zaterdag 23 december 2023

‘Als we Hamas vernietigen, geloof ik dat we een kans hebben om ook het Palestijnse probleem op te lossen’

 

‘Als we Hamas vernietigen, geloof ik dat we een kans hebben om ook het Palestijnse probleem op te lossen’

Noam Tibon: ‘Ik was in Libanon, ik was op de Westelijke Jordaanoever, maar zoiets als dit heb ik nog nooit gezien.’ Beeld Matan Golan
Noam Tibon: ‘Ik was in Libanon, ik was op de Westelijke Jordaanoever, maar zoiets als dit heb ik nog nooit gezien.’Beeld Matan Golan

Het was zijn missie om het gezin van zijn zoon te redden, maar op 7 oktober redde Noam Tibon een hele kibboets. Wat is volgens de gepensioneerde generaal de uitweg uit de Israëlisch-Palestijnse kwestie? ‘Ik geloof in vrede. Maar met zulke mensen kun je geen vrede sluiten.’

Rob Vreeken                       

‘Het was zaterdagochtend 7 oktober. We werden vroeg wakker. Mijn vrouw Gali en ik gingen zwemmen bij Tel Baruch, een prachtig strand in Tel Aviv, niet ver hiervandaan. Rond half 7 hoorden we sirenes. Mijn vrouw wilde terug naar huis. Maar ik zei: ‘We liggen in zee, wat kan ons gebeuren?’

‘Toen we onze baantjes hadden getrokken stapten we in de auto, kwart over 7. Ik zette mijn telefoon aan en zag een sms-bericht van mijn zoon Amir, die in kibboets Nahal Oz aan de grens van Gaza woont met zijn vrouw Miri en onze twee kleindochters, Galia van 3,5 en Carmel van 1,5. De tekst was heel simpel: ‘Papa, er zijn terroristen rond ons huis.’ Het ergste scenario dat je je kunt voorstellen.’

Overal terroristen

Generaal-majoor b.d. Noam Tibon (61) diende op diverse hoge posten in het Israëlische leger (IDF). Hij studeerde aan Harvard University (openbaar bestuur, summa cum laude) en aan de US Marine Corps University. Sinds 7 oktober geldt hij in Israël als een van de helden van de oorlog tegen Hamas. Na een noodkreet van zijn zoon Amir, journalist bij de linkse krant Haaretz, reed hij halsoverkop naar het zuiden van Israël, drie kwartier na het begin van de terreuraanval. Hij redde niet alleen het gezin van zijn zoon, maar ook tal van anderen.

Tibon: ‘Ik heb hem meteen gebeld. Ik zei: ‘Amir, ga onmiddellijk naar de schuilkamer, sluit jezelf op en hou je stil, ik zorg ervoor dat het leger komt.’ Dat was de enige keer dat ik met hem sprak, later sms’ten we alleen. Wij haastten ons naar huis en kleedden ons aan. Ik dacht er niet eens aan mijn uniform aan te trekken, ik was precies zo gekleed als nu, T-shirt en spijkerbroek. Wel pakte ik mijn pistool. We sprongen in de jeep. Mijn vrouw reed, terwijl ik aan het bellen en sms’en was. Ik zocht contact met iedereen in de legertop, de chefstaf, het Zuidelijk Commando, divisiecommandant Yaron Finkelman, ik ken ze allemaal. Ze reageerden niet.

‘Zo snel als we konden, reden we naar het zuiden. Het is twee uur rijden naar Nahal Oz, er waren geen andere auto’s op de weg. Ik wist nog niet hoe groot de crisis was. Bij Sderot, vlak bij de kibboets Nir Am, kwamen we plotseling oog in oog met de oorlog. We zagen een politieauto op de weg staan en de agenten schoten op terroristen, als in een film. We reden snel door. Een van de politieagenten riep: ‘Draai je om, draai je om.’ De kogels vlogen ons om de oren. Dus we keerden om.

Hele systeem ingestort

‘Gali en ik bespraken wat we moesten doen. Plotseling kwamen vanuit de struiken een man en een vrouw naar ons toe rennen, een stel van in de dertig. Ik deed de deur van de auto open en riep: ‘Kom, kom erin.’ Ze trilden helemaal, ik gaf ze water. ‘Kalmeer’, zei ik, ‘je bent in goede handen.’ Ze hadden het over een slachtpartij, terroristen overal. Ik begreep dat er iets groots aan de hand was.

‘We zetten hen af bij een politieauto in Ashkelon, daar waren ze veilig. Wij namen een andere weg om Sderot vanaf de oostkant te omzeilen, opnieuw naar het zuiden. Er was nog steeds geen communicatie met het leger. Alleen met mijn zoon, die sms’te dat de hond waarschijnlijk was doodgeschoten door de terroristen.

‘Vlak bij Bror Hayil, op weg naar Sderot, was een controlepost van de politie. Twee auto’s blokkeerden de weg, ze lieten niemand door. Ik ging naar ze toe, liet mijn ID zien, vertelde dat ik een gepensioneerde generaal ben, en zei: ‘Laat me alsjeblieft door, mijn zoon heeft terroristen rond zijn huis.’ ‘Dat kan echt niet’, zeiden ze, ‘het is te gevaarlijk.’

‘En toen zeiden ze iets wat bij mij de alarmbellen deed rinkelen: ‘Maak je geen zorgen, het leger zorgt voor alles.’ Ik wist al dat dat niet zo was, omdat niemand van de commandanten mij antwoord gaf. En het stel dat we hadden opgevangen had het over een slachtpartij, terwijl ze niets zeiden over militairen. Het hele systeem was ingestort.

‘Dus namen wij een besluit. We zouden niet langer wachten, we zouden de controles omzeilen. We reden het veld in, we hebben een Jeep Grand Cherokee, dus dat ging makkelijk. Toen we toch nog een checkpoint tegenkwamen, reden we er gewoon langs. Ze richtten hun geweren op ons, maar ik liet mijn militaire ID zien en zei: ‘Schiet me maar neer, het maakt me niet uit.’

Noam Tibon Beeld Matan Golan
Noam TibonBeeld Matan Golan

Nog nooit zoiets gezien

‘Bij knooppunt Sderot was de toestand verschrikkelijk. Ik heb mijn hele leven in het leger gezeten. Ik ben begonnen bij de Special Forces, daar was ik bataljonscommandant, daarna stapte ik over naar de parachutisten. Ik heb beide Libanonoorlogen meegemaakt, ik was brigadecommandant op de Westelijke Jordaanoever tijdens de tweede intifada. Dus ik heb veel terreuraanslagen en lijken en wat dan ook gezien. Maar nog nooit zoiets als dit. Er lagen veel lichamen op de weg, in greppels, ondersteboven, brandend, in auto’s, naast auto’s en motorfietsen. En aldoor het schieten.

‘Mijn vrouw en ik stopten aan de kant. Er waren daar militairen. Ik vroeg ze mij te helpen naar Nahal Oz te gaan. Dat wilden ze niet. We bespraken de toestand, Gali en ik. ‘Dit is echt heel gevaarlijk’, zei ik, ‘zoiets heb ik niet eerder meegemaakt.’ Gali zei: ‘Als ik je zou vertellen over een echtpaar dat 10 kilometer van hun kinderen in een auto zit, terwijl ze weten dat die terroristen in huis hebben en ze durven er niet heen, wat zou je daarvan vinden?’ ‘Ja’, zei ik, ‘we moeten het erop wagen.’

‘Ik begreep dat we vanaf nu alleen waren. Het was half 11 in de ochtend. We manoeuvreerden tussen lichamen, tussen brandende auto’s, er werd voortdurend geschoten. Wij waren het enige voertuig op de weg. Bij Mefalsim, halverwege Sderot en Nahal Oz, staat een gele poort aan de hoofdweg. Daar zagen we opnieuw een schotenwisseling tussen Israëlische troepen en terroristen.

‘We stopten langs de kant van de weg en renden naar de schuilplaats bij het busstation. Toen het schieten voorbij was, kwam ik eruit en sprak de soldaten aan. Het was een elite-eenheid van de Yamam, antiterreurtroepen. Ze kenden mij en ik zei: ‘Luister jongens, kom met mij mee, jullie hebben gepantserde voertuigen, laten we mijn zoon gaan redden.’ De soldaten wilden met mij mee, ook al hadden ze net twee gevechten geleverd en waren ze zes mensen verloren. Maar toen begon de commandant te steigeren, hij vond dat we toestemming nodig hadden, hij ging bellen met zijn meerderen. Ik begreep al: dat wordt niks, het is chaos, je staat er alleen voor.

Schietincident

‘‘Oké’, zei ik, we kunnen niet langer wachten. Er was een dappere kerel die nog onder mijn bevel had gediend, Avi. Hij was gewond aan zijn been, maar niet ernstig. Hij wilde met me mee, hij negeerde het bevel van zijn commandant. We lieten Gali achter in de schuilplaats en gingen richting Nahal Oz. Opnieuw waren we het enige voertuig op de weg, we moesten manoeuvreren omdat overal gevechten plaatsvonden.

‘Bij het knooppunt Sa’ad, waar je rechtsaf moet naar Nahal Oz, zagen we Israëlische helikopters in de lucht. Als zo’n helikopter ons naar Gaza ziet gaan, dachten we, zullen ze op ons schieten omdat ze ons aanzien voor terroristen. Dus wachtten we tot er een militair voertuig arriveerde. We vroegen ze ons naar Nahal Oz te begeleiden. ‘Akkoord’, zeiden ze. Hun commandant was een dappere officier, Yedidia.

‘De weg naar Nahal Oz loopt door velden en boomgaarden. Rond het middaguur, ongeveer 1 kilometer voor Nahal Oz, was er opnieuw een schietincident. We zagen een Israëlische jeep langs de weg staan vol kogels. Soldaten ernaast, in gevecht met zes of zeven terroristen. Onmiddellijk stopten we, Avi en ik, we sprongen uit de auto, de soldaten sprongen ook, we gingen naast hen liggen en begonnen op de terroristen te schieten.

‘Ik begreep onmiddellijk dat mijn pistool nutteloos was, als klein wapen. Ik onderzocht drie van de soldaten. Ze waren al dood. Dus ik deed wat soldaten doen, ik nam de M16 van een van hen, een geweer met een telescoop, en pakte zijn helm. Ik mikte op een terrorist en schoot hem dood. Ik mikte op een andere, hij viel, hij was dood of gewond. De andere soldaten schoten ook raak. Toen zei Yedidia: ‘Ik ben gewond.’

‘Ik zag dat hij er slecht aan toe was, er was bloed, veel bloed. Uit ervaring wist ik dat hij spoedig zou sterven door bloedverlies. Hij moest naar het ziekenhuis. Hoewel ik op weg was om mijn zoon te redden, kon ik die man daar niet laten sterven, we hadden samen gevochten. Dus ik legde ze in de jeep, Yedidia en twee lichter gewonde soldaten. Ik reed terug naar Mefalsim, stopte bij de schuilkelder en belde Gali.

‘Deze dappere dame, mijn vrouw, kwam naar buiten en zei: ‘Ik breng hem naar het ziekenhuis, jij moet terug naar Nahal Oz.’ Yedidia bleef maar bloeden, hij was bang dat hij het niet zou redden. Onderweg zag Gali een ambulance, die nam hem over. Daardoor heeft dit verhaal een mooi einde. Het gaat goed met Yedidia, hij leeft. En terwijl hij in Jeruzalem in het ziekenhuis lag, beviel zijn vrouw van een kind.

Goed georganiseerd

‘Ik was achtergebleven bij Mefalsim, Yedidia was weg en ik dacht: wat nu? Toen zag ik een auto, een mooie Audi. Ik opende de deur en daar zat mijn vroegere commandant, Israel Ziv, ook een gepensioneerde generaal. Hij was mijn brigadecommandant toen ik bataljonscommandant was. We zijn heel goede vrienden. Net als ik was hij met zijn privépistool gekomen om mensen te redden. Ik vroeg: ‘Israel, kun je mij helpen?’ ‘Natuurlijk’, zei hij. ‘Weet je, Israel’, zei ik, ‘het is erg gevaarlijk, ik kom net uit een hinderlaag waar drie soldaten zijn gedood.’ ‘Niks daarvan’, zei hij, ‘spring in de auto.’

‘Hij reed met zijn pistool en ik hield de M16 uit het raam, klaar voor de strijd. We ontmoetten de soldaten die ik had achtergelaten, ze sloten zich bij ons aan. Zo kwamen we bij de poort van Nahal Oz, het was rond 2 uur ’s middags.

‘Je moet begrijpen hoe Hamas te werk was gegaan. Ze waren goed georganiseerd. Ze wisten in elke kibboets precies waar het huis was van de leider van de burgerwacht, die in elke kibboets voor de veiligheid zorgt. In Nahal Oz was dat de buurman van Amir. Daarom zaten ze rond zijn huis. Deze dappere man, Ilan Fiorentino, werd gedood in het gevecht. Er was een team van tien grenswachten dat vocht tegen tientallen terroristen. Hun operatie in de kibboets werd daardoor vertraagd.

‘Een paar minuten nadat ik was aangekomen arriveerden er twee groepen militairen, een parachutistenbataljon en een eenheid van de Maglan, een van de best getrainde eenheden in het leger. We besloten ons op te delen. De ene helft ging af op de militaire post die door Hamas was bezet, de andere helft zou de kibboets ontzetten. Bij de laatsten zat ik, met zo’n dertig soldaten.

‘We gingen de kibboets binnen via de zij-ingang. Ik had een kort gesprek met de soldaten en legde ze uit hoe ze moesten opereren. Je moet elk huis en elke tuin zorgvuldig doorzoeken. Je moet zorgen dat een plek ook echt schoon is, je moet er zeker van zijn dat er geen terroristen meer zijn die je in je rug kunnen schieten.

‘Eén groep ging naar het noordelijk deel van de kibboets, de andere groep naar het zuidelijk deel, waar mijn zoon woont. Ik had de leiding. Ik zat niet in de commandostructuur, maar ze kenden mij, ze respecteerden me. We doorzochten elk huis. De dappere soldaten van Maglan doodden zeven of acht terroristen, een andere eenheid nog eens twintig. Er waren dus veel terroristen in de kibboets.

Ergste crisis uit de geschiedenis van de staat Israël

‘Na ongeveer een uur zag ik het huis van mijn zoon. De deur was gesloten. Toen ik dat zag, voelde ik me beter. Toen, het grote moment van mijn leven, klopte ik op het raam van de schuilkamer. ‘Hier ben ik’, zei ik. En mijn kleindochter Galia antwoordde: ‘Opa is er, opa is thuis!’, precies zoals altijd wanneer ik op bezoek kom. Het was heerlijk.

‘’s Avonds hadden we ruim driehonderd mensen uit de kibboets geëvacueerd. Nadat wij waren aangekomen, werd slechts één kibboetsbewoner gedood. Dat gebeurde door onze troepen. Hij rende met een pistool op hen af, ze dachten dat hij een terrorist was. Kibboets Nahal Oz verloor veertien mensen totdat wij arriveerden en zes mensen werden ontvoerd. Dat is verschrikkelijk, maar het is weinig vergeleken met de kibboetsen Kfar Aza en Be’eri. Daar waren veel meer slachtoffers.

‘Mijn missie was het gezin van mijn zoon te redden. Maar ik ben er heel trots op dat ik iedereen die ik tegenkwam heb gered. De soldaat die met mij vocht en zwaargewond raakte, leeft nog. Dit zijn mijn waarden, ik laat niemand achter. Ik redde niet alleen mijn zoon, ik redde de hele kibboets. Natuurlijk mét de dappere mensen die de strijd voerden. Het team van de grenspolitie, de Maglan-eenheid, de burgers van Nahal Oz. Ik waardeer ze zéér voor wat ze voor mij en voor mijn familie hebben gedaan.

‘Maar toen ik daar eenmaal was, voelde ik dat er in de regio ten zuiden van Sderot geen IDF aanwezig was en geen Israëlische staat. Het gebied was in handen van Hamas-strijders. Er waren meer Hamas-troepen dan Israëlische soldaten. En de Israëlische soldaten waren niet georganiseerd. Ze vochten niet als een krijgsmacht, maar ieder voor zich.

‘Dit is de ergste crisis uit de geschiedenis van de staat Israël. Op deze Zwarte Zaterdag hebben we meer Joden verloren dan ooit sinds de Holocaust. Er zijn mensen die verantwoordelijk zijn voor deze mislukking, voor deze vernedering, want zo voel ik het. Hoe kan ik, die zoveel jaren in het leger heeft gediend, in een gebied komen dat bezet is door Hamas, zonder dat de IDF mij beschermt?

‘Ik vind dat iedereen die hiervoor verantwoordelijk is, zal moeten vertrekken. Ik heb het over de legerleiding, de hoogste commandanten. Ik ben er zeker van dat zij na het einde van de oorlog zullen aftreden. Iedereen. De stafchef, de chef van de inlichtingendienst, de leiding van de geheime dienst Shin Bet.’

En nog één persoon.

‘Ja, degene die echt verantwoordelijk is, is Benjamin Netanyahu. Netanyahu is persoonlijk verantwoordelijk. Hij heeft de strategische beslissing genomen om de Palestijnse Autoriteit te verzwakken en te vervangen door Hamas. Hij besliste over het buitenlands geld dat naar Gaza ging, waarmee Hamas tunnels kon bouwen en wapens kon kopen. Dat waren allemaal beslissingen van hém. Dus hij moet gaan. Eigenlijk vond ik dat op de eerste dag al, hij had onmiddellijk na 7 oktober moeten aftreden.

‘We hebben op dit moment geen regering die ons door deze oorlog kan leiden. We hebben een sterk leger, maar geen functionerende regering. Benjamin Netanyahu is geen leider. Verschrikkelijk. Dit is het slechtste leiderschap dat ik ooit heb meegemaakt.

‘Volgens mij heeft ons land twee doelen in deze operatie. Missie nummer een is de gijzelaars naar huis brengen. We zullen een mislukte staat zijn als dat niet gebeurt. Missie nummer twee is Hamas vernietigen, zodanig dat die niet langer onze burgers kan bedreigen. Dit is hoe mijn zoon Amir het verwoordde. Van een overwinning is sprake als hij in Nahal Oz zijn twee dochters, mijn kleindochters Galia en Carmel, naar school kan brengen, in Tel Aviv kan gaan werken en er zeker van kan zijn dat alles in orde is. Dat ik ze kan komen opzoeken zonder pistool. Dat zou een overwinning zijn.

‘Ik was in Libanon, ik was op de Westelijke Jordaanoever, maar zoiets als dit heb ik nog nooit gezien. Het was geen moord, het was een slachting. Het waren barbaren. Ze hebben kinderen vermoord, vrouwen verbrand. Onvoorstelbaar. Daarom geloof ik dat we iedereen die bij deze slachting betrokken was, zullen moeten doden. Iedereen, van boven tot onder. Je kunt niet in de buurt van zo’n barbaarse organisatie wonen. Ik geloof in vrede. Maar met zulke mensen kun je geen vrede sluiten.

‘Gaza zal lijden. Gaza-stad zal totaal verwoest worden en honderdduizenden arme mensen zullen voor de rest van hun leven vluchtelingen zijn. Palestijnen, ja. Maar we hebben geen andere keuze, we wonen in een lastige regio. Als we zwakte tonen, zullen we problemen krijgen met Hezbollah. We moeten hard zijn.’

Je kunt de infrastructuur en het leiderschap van Hamas vernietigen. Maar is daarmee het probleem de wereld uit? Gaat het er niet om dat er een oplossing komt voor de Palestijnse kwestie?

‘Ik geloof in de visie van president Biden. Ik heb hem ontmoet toen hij in Israël was op 18 oktober, toen hij met enkele overlevenden en familieleden van slachtoffers sprak. Hij is een groot leider en een geweldige vriend van Israël. Hij steunde ons op ons moeilijkste moment. Ik denk dat zijn visie de beste is. We moeten Hamas elimineren en dan de Palestijnse Autoriteit naar Gaza halen om iets anders te creëren. Het wordt een lang proces. Maar uiteindelijk geloof ik dat we, als we Hamas vernietigen, een kans hebben om ook het Palestijnse probleem op te lossen.’

Biden heeft gezegd dat de tweestatenoplossing weer op tafel moet komen.

‘Ik denk dat hij gelijk heeft.’

Noam Tibon Beeld Matan Golan
Noam TibonBeeld Matan Golan

Maar is de Israëlische regering bereid dat te accepteren?

‘Ik ben ervan overtuigd dat Israël na deze oorlog op de herstartknop moet drukken. We hebben te veel tijd besteed aan haat, aan haat tussen seculier en religieus, tussen rechts en links, tussen ultraorthodoxen en anderen. Een haat opgebouwd door één man, Benjamin Netanyahu, met zijn corruptie en zijn afschuwelijke, antidemocratische politiek. Het maakt onze troepen in Gaza, als ze samen vechten, niet uit of je seculier of religieus bent, rechts of links. Ze vechten samen. We moeten de manier waarop we praten veranderen. We hebben echt leiderschap nodig. Daarom geloof ik dat Benjamin Netanyahu nu moet vertrekken. Elke dag langer dat hij de leiding heeft, is vergif.’

U was het afgelopen jaar actief in de beweging tegen de juridische hervormingen van de regering-Netanyahu. U hield toespraken voor de betogers op Kaplanstraat in Tel Aviv. U schrijft opiniestukken voor denktank The MirYam Institute.

‘Jazeker. Ik beschermde onze democratie, daar ben ik trots op. Ik ben een echte zionist, ik hou van mijn land, ik hou van onze democratie. En ik was bereid de democratie te beschermen, zoals ik bereid was iedereen in de kibboets te beschermen.’

Als u zo praat, doet u denken aan iemand als Yitzhak Rabin (voormalig premier van Israël, red.).

‘Ik ben geen politicus. U bent net als alle Israëliërs die mij ontmoeten en zeggen: ga de politiek in. Maar op dit moment concentreer ik me op twee dingen. We moeten de oorlog winnen en we moeten onze samenleving opnieuw opbouwen, de relatie tussen de mensen in het Heilige Land herstellen.’

Palestijnen, Israëliërs, Joden, Arabieren?

‘Alles. Na zo’n verschrikkelijke crisis moet je veranderen.’

De grenzen van vóór 1967 zijn het uitgangspunt voor zo’n oplossing?

‘Sorry, daar wil ik niet over praten. Ik zei al dat ik geloof in de visie van president Biden, de tweestatenoplossing. Als je het eens bent over de visie, zijn de details niet belangrijk, dan kun je alles regelen.’

CV NOAM TIBON

4 juni 1962 Geboren in kibboets Tzora, Israël.
Opleiding: History, Haifa University, Public Administration, Harvard University, US Marine Corps University, Command and Staff College.
1983-1989 Commandant van een eenheid van de Special Forces.
1989-2004 Commandant van diverse brigades.
2004-2011 Diverse hoge officiersfuncties.
2012-2015 Generaal-majoor, commandant van Noord-Israël.
2015-2023 Medeoprichter van Cinturion, een trans-Europees en -Aziatisch onderwater kabelproject.
Voorzitter van Tel Aviv Global, het bureau van de gemeente Tel Aviv voor economie en toerisme.

Naom Tibon is getrouwd met Gali Mir Tibon, auteur en historicus. Ze hebben twee kinderen: Amir (journalist) en Uri (arts).


https://www.volkskrant.nl/volkskrant-magazine/als-we-hamas-vernietigen-geloof-ik-dat-we-een-kans-hebben-om-ook-het-palestijnse-probleem-op-te-lossen~b209a8b2/#:~:text=We%20moeten%20Hamas%20elimineren%20en,Palestijnse%20probleem%20op%20te%20lossen.'


------------------------------------------------------



Mijn commentaar :

Het onophoudelijk spreken door de man in kwestie, in termen van (Joods-zionistisch) eigendom, daar waar Palestina in feite een land is, dat wordt bezet door mensen als hij en zijn mede-geloofsgenoten.   

En maar niet willen begrijpen, dat hij en mensen als hij - en niet de Palestijnen, die zich verzetten tegen bezetters als hij - de feitelijke terroristen zijn, die de Palestijnen al meer dan 100 jaar bruut onderdrukken, vernederen, uit hun land verdrijven, martelen en vermoorden.

Het stuitende racistische etno-centrisme, dat de man bij voortduring uitwasemt, is van een grenzeloze hovaardij.  

Denken dat Netanyahu het grote kwaad is, en dat het verwijderen van Netanyahu de panacee zal zijn, terwijl lieden als Weizmann, Gurion, Rabin, Peres, Shamir en Begin exact dezelfde racistische en fascistische receptuur ten aanzien van de autochtone Palestijnen hanteerden als Netanyahu. 

Het durven spreken over "Israel" in termen van democratie, terwijl dat concept exclusief is voorbehouden aan de settler-koloniale Joodse zionistische populatie. 

Menen dat het terugbrengen van de PA, de oplossing is voor het door het zionistische usurpatie-beleid geschapen problemen in Gaza, de Westoever en oost-Jeruzalem (om zijn racistische terminologie maar even te gebruiken)..

Na drie dodelijke strategische Nakba ethnic-cleansing exercities door de Joods-Zionistische bezetter van het Palestijnse territoir, nog steeds niet begrijpen, dat de oorspronkelijke bewoners zich totaal niets gelegen hoeven te laten liggen aan zionistsiche reli-metafysische cryptologieën, als "Het Beloofde Land.  

 Stellen, dat "je in een lastige regio woont", niet beseffend, dat hij (en mensen als hij) zelf de hoofdoorzaak is van die elementen, die door hem als lastig worden ervaren.  En dan ook nog losjes oreren over een twee staten oplossing, alsof die ooit door de zionisten als een wenselijke optie zou zijn ervaren (lees : Bedoeld) . 

 En de Volkskrant dan ook nog durven suggereren, dat lieden als hij een aanwinst zouden zijn voor de politiek van het door hem en de zijnen geterroriseerde Palestijnse territoir en zijn bewoners.

Wat een afgrijselijk zelfbeeld, gevormd door een al even afgrijselijk wereldbeeld...

vrijdag 22 december 2023

Israel breaks International Law and uses it to cover up its crimes

 



Israel breaks International Law and uses it to cover up its crimes

Palestinians walking, driving and riding on donkey carts as they fled Gaza City and other parts of the northern Gaza Strip for the south. Image: screengrab

JVL Introduction

Dr. Shahd Hammouri, lecturer in International Law and Palestinian herself, outlines the way International Law is being misapplied by Israel.  Israel’s violation of international law while claiming all the time to be operating within it is facilitated by the western media and political framework – that this is a war (started by Hamas on October 7th); Israel therefore has the right to self defence; what Hamas is doing is terrorism; and the suffering of Palestinians in Gaza is a humanitarian issue (only).

This is a distortion of what is happening on the ground now and ignores both the political and historical context and the historic as well as current violations of Israeli law in Gaza – and East Jerusalem and the West Bank. As Dr. Hammouri says “Israel is a colonising power and the Palestinians are the colonised indigenous population. Any reference to international law that does not recall these circumstances is a distortion of the story.”

Dr. Hammouri was one of our guest speakers at the JVL AGM at the beginning of December 2023 where she covered many of these points.  You can watch her presentation along with our other speakers here.

LL

This article was originally published by Al Jazeera on Sun 10 Dec 2023. Read the original here.

How international l

How international law is used to cover up Israeli settler-colonialism

Israel’s ‘right to self-defence’ is wrongly evoked within the context of its occupation of Palestinian territories.

On October 7, Israel announced it was “at war”. Following an attack on southern Israeli towns and settlements, the Israeli government declared it was launching a “large-scale operation to defend Israeli civilians”. Two days later, its defence minister, Yoav Gallant, announced a full blockade of Gaza, cutting off supplies of electricity, fuel, water and food; “We are fighting human animals,” he said.

Since then, more than 17,700 Palestinians have been killed by Israeli bombardment of the Gaza strip, more than a third of them children. More than 1.7 million people have been displaced within the enclave, with civilians having no safe zone to flee to.

Amid this death and destruction, the dominant narrative in Western media and political circles has been that this is “a war”, Israel has the “right to defend itself “against “terrorism”, and the Palestinian plight is a “humanitarian” issue. This framing of what is going on – backed with language borrowed from international law – completely distorts the reality on the ground.

Everything that is happening now in Israel-Palestine is taking place within the context of colonisation, occupation and apartheid, which according to international law, are illegal. Israel is a colonising power and the Palestinians are the colonised indigenous population. Any reference to international law that does not recall these circumstances is a distortion of the story.

Israel: A coloniser

The status of Israel as a colonising state was clear in the early days of the United Nations. It is notable that much of the peculiarity of the case of Palestine, and in turn, its susceptibility to misrepresentation and manipulation, is that it was colonised at the moment when mass-colonisation of the Global South was theoretically ending.

For example, the representative of the Jewish Agency, Ayel Weizman, one of the main actors in enabling the Zionist project, described what was happening at that time as Jewish “colonisation of Palestine” during the hearings of the UN Special Committee on Palestine in 1947, as the recognition of the state of Israel was being deliberated.

Resolutions issued by the UN General Assembly during the 1950s-1970s tended to couple Palestine with other colonised nations. For example, Resolution 3070 of 1973 declared that the UNGA “Condemns all Governments which do not recognize the right to self-determination and independence of peoples, notably the peoples of Africa still under colonial domination and the Palestinian people”.

Similarly, the case of Palestine was also portrayed as a close relative to the case of apartheid South Africa. For example, Resolution 2787 of 1971 said that the General Assembly “confirms the legality of the people’s struggle for self-determination and liberation from colonial and foreign domination and alien subjugation, notably in southern Africa and in particular that of the peoples of Zimbabwe, Namibia, Angola, Mozambique and Guinea [Bissau], as well as of the Palestinian people by all available means consistent with the Charter of the United Nations”.

Following the 1967 war, Israel’s occupation of the West Bank, East Jerusalem, Gaza, the Sinai Peninsula and the Golan Heights, prompted the UN Security Council Resolution 242, which in its preamble emphasised “the inadmissibility of the acquisition of territory by war” and called for the “withdrawal of Israel armed forces from territories occupied in the recent conflict”.

However, the resolutions’ deliberate ambiguity in referring to “territories occupied” in the English version of the text, has been used by Israel to justify its occupation and annexation for over half a century. It also paved the way for Israel to start building settlements – something Francesca Albanese, the UN Special Rapporteur on the situation of human rights in the Palestinian territories, defined in her report A/77/356 as “colonising” the West Bank.

The context of colonisation and occupation was brushed to the side with the signing of the Oslo Accords in 1993, which was presented to the international agreement as a “peace agreement” that put an end to the “Palestinian-Israeli conflict”. It, of course, did no such thing.

The oppression and dispossession of the Palestinian people at the hands of their Israeli colonisers continued.

The right to defend and the right to resist

Removing the context of colonisation and occupation has facilitated the portrayal of Palestinians as exclusively being one of two categories: “victims” of a humanitarian crisis or “terrorists”.

On the one hand, framing the plight of the Palestinians as a humanitarian concern covers up its root causes. As multiple UN and rights organisations reports have pointed out, the Israeli occupation and apartheid have devastated the Palestinian economy and pushed Palestinians into poverty. The focus on the humanitarian element perpetuates aid dependency and sidelines demands for accountability and reparations

On the other hand, the narrative that presents Palestinians as “terrorists” obfuscates the reality that the Israeli army’s goal has always been the eradication of the “Palestinian problem” by any means possible, including ethnic cleansing, subjugation, and displacement. It also denies the Palestinian people the right to resist, which is outlined in international law.

The Universal Declaration of Human Rights stresses in its preamble that “it is essential, if man is not to be compelled to have recourse, as a last resort, to rebellion against tyranny and oppression, that human rights should be protected by the rule of law”. In effect, this means that rebellion against tyranny and oppression when human rights are not protected is acceptable.

Similarly, many UN General Assembly resolutions from the 1950s-1970s, the First Protocol of the Geneva Conventions, and the case law of the International Court of Justice, provide evidence for the legitimacy of peoples’ struggle by all means at their disposal in the exercise of self-determination.

Of course, as they resist in whichever form, Palestinians are bound by the rules of the conduct of hostilities in international humanitarian law.

The denial of the right to resist for the Palestinians goes hand-in-hand with Israel and its allies constantly evoking the Israeli “right to defend itself”. But Article 51 of the UN Charter, which legitimises the use of force in the name of self-defence, cannot be invoked when the threat emanates from within an occupied territory.

The International Court of Justice re-affirmed this principle in its advisory opinion on the Legal Consequences of the Construction of a Wall in the Occupied Palestinian Territory (2004).

It is important to point out that even though Israel unilaterally withdrew its soldiers and settlements from Gaza in 2005, it still exercises effective control over the territory. This reality has been blatantly apparent over the last two months as Israel has resorted to cutting off food, water, medical supplies, electricity and fuel – all essential for the existence of the population of Gaza.

According to international humanitarian law, Gaza is occupied by Israel and the latter cannot claim self-defence as a legitimate reason for its aggression against a threat that emanates from within a territory it has effective control over.

In this sense, Israel is perpetrating war crimes, crimes against humanity, and the crime of genocide in Gaza not in the context of “self-defence”, but of occupation. The Israeli army has undertaken the indiscriminate and disproportionate use of explosive weapons, forced displacement of over 1.7 million people in Gaza, the cutting off of fuel, electricity, food, water and medical supplies, amounting to collective punishment.

Unfortunately, these crimes are not an anomaly, but a part of the continued systemic violence inflicted by Israel on the Palestinian people over the past 75 years.

Outdated laws of war

In trying to justify the shocking civilian death toll in Gaza, Israel and its supporters have frequently evoked the laws of war, throwing around terms like “human shields” and “proportionality”.

Apart from the flawed arguments and lack of evidence that these claims suffer from, they also rely on a set of norms that were codified by colonial powers and are outrageously outdated.

The laws of war were put together during colonial times to regulate the use of force between sovereign states. The colonies were obviously not considered sovereign equals, and the laws were designed to maintain domination over the indigenous peoples, territories and resources.

These laws do not account for asymmetry in power between parties to a conflict. They do not respond to the technological changes in warfare. They are not designed to account for economic and political interests shaping war. Over the last 75 years, significant efforts have been made to challenge these shortcomings, but states of the Global North systematically undermined them.

This is not surprising given that most contemporary wars happen outside the Global North, and profits coming from the business of war predominantly feed into Global North economies.

It is not in the interest of powerful states to update these laws in a manner that corresponds to the reality on the ground. Instead of updating the laws of war to decolonise them, over the past 20 years, the Global North has imposed a new framework that accommodates its “war on terror”.

It is, therefore, not surprising that as Israel is exterminating Palestinians in Gaza and the West Bank, the mainstream international legal reaction has reflected a continuing colonial attitude which disregards distortions and misrepresentations and refuses to call things by their name – settler colonialism, resistance, and the people’s right of self-determination.

The only way out of the cycles of brutal violence is for the colonial context in Palestine to be fully and unequivocally acknowledged. Israel must end its colonisation, occupation and apartheid in Palestine and engage in reconciliation and reparations.

Editor’s note: The article has been amended to replace “armed aggression” with the more accurate term “use of force” in relation to Article 51 of the UN Charter.

The views expressed in this article are the author’s own and do not necessarily reflect Al Jazeera’s editorial stance.

 https://www.jewishvoiceforlabour.org.uk/article/israel-breaks-international-law-and-uses-it-to-cover-up-its-crimes/

------------------------


My comments :

In the tweet below, I was reacting to a statement by a Dutch historian (Han van der Horst) - known for his strong bias against Palestine, Palestinians and their sympathizers / supporters - that did try to decontextualize the Hamas / IDF conflict, by suggesting, that both parties should be held equally responsible for "the Gaza war".

In my tweet of only a few days ago, I did - as I did in so many suimilar tweets and other forms of social-media communication - remind the historian, that we in fact do look at a 100 plus year ongoing conflict of a one-dimensional settler colonial nature, in which the occupying and oppressive Zionist-jews, are (again) deploying the Nakba concept of the Great Replacement.   




Opinion | Israel Can’t Imprison Two Million Gazans Without Paying a Cruel Price

Haaretz

Opinion | 

Israel Can’t Imprison Two Million Gazans Without Paying a Cruel Price



Behind all this lies Israeli arrogance; the idea that we can do whatever we like, that we’ll never pay the price and be punished for it. We’ll carry on undisturbed.

We’ll arrest, kill, harass, dispossess and protect the settlers busy with their pogroms. We'll visit Joseph’s Tomb, Othniel’s Tomb and Joshua’s Altar in the Palestinian territories, and of course the Temple Mount – over 5,000 Jews on Sukkot alone

We’ll fire at innocent people, take out people’s eyes and smash their faces, expel, confiscate, rob, grab people from their beds, carry out ethnic cleansing and of course continue with the unbelievable siege of the Gaza Strip, and everything will be all right.

We’ll build a terrifying obstacle around Gaza – the underground wall alone cost 3 billion shekels ($765 million) – and we’ll be safe. We’ll rely on the geniuses of the army's 8200 cyber-intelligence unit and on the Shin Bet security service agents who know everything. They’ll warn us in time.

We’ll transfer half an army from the Gaza border to the Hawara border in the West Bank, only to protect far-right lawmaker Zvi Sukkot and the settlers. And everything will be all right, both in Hawara and at the Erez crossing into Gaza.

It turns out that even the world's most sophisticated and expensive obstacle can be breached with a smoky old bulldozer when the motivation is great. This arrogant barrier can be crossed by bicycle and moped despite the billions poured into it and all the famous experts and fat-cat contractors.

The Gaza Palestinians are willing to pay any price for a moment of freedom. Will Israel learn its lesson? No.

We thought we’d continue to go down to Gaza, scatter a few crumbs in the form of tens of thousands of Israeli work permits – always contingent on good behavior – and still keep them in prison. We’ll make peace with Saudi Arabia and the United Arab Emirates and the Palestinians will be forgotten until they’re erased, as quite a few Israelis would like.

We’ll keep holding thousands of Palestinian prisoners, sometimes without trial, most of them political prisoners. And we won’t agree to discuss their release even after they've been in prison for decades.

We’ll tell them that only by force will their prisoners see freedom. We thought we would arrogantly keep rejecting any attempt at a diplomatic solution, only because we don’t want to deal with all that, and everything would continue that way forever.

Once again it was proved that this isn’t how it is. A few hundred armed Palestinians breached the barrier and invaded Israel in a way no Israeli imagined was possible. A few hundred people proved that it’s impossible to imprison 2 million people forever without paying a cruel price.

Just as the smoky old Palestinian bulldozer tore through the world’s smartest barrier Saturday, it tore away at Israel’s arrogance and complacency. And that’s also how it tore away at the idea that it’s enough to occasionally attack Gaza with suicide drones – and sell them to half the world – to maintain security.

On Saturday, Israel saw pictures it has never seen before. Palestinian vehicles patrolling its cities, bike riders entering through the Gaza gates. These pictures tear away at that arrogance. The Gaza Palestinians have decided they’re willing to pay any price for a moment of freedom. Is there any hope in that? No. Will Israel learn its lesson? No.

On Saturday they were already talking about wiping out entire neighborhoods in Gaza, about occupying the Strip and punishing Gaza “as it has never been punished before.” But Israel hasn’t stopped punishing Gaza since 1948, not for a moment.

After 75 years of abuse, the worse possible scenario awaits it once again. The threats of “flattening Gaza” prove only one thing: We haven’t learned a thing. The arrogance is here to stay, even though Israel is paying a high price once again.

Prime Minister Benjamin Netanyahu bears very great responsibility for what happened, and he must pay the price, but it didn’t start with him and it won’t end after he goes. We now have to cry bitterly for the Israeli victims, but we should also cry for Gaza.

Gaza, most of whose residents are refugees created by Israel. Gaza, which has never known a single day of freedom.