd dat het zijn eigen verantwoordelijkheid is om met de zorgen naar buiten te ­treden.

Van Bommel en Cliteur willen beiden niet op het gesprek reageren. Cliteur laat weten dat hij een ‘spreekverbod’ heeft zolang het onderzoek van de ­universiteit gaande is.

Eind november lekken voor de tweede keer antisemitische berichten uit appgroepen van JFvD uit. Een paar dagen later verschijnt ook een verslag van een FvD-bijeenkomst waarbij ­Baudet zegt: ‘Bijna iedereen die ik ken, is antisemiet.’

Cliteur zegt in reactie daarop in Trouw dat hij solidair is met Baudet ‘en zijn ­ideologische lijn’. Later voegt hij daar zelf op de site van De Dagelijkse Standaard aan toe: ‘Vanzelfsprekend onderschrijf ik niet de kwalijke berichten die opduiken in appgroepen van jongeren of die sommigen menen te hebben gehoord van Baudet in private situaties.’

Voor verschillende medewerkers van de rechtenfaculteit is dan de maat al vol. Twee van hen stellen een open brief op waarin ze schrijven dat ‘eens te meer zichtbaar is geworden dat antisemitisme, vreemdelingenhaat, antidemocratische en antirechtsstatelijke opvattingen in bepaalde kringen volstrekt normaal of op zijn minst acceptabel lijken te zijn’, en mailen die naar collega’s.

Ook Cliteur krijgt de oproep in zijn mailbox. Als een van de eersten vult hij het reactieformulier in om zijn steun uit te spreken. Maar die steunbetuiging wordt nooit openbaar. Het is andermaal een bevestiging van de status aparte van de Leidse hoogleraar.

Paul Cliteur en Andreas Kinneging onderhouden nauwe banden met De Blauwe Tijger, de conservatieve uitgeverij en het mediabedrijf van Tom Zwitser. Cliteur heeft een boek bij De Blauwe Tijger uitgegeven, gaf blurbs voor boeken van anderen en heeft interviews voor het YouTube-kanaal afgenomen. Kinneging hield een jaar geleden een speech bij de opening van Blue Tiger Studio. ‘Onze Macher’, noemde hij Zwitser. In het recente dreigingsbeeld van NCTV wordt De Blauwe Tijger expliciet genoemd als een factor in de ‘verharding’ van de samenleving: ‘Zo doneert de ultraconservatieve uitgeverij De Blauwe Tijger, een doorgeefluik van anti-overheidspropaganda, nepnieuws en complottheorieën, geld aan een boerenactiegroep.’


woensdag 2 december 2020

CIDI en NIW zagen antisemitisme Baudet door de vingers

 



OPINIEANTISEMITISME BAUDET

Opinie: CIDI en NIW zagen antisemitisme Baudet door de vingers

Antisemitisme van rechtse en uiterst-rechtse medestanders van NIW en CIDI wordt genegeerd, gebagatelliseerd of door de vingers gezien, als ze maar ‘pro Israël’ zijn, schrijft journalist Hella Rottenberg.

Eva Vlaardingerbroek, Nicki Pouw-Verweij, Hans Smolders, Theo Hiddema, Frederik Jansen, Thierry Baudet en Wybren van Haga (vlnr) tijdens de presentatie van de eerste tien kandidaten van Forum voor Democratie (FVD) voor de Tweede Kamerverkiezingen.Beeld ANP

De ontmaskering van Thierry Baudet en zijn Forum als antisemitisch heeft ook bij Esther Voet van het Nieuw Israëlietisch Weekblad en Hanna Luden van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) ontsteltenis teweeg gebracht. Esther Voet schreef in een tweet dat ze de onlangs naar buiten gebrachte uitspraken van Baudet ‘afgrijselijk’ vond, er ‘geen woorden voor’ had en ‘echt, echt niet’ begreep waarom Eva Vlaardingerbroek en Nicki Verweij zo lang hadden gewacht met hun protest. 

In Trouw van afgelopen donderdag bezwoer Hanna Luden dat tirades van Baudet en PVV’er Martin Bosma tegen George Soros ons niet onverschillig mochten laten. Goed dat het CIDI en NIW ons wijzen op oprispingen van antisemitisme.

Alleen zijn ze daar laat mee in het geval van Forum, waar de bruine walm al jaren van af sloeg. Dat heeft een reden: elke partij die standpunten huldigt waarmee de Israëlische regering tevreden kan zijn, krijgt enthousiaste steun van het CIDI en het NIW. Het CIDI en het NIW hellen in hun sympathie vanzelf naar rechtse en uiterst rechtse partijen in Nederland, want die hebben – anders dan links – geen moeite met de bezettingspolitiek van de Israëlische regering.

Forum kon rekenen op grote welwillendheid van het NIW en het CIDI. Eerder dit jaar mocht Baudet zich in het NIW verweren tegen aantijgingen van antisemitisme (‘fabricatie’ en ‘demonisering’). En vorig jaar al vond CIDI-medewerker Van Koningsveld dat Forum keurig schoon schip had gemaakt.

Zowel Esther Voet als Hanna Luden heeft Annabel Nanninga haar grove anti-Joodse tweets niet kwalijk genomen en ze als sarcastische grappen geaccepteerd. Nu staan Voet en Luden vooraan om Nanninga te prijzen voor haar dapper verzet tegen Baudet, want het zou toch zonde zijn als er kritiekloze stemmen voor Israël met de ondergang van Forum of een opvolgerspartij verloren gingen.

De vernauwde blik waarmee het CIDI en het NIW de Nederlandse politiek beschouwen, vertekent hun kijk op het antisemitisme. 

Antisemitisme van rechtse en uiterst-rechtse medestanders wordt genegeerd, gebagatelliseerd of door de vingers gezien, als ze maar ‘pro Israël’ zijn. 

Van linkse critici van Israël en moslims wordt elk woord gewogen, als het kan wordt er een rel getrapt en nooit wordt er iets vergeten of vergeven.

Er is alle reden om antisemitisme scherp in de gaten te houden, of het nu komt van links, rechts, moslims of christenen. Maar daarbij moeten we ons niet laten leiden door het CIDI en het NIW, twee clubs die zich bij uitstek deskundig achten, maar die zich door hun partijdigheid diskwalificeren.

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-cidi-en-niw-zagen-antisemitisme-baudet-door-de-vingers~b1053259/

 


Cliteur onder vuur op universiteit

 


Cliteur onder vuur op universiteitUniversiteit Leiden 

De crisis bij Forum voor Democratie is overslagen naar de Leidse rechtenfaculteit. „Een blamage” voor de universiteit van Cleveringa.

Annabel Nanninga (FVD) en Paul Cliteur (FVD) tijdens de eerste plenaire vergadering in de Ridderzaal.Foto Bart Maat/ANP 

Wie rector-magnificus Carel Stolker van de Universiteit Leiden de laatste jaren vroeg of hij het wel kies vond was dat hoogleraar Paul Cliteur senator was van Forum voor Democratie, kreeg vaak als antwoord: „Dat wordt me nou nooit gevraagd over Ruud Koole, onze hoogleraar politicologie die voor de PvdA in de Eerste Kamer zit.” En dan benadrukte hij de lijfspreuk van de dit jaar 445 jaar ouder universiteit: ‘Praesidium Libertatis’, bolwerk van vrijheid.

Bescherming van de academische vrijheid is zo’n beetje de belangrijkste beleidslijn van rector Stolker, die in februari afscheid neemt: aan de Leidse universiteit moet alles onderzocht, gezegd, geschreven en gedoceerd kunnen worden – zolang je de wet niet overtreedt natuurlijk.

Dus ja, Paul Cliteur, sinds 2004 hoogleraar Encyclopedie van de Rechtswetenschap en sinds 2016 prominent actief voor FVD past volgens de baas van de universiteit uitstekend in het Praesidium Libertatis.

De afdeling van Cliteur staat binnen de rechtenfaculteit al jaren bekend als het ‘conservatieve blok’ van de universiteit. Hier op de tweede etage van het statige Kamerling Onnesgebouw aan de Steenschuur leidt hij, met Afshin Ellian de afdeling Encyclopedie van de Rechtswetenschap. Ernaast zetelt ‘Rechtsfilosofie’ van professor Andreas Kinneging. Door collega’s wordt de gang van het drietal schertsend de ‘gesloten afdeling’ genoemd. Een bijnaam met een nare bijsmaak: de gang is extra beveiligd omdat Ellian wegens zijn islamkritiek al jaren bedreigd wordt.

Hier wordt conservatisme onderzocht en onderwezen. Hier ontstond de conservatieve Burke Stichting, die het conservatisme wilde ontdoen van zijn negatieve connotatie. Een keur aan promovendi trok voorbij, onder wie ook Thierry Baudet die in 2012 bij Cliteur promoveerde op het EU-kritische proefschrift De aanval op de natiestaat.

Broedplaats

Critici noemen het wel een broedplaats voor radicaal, conservatief gedachtegoed, waar studenten niet alleen worden beoordeeld op juridische kennis of redeneringen maar ook opvattingen krijgen ingeprent. De leiding van de universiteit heeft de afdeling van Cliteur altijd z’n gang laten gaan onder de vlag van academische vrijheid.

Dat ligt sinds dit weekend anders. Het was de rector zelf die op zaterdag liet zien dat de vlam van de interne partijtwisten bij Forum was overgeslagen naar de juridische faculteit in Leiden, de werkkring van Paul Cliteur. „Het verwijt van een patroon van antisemitisme rond FVD is uiterst zorgelijk en raakt daarmee ook Paul Cliteur”, berichtte hij zaterdagmiddag op zijn Twitteraccount. Op maandag kondigde het college van bestuur een onderzoek aan naar „beschuldigingen van antisemitisme binnen een afdeling van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid”.

Stolker reageerde ermee op een oproep van docent kunstgeschiedenis Lieke Smits aan dezelfde universiteit. „Ik hoop en verwacht dat mijn werkgever zich distantieert van (de ideeën van) Paul Cliteur. Racisme mag geen gemeengoed zijn aan de universiteit, ook niet onder het mom van vrijheid van meningsuiting.”

Aanleiding van de aantijgingen waren allereerst de extremistische uitlatingen onder de jongerentak van FVD, die de bestuurscrisis in gang hadden gezet, en vervolgens die van partijleider Baudet zelf, die kort daarop in het nieuws waren gekomen. Cliteur had zich vorige week dinsdag dan wel met onmiddellijke ingang teruggetrokken uit de Eerste Kamer, maar zegde zijn partijlidmaatschap niet op en bleef zijn partijleider trouw. „Ik ben solidair met Baudet en zijn ideologische lijn”, zei hij donderdag in een toelichting in Trouw. Op sociale media brandde snel de kritiek los.

De timing van de ophef en de inhoud van de beschuldiging aan het adres van Cliteur waren voor de Universiteit Leiden buitengewoon pijnlijk. Het was 26 november. Dat is voor de Universiteit Leiden een historische dag met een bijzondere lading. In Leiden, elders in het land en in het buitenland komen medewerkers, studenten en alumni bijeen voor de Cleveringalezing.

Met die jaarlijkse toespraak herdenkt de universiteit de vermaarde hoogleraar Rudolph Cleveringa, die op 26 november 1940 als decaan van de rechtenfaculteit in een moedige rede openlijk protesteerde tegen het ontslag van de joodse medewerkers van de universiteit, met name dat van zijn leermeester, professor Eduard Meijers.

Scherpe afkeuring

In Leiden was de reactie van hoogleraar rechtsfilosofie Wouter Veraart aan de Amsterdamse VU hard aangekomen. Hij reageerde op zijn LinkedIn-pagina met scherpe afkeuring op Cliteurs interview in „de verzetskrant Trouw”. „Wat griezelig. Wat een blamage voor een Leidse rechtenfaculteit. Wat respectloos ten opzichte van de eigen, altijd zo opzichtig beleden Leidse Cleveringa-herdenking. Wat een treurnis.”

Vrijdag schreef een aantal Leidse hoogleraar-juristen een open protestbrief, die zondag online kwam. Zonder hun collega bij naam te noemen was het duidelijk dat de oproep tegen Cliteur gericht was. „De Cleveringarede valt dit jaar samen met het moment dat in Nederland eens te meer zichtbaar is geworden dat antisemitisme, vreemdelingenhaat, antidemocratische en antirechtsstatelijke opvattingen in bepaalde kringen volstrekt normaal of op zijn minst acceptabel lijken te zijn geworden.”

Na jaren van stilzwijgend accepteren dat de inmiddels Leidse rechtsgeleerde Paul Cliteur zo’n prominent volger was van de controversiële en steeds radicaler worden politicus Thierry Baudet, lijkt de ban gebroken en wordt Cliteurs handelen – of juist níét ingrijpen op foute elementen in zijn partij – nu openlijk gehekeld. De grens van academische vrijheid heeft hij volgens een aantal van zijn collega’s overschreden.

Cliteur zelf mag niet ingaan op het tegen hem ingestelde onderzoek. „Ik heb op het ogenblik een beetje zwijgplicht”, reageert hij kort per app. „Maar ik hoop weer snel vrij te kunnen spreken en schrijven. Want dat was de reden waarom ik het zo naar mijn zin heb aan de universiteit. De universiteit van Cleveringa tenslotte.”

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/12/01/cliteur-onder-vuur-op-universiteit-a4022270

-----------------------------------------------------------------

       Mijn commentaar :


1. "Too little, too late" om een recente qualificatie van de ex-FvD raciste Nanninga - de producent van antisemitische en anti-islamitische teksten - te citeren, omdat bij voorbeeld al sinds jaar en dag in het publieke domein - dus inclusief bij RM RUL Stolker en bij de mentor en promotor van Baudet, hoogleraar RUL en ex-FvD senator Cliteur - bekend is, dat Baudet (nog afgezien van zijn racistische stellingen over een vermeende dreigende "omvolking" en "homeopathische verdunning" van de witte Europese populatie) zich openlijk heeft geëncanailleerd met lieden (als Jean-Marie Le Pen), die niet alleen de holocaust ontkennen en het nazisme verdedigen / verheerlijken, maar tevens bekend staan om hun (aanzetten tot) Jodenhaat en Islamietenhaat en Cliteur daar nooit (noch in zijn capaciteit van hoogleraar noch als FvD politicus)  stelling tegen heeft genomen.


2. Bovenstaande gaf  mijn eerste vaststelling weer na de tweet van Stolker op zaterdag jl, waarin hij reageerde op (de reactie van RUL medewerker Lieke Smit op) het Trouw interview van 25 november met Cliteur.


3. Nu maandag 30 november door het RUL bestuur - mede onder druk van de open protestbrief van een aantal hoogleraren van de Leidse faculteit rechtsgeleerdheid - is besloten tot een onderzoek terzake, blijf ik herhalen, dat dit onderzoek zeker "too late" blijft en of het "too little" is, zal blijken wanneer de uitkomst van dat onderzoek zal voorliggen.  




maandag 30 november 2020

Zonder Paul Cliteur was Baudet bankier geworden

 

Zonder Paul Cliteur was Baudet bankier geworden

Profiel Is professor Paul Cliteur de mentor van de nieuwe politieke oppositie? Hij heeft een hele generatie politici, wetenschappers en opiniemakers geïnspireerd.

Het begon met een boekenclub. Als jonge rechtenstudent nodigde Thierry Baudet ooit de Leidse professor Paul Cliteur uit voor een voordacht bij zijn leesgroepje. „Ik kende hem alleen van zijn boeken”, zegt Baudet. „Hij bleek een van de scherpste denkers die ik ooit had ontmoet.”

Een paar dagen later stuurt Cliteur hem een proefdruk van zijn nieuwe boek, Moreel esperanto (2007). Baudet stuurt het terug, ongevraagd, voorzien van commentaar. Precies het soort actie dat Paul Cliteur wel kan waarderen.

De twee gaan uit eten. Cliteur vraagt Baudet om bij hem te promoveren. Het was Paul Cliteur (61), hoogleraar ‘Encyclopedie van het recht’ aan de universiteit Leiden, die Baudet politiek „de ogen opende”. Cliteur werd, op zijn beurt, lijstduwer bij Baudets partij Forum voor Democratie. Kort daarvoor schreven ze voor Geert Wilders het rapport ‘Echte democratie’, een pleidooi voor bindende referenda. Het werd een van de kernthema’s van FvD. Actueel nu het nieuwe kabinet het referendum de nek omdraait. Baudet wil daar een referendum over organiseren.

„Als Paul niet op mijn pad gekomen was? Dan was ik advocaat geworden”, zegt Baudet. „Of bankier.”

Zoals Baudet is een hele generatie jonge Leidse politici, wetenschappers en opiniemakers beïnvloed door Paul Cliteur. Ze vormen de intellectuele kern van de ontloken nieuw-rechtse beweging in Nederland. Weekblad Elsevier spreekt van het ‘klasje van Cliteur’.

Religieus terrorisme

Zijn promovendi roemen Cliteurs „open geest” en kritisch denkvermogen. „Een van de interessantste denkers van Nederland” op het gebied van vrijheid van meningsuiting en religieus terrorisme, zegt de Leidse rechtsfilosoof Bastiaan Rijpkema, die ook bij Cliteur promoveerde.

Maar in andere kringen wordt Paul Cliteur juist verguisd. Rechtsfilosofen van andere universiteiten over Cliteur te spreken krijgen, bijvoorbeeld, is een opgave. „Nee, u mag mij niet bellen”, mailt de één. „Vriendelijke kerel, daar wil ik het bij laten”, zegt een ander. Of een Amsterdamse ambtgenoot: „Hoe minder over deze man gezegd wordt, hoe beter. Hij is een gevaar.”

Het lag niet altijd voor de hand dat Cliteur in de wetenschap zou belanden. In elk geval niet als hij in de jaren 70, zoon van een drukker uit Amsterdam, gitaar speelt in rock-’n-roll-bandjes. Eén ervan, Zenit, richt hij op met Robert ten Brink, inmiddels bekend als tv-presentator. „Paul was altijd al een rare snuiter”, zegt Ten Brink telefonisch. „Altijd aan het lezen. Voltaire. Op zijn zestiende vroeg hij een boekenkast voor zijn verjaardag, maar school deed hem niets.”

Paul Cliteur.
Foto Roger Cremers

Cliteur is een zelfverklaard „stapelaar”. Van de mavo gaat hij naar de havo, dan de ‘heao’. Om toch filosofie te kunnen studeren, moet hij een andere studie als hoofdrichting kiezen. Dat wordt, met tegenzin, rechten.

Hier wordt de denker wakker. De driehoek van verlichtingsfilosofie, recht en conservatisme komt in 1989 samen in zijn promotieonderzoek Conservatisme en cultuurrecht. „Een indrukwekkend werk van 600 pagina’s”, zegt socioloog Merijn Oudenampsen, wiens eigen net afgeronde promotieonderzoek ingaat op het proefschrift van Cliteur.

Dan al wordt duidelijk: rechtsfilosofie is politiek bij Cliteur. Oudenampsen: „Dit was 200 pagina’s over het recht, en 400 pagina’s over conservatisme.” Dat is aan universiteiten in het buitenland veel gebruikelijker, zegt Oudenampsen, op een politieke manier wetenschap bedrijven. „Hier valt dat op.”

Eind jaren 80 voegt Paul Cliteur zich bij de VVD. Hij wordt curator bij de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD. Hij laat zijn invloed gelden. Cliteur wordt „het liberaal geweten van de VVD” genoemd.

Belerend brilletje

Paul Cliteur opinieert met een felheid die in academische kringen ongekend is, in kranten, met een column in Trouw en vanaf 2001 met een invloedrijke gesproken rubriek in het discussieprogramma Buitenhof. Het levert hem grote bekendheid op en vrienden, maar ook vijanden.

Met zijn „19de eeuwse vrijdenkersbaardje, zijn belerende brilletje” (dixit columnist Maarten Huygen, NRC Handelsblad14 december 2001), zijn heldere taal en hoge geaffecteerde stem, is hij een zeer herkenbaar figuur.

„De spannende jaren”, noemt socioloog Dick Pels die tijd. Hij treft Cliteur regelmatig in debat, „altijd een enorme uitdaging”. Grote geschilpunt: de multiculturele samenleving. Pels beschouwt Cliteur als een exponent van het „liberaal conservatisme”, dat de progressieve verworvenheden van het Westen inkapselt in een nieuw soort nationalisme.

Maar waar zijn conservatieve vrienden zich beroepen op de ‘joods-christelijke traditie’, grijpt Cliteur terug op de Verlichting als bron van de westerse beschaving. Alle monotheïstische religies staan volgens Cliteur op gespannen voet met democratie en rechtsstaat en dragen daardoor de belofte van geweld in zich. De islam loopt daarin volgens hem voorop – die moet nog door de Verlichting heen. „Paul Cliteur was, en is, een evangelistisch atheïst”, zegt Frits Bolkestein, oud-VVD-leider. „Daarin verschillen wij.”

Een van Cliteurs hoofdthema’s is de multiculturele samenleving. Hij hekelt ‘cultuurrelativisten’ die alle culturen gelijkwaardig achten: mensen zijn dan wel gelijk, pleit hij, culturen toch zeker niet. Er zijn immers culturen die de gelijkheid van mensen niet erkennen. Hij schrijft er verschillende boeken over, waaronder Moderne Papoea’s (2002).

Cliteur bewondert Bolkestein, die hij een „geestverwant” noemt, maar met diens vertrek ziet hij de conservatieve inborst uit zijn partij verdwijnen. In 2000 vertrekt hij bij de VVD. Als zijn Leidse ambtgenoot Andreas Kinneging samen met een paar gelijkgestemden de Edmund Burke Stichting opricht, een conservatieve denktank naar Amerikaans model, sluit Cliteur zich snel aan. Doel: het verspreiden van het conservatieve gedachtengoed, nu de klassieke partijen dat volgens hen vertikken.

Conservatief is bij Cliteur een rekkelijk begrip. In 2004 wordt hij lijstduwer bij de Europese verkiezingen voor de Partij voor de Dieren – dierenrechten, ook al jaren een speerpunt.

De ‘spannende jaren’ komen met de moord op Theo van Gogh in november 2004 tot een bloedig einde. „Het laatste zetje”, verklaart hij, waren bedreigingen aan het adres van Bart-Jan Spruyt, zijn „goede vriend” en mede-oprichter van de Edmund Burke Stichting. Cliteur trekt zich terug uit het ‘minderhedendebat’. Hij geeft zijn tv-column op.

„Ik ga me nu lekker wijden aan het schrijven van mooie boeken in het klooster van de academie”, zegt hij tegen de Leidse universiteitskrant Mare. Een van de opvallendste stemmen op rechts verstomt.

Occidentofobie

Afgelopen augustus jaagt Paul Cliteur half intellectueel Nederland in de gordijnen met een column over ‘occidentofobie’, haat tegen de westerse cultuur. Aanzetten tot occidentofobie moet strafbaar worden, aldus de rechtsfilosoof. „Cliteur is terug van weggeweest”, zegt Dick Pels.

De omslag kwam in januari 2015, zegt Cliteur zelf, met de aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo. Hij zag er de bevestiging in van waar hij altijd al voor waarschuwde: de radicale islam is de grootste bedreiging voor het Westen.

In 2016 verdedigt hij Geert Wilders’ recht op vrije meningsuiting tijdens de rechtszaak tegen de PVV-lijsttrekker. Hij keert ook weer terug naar Buitenhof, waar hij in september 2016 betoogt dat er voor de politieke islam geen plek mag zijn in Nederland: antidemocratische ideeën horen niet thuis in een weerbare democratie. Zijn tegenstanders zeggen: Cliteur bepleit radicale vrijheid, maar niet voor iedereen.

Zijn lijstduwerschap van Thierry Baudets Forum voor Democratie voedt de achterdocht. Maar voor Cliteur is het logisch betrokken te zijn bij wat hij ziet als de politieke uitwerking van Baudets proefschrift. Ze zijn het niet over alles eens: Baudet is positiever over het christendom, Cliteur is meer ,,een Verlichtingsman’’, aldus Baudet zelf.

Ondertussen leeft Cliteur zich uit in columns voor nieuws- en opiniewebsite The Post Online. Die over occidentofobie is „deels een grapje”, een ironische omkering om de absurditeit te tonen van beperkingen van de uitingsvrijheid. Maar niet iedereen heeft dit door: tegenstanders zien de column als de nieuwste manifestatie van Het Gevaar Cliteur.

Zelfs als iemand hem voor nazi of fascist uitmaakt, laat hij dat van zich afglijden

Dit soort misverstanden heeft weinig invloed op Cliteurs humeur. „Hij is een opgeruimd type’’, zegt Geerten Waling, postdoc bij Geschiedenis in Leiden. „Zelfs als iemand hem voor nazi of fascist uitmaakt, laat hij dat van zich afglijden.”

Bovendien neemt de rechtsfilosoof juist graag controversiële standpunten in. „Er heerst in de wetenschap veel dogmatiek”, zegt Waling. „Zo’n beetje iedereen is het op grote lijnen met elkaar eens. Cliteur is niet zo. Hij steunt juist de afwijkende meningen, of het nu gaat om mensenrechten, dierenrechten, religie of cultuur.”

Geen gezemel

Als rechtsfilosoof moet hij scherpe stellingen innemen, vindt Cliteur. Intellectuelen hebben volgens hem „de plicht” om gelijk te hebben, zegt hij. Geen gezemel met nuances, met ‘zo kun je het ook zien’ of ‘ja, maar dat vind jij’ – nee, gelijk.

Tegenstanders, met name uit de wetenschap, frustreert dat mateloos, zegt socioloog Pels. „Hij is de profeet van de ratio, van het gelijk. Daar zit iets onverzoenlijks in.”

Zo is hij nu, en zo was hij vroeger als tiener in Buitenveldert met zijn bos weelderige krullen. „Paul had een vriendinnetje, Elsbeth”, herinnert Robert ten Brink. „Dat was nogal wat, wij hadden dat niet. Maar Paul… Na het lezen van een of ander boek besloot hij tot een filosofisch experiment. Hij wilde bewijzen dat de onbaatzuchtige liefde niet bestond. Dus hij schoor zijn hoofd kaal en belde bij haar aan.” En? „Elsbeth maakte het uit, natuurlijk. Maar Paul was niet verdrietig. Integendeel: glunderend kwam hij terug. ‘Zie je nou, ik had gelijk!’ Dat is Paul Cliteur.”

https://www.nrc.nl/nieuws/2017/10/16/zonder-paul-cliteur-was-baudet-bankier-geworden-13117100-a1577375