donderdag 6 oktober 2022

 


Israëlische regering zet advertentie op Google: ‘Amnesty International is antisemitisch’

In een advertentie op Google beschuldigt Israël Amnesty International van het hebben van een ‘vijandige, anti-Israëlische en antisemitische agenda’. Het is een ongehoord staaltje laster, dat Google nooit had mogen toestaan.


Laster5 oktober 2022

Oproep van The Rights Forum aan Google om de lasterlijke advertentie van de Israëlische regering over Amnesty International van de zoekmachine te verwijderen.

Voer op Google de zoekterm ‘Amnesty International’ in en als eerste van miljoenen resultaten krijg je een advertentie te zien. Geen wervende annonce van Amnesty zelf, maar een advertentie van de Israëlische regering. En die is allesbehalve wervend.

‘The true face of Amnesty: Amnesty ignores human rights’ is nog de vriendelijkste kop waaronder de advertentie op Google verschijnt. Er zijn meerdere andere koppen in omloop, waarin Amnesty wordt gebrandmerkt als ‘obsessief’, ‘vijandig’, ‘anti-Israëlisch’ en zelfs ‘antisemitisch’.

Laster

Wie de advertentie aanklikt belandt op een webpagina van Israëls ministerie van Buitenlandse Zaken. In een korte tekst beschuldigt het ministerie Amnesty ervan onder de dekmantel van mensenrechtenorganisatie een ‘vijandige, anti-Israëlische en antisemitische agenda’ te voeren. Achter het ‘masker van humaniteit’ zou een duistere organisatie schuilgaan, die Israël met leugens en schandelijke rapporten probeert te ‘demoniseren en delegitimeren’, ondertussen allerlei bevolkingen die dringend humanitaire steun en bescherming nodig hebben aan hun lot overlatend.

Het is hoogst ongebruikelijk dat een regering een advertentie aan een mensenrechten­organisatie wijdt. En ronduit opzienbarend als dat een leugenachtig en extreem vijandig pamflet is, bedoeld om die organisatie te demoniseren en delegitimeren. Een regering die een van de meest gerespecteerde mensenrechten­organisaties ter wereld publiekelijk afschildert als een lugubere club antisemieten maakt zich schuldig aan laster – een in veel landen strafbaar vergrijp.

Google, verwijder de advertentie

Even opzienbarend is dat Google de advertentie heeft geaccepteerd. Heeft het bedrijf geen regels waaraan advertenties moeten voldoen? Kent het geen morele grenzen? Vindt het werkelijk dat het ongefundeerd zwartmaken van een mensenrechtenorganisatie door de beugel kan? Door een bezettingsregime bovendien dat daarmee reageert op even gerechtvaardigde als belangrijke kritiek van die organisatie?

The Rights Forum vindt van niet. Wij vinden dat ondernemingen dergelijke giftige en opruiende advertenties principieel en onder expliciete opgaaf van redenen dienen te weigeren, in plaats van de hetzes te helpen verspreiden. Wij roepen Google op de advertentie te verwijderen, en vinden dat het Amnesty publiekelijk verantwoording en excuses verschuldigd is.

Wij roepen Google op de advertentie te verwijderen, en vinden dat het Amnesty publiekelijk verantwoording en excuses verschuldigd is.

Symptoom van diepere kwaal

Dat is des te belangrijker daar Amnesty niet het enige doelwit is dat door Israël op deze wijze wordt aangevallen; de kwestie-Amnesty is een symptoom van een diepere kwaal. Identieke campagnes voert het tegen de VN – we schreven er afgelopen vrijdag over –, het Internationaal Strafhof en ijsproducent Ben & Jerry’s, onder vele anderen. Het voert een furieuze strijd tegen ieder obstakel dat zijn illegale bezetting en kolonisering van Palestijns gebied in de weg staat, op dezelfde agressieve wijze waarop het de bezetting handhaaft.

Dat het daarbij de pijlen veelvuldig richt op instellingen en organisaties die het recht en de mensenrechten belichamen is geen wonder. En het blijft niet bij demoniseren en delegitimeren alleen. De directeur Israël/Palestina van Human Rights Watch werd in 2019 het land uitgezet. In 2020 moesten de vijftien medewerkers van het VN-Mensenrechten­kantoor in Israël het land verlaten. Ook Israëlische mensenrechten­organisaties staan onder politieke druk en hebben te maken met restricties.

De sluiting van de kantoren van zeven Palestijnse maatschappelijke en mensenrechten­organisaties door het Israëlische militaire regime, afgelopen augustus, past in hetzelfde patroon. Net als Amnesty ontplooiden zij volgens Israël achter een humanitair masker duistere activiteiten, in dit geval terroristische. Die verdachtmaking was een gefabriceerd voorwendsel om de organisaties te kunnen oprollen, daarmee in bezet gebied zowel kritische stemmen tot zwijgen brengend als een pijler onder de Palestijnse samenleving ontwrichtend. De organisaties hebben hun werk zo goed en zo kwaad als dat kan voortgezet, in het besef dat hen meer Israëlische maatregelen boven het hoofd hangen.

Google eerder in opspraak

Precies een jaar geleden raakte Google ook al in opspraak, toen naar aanleiding van een project dat het, samen met Amazon, uitvoert in opdracht van de Israëlische regering. Dit ‘Project Nimbus’ voorziet in de ontwikkeling en levering van technologie die volgens medewerkers van de bedrijven door leger en overheid kan worden gebruikt om de onderdrukking van de Palestijnen te versterken. In een open brief in The Guardian riepen bijna vierhonderd van hen op het project te staken.

Ter ondersteuning van die oproep lanceerden de Amerikaanse organisaties Jewish Voice for Peace (JVP) en MPower Change de campagne No Tech for Apartheid. Zij dringen er bij de bedrijven op aan de mensenrechten en de eigen ethische standaarden te respecteren. Inmiddels hebben zich meer dan vijftig internationale organisaties bij de campagne aangesloten en bijna 45 duizend mensen hun handtekening onder een petitie aan Google en Amazon gezet.

Kritische stemmen onderdrukt

Binnen Google en Amazon is de oppositie tegen het project blijven groeien, leidend tot een scherpe tegenreactie van de Google-leiding. Eind augustus maakte Ariel Koren, het (Joodse) gezicht van de oppositie, bekend door Google te zijn gedwongen ontslag te nemen. In een verklaring en een interview in NRC beschrijft ze hoe zij is ‘weggewerkt’ en schetst ze een bedrijfscultuur waarin onwelgevallige meningen worden onderdrukt:

Google snoert Palestijnen, Joden, Arabieren en moslims die bezorgd zijn over Google’s medeplichtigheid aan schendingen van Palestijnse mensenrechten systematisch de mond.

Op 9 september demonstreerden in San FranciscoNew YorkSeattle, Durham en andere Amerikaanse steden medewerkers van Google en Amazon tegen Project Nimbus. Afgelopen week erkende Google, dat tot dat moment was blijven volhouden dat Nimbus geen kwade militaire toepassingen zou kunnen hebben, dat het Israëlische leger wel degelijk toegang heeft tot de nieuwe technologie, aldus het Twitteraccount Workers Against Nimbus. The Rights Forum blijft de ontwikkelingen volgen.

https://rightsforum.org/israelische-regering-zet-advertentie-op-google-amnesty-international-is-antisemitisch/?fbclid=IwAR0t8IfHBo_o8n0t5U01n9mVxgd1jQx2LdGBKR6kp55F4_iAQdIL6VXt8LA

woensdag 5 oktober 2022

Study links in utero ‘forever chemical’ exposure to low sperm count and mobility

 


Study links in utero ‘forever chemical’ exposure to low sperm count and mobility

PFAS, now found in nearly all umbilical cord blood around the world, interfere with hormones crucial to testicle development

An illustration of several human sperm cells.
 Photograph: Sebastian Kaulitzki/SCIENCE PHOTO LIBRARY/Getty Images/Science Photo Library RF

A new peer-reviewed Danish study finds that a mother’s exposure to toxic PFAS “forever chemicals” during early pregnancy can lead to lower sperm count and quality later in her child’s life.

PFAS – per- and polyfluoroalkyl substances – are known to disrupt hormones and fetal development, and future “reproductive capacity” is largely defined as testicles develop in utero during the first trimester of a pregnancy, said study co-author Sandra Søgaard Tøttenborg of the Copenhagen University Hospital.

“It makes sense that exposure to substances that mimic and interfere with the hormones involved in this delicate process can have consequences for semen quality later in life,” Søgaard Tøttenborg said.

PFAS are a class of about 12,000 chemicals typically used to make thousands of products resistant to water, stains and heat. They are called “forever chemicals” because they accumulate in humans and the environment and do not naturally break down. A growing body of evidence links them to serious health problems such as cancer, birth defects, liver disease, kidney disease and decreased immunity.

The study, published Wednesday in Environmental Health Perspectives, examined semen characteristics and reproductive hormones in 864 young Danish men born to women who provided blood samples during their pregnancies’ first trimesters between 1996 and 2002.

The study builds on others that found similar issues, but it is the first to look for exposure to more than two PFAS compounds and to assess exposure during early pregnancy, which is the male reproductive organ’s “primary developmental period”.

Researchers checked the mothers’ blood for 15 PFAS compounds, and found seven in large enough concentrations to include in the study.

Those mothers with higher levels of exposure more frequently raised adult men with lower sperm counts, as well as elevated immotile sperm levels, meaning their sperm did not swim. This exposure also increased the amount of non-progressive sperm – sperm that do not swim straight or swim in circles. Both issues can lead to infertility.

The ubiquitous chemicals are estimated to be in 98% of Americans’ blood, and they can cross the placental barrier and accumulate in the growing fetus. A recent analysis of 40 studies of umbilical cord blood from around the world found that PFAS were detected in all 30,000 samples collectively examined.

Infertility rates are on the rise worldwide, often for unclear reasons, Søgaard Tøttenborg said.

“The results of our studies are an important piece in that puzzle,” she added. “Equally important: the more we know, the more we can prevent.”

https://www.theguardian.com/society/2022/oct/05/pfas-sperm-count-mobility-testicle-development

dinsdag 4 oktober 2022

Vijfde keer uitstel Omgevingswet dreigt na negatief ICT-advies





Vijfde keer uitstel Omgevingswet dreigt na negatief ICT-advies


 d.d. 04-10-2022

De invoering van de omstreden Omgevingswet loopt het risico om weer te worden uitgesteld, omdat de digitale infrastructuur niet op orde is. Dat blijkt uit een nog te verschijnen advies van het Adviescollege ICT-toetsing van de overheid, waar Follow the Money de hand op heeft weten te leggen. Minister Hugo de Jonge wil de wet op 1 januari in laten gaan, maar door de harde kritiek van het college dreigt de Eerste Kamer dat te blokkeren. ‘Als het adviescollege hierop uitkomt, is dat killing,’ zegt senator Saskia Kluit (GroenLinks).

Er zullen op 1 januari 2023 ‘nog forse beperkingen’ zijn in het ICT-systeem achter de Omgevingswet. ‘Mede daardoor zullen dingen misgaan’. Die harde conclusies trekt het Adviescollege ICT-toetsing in een conceptadvies dat in handen is van Follow the Money. De Eerste Kamer heeft eerder laten weten de invoering van de Omgevingswet van dit advies te laten afhangen. De Kamer ontvangt het advies naar verwachting op maandag 10 oktober.

Het gewraakte systeem heet Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) en is het centrale loket waar burgers, bedrijven en overheden regelen waar nieuwe waterstofleidingen mogen komen, hoe ver een huis van een stinkende varkensstal mag staan en hoeveel stikstof bedrijven uit mogen uitstoten.

Het advies is om nog twee jaar de tijd te nemen om te zorgen voor een acceptabel ‘basisniveau’

Terwijl de belofte juist snellere, betere dienstverlening is, kunnen gebreken in het ICT-systeem leiden tot vertraging in de bouw van woningen en aanleg van infrastructuur. Daarvoor waarschuwde vorige week ook Neprom, de branchevereniging van projectontwikkelaars, die voorstelde om de invoering twee jaar uit te stellen.

Het adviescollege verwijst naar drie eerdere eigen adviezen over het DSO dat volgens het college vanaf het eerste moment ‘te complex’ gebouwd werd. Dat is nog altijd het geval en dus luidt het advies om nog twee jaar de tijd te nemen om te zorgen voor een acceptabel ‘basisniveau’. 

‘Het adviescollege zegt al drie jaar hetzelfde,’ zegt senator Saskia Kluit (GroenLinks). ‘Ga versimpelen.’ Ze noemt het ‘verbijsterend’ dat het kabinet en de koepels van gemeenten en provincies, die samen het DSO ontwikkelen, het toch nog steeds niet lukt de adviezen op te volgen.

Follow the Money schreef al eerder dat waarschuwingen van ambtenaren en experts voor de haperende ICT werden genegeerd.

MILJARDENWET IS AL VIER KEER UITGESTELD

De Omgevingswet werd in 2010 bedacht om de 26 wetten en ontelbare regelingen in het omgevingsrecht te bundelen en ‘eenvoudig beter’ te maken. In de wet moet alles over de fysieke leefomgeving in Nederland geregeld worden. 

De Raad van State noemde het plan voor de wet ‘wat omvang betreft vergelijkbaar met de totstandkoming van het Burgerlijk Wetboek’, waar in 1948 het eerste voorstel voor werd gedaan en dat pas in 1992 volledig was ingevoerd. Desondanks deed de overheid nooit volwaardig onderzoek naar het nut en de noodzaak van deze grote nieuwe wet.

Met de invoering van de Omgevingswet is veel geld gemoeid. Gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk moeten dure software laten bouwen, nieuwe regels en plannen opstellen, personeel trainen en burgers en bedrijven helpen omgaan met de nieuwe wet. KPMG schatte in 2021 dat ze daar in de periode 2016-2029 tussen de 1,3 à 1,9 miljard euro aan zullen uitgeven

De invoering van de wet op 1 januari 2023 is omstreden. Een peiling van het nieuwsplatform Binnenlands Bestuur en I&O Research liet eind september zien dat 70 procent van de ambtenaren die de wet moeten gaan uitvoeren uitstel wil.


Alle overheden moeten samen voor 1 januari het hele systeem testen, maar volgens het adviescollege geeft dat nog ‘onvoldoende zekerheid over werkbaarheid, betrouwbaarheid en stabiliteit’. Reden is onder meer dat nog niet alles dat moet worden getest af is. En zelfs als er wel wordt getest, gaat dat niet van een leien dakje: de testen zijn niet gestandaardiseerd, er is geen test voor het gehele systeem, er is geen aparte testomgeving en fouten worden niet centraal bijgehouden en geanalyseerd.

Terugvalopties

Het was het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) al langer duidelijk dat het DSO bij invoering van de Omgevingswet op 1 januari niet naar behoren zal werken. Daarvoor zijn tijdelijke noodoplossingen bedacht, waarbij gemeenten of provincies kunnen terugvallen op oude systemen. 

Nog minstens twee jaar noodreparaties nodig om de ICT-risico’s tot een ‘aanvaardbaar niveau’ terug te brengen

Het Adviescollege ICT-toetsing zegt dat die noodoplossingen weliswaar het risico op groot ICT-falen verlagen, maar dat er te weinig tijd is en dat ze te ingewikkeld zijn voor de betrokken overheden om ze vanaf 1 januari te kunnen gebruiken. 

Bij invoering op 1 januari verwacht het college dat er nog minstens twee jaar noodreparaties nodig zullen zijn om de ICT-risico’s tot een ‘aanvaardbaar niveau’ terug te brengen.

Er zullen hoe dan ook jarenlang ICT-experts nodig zijn, zelfs als de wet wordt uitgesteld. Het college noemt dat een ‘aanvullend risico’, vanwege de krapte op de arbeidsmarkt.

Op 1 november beslist de Eerste Kamer over de invoeringsdatum. Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) heeft een ‘ontwerpbesluit’ opgestuurd voor invoering per 1 januari. In een motie heeft een meerderheid van de senaat beloofd hiermee bij een positief ICT-advies in te stemmen. 

Saskia Kluit noemt het advies ‘vrij dramatisch’. ‘Het doel van de wet is dienstverlening verbeteren. We gaan hele grote transities in: woningbouw, landschap, natuur, energietransitie. Die moeten allemaal door dit systeem heen. Enorme transities gaan doorvoeren met een systeem dat rammelt in een samenleving waarin het vertrouwen al laag is, lijkt mij een heel slecht idee.’

Het Adviescollege ICT-toetsing wil pas reageren als het definitieve rapport aan de opdrachtgever, de Eerste Kamer, is aangeboden. Ook het ministerie van BZK wil tot die tijd geen commentaar geven.

https://www.ftm.nl/artikelen/invoering-omgevingswet-in-gevaar-cruciaal-ict-advies-negatief?utm_campaign=Dani%C3%ABl-van-Kessel&utm_source=article&utm_medium=link&share=vtRA%2F94N7djUZh4LhGM5qvw%2Fh6nqq16P%2BizOx%2BrTp%2FtgUXc9BnT6MySp6XksEKM%3D

zondag 2 oktober 2022

 




d.d. 02-10-2022

Politicoloog Tommaso Pavone hekelt verwaarlozing van de rechtsstaat in Europa: ‘De Commissie is te vaak een passieve toeschouwer’


Hongarije is niet langer een democratie, oordeelde het Europees Parlement onlangs, en de Europese Commissie wil 7,5 miljard euro weghouden bij Boedapest. Maar tegelijkertijd onderhandelt diezelfde Commissie met de regering-Orbán over een compromis. Volgens politicoloog Tommaso Pavone is het tekenend voor de Brusselse omgang met de Europese rechtsstaat: liever gekonkel in achterkamertjes dan een gerechtelijke confrontatie. ‘De hoedster van de Europese verdragen heeft het schip verlaten.’

Vanuit de Amerikaanse woestijnstad Tucson, waar de Universiteit van Arizona is gevestigd, onderzoekt de Italiaans-Amerikaanse politicoloog Tommaso Pavone hoe de Europese Unie de rechtsstaat verdedigt. Of beter gezegd, hoe zij daarin faalt. 

Volgens Pavone vindt er een zorgwekkende ontwikkeling plaats in Europa waardoor de rechtsstaat, het fundament onder de democratie, in gevaar is. Bijvoorbeeld in Hongarije en Polen, waar onder het beleid van Viktor Orbán en Jarosław Kaczyński de rechterlijke macht de mond is gesnoerd en corruptie welig tiert. 

Na de recente verkiezingswinsten van de nationalistische partijen Fratelli d’Italia in Italië en de Sverigedemokraterna in Zweden leeft de vraag in Brussel weer op of ook andere landen een afslag zullen nemen die ze verder afbrengt van de Europese waarden en het Europese recht. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen schoot voor de Italiaanse verkiezingen zelfs een waarschuwingsschot af: ‘We zullen het resultaat van de stemming in Italië moeten afwachten. Als het de verkeerde kant op gaat hebben we de middelen om in te grijpen, zoals in het geval van Polen en Hongarije.’

Maar volgens Pavone moeten we deze stoere woorden met een flinke korrel zout nemen. Eind vorig jaar zette hij, samen met R. Daniel Kelemen, hoogleraar politiek en recht aan de Amerikaanse Rutgers University in New Jersey, de spotlight op de ‘middelen’ waar Von der Leyen naar verwijst. 

In hun publicatie Waar zijn de bewakers gebleven? stellen ze dat de belangrijkste taak die de Commissie heeft – het handhaven van de rechtsstaat – grotendeels wordt verwaarloosd. Steeds minder vaak tikt de Commissie lidstaten juridisch op de vingers als zij zich niet houden aan het Europees recht. Wat zijn de mogelijke gevolgen? 

Met het tegenhouden van fondsen doet de EU of ze daadkrachtig optreedt, terwijl ze eigenlijk capituleert

Het onderwerp ‘rechtsstaat’ is hot in de Europese Unie. Is er sprake van een rechtsstaatcrisis? 
‘Absoluut. In 2010 won Fidesz in Hongarije de verkiezingen en kreeg de partij een supermeerderheid in het Hongaarse parlement. Stap voor stap werd de grondwet herschreven, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de media werd ondermijnd, en steeds vaker werd de aanval geopend op het maatschappelijk middenveld. 

Er worden nog wel verkiezingen gehouden, maar ze zijn oneerlijk. Het valt te betwijfelen of het nog mogelijk is de Fidesz-regering te onttronen via het normale democratische proces. Internationale organisaties en wetenschappers die de ontwikkelingen volgen zijn het erover eens: Hongarije is het eerste competitief autoritaire regime in de Europese Unie. 

Toen de partij Recht en Rechtvaardigheid [PiS, red.] de verkiezingen in Polen won met de belofte om “Boedapest naar Warschau te brengen”, paste de Poolse regering de Fidesz-blauwdruk voor autocratisering toe, waardoor de rechtsstaatcrisis zich uitbreidde tot buiten Hongarije.’ 

Twee weken geleden stelde de Europese Commissie voor om 7,5 miljard euro Europese financiering aan Hongarije te onthouden. Is dat een belangrijke koerswijziging?
‘Het is een stap vooruit, maar de duivel zit in het detail, en ik vrees dat het de zoveelste afleidingsmanoeuvre is waardoor het lijkt alsof de EU daadkrachtig optreedt terwijl ze eigenlijk capituleert.

Ten eerste had de Commissie de conditionaliteitsverordening onmiddellijk in werking kunnen stellen, maar uit eerbied voor Hongarije en Polen – en hun bondgenoten in de Europese Raad – heeft zij daar twee jaar mee gewacht. Ten tweede zijn er solide juridische argumenten om 100 procent van de EU-middelen voor Hongarije te schrappen, maar de Commissie koos voor een veel beperktere aanpak. Ten derde heeft de Commissie de deur naar bemiddeling opengezet op voorwaarde dat de Hongaarse regering belooft een aantal hervormingen tegen corruptie door te voeren. 

Ik denk dus niet dat dit een belangrijke koerswijziging is ten opzichte van de verzoenende aanpak die de Commissie tot nu toe hanteerde in het debat rondom de rechtsstaat.’

Hoe heeft die verzoenende aanpak er tot nu toe uitgezien? 
‘Een van de acties die de Commissie ondernam, in 2012, was het starten van een inbreukprocedure tegen het land vanwege een ogenschijnlijk technische kwestie: het verlagen van de pensioenleeftijd voor Hongaarse rechters. Binnen de rechterlijke macht worden promoties niet alleen toegekend op basis van verdiensten, maar ook op basis van ervaring. Door de pensioengerechtigde leeftijd te verlagen, scheid je als het ware de hoogste rechters van de nieuwe generatie, zodat je plaatsvervangers aan kunt wijzen die sympathiseren met de regering en haar beleid. 

De jurisprudentie over rechterlijke onafhankelijkheid is onderontwikkeld, simpelweg omdat EU-landen niet eerder zo zijn ontspoord als Hongarije en Polen in de afgelopen tien jaar. De Europese Commissie gaf er de voorkeur aan om de regering van Orbán voor de rechter te slepen voor een specifiek delict dat onomstotelijk bewezen kon worden, om zo een groot controversieel debat over de rechtsstaat uit de weg te gaan. En, zoals de wetenschappers Kim Scheppele en Kriszta Kovács beargumenteren, de Commissie won weliswaar op papier, maar dat heeft de aanval van de Hongaarse regering op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht niet afgeslagen. De meeste onder dwang gepensioneerde rechters keerden namelijk niet terug op hun eerdere post.

Wat opvalt is dat de Commissie sindsdien geen enkele inbreukprocedure tegen Hongarije is begonnen. Inzake Polen lijkt de Commissie wel bereid te zijn om in actie te komen, zoals in het geval van de door de PiS-regering opgerichte tuchtkamer. Deze kamer stelt hogere rechters, die vaak zijn aangesteld door de zittende politieke macht, in staat om lagere rechtbanken te straffen als ze het Europees recht toepassen of zaken doorverwijzen naar het Europese Hof van Justitie.

Op 15 juli 2021 oordeelde het Hof dat de tuchtkamer in strijd is met het Europees recht en daarom moet worden opgeheven – op straffe van een dwangsom van een miljoen euro per dag. Maar de Poolse autoriteiten negeerden de uitspraak. 

Pas toen de Commissie dreigde de toegang tot het Fonds voor herstel en veerkracht [het coronaherstelfonds, red.] te ontzeggen, beloofde Warschau de omstreden tuchtkamer af te schaffen. En die belofte was voor de Commissie voldoende om het Poolse plan groen licht te geven, ook al moet de kamer nog worden ontmanteld.

Zo zie je maar weer dat de Commissie de Poolse regering meer bewegingsruimte geeft dan het Hof.’

De kern van de “onthouding” door de Commissie is dat ze er opzettelijk voor kiest om de wet niet te handhaven, uit angst politieke steun te verliezen

Is het niet begrijpelijk dat de Commissie ervoor kiest om kleinere zaken tegen Hongarije of Polen op te pakken waarvan het vrij zeker is dat ze die kan bewijzen, in plaats van het te laten gaan over een grote kwestie als de rechtsstaat – met het risico te verliezen in de rechtszaal?
‘Er zit een zekere logica in om kleine zaken voor de rechter te brengen, maar historisch gezien is het niet de manier waarop de Europese Commissie geschillen aanpakt. 

Het is belangrijk om te weten dat de Commissie ongeveer 90 procent van de rechtszaken die zij voert bij het Europees Hof, wint. De rechters in Luxemburg en de juridische dienst van de Europese Commissie kijken op dezelfde manier tegen het Europees recht aan. Ten tweede weten we dat de Europese rechters keer op keer signalen afgeven richting de Commissie dat ze in Brussel ambitieuzer moeten zijn bij het aanpakken van de inbreuken op de rechtsstaat. Ik denk dus niet dat een wens om de winstkansen te vergroten door relatief kleine zaken voor de rechter te brengen, een verklaring is voor de terughoudendheid van de Commissie.’

Hoe is die terughoudendheid dan wel te verklaren?
‘R. Daniel Kelemen en ik laten in ons onderzoek zien dat de Commissie er gedurende de afgelopen twintig jaar voor heeft gekozen om een nieuwe koers te varen die wij “onthouding” noemen. De kern van die benadering is dat de instantie die verantwoordelijk is voor het handhaven van de wet, ervoor kiest om dit opzettelijk niet te doen. 

Onthouding zien we niet alleen in de EU of de Commissie. Denk bijvoorbeeld aan een politicus of een beleidsmaker die richting de verkiezingen op zoek is naar stemmen. Hij of zij kan dan besluiten om wetten die niet geliefd zijn bij het electoraat niet te handhaven om zo politieke steun te vergaren. 

Maar bij de Europese Commissie werkt het anders, omdat de Europese Commissie niet rechtstreeks wordt gekozen. De Europese Commissie maakt zich dus vooral zorgen over de intergouvernementele steun voor haar beleidsagenda, en of die afneemt. De Commissie is de enige EU-instelling die wetgeving mag initiëren en voorstellen. Maar om die wetgeving goed te keuren, moet zij de steun krijgen van de EU-lidstaten.

Rond 2005, onder leiding van de nieuwe voorzitter José Manuel Barroso, werd de Commissie ongerust. In veel lidstaten nam de steun voor eurosceptische partijen toe, en vervolgens verwierpen de Nederlandse en Franse kiezers de Europese grondwet. Deze toenemende eurosceptische wind leidde tot grote zorgen binnen de Commissie dat de steun voor haar beleidsagenda in gevaar kwam.

De Commissie hoopte destijds dat zij, door af te zien van inbreukprocedures tegen nationale regeringen wegens niet-naleving van de Europese wetgeving, het tij kon keren. 

Het gevolg is dat de aanpak van de Commissie soms helemaal niet meer over handhaving of niet-naleving gaat. Handhavingsbesluiten kunnen betrekking hebben op iets totaal anders, zoals de mogelijkheid om haar wetgevingsagenda voort te zetten en politieke steun te waarborgen, met name van de Europese regeringsleiders.’

Dus de Europese Commissie sluit liever achter gesloten deuren dealtjes met landen die de wet overtreden dan ze voor de rechter te slepen?
‘Absoluut. En dat komt omdat de Commissie binnen het oude systeem geregeld in verlegenheid werd gebracht. Tijdens de vergaderingen van de Europese Raad werd de Commissievoorzitter Barroso voortdurend aangesproken door ontevreden regeringsleiders. Gerhard Schröder [Duitse bondskanselier, red.] en Nicolas Sarkozy [Franse president, red.] namen hem regelmatig apart tijdens Europese toppen en zeiden: “Wat is dat toch met al die inbreukprocedures die je tegen ons land bent gestart?” 

Om dit soort confrontaties, die zijn gezag ondermijnden en daarmee de beleidsagenda van de Commissie frustreerden, uit de weg te gaan, was Barroso op zoek naar een manier om geschillen tussen Brussel en lidstaten minder en public uit te vechten.’

NIET PROCEDEREN MAAR PRATEN

Onder leiding van Barroso lanceerde de Europese Commissie in 2007 wat bekend is geworden als de EU Pilot-procedure. Het is een vrijwillige, informele procedure tussen de Commissie en de EU-lidstaten die bedoeld is om niet-nalevingsproblemen op te lossen zonder een formele inbreukprocedure te beginnen. Volgens Pavone is deze procedure mede oorzaak van het dalende aantal inbreukprocedures van de Commissie. 

Het aantal zaken dat de Commissie bij het Europees Hof van Justitie aanhangig maakt, ligt tegenwoordig op het laagste niveau sinds de jaren zeventig: slechts twee of drie zaken per lidstaat per jaar.

Maar wellicht nog belangrijker, volgens Pavone, illustreert het de fundamentele verschuiving in de manier waarop de Commissie rechtsstaatkwesties behandelt. ‘Publiekelijk prijst de Commissie de procedure als een probleemoplosser: die stelt eigenlijk dat lidstaten de wet willen naleven, maar dat ze zich soms niet bewust zijn van hun wettelijke verplichtingen. Dus in plaats van een land meteen een proces op te dringen, gaan we met ze praten. Maar wat dit systeem eigenlijk doet, is de politieke leiding van de Commissie in staat stellen om bepaalde onderzoeken te blokkeren.’

INKLAPPEN

Wat is het gevolg van deze aanpak, die praten boven procederen stelt?
‘De EU Pilot-procedure houdt klagers – burgers, belangengroepen, maatschappelijke organisaties – volledig buiten de dialoog met lidstaten. Maar zij zijn nu juist de onmisbare schakel die de Commissie bewust maakt van mogelijke niet-naleving. Dus als de nationale regering zegt dat zij de regels daadwerkelijk naleeft, zou het echt nuttig zijn als de Commissie zich tot de klager zou wenden met de vraag: heeft u bewijs van het tegendeel? Maar dat doet de Commissie niet.

Sinds de invoering van de EU Pilot-procedure worden ambtenaren in de Commissie geregeld informeel aangespoord om de regeringen van de lidstaten op hun woord te geloven wanneer ze zeggen dat ze geen regels overtreden.’ 

U vindt dat de Commissie de bescherming van de rechtsstaat verwaarloost. Hoe kan de Commissie aan haar verplichting worden gehouden?
‘De “hoedster van de Verdragen” heeft het schip verlaten. En wanneer de hoeder stopt met hoeden, denk ik dat er nog maar twee routes zijn om druk uit te oefenen op de Commissie. De politieke route is het vinden van creatieve manieren voor het Europees Parlement om meer druk op de Commissie uit te oefenen. Ik denk dat het Parlement de afgelopen drie à vier jaar echt wakker is geworden en de Commissie steeds vaker aan de schandpaal nagelt via scherpe vragen aan bewindslieden en publiekelijke inzet voor dit onderwerp.

De tweede weg is via de rechtbank. De afgelopen weken hebben vier verenigingen van rechters bij het Hof een beroep tot nietigverklaring gedaan tegen de goedkeuring van Poolse coronaherstelfondsen door de Commissie en de Raad.’

RECHTERS IN ACTIE

In september van dit jaar daagden vier organisaties van Europese rechters de Europese Raad. De aanklacht: De Raad had het Poolse coronaherstelplan nooit mogen goedkeuren zonder dat Polen de nodige veranderingen aanbrengt in de Poolse rechtsstaat. 

De organisaties – de European Association of Judges, de Association of European Administrative Judges, Judges for Judges en MEDEL, een vereniging die Europese rechters en openbare aanklagers vertegenwoordigt – vinden dat de Raad het herstel- en veerkrachtplan van Warschau heeft goedgekeurd ondanks het feit dat de Poolse regering zich niet houdt aan arresten van het Hof van Justitie met betrekking tot de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

Een andere organisatie, The Good Lobby Profs, een ngo gericht op de bescherming van de EU-rechtsstaat die juridische steun verleende voor de zaak, zei in een verklaring dat ‘arresten van het Hof van Justitie’ niet mogen worden gebruikt als ‘ruilmiddel’ en dat zowel de Europese Raad als Europese Commissie hun verplichting de rechtsstaat te beschermen ‘hebben verzaakt voor politiek gemotiveerde redenen’.

INKLAPPEN

We zien dat maatschappelijke organisaties en verenigingen van rechters en advocaten steeds meer zelf de rol van “hoeder van de Verdragen” op zich nemen. 

Veel rechtsgeleerden zijn sceptisch over de vraag of dit soort initiatieven zal slagen. Maar aangezien de autocraten in Hongarije en Polen heel creatief zijn in het omzeilen van hun verplichtingen naar de EU en zo de rechtsstaat ondermijnen, vergt het creativiteit en snel denken om ze bij te houden.’

Is de Europese Commissie medeverantwoordelijk voor de rechtsstaatcrisis waarin de EU zich bevindt?
‘De Commissie kan er niet van worden beschuldigd de ondermijning van de rechtsstaat te steunen – die verantwoordelijkheid ligt volledig bij de Hongaarse en Poolse regeringen. Maar de Commissie is te vaak een toeschouwer geweest, en heeft zich niet gerealiseerd dat zij daarmee burgers en maatschappelijke organisaties in de steek laat.’

https://www.ftm.nl/artikelen/tommaso-pavone-europese-rechtstaat-onder-vuur