Het wangedrag van de Maccabi-fans kwam pas laat in het volle licht te staan
Auteurs
Arjen Fortuin
Gepubliceerd op15 november 2024
Leestijd
Arjen Fortuin is Ombudsman van NRC. Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek, mail dan naar ombudsman@nrc.nl.
Ik zal er geen gewoonte van maken om deze rubriek in het bed van de ombudsman te laten beginnen, maar toch. Vorige week vrijdag meldde de wekkerradio in hoog tempo dat de Israëlische regering van plan was vliegtuigen naar Nederland te sturen om Israëlische burgers in veiligheid te brengen, dat Geert Wilders het over een pogrom in Amsterdam had gehad en het aftreden van de burgemeester van Amsterdam eiste, dat de Nederlandse regering het geweld tegen Joden ten strengste veroordeelde. Maar ik moest lang luisteren voordat duidelijk was wat er precies was voorgevallen – en nu een week later weten we het nog steeds niet.
De rellen in Amsterdam waren behalve een reeks angstaanjagende geweldsuitbarstingen op straat, ook een extreem voorbeeld van de nieuwe politieke orde. De opinies (of duidingen, of manipulaties) van de politici hadden in massieve vorm hun weg gevonden in de media; de journalistiek stond voor de taak om achteraf de feiten onder de meningen vandaan te trekken. Intussen waren de uitspraken van internationale politici nieuwsfeiten op zichzelf.
Zestienjarige YouTuber
Het achterhalen van de gebeurtenissen op straat bleek een moeilijk karwei, waar ook NRC niet ongeschonden uit kwam. Met name op zondag en maandag zwol de lezerskritiek aan, naar aanleiding van een artikel over de zestienjarige YouTuber Benjamin Buit van het kanaal Bender, die donderdagnacht verslag deed van hoe supporters van Maccabi Tel Aviv, terug op het Centraal Station na de wedstrijd tegen Ajax, zich bewapenden met stokken en mensen aanvielen. Lezers zagen er een correctie in van de eerdere NRC-berichtgeving waarin de meeste aandacht uitging naar de ook door de krant als antisemitisch gekwalificeerde aanvallen op Israëlische supporters. Waarom lezen wij nu pas uitgebreid over dit wangedrag, vroegen ze zich af. En waarom moet NRC zich beroepen op het werk van een jonge YouTuber? Een lezer stuurde boos een screenshot van Google Maps mee, met wandelroutes van de NRC-redactie op het Rokin naar de Paleisstraat, waar de hooligans over de schreef zouden zijn gegaan: vijf minuten via de Dam, zes minuten via de Sint Luciënsteeg.
Eerst de vraag waarom NRC niet zelf op straat was onderdagnacht.
Al aan het begin van de week was gesignaleerd dat de aanwezigheid van de Maccabi-fans risico’s met zich mee bracht die verder gingen dan de gebruikelijke confrontaties tussen supportersgroepen. Besloten werd een reportage te maken over de situatie op straat rondom de wedstrijd. Verslaggever Andreas Kouwenhoven was donderdagmiddag op de Dam en registreerde de animositeit tussen de Israëlische fans en pro-Palestijnse jongeren. Hij reisde door naar de Arena, waar de Mobiele Eenheid charges uitvoerde. Toen om negen uur de wedstrijd was begonnen, schreef hij zijn verhaal, een reportage waarin veel elementen van het naderende onheil al te onderscheiden waren.
Kouwenhoven had, zegt hij nu, niet de indruk dat er na de wedstrijd nog meer te gebeuren stond. De groep was door de charges uit elkaar gevallen en hij zag demonstranten vertrekken uit het stadiongebied. Bij de Arena was het ook na de wedstrijd – een aantal NRC’ers zat in hun vrije tijd in het stadion – relatief rustig. De voetbalwedstrijd werd gezien als de afsluiting van een rumoerige dag, terwijl het slechts een onderbreking bleek te zijn. Zo is achteraf duidelijk dat NRC beter af was geweest als iemand de terugkomst van de Maccabi-fans in het centrum had gevolgd. Maar ja, na middernacht is de redactie leeg: het nieuws wordt gevolgd door een journalist met piketdienst, meestal een correspondent in een tijdzone waarin het op dat moment dag is. Donderdag doorbrak niemand de (stilzwijgende) consensus dat er geen aanleiding was voor een speciale nachtmaatregel – helaas.
Vrijdagochtend ging een grote groep redacteuren aan het werk om te reconstrueren wat er ’s nachts was gebeurd, waarbij de nadruk begrijpelijkerwijs lag op de meldingen van aanvallen op Israëliërs. Actuele ontwikkelingen werden verzameld in een liveblog. Verslaggevers trokken naar Schiphol en naar hotels om ooggetuigen te spreken te krijgen. Tegelijkertijd poogde de redactie in Amsterdam orde te scheppen in de enorme hoeveelheid beweringen en beeldmateriaal op sociale media. In de massa materiaal zaten ook oude filmpjes, beelden die helemaal niet in Amsterdam waren gemaakt en video’s waarop moeilijk te bepalen was wie wie was – ook materiaal dat een grote rol speelde in de beeldvorming. Als je niet zeker bent van de context, zeggen beelden vaak verrassend weinig.
De persconferentie
Een belangrijk houvast voor de redactie werd de persconferentie van de politie en de Amsterdamse burgemeester Halsema. Zij sprak rond het middaguur over antisemitisch geweld van jongeren op scooters die kriskras door de stad waren gereden en Maccabi-fans hadden aangevallen. Zij begreep, zei ze, dat het de herinnering aan pogroms terugbracht. Op de redactie was de consensus dat Halsema – denkelijk de functionaris met de beste informatiepositie – zulke zware woorden niet zou gebruiken als daar geen feitelijke basis voor was.
Haar woorden speelden ook een rol in de totstandkoming van het hoofdredactioneel commentaar. Hoewel er nog geen helder beeld was van wat er was voorgevallen, gaf hier de doorslag dat het vreemd zou zijn om géén commentaar te publiceren over een Nederlandse kwestie die inmiddels wereldnieuws was. Achteraf werd terecht geconcludeerd dat het beter was geweest als de tekst nadrukkelijker had aangegeven wat op het moment van schrijven nog onduidelijk was.
NRC moest de feiten onder de meningen vandaan zien te trekken.
Vrijdagmiddag schreef Hans Steketee het werk van 24 redacteuren aaneen in een tijdlijn voor de zaterdageditie. Daarin staat veel, ook het een en ander over wangedrag van Maccabi-supporters. Maar precies over die cruciale uren na middernacht bleek weinig zeker; daarvoor was de persconferentie van Halsema nog steeds de voornaamste bron. Dat er in het intro van het artikel en in de (aanvankelijke) online-kop zonder voorbehoud over antisemitisch geweld werd gesproken, was voor twee mensen reden om hun naam uit de lijst auteurs te laten schrappen.
De YouTube-beelden van Bender hadden Steketee niet bereikt. Die werden vrijdagavond opgepikt door verslaggever Jamila Meischke. Zij had zondagsdienst en uiteindelijk werd besloten dat zij er dan een uitgebreider verhaal over zou maken. Dat kwam zondagavond online, op een moment dat ook in andere media de blik werd gericht op de Israëlische fans als daders en niet louter als slachtoffer.
Intussen was op zaterdag een organisatorische zwakte gebleken. Voor een aantal deel- en vervolgonderwerpen waren wel plannen gemaakt, maar zonder harde afspraken over wie die snel zou uitvoeren. Maandag kwam een nog altijd lopende stroom nieuwe verhalen op gang.
De lessen
De lessen zijn deels van organisatorische aard (en werden ook op de redactie al getrokken): stel bij onvoorspelbare gebeurtenissen – zoals straatrellen – expliciet de vraag of alles echt voorbij is; wees alerter op signalen uit omgevingen die bij het traditioneel institutiegerichte NRC nogal eens onder de radar blijven; wees geduldig; maak lezers in onoverzichtelijke situaties duidelijk wat we nog niet weten (en soms ook wat we naar het rijk der fabelen hebben verwezen).
De ingewikkeldste les vloeit voort uit het politieke tijdperk waarin we nu leven en waarin verschillende actoren vóór de feiten uit een dominant beeld presenteren. Dat noopt niet alleen tot factchecken, maar ook tot bezinning over wat de relevante vragen zijn. In dit geval was het onderzoeken van de berichten over ernstig antisemitisch geweld een logische prioriteit.
Maar de vraag naar de daden van de Maccabi-fans bleef te lang op de achtergrond. Daarbij speelde, zo bleek op de redactie, ook de vrees mee dat het nadrukkelijker inbrengen van dat perspectief gezien kon worden gezien als het relativeren van het geweld van de jongeren op scooters. Die angst is begrijpelijk in een gepolariseerde maatschappij, maar het is ook een angst waartegen de journalistiek zich met hand en tand moet verzetten. Uiteindelijk moeten alle elementen van het verhaal worden verteld, altijd.
A boy rests as displaced Palestinians flee Beit Lahia in the northern Gaza Strip, through the main Salah al-Din road on the outskirts of Gaza City, Tuesday.Credit: Omar Al-Qattaa/ AFP
The Israeli military is conducting an ethnic cleansing operation in the northern Gaza Strip. The few Palestinians remaining in the area are being forcibly evacuated, homes and infrastructure have been destroyed, and wide roads in the area are being built and completing the separation of the communities in the northern Strip from the center of Gaza City. "The area looks like it was hit by a natural disaster," Haaretz military correspondent Yaniv Kubovich concluded after a tour with Israeli forces there last week.
What Kubovich saw, however, was not a natural disaster but rather a premeditated act of human destruction. A senior IDF officer, identified by London's The Guardian newspaper as Brig. Gen. Itzik Cohen, the commander of the 162nd Division, explained to reporters: "There is no intention of allowing the residents of the northern Gaza Strip to return to their homes."
The officer said the vast majority of residents of the area's communities (Beit Hanoun, Beit Lahia, Al-Attatra, Jabalya) have already evacuated. "We received very clear orders," the officer said. "My task is to create a cleansed space. … We are moving the population for its protection, in order to create freedom of action for our forces."
The officer was asked if the army is carrying out the "Generals' Plan" conceived by Maj. Gen. (ret.) Giora Eiland and a few of his fellow retired commanders to expel the Palestinians from the northern Gaza Strip while withholding humanitarian aid from and starving those who remain, who would be considered Hamas militants and therefore legitimate military targets. "I don't know what the Generals' Plan is, I have no idea what it is," the other replied, "We are acting on the instructions of the [IDF's] Southern Command and chief of staff."
He said that his division delivers humanitarian aid "toward the south," outside of the "cleansed zone" in the northern Strip, where Israel does not allow food, water and medicine. "The IDF is a moral and ethical army," the officer concluded. "We operate in this area ... to allow the population to move south, while at times almost endangering our own lives."
It's important to call things by their name: Eiland may have sold these ideas to the public, but the "cleansing of the space" in northern Gaza is carried out by the IDF under the direction of its commanders, starting with Chief of Staff Lt. Gen. Herzl Halevi and Southern Command chief Maj. Gen. Yaron Finkelman, who are subordinate to the directives of the political leadership: Prime Minister Benjamin Netanyahu, the recently fired Defense Minister Yoav Gallant and his successor, Israel Katz.
Instead of talking about the Generals' Plan, we should be talking about "Netanyahu's Orders." He is the leader and he is responsible for the war crimes committed by the IDF in the northern Strip in the name of the "War of Rebirth": the expulsion of the Palestinians, the destruction of their homes and the preparations on the ground for a prolonged occupation and Jewish settlement.
In februari 2021 berekenden we dat er vijftig kerncentrales nodig zouden zijn om alle kerosine die in 2019 in Nederland werd verkocht te vervangen door een synthetische variant. Naar nu pas blijkt heeft NLR deze berekeningen in oktober 2022 grotendeels bevestigd.
NLR is het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartcentrum en profileert zich als autoriteit op het gebied van ontwikkelingen in de vliegindustrie. Het centrum wordt vaak ingehuurd door partijen uit de sector en door het luchtvaartminnende ministerie van Infrastructuur.
Destijds kreeg SchipholWatch veel kritiek op de berekeningen die leidden tot de conclusie dat er maar liefst vijftig kerncentrales nodig zouden zijn om de kunstkerosine voor Schiphol te kunnen produceren. Onterecht, blijkt nu. NLR komt – weliswaar met andere uitgangspunten – tot vrijwel dezelfde conclusies.
Dat zijn er nog geen vijftig, horen we de kritische lezer zeggen, maar de uitkomsten komen opmerkelijk goed overeen. Het verschil is volledig te verklaren aan de hand van uiteenlopende uitgangspunten en aannames. SchipholWatch berekende de situatie aan de hand van de actuele situatie in ‘piekjaar’ 2019, NLR rekent met scenario’s en aannames voor een mogelijke situatie in 2050.
NLR rekent met lager totaalverbruik
NLR rekent met een jaarlijkse afname van 0,8 procent van het kerosineverbruik voor de luchtvaart vanuit Nederland tot 2050. Daardoor zou in dat jaar volgens NLR niet meer de 4 miljard kilogram uit 2019 nodig zijn, maar slechts 3,1 miljard kilogram – een factor 1,3 minder.
Een ander belangrijk verschil is dat de berekening van SchipholWatch uitging van het volledig vervangen van fossiele brandstof door kunstkerosine, waar NLR blijft steken op slechts 44 procent bijmenging. Dat is een andere en waarschijnlijk realistischer aanname, maar wij wilden slechts aantonen hoe belachelijk veel energie nodig is voor het netto volledig CO2-vrij kunnen vliegen in het heden.
Het verschil in uitgangspunten van beide berekeningen veroorzaakt een factor 2,3 lagere behoefte voor NLR. Niet omdat er minder kerosine nodig is, maar omdat NLR gewoon minder kunstmatig gefabriceerde brandstof toevoegt en hoopt op andere CO2-vriendelijke brandstoffen om toch de heilige graal van ‘netto CO2-vrij’ te bereiken. Dat kan onder meer met biobrandstoffen, maar het verbranden van dierlijke of plantaardige vetten stuit weer op andere bezwaren, zoals ontbossing en dierenwelzijn.
Rendement en schaalbaarheid productieproces
Een volgend groot verschil tussen beide berekeningen is de aanname van NLR over het rendement in de productie van synthetische kerosine. Waar SchipholWatch zich baseerde op een maximaal rendement van 25 procent, zoals tot op dat moment maximaal behaald werd in kleinschalige, experimentele installaties, rekent NLR met een rendement van liefst 45 procent in 2050.
Dat is 1,8 keer zo hoog als op dit moment realistisch is. En misschien nog belangrijker: het is helemaal niet aangetoond dat met name elektrolyse – een belangrijke stap in het productieproces waarbij watermoleculen worden gescheiden in zuurstof en waterstof – überhaupt te realiseren is op de schaal die voor de vliegindustrie noodzakelijk is.
Exact dezelfde uitkomst
Vermenigvuldigen we nu de verschillende factoren met elkaar – waarbij NLR steeds de voor de vliegindustrie meest gunstige uitgangspunten koos en SchipholWatch keek naar de actuele situatie in 2019, dan komen we uit op 1,3 (minder kerosine) maal 2,3 (minder dan de helft bijmenging) maal 1,8 (realistischer rendement), ofwel in totaal een factor 5,4.
Deze verschilfactor is niet veroorzaakt door rekenfouten bij een van beide partijen, maar door andere uitgangspunten en andere aannames.
Als de negen kerncentrales van het formaat Borssele die NLR nodig denkt te hebben wordt vermenigvuldigd met deze factor 5,4, dan komt dat aantal met de uitgangspunten voor 2019 dus uit op 49 kerncentrales. En dat getal ligt wel heel dichtbij de vijftig kerncentrales die wij berekenden, anderhalf jaar eerder dan NLR.
In dit licht bezien is de reactie van NLR-medewerker Bram Peerlings op een bericht van SW-voorzitter Alfred Blokhuizen ronduit onsportief. Peerlings stelt dat de berekeningen van SchipholWatch zijn gebaseerd op een ‘niet-relevant scenario’. Echter, deze berekeningen zijn niet gebaseerd op een scenario, maar op de situatie zoals die in 2019 was.
Het is juist de NLR die in het eigen rapport scenario’s opstelt en allerlei slecht onderbouwde aannames doet, zoals een vooralsnog onrealistisch hoog rendement in de productie van kunstkerosine en een afname van de totale hoeveelheid brandstof die de luchtvaart zal verbruiken.
Peerlings weet dit, hij is immers wetenschapper met een academische graad in de vliegtuigbouw én in de communicatie over wetenschap, zo meldt hij zelf op Linkedin. Juist vanuit die laatste expertise moet hij zich bewust zijn van het belang van feiten en zich verre houden van het onheus zaaien van twijfel.
In 1994 werd in de door de vele commerciële belangen (en meervoudig levens- en levensgeluk-bedreigende bedrijfsvoering) van Schiphol beheerste gemeente Haarlemmermeer, een burgemeester benoemd, die op datzelfde moment als nevenfunctie, het Voorzitterschap van het Stichtingsbestuur bekleedde van diezelfde NLR. De (K)NLR – tevens gelieerd aan Defensie – is een stichting, die volgens de berichtgeving van Schipholwatch, een chronische economische relatie met de waarheid onderhoudt, met name daar waar het de vele activiteiten en belangen van de NLse luchtvaartindustrie betreft.
Jan van Houweling (CDA) – want zo heette de burgemeester in kwestie, die ooit zorgvuldig een imago had opgebouwd van spraakmakende, progressief denkende en dito handelende nationaal politicus – had in zijn politiek-bestuurlijke beroepsleven voorafgaand aan zijn burgemeesterschap (ogenschijnlijk een pensioenbenoeming), echter al een waar spoor van vernieling getrokken binnen de door hem alsdan geleide nationale overheidsinstanties.
In dit verband breng ik u – om mij maar even tot één voorbeeld te beperken – de affaire Fred Spijkers in herinnering, die uitgerekend tijdens zijn beide staatssecretariaten van Defensie (die van Personeel en die van Materieel, 1981 – 1989) speelde.
In die geruchtmakende affaire stond in eerste aanleg een notoir onbetrouwbare anti-personeelsmijn (de AP23) centraal, die in de jaren tachtig – dus tijdens de politiek-bestuurlijke wacht van Van Houwelingen – gedurende twee incidenten, in totaal zeven dodelijke slachtoffers maakte onder zijn eigen Defensie personeel (friendly fire).
Bij een van die incidenten (in 1984) kwam een mijn-instructeur (Rob Ovaa) om het leven en aan de bedrijfsmaatschappelijke werker van Defensie, Spijkers werd door zijn werkgever opgedragen, om aan de weduwe van deze man te verklaren, dat de dood van haar echtgenoot geheel te wijten zou zijn aan zijn eigen professionele falen.
Spijkers weigerde om aan die leugenachtige opdracht gehoor te geven, maar lichtte daarentegen de weduwe Ovaa wel in over de verregaande (en bij Defensie dan al sinds lang bekende) onbetrouwbaarheid van die AP23 mijn.
Hij werd daarop stante pede door het ministerie van Defensie op non actief gezet, en jarenlang ernstig door zijn werkgever gemaltraiteerd. Een Defensie-psychiater stelde bij voorbeeld een vervalst medisch-diagnostisch rapport op, waarin Spijkers werd beticht van het lijden aan twee zware psychiatrische aandoeningen. Die aandoeningen zouden mede “verklaren” waarom hij zich aan de (voor zijn CV uitermate schadelijke) dienstweigering zou hebben schuldig gemaakt.
Spijkers – die een spreekverbod kreeg opgelegd – besloot als reactie daarop, om de zaak ten aanzien van dit majeure machtsmisbruik door een overheidsinstantie, naar buiten te brengen en verwierf daarmee de status van klokkenluider (de auteur Alexander Nijeboer legde zijn lange lijdensgeschiedenis vast in een boek getiteld : “Een Man tegen de Staat”).
Hoewel het zwaartepunt (of dieptepunt feitelijk) van deze casus binnen de ambtstermijnen van Van Houwelingen lag, sleepte de affaire Spijkers uiteindelijk nog voort tot ver in de jaren 2000. Dat was toen een van de opvolgers van Van Houwelingen op Defensie (i.c. Van der Knaap (CDA)), zich door de aanhoudende publiciteit gedwongen had gezien, om Spijkers uiteindelijk inzage te geven in al die documenten, die al die jaren lang zijn onschuld tot achter de komma zouden hebben kunnen bewijzen.
De voorganger van Van der Knaap op Defensie, de VVD-er van Hoof, zou Spijkers op enig moment zelfs hebben toegevoegd, dat hij zou worden getroffen door een dodelijk wapen, indien hij het zou wagen, om ooit publiekelijk uit die stukken te citeren : Spijkers heeft in dit licht verklaard, dat later daadwerkelijk door onbekende derden op hem is geschoten.
Spijkers werd daarna weliswaar (en a contre coeur, want noodgedwongen) door zijn voormalige werkgever gerehabiliteerd – en in het bezit gesteld van een schadevergoeding van anderhalf miljoen euro – maar alle relevante, voor hem ontlastende documenten (die m.m. natuurlijk zwaar belastend zijn voor Defensie) zijn hierna in een onneembare Defensie-kluis verdwenen, om pas in (minimaal) 2026 te worden geopenbaard.
De manipulatiedrift van de luchtvaartlobby lijkt met de toenmalige benoeming van Van Houwelingen ook in die tijd al geen grenzen te hebben gekend : De beleidsbeslissing over de vijfde baan was op dat moment (1994) weliswaar reeds genomen, maar – zoals wij nu weten – de uitbreidingsplannen van Schiphol voorzagen tezelfdertijd al in de aanleg van een zesde en mogelijk zelfs een zevende start- en landingsbaan op het complex.
Ten aanzien van de langjarige totale horigheid van het gemeentebestuur van Haarlemmermeer aan de perverse schipholbelangen wil ik u tot slot nog even in herinnering roepen, hoe Haarlemmermeer zich – inzake de jarenlange negatieve bejegening van de projectontwikkelaar Chipshol / Poot c.s. – een schadevergoeding van bijna een half miljard euro over zich had afgeroepen. Een mega-claim, die intussen voor een fractie van de waarde is gefactoreerd en aan Schiphol is doorverkocht, om met de regelmaat van de klok tegen datzelfde gemeentebestuur in stelling te worden gebracht.
Schipholwatch bracht ons immers zeer recentelijk nog op de hoogte van het feit, dat de door de rechtbank in 2018 bij voorraad uitvoerbaar verklaarde Televerde-claim, door de firma Schiphol van derden is overgenomen, teneinde zich een doeltreffende bestuurlijke hefboom-constructie tegen H’meer te verschaffen. Alsof openbaar bestuurlijk H’meer, beleidsmatig niet sowieso reeds sinds jaar en dag geheel was (en nog steeds is) ingekapseld door Schiphol. Schiphol voor de goede orde, zijnde een bedrijf, waarvan – als bekend – de meerderheid van de aandelen het eigendom is van het ministerie van Financiën (sic) en de gemeentes Amsterdam en Rotterdam).
Denk in dezelfde context ook nog even aan het schandaal rond de projectontwikkelaar Schiphol Real Estate, die op de avond voorafgaand aan de dag van de inwerkingtreding van het beroep door H’meer op de wet voorkeursrecht gemeenten in 1999, nog even een gouden slag dacht te hebben kunnen slaan, door de aankoop van enkele uitermate lucratieve potentiële bouwkavels rond het eigen bedrijf in Haarlemmermeer : De hardnekkige geruchten van het bestaan van een gericht informatielek door een gemeentelijke insider richting SRE zijn sindsdien helaas nooit beslissend ontkracht.
In hetzelfde verband blijft het onveranderlijk vermeldenswaard, om vast te stellen, dat diezelfde gemeente Haarlemmermeer zich stelselmatig een dubbele standaard veroorlooft, daar waar het de bejegening van wetsovertreders binnen haar gemeentegrenzen betreft : Agressieve boeren, die recentelijk hun vaak gewelddadige protest tegen de vermeende aantasting van hun financiële en economische belangen vorm geven door (op het snelwegennet binnen deze gemeente) massaal de wegenverkeerswet te overtreden, worden door het traditioneel agrarisch georiënteerde gemeentebestuur van H’meer goeddeels ongemoeid gelaten.
Dit, terwijl XR en GP activisten, die uit protest tegen de vernietiging van ons aller habitat (niet in de laatste plaats door Schiphol en aan Schiphol gerelateerde bedrijven) volstrekt geweldloos, enige tijd Schiphol Plaza aldaar bezetten – in opdracht van de burgemeester van Haarlemmermeer – door de marechaussee werden aangehouden en aan hun haren naar buiten werden gesleept (waarna de rechter gelukkig wel weer negatief beschikte op een aantal verregaande ordemaatregelen van H’meer tegen de actievoerders).
Dan laat ik – sprekend over verregaand bestuurlijk exceptionalisme door de NLse overheid ten aanzien van een select aantal sterk verontreinigende NLse ondernemingen – het volstrekt hypocriete, totale gebrek aan handhavingsbereidheid van het H’meerse gemeentebestuur ten aanzien van de vele zware meervoudige milieumisdrijven (inzake FPAS etc.) van Schiphol (en haar belangrijkste client, de KLM) jegens de inwoners van Haarlemmermeer en ver daarbuiten, gemakshalve nog maar even buiten beschouwing.
Teneinde de cirkel helemaal rond te maken wil ik toch nog even aan de omstandigheid memoreren van de weinig rechtstatelijke activiteiten van een speciale afdeling van het NLse ministerie van Defensie (LIMC), van wie NRC (eind 2021 reeds) bekend maakte, dat men (net als de NCTV overigens) op de Defensie-burelen illegaal, tal van personalia van corona- en andere burger-activisten bleek te verzamelen.
Het lijkt mij – mede het hierboven genoemde in aanmerking genomen – trouwens alleszins plausibel dat inmiddels eveneens een LIMC-dossier (en / of een NCTV / AIVD dossier) is aangelegd over mensen die het wagen, om hun beklag doen over het notoir anti-milieu activistische Schiphol (op Schipholwatch bij voorbeeld).!
P.S. Nader onderzoek (in medio 2024) heeft mij inmiddels geleerd, dat Van Houwelingen zijn voorzitterschap van het NLR stichtingsbestuur, reeds in 1991 aanving (en pas in 2005 - ruim twee jaar na zijn aftreden als burgemeester van H'meer wegens gezondheidsredenen - beëindigde).
Ik meen uit dit gegeven te mogen opmaken, dat de voormalige staatssecretaris van Defensie, deze functie destijds op aangeven van en/of in directe samenspraak met Defensie op zich heeft genomen.
Die stelling is mede daarom aannemelijk, omdat de NLR - naast een burgerluchtvaart-component - eveneens een aanzienlijke Defensie-component kent.
Voorts lijken deze twee aanvullende informatie elementen, mijn initiële aanname te bevestigen, dat de sollicitatie in 1994 door Van Houwelingen, als burgemeester van Haarlemmermeer, een sterk vooropgezette luchtvaart-industriële lobby-dimensie heeft bezeten, inclusief de lobby voor de luchtmacht component van Defensie.
P.S In aanvulling op mijn eerdere bijdrage over dit onderwerp van 14-08-2023, hierbij de navolgende tekst :
1. Nader onderzoek (medio 2024) heeft mij inmiddels geleerd, dat Van Houwelingen zijn voorzitterschap van het NLR stichtingsbestuur, reeds in 1991 aanving (en pas in 2005 - ruim twee jaar na zijn aftreden als burgemeester van H'meer wegens gezondheidsredenen - beëindigde).
Ik meen uit dit gegeven te mogen opmaken, dat de voormalige staatssecretaris van Defensie, deze functie destijds op aangeven van en/of in directe samenspraak met Defensie op zich heeft genomen.
Die stelling is mede daarom aannemelijk, omdat de NLR - naast een burgerluchtvaart-component - eveneens een aanzienlijke Defensie-component kent.
Voorts lijken deze twee aanvullende informatie elementen, mijn initiële aanname te bevestigen, dat de sollicitatie in 1994 door Van Houwelingen, als burgemeester van Haarlemmermeer, een sterk vooropgezette burgerluchtvaart-industriële lobby-dimensie heeft bezeten, inclusief de lobby voor de militaire luchtmacht component van Defensie.
2. Opmerkelijk in dit verband (van de NLR Defensie-component) is voorts, dat tijdens de "informatieve" lezing die Luitenant-Generaal b.d. M. de Kruif, 5 september jl. hield ten overstaande van de gemeenteraad van Haarlemmermeer, het militaire belang van Schiphol door hem nog eens nadrukkelijk onder de aandacht van het voornoemde (Schiphol relevante) beleidsgremium werd gebracht.
Robert Bleeker
Over de NLR gesproken :
In 1994 werd in de door de vele commerciële belangen (en meervoudig levens- en levensgeluk-bedreigende bedrijfsvoering) van Schiphol beheerste gemeente Haarlemmermeer, een burgemeester benoemd, die op datzelfde moment als nevenfunctie, het Voorzitterschap van het Stichtingsbestuur bekleedde van diezelfde NLR. De (K)NLR – tevens gelieerd aan Defensie – is een stichting, die volgens de berichtgeving van Schipholwatch, een chronische economische relatie met de waarheid onderhoudt, met name daar waar het de vele activiteiten en belangen van de NLse luchtvaartindustrie betreft.
Jan van Houweling (CDA) – want zo heette de burgemeester in kwestie, die ooit zorgvuldig een imago had opgebouwd van spraakmakende, progressief denkende en dito handelende nationaal politicus – had in zijn politiek-bestuurlijke beroepsleven voorafgaand aan zijn burgemeesterschap (ogenschijnlijk een pensioenbenoeming), echter al een waar spoor van vernieling getrokken binnen de door hem alsdan geleide nationale overheidsinstanties.
In dit verband breng ik u – om mij maar even tot één voorbeeld te beperken – de affaire Fred Spijkers in herinnering, die uitgerekend tijdens zijn beide staatssecretariaten van Defensie (die van Personeel en die van Materieel, 1981 – 1989) speelde.
In die geruchtmakende affaire stond in eerste aanleg een notoir onbetrouwbare anti-personeelsmijn (de AP23) centraal, die in de jaren tachtig – dus tijdens de politiek-bestuurlijke wacht van Van Houwelingen – gedurende twee incidenten, in totaal zeven dodelijke slachtoffers maakte onder zijn eigen Defensie personeel (friendly fire).
Bij een van die incidenten (in 1984) kwam een mijn-instructeur (Rob Ovaa) om het leven en aan de bedrijfsmaatschappelijke werker van Defensie, Spijkers werd door zijn werkgever opgedragen, om aan de weduwe van deze man te verklaren, dat de dood van haar echtgenoot geheel te wijten zou zijn aan zijn eigen professionele falen.
Spijkers weigerde om aan die leugenachtige opdracht gehoor te geven, maar lichtte daarentegen de weduwe Ovaa wel in over de verregaande (en bij Defensie dan al sinds lang bekende) onbetrouwbaarheid van die AP23 mijn.
Hij werd daarop stante pede door het ministerie van Defensie op non actief gezet, en jarenlang ernstig door zijn werkgever gemaltraiteerd. Een Defensie-psychiater stelde bij voorbeeld een vervalst medisch-diagnostisch rapport op, waarin Spijkers werd beticht van het lijden aan twee zware psychiatrische aandoeningen. Die aandoeningen zouden mede “verklaren” waarom hij zich aan de (voor zijn CV uitermate schadelijke) dienstweigering zou hebben schuldig gemaakt.
Spijkers – die een spreekverbod kreeg opgelegd – besloot als reactie daarop, om de zaak ten aanzien van dit majeure machtsmisbruik door een overheidsinstantie, naar buiten te brengen en verwierf daarmee de status van klokkenluider (de auteur Alexander Nijeboer legde zijn lange lijdensgeschiedenis vast in een boek getiteld : “Een Man tegen de Staat”).
Hoewel het zwaartepunt (of dieptepunt feitelijk) van deze casus binnen de ambtstermijnen van Van Houwelingen lag, sleepte de affaire Spijkers uiteindelijk nog voort tot ver in de jaren 2000. Dat was toen een van de opvolgers van Van Houwelingen op Defensie (i.c. Van der Knaap (CDA)), zich door de aanhoudende publiciteit gedwongen had gezien, om Spijkers uiteindelijk inzage te geven in al die documenten, die al die jaren lang zijn onschuld tot achter de komma zouden hebben kunnen bewijzen.
De voorganger van Van der Knaap op Defensie, de VVD-er van Hoof, zou Spijkers op enig moment zelfs hebben toegevoegd, dat hij zou worden getroffen door een dodelijk wapen, indien hij het zou wagen, om ooit publiekelijk uit die stukken te citeren : Spijkers heeft in dit licht verklaard, dat later daadwerkelijk door onbekende derden op hem is geschoten.
Spijkers werd daarna weliswaar (en a contre coeur, want noodgedwongen) door zijn voormalige werkgever gerehabiliteerd – en in het bezit gesteld van een schadevergoeding van anderhalf miljoen euro – maar alle relevante, voor hem ontlastende documenten (die m.m. natuurlijk zwaar belastend zijn voor Defensie) zijn hierna in een onneembare Defensie-kluis verdwenen, om pas in (minimaal) 2026 te worden geopenbaard.
De manipulatiedrift van de luchtvaartlobby lijkt met de toenmalige benoeming van Van Houwelingen ook in die tijd al geen grenzen te hebben gekend : De beleidsbeslissing over de vijfde baan was op dat moment (1994) weliswaar reeds genomen, maar – zoals wij nu weten – de uitbreidingsplannen van Schiphol voorzagen tezelfdertijd al in de aanleg van een zesde en mogelijk zelfs een zevende start- en landingsbaan op het complex.
Ten aanzien van de langjarige totale horigheid van het gemeentebestuur van Haarlemmermeer aan de perverse schipholbelangen wil ik u tot slot nog even in herinnering roepen, hoe Haarlemmermeer zich – inzake de jarenlange negatieve bejegening van de projectontwikkelaar Chipshol / Poot c.s. – een schadevergoeding van bijna een half miljard euro over zich had afgeroepen. Een mega-claim, die intussen voor een fractie van de waarde is gefactoreerd en aan Schiphol is doorverkocht, om met de regelmaat van de klok tegen datzelfde gemeentebestuur in stelling te worden gebracht.
Schipholwatch bracht ons immers zeer recentelijk nog op de hoogte van het feit, dat de door de rechtbank in 2018 bij voorraad uitvoerbaar verklaarde Televerde-claim, door de firma Schiphol van derden is overgenomen, teneinde zich een doeltreffende bestuurlijke hefboom-constructie tegen H’meer te verschaffen. Alsof openbaar bestuurlijk H’meer, beleidsmatig niet sowieso reeds sinds jaar en dag geheel was (en nog steeds is) ingekapseld door Schiphol. Schiphol voor de goede orde, zijnde een bedrijf, waarvan – als bekend – de meerderheid van de aandelen het eigendom is van het ministerie van Financiën (sic) en de gemeentes Amsterdam en Rotterdam).
Denk in dezelfde context ook nog even aan het schandaal rond de projectontwikkelaar Schiphol Real Estate, die op de avond voorafgaand aan de dag van de inwerkingtreding van het beroep door H’meer op de wet voorkeursrecht gemeenten in 1999, nog even een gouden slag dacht te hebben kunnen slaan, door de aankoop van enkele uitermate lucratieve potentiële bouwkavels rond het eigen bedrijf in Haarlemmermeer : De hardnekkige geruchten van het bestaan van een gericht informatielek door een gemeentelijke insider richting SRE zijn sindsdien helaas nooit beslissend ontkracht.
In hetzelfde verband blijft het onveranderlijk vermeldenswaard, om vast te stellen, dat diezelfde gemeente Haarlemmermeer zich stelselmatig een dubbele standaard veroorlooft, daar waar het de bejegening van wetsovertreders binnen haar gemeentegrenzen betreft : Agressieve boeren, die recentelijk hun vaak gewelddadige protest tegen de vermeende aantasting van hun financiële en economische belangen vorm geven door (op het snelwegennet binnen deze gemeente) massaal de wegenverkeerswet te overtreden, worden door het traditioneel agrarisch georiënteerde gemeentebestuur van H’meer goeddeels ongemoeid gelaten.
Dit, terwijl XR en GP activisten, die uit protest tegen de vernietiging van ons aller habitat (niet in de laatste plaats door Schiphol en aan Schiphol gerelateerde bedrijven) volstrekt geweldloos, enige tijd Schiphol Plaza aldaar bezetten – in opdracht van de burgemeester van Haarlemmermeer – door de marechaussee werden aangehouden en aan hun haren naar buiten werden gesleept (waarna de rechter gelukkig wel weer negatief beschikte op een aantal verregaande ordemaatregelen van H’meer tegen de actievoerders).
Dan laat ik – sprekend over verregaand bestuurlijk exceptionalisme door de NLse overheid ten aanzien van een select aantal sterk verontreinigende NLse ondernemingen – het volstrekt hypocriete, totale gebrek aan handhavingsbereidheid van het H’meerse gemeentebestuur ten aanzien van de vele zware meervoudige milieumisdrijven (inzake FPAS etc.) van Schiphol (en haar belangrijkste client, de KLM) jegens de inwoners van Haarlemmermeer en ver daarbuiten, gemakshalve nog maar even buiten beschouwing.
Teneinde de cirkel helemaal rond te maken wil ik toch nog even aan de omstandigheid memoreren van de weinig rechtstatelijke activiteiten van een speciale afdeling van het NLse ministerie van Defensie (LIMC), van wie NRC (eind 2021 reeds) bekend maakte, dat men (net als de NCTV overigens) op de Defensie-burelen illegaal, tal van personalia van corona- en andere burger-activisten bleek te verzamelen.
Het lijkt mij – mede het hierboven genoemde in aanmerking genomen – trouwens alleszins plausibel dat inmiddels eveneens een LIMC-dossier (en / of een NCTV / AIVD dossier) is aangelegd over mensen die het wagen, om hun beklag doen over het notoir anti-milieu activistische Schiphol (op Schipholwatch bij voorbeeld).!
Die stelling is mede daarom aannemelijk, omdat de NLR - naast een burgerluchtvaart-component - eveneens een aanzienlijke Defensie-component kent.
Roland