Reconstructie
'Onacceptabel compromis'
Hoe het Concertgebouw de hoofdcantor van het Israëlische leger toch laat optreden. ‘Gezwicht voor een lobbycampagne’
Deze week stuurden ongeveer 60 medewerkers een brief aan de directie van Het Concertgebouw. Zij protesteren tegen het compromis dat directeur Reinink heeft gesloten waardoor een omstreden cantor in dienst van het Israëlische leger toch mag optreden.
redacteur cultuur en media
“Wat mij betreft komt hij niet”, zegt de directeur van Het Concertgebouw Simon Reinink tijdens een personeelsbijeenkomst in september dit jaar. Hij zit met een probleem dat in de maanden die volgen nog veel groter zal worden. De ‘hij’ die niet welkom is, is de Israëlische cantor Shai Abramson. Zijn optreden is een hele kwestie geworden die Reinink belooft op te lossen.
Wat was die kwestie ook alweer? In Het Concertgebouw vieren Joden in Nederland al jaren Chanoeka, het lichtjesfeest. Dat gebeurt met een concert op 14 december. Daar is ook een zogeheten cantor bij, iemand die voorgaat in de zang. Dit jaar dus Shai Abramson. Dat weet Het Concertgebouw al sinds maart dit jaar, als de Stichting Chanukah Concert de zaal boekt.
Cantor van het Israëlische leger
Nu is Abramson niet zomaar een cantor, maar de hoofdcantor van het IDF, het Israëlische leger. Als hoofdcantor is het zijn taak Israëlische soldaten met muziek te steunen. Vanaf de zomer komen bij de directie van Het Concertgebouw de eerste bezorgde geluiden binnen over Abramson.
Van pro-Palestijnse groepen, van medewerkers en van de Nederlandse Joodse organisaties Gate48, Een Ander Joods Geluid en Erev Rav die gezamenlijk een brief sturen. Ook de directie zelf beseft steeds meer dat een cantor die zo duidelijk is verbonden aan het IDF – tijdens concerten draagt hij geregeld zijn uniform – linksom of rechtsom gedoe oplevert.
Als Reinink het personeel bij elkaar roept, is hij al in gesprek met de Stichting Chanukah Concert. Hij hoopt de stichting te overtuigen een andere cantor te kiezen. Lodewijk Asscher wordt gevraagd te bemiddelen, maar zijn bemiddelingspoging haalt niets uit. De stichting houdt vast aan Abramson. Begin november neemt directeur Reinink een rigoureus besluit. Hij zegt de huurovereenkomst met de Stichting Chanukah Concert op.

Trouw sprak twee medewerkers van Het Concertgebouw over de kwestie die liever anoniem blijven. Al is er bij Het Concertgebouw zeker geen angstcultuur, benadrukken zij. Volgens de twee voelt het personeel zich aanvankelijk gehoord door de directie, hun zorgen zijn serieus genomen. Maar bij de stichting Chanukah Concert zijn ze laaiend. Zij kondigen juridische stappen aan.
Concertgebouw onder vuur
Direct ontstaat er rond Het Concertgebouw een controverse. De actiegroep Christenen voor Israël begint met kleine demonstraties voor de deur van het Concertgebouw met twee manshoge banners waarop staat: 1941, voor Joden verboden. 2025, voor Israëlische Joden verboden.
Er worden flyers uitgedeeld, met dezelfde boodschap. Overigens wil Het Concertgebouw helemaal geen Joden of Israëliërs weren, het wil alleen niet dat Abramson voorgaat in de zang vanwege zijn nauwe banden met het Israëlische leger.
De Telegraaf keert zich tegen de directie van Het Concertgebouw. Dat begint met een artikel waarin Esther Voet, de hoofdredacteur van het Nieuw Israëlitisch Weekblad, de vloer aanveegt met Reinink. Er volgt een hoofdredactioneel commentaar waarin De Telegraaf stelt dat Het Concertgebouw bijdraagt aan antisemitisme.
Columnist Leon de Winter haalt nazikopstuk Joseph Goebbels erbij en oud-advocaat Oscar Hammerstein doet daar niet voor onder door te verwijzen naar de opa van Reinink, die in de Tweede Wereldoorlog zijn handtekening zette onder een Duits bevel om Joodse ambtenaren te ontslaan.
De Israëlische minister van Diaspora Zaken, Amichai Chikli, plaatst op X een soortgelijke boodschap over Reininks opa en stuurt een brief aan de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema. Chikli ziet een verband met de vele Joden die in Nederland zijn afgevoerd, een aantijging die Halsema ‘meer dan verachtelijk’ noemt. Bij hoofdsponsor Van Kempen Lanschot staan ook demonstranten met de bekende banners voor de deur.
Felle reactie is optelsom
De felheid waarmee de pro-Israëlische kant Het Concertgebouw aanvalt, is een optelsom van alle moeilijkheden die Israëlische artiesten ondervinden. Als zij optreden, kunnen zij te maken krijgen met verstoringen van hun voorstelling, of hun optredens worden afgezegd, zoals comedyclub Boom Chicago deed met de Israëlische komiek Yohay Sponder.
Het Concertgebouw annuleerde vorig jaar een optreden van het Jerusalem Quartet om veiligheidsredenen. Het concert werd verplaatst naar een latere datum. Begin december staat het Jerusalem Quartet weer op het podium van Het Concertgebouw. Maar de Joodse gemeenschap, althans een deel, ervaart de acties tegen Israëlische artiesten als uitsluiting van Joden.
Terwijl de publicitaire storm raast, spreken Reinink en de Stichting Chanukah Concert opnieuw met elkaar. Kort na de gesprekken stuurt de directie een nieuwe mail naar het personeel. Er komt een tweede personeelsbijeenkomst over het Chanoekaconcert.
Medewerkers verwachten een bijeenkomst om emoties te verwerken. Zij hebben enorm veel over zich heen gekregen, zeggen de twee medewerkers die Trouw sprak. “En we willen ook echt erkennen dat het ook voor de directie extreem heftig is geweest.”
‘Onacceptabel compromis’
Wat volgt is geen bijeenkomst om vervelende ervaringen te delen, maar een onverwachte boodschap en, in de ogen van een groep medewerkers, een onacceptabel besluit. Er is een compromis gesloten, zegt Reinink. Er komen nu drie concerten, in plaats van twee. Maar cantor Abramson zal alleen optreden bij twee concerten in de avond in een besloten setting.
Medewerkers kijken elkaar verbijsterd aan. Zeker als zij het statement lezen dat Het Concertgebouw naar buiten brengt. “In het statement staat letterlijk: ‘Deze man kan niet in Het Concertgebouw komen optreden.’ En een paar zinnen later: ‘Hij komt twee besloten concerten geven.’ Dat is absurd”, zegt een van de medewerkers.
Reinink beseft dat het onmogelijk is ‘een perfecte beslissing te nemen’. Dat laat hij weten in een reactie via de mail. “De besluitvorming rondom dit concert is een zeer diepgaand en zorgvuldig proces geweest. Hierbij waren we ons er altijd van bewust dat dit een heel ingewikkelde beslissing zou zijn.
“Ons standpunt is nog steeds ongewijzigd: wij vinden het niet passend om hem (Abramson, red.) te laten optreden. Dat gaat bij het via Het Concertgebouw aangekondigde middagconcert dan ook niet gebeuren. Maar we gaan na het sluiten van het compromis niet zover dat we dat ook doen bij de besloten concerten in de avond.”
Wat is een besloten concert?
De twee medewerkers stellen dat er geen sprake is van een besloten concert, want er zijn via de Stichting Chanukah Concert gewoon tickets te koop. In de definitie van Het Concertgebouw is er sprake van een ‘besloten concert’ als er geen openbare kaartverkoop is via de verkoopkanalen van Het Concertgebouw en geen vermelding in de openbare concertagenda, legt Reinink uit.
“We hebben in dit specifieke geval met de stichting afgesproken dat alleen mensen op uitnodiging kunnen komen. Hoe zij dat opvolgen is hun verantwoordelijkheid. Ik vertrouw erop dat ze in deze zowel naar de letter als de geest van onze afspraken handelen. Het concert wordt in ieder geval niet via onze verkoopkanalen aangeboden.”
Maar moreel maakt het niets uit of een concert besloten of openbaar is, zeggen de medewerkers. De cantor staat 14 december gewoon op het podium. Dit is geen compromis maar een besluit waarbij één partij er iets mee wint en Het Concertgebouw er slechter uit is gekomen, zeggen de twee medewerkers die ook stellen dat “het gevoel overheerst van niet gehoord worden”.
Pro-Israëlische lobby
Wat er is gebeurd, zeggen de twee, is dat de directie is gezwicht voor “een intense en goed georganiseerde lobbycampagne, gevoerd door een netwerk van invloedrijke pro-Israëlische organisaties”. Het gaat onder meer om Christenen voor Israël, het Cidi, het Centraal Joods Overleg en het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Overal zijn dwarsverbanden te vinden van mensen die elkaar kennen of bij meerdere organisaties werkzaam zijn geweest, stellen de twee.
Dwarsverbanden zijn er zeker. Ronny Naftaniel bijvoorbeeld was werkzaam bij het Cidi en CJO en schreef de flyers die bij het protest van Christenen voor Israël werden uitgedeeld. De hoofdsponsor van het concert, B’nai B’rith, staat in de Kamer van Koophandel op hetzelfde adres ingeschreven als het Nieuw Israëlitisch Weekblad van Esther Voet. B’nai B’rith is een internationale organisatie die zich inzet voor Joodse wereldburgers en de staat Israël.
Dat de Nederlandse afdeling staat ingeschreven op hetzelfde adres als het Nieuw Israëlitisch Weekblad is geen misstand. Het laat alleen zien dat de banden tussen alle organisaties die zich tegen Het Concertgebouw keerden nauw zijn.
De lieve vrede bewaren
Nadat Reinink het compromis bekendmaakte, leeft bij een deel van de medewerkers het gevoel dat het bewaren van “de lieve vrede” met externe partijen belangrijker is dan het “opkomen voor onrecht”. Daarom ook verschijnt afgelopen dinsdag in de mailbox van Reinink een brief die is ondertekend door ongeveer 60 medewerkers die hun onvrede uiten.
“Het is voor ons niet te bevatten hoe Het Concertgebouw deze draai heeft kunnen maken,” citeert de Amsterdamse omroep AT5 uit de brief. Ook schrijven de medewerkers dat zij niet begrijpen waarom het Centraal Joods Overleg (CJO) heeft bemiddeld bij het zoeken naar een oplossing. “Het CJO is in deze kwestie geenszins een neutrale partij”. Volgens hen schept de invloed die het CJO heeft een gevaarlijk precedent. Krijgen actiegroepen nu invloed op de programmering?
Reinink ontkent dat het CJO heeft bemiddeld. “Hun rol was om vanuit het CJO aan te geven dat het tussen de stichting en Het Concertgebouw gerezen conflict niet was ingegeven door antisemitisme”, schrijft Reinink. “Er zijn uiteindelijk twee bemiddelaars bij het compromis betrokken geweest: Lodewijk Asscher en Jaïr Stranders.”
Dat er vragen leven, vindt Reinink desondanks begrijpelijk. Hij laat weten opnieuw met de medewerkers in gesprek te gaan, “want het is een beladen onderwerp. Zoals dit speelt in de maatschappij, speelt dit ook binnen onze organisatie.”
Dit conflict speelt breder
En niet alleen in de organisatie van Reinink. Wie de gebeurtenissen rond Het Concertgebouw van een afstand bekijkt, ziet een conflict waar meer culturele instellingen mee te maken hebben. Zij proberen een verbindend podium te zijn, maar veranderen in een arena waar maatschappelijke conflicten worden uitgevochten.
“Het vertrekpunt van de hele discussie is ingegeven door de verschrikkelijke gebeurtenissen in het Midden-Oosten die tot een heftige controverse heeft geleid in onze samenleving”, schrijft Reinink in zijn reactie. “Het is die controverse waarvan we weg willen blijven omdat die haaks staat op onze missie; mensen verbinden met muziek. De rol van de betreffende cantor bij het IDF en diens voorgenomen aanwezigheid leidt – zoals de laatste weken helaas pijnlijk duidelijk is geworden – tot enorme ophef bij zo ongeveer iedereen.”
De woorden van Reinink laten zien dat de culturele sector onbedoeld een spiegel is van de maatschappelijke discussie over Gaza, waar de emoties aan beide kanten hoog kunnen oplopen.