vrijdag 16 december 2022

Een overheidsdocument aangevraagd? Daar moet je soms jaren op wachten

 

24 juli 2019

Documenten opvragen bij de overheid duurt maanden, soms jaren. De reden? Gebrek aan dwangmiddelen, slechte documentsystemen, tekort aan ambtenaren en soms gewoon tegenwerking. Gaat dat met een nieuwe wet veranderen?

Dankzij de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) mag iedereen - burgers, journalisten, maar ook buitenlanders - interne documenten (memo’s, agenda's, correspondentie) opvragen bij de Nederlandse overheid. Ambtenaren hebben dan vier weken om te reageren op een Wob-verzoek. Dat kunnen ze daarna nog met vier weken verlengen. Twee maanden dus. Maar in de praktijk kampen burgers, journalisten en onderzoekers met afwijzingen en lange wachttijden op de overheidsdocumenten waar ze inzicht in willen krijgen. Het duurt soms vele maanden tot jaren langer voordat je je documenten krijgt.

(Bijna) geen dwangmiddelen

“De data op een rijtje”, schrijft Chris Bakker, journalist bij het Dagblad van het Noorden, deze week op Twitter: “6 februari: Wob-verzoek ingediend. 5 maart: brief met mededeling verdaging. 3 april: datum waarop ik een besluit zou krijgen. Sindsdien een paar telefoontjes gekregen dat het er aan zit te komen.” Chris wacht al 5 maanden op een antwoord van de overheid om documenten openbaar te krijgen. Als hij duidelijkheid probeert te krijgen door te bellen, wordt hij van het kastje naar de muur gestuurd: vijf keer in een uur doorverbonden en uiteindelijk bij een afdeling gekomen die niets met Wob-verzoeken te maken heeft.

Kan daar iets tegen gedaan worden? Om een beetje druk op de ketel te houden bij de overheid, werd in 2009 een wet aangenomen waardoor de overheid automatisch een boete kreeg als je niet op tijd een reactie ontving. Die boete kwam direct in de portemonnee van de aanvrager. Deze regeling had helaas als neveneffect dat het profiteurs aantrok. Sommige mensen waren zo creatief om Wob-verzoeken in andere documenten te verstoppen in de hoop dat het verzoek onopgemerkt bleef. Zo kregen gemeenten Wob-verzoeken die bij sollicitatiebrieven waren toegevoegd. De regeling werd door het misbruik daarom in 2016 afgeschaft.

Dwangmiddelen zijn niet helemaal verdwenen, maar de drempel ligt wel iets hoger. Nu moet je zelf beroep aantekenen bij de rechtbank als de wettelijke termijn overschreden is. “Daar moet je griffiegeld voor betalen, maar in meer dan negen van de tien gevallen win je”, verzekert ons Wob-expert Roger Vleugels.

Maar het maakt het najagen van Wob-verzoeken tijdrovend. Ralph Mooijekind is een burgerjournalist en ‘Wobt’ al sinds 2013 regelmatig bij de gemeente Haarlem. “Sinds er geen dwangsom is, moet ik elk verzoek nauwlettend in de gaten houden mocht er een ingebrekestelling nodig zijn. Daar zit best wel veel tijd in.”

wob2.png

Toch is het bij de verzoekers en bij ambtenaren niet breed bekend dat er nog dwangmiddelen bestaan. Het afschaffen van de automatische dwangsom heeft volgens Vleugels zo een “bijna komisch slecht effect” gehad op de afhandeling van Wob-verzoeken. Omdat ook ambtenaren denken dat er geen dwangmiddelden zijn, beslissen ze volgens hem nog veel trager: “De termijnoverschrijding is enorm uit de hand gelopen. Meer dan 80% van de verzoeken duren langer dan de wettelijke twee maanden en tijdens de wet dwangsom was dat de helft.”

Als jurist is Vleugels wel tevreden met het afschaffen van dwangsom: “De huidige dwangsomregeling is effectiever dan die tijdens de Wet dwangsom. Toen betaalden organen braaf die 1260 euro en verder stond je met lege handen. Nu krijg je in meer dan de helft van de zaken alsnog een beslissing over een verzoek en zo niet, dan volgen veel hogere dwangsommen.”

Terwijl er incidenten bestaan van mensen die een paar ton aan dwangsommen hebben geïnd, zoals deze bij het ministerie Ministerie van Justitie, ze lijken meer uitzondering te zijn geweest dan regelmaat. De Rijksuniversiteit Groningen schatte in 2014 dat er door alle gemeenten bij elkaar per jaar niet meer dan 428.000 euro aan dwangsommen betaald is. Ook de ministeries hebben zelden meer dan enkele duizenden euro per jaar aan Wob-gerelateerde dwangsommen betaald.

In de bovenstaande grafiek zijn een paar uitschieters te vinden, zoals het ministerie van Economische Zaken, dat voor veel dwangsommen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) moest opdraaien. Het ministerie is verantwoordelijk voor de autoriteit. Het hoge aantal dwangsommen kwam niet door misbruik van de boeteregeling, maar er was een aantal andere oorzaken, zoals digitale systemen die niet op elkaar aansloten, systemen die niet ingesteld waren op openbaarmaking, verhoogde complexiteit van de verzoeken en veel belanghebbenden die toestemming moesten geven voor publicatie van documenten en dan was er ook nog een tekort aan ambtenaren en juristen. “Daardoor lukt het in meerdere gevallen helaas niet om het verzoek binnen de wettelijke termijnen af te doen. Dat betreuren wij”, zegt de woordvoerder van de NVWA.

Lees ook: Nederlandse overheid heeft minder pottenkijkers dan andere landen

Gewoon rommelig

Het verhaal van de NVWA staat niet op zich. Een Wob van De Telegraaf naar vertrekregelingen van (top)ambtenaren bij de gemeente Amsterdam heeft een half jaar geduurd. De reden? Twee diensten konden niet kiezen wie verantwoordelijk was. “Het was gewoon rommelig”, zei burgemeester Femke Halsema.

Wob-expert Vleugels zelf heeft in de afgelopen 30 jaar een tiental zaken gehad die 7 à 9 jaar liepen. Volgens Tom Kunzler van Open State Foundation, een stichting die data van de overheid transparant wil maken voor iedereen, heeft het vooral te maken met een ‘slechte informatiehuishouding’. “Nederland was vrij snel met de digitalisering. Elke overheid heeft zijn eigen systeem mogen kiezen zonder al te veel coördinatie.” Dat maakt het lastig om documenten te vinden. “Elke overheid is zelf het wiel aan het uitvinden”, constateert Kunzler.

Door deze rommeligheid wordt het opzoeken van documenten ook duur. Volgens Kunzler gemiddeld per ministerie ongeveer 1,5 miljoen euro per jaar voor het beantwoorden van Wob-verzoeken. Dat zit dan vooral in salarissen voor personeel dat deze verzoeken moet afhandelen. In Nederland kost het afhandelen van een Wob-verzoek relatief veel in vergelijking met bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk.

INTERACTIEF: grafiek3

Wellicht afschrikken

Soms gebeurt het ook dat de overheid obstructie pleegt. Vorig jaar kreeg freelance journalist Koen Marée per ongeluk een stuk interne communicatie mee als antwoord op zijn Wob-verzoek. Een ambtenaar schreef over Koen: “Als we hem aangeven dat hij wellicht paar honderden euro kwijt is voor het kopiëren van documenten … het schrikt wellicht af.”

Op Twitter heeft dit verschijnsel zelfs een eigen hashtag: #WOBstructie. Burgerjournalist Mooijekind maakte dit mee toen hij en drie andere mensen om een rapport over aanbestedingen bij de ICT-afdeling van de gemeente Haarlem vroegen. Via de rechter wilde Mooijekind en Co publicatie afdwingen. “Nadat één van de rechtszaken werd gewonnen, heeft de gemeente in plaats van te publiceren het rapport gewoon geheim verklaard." Er stond namelijk een integriteitschending in het rapport: een ambtenaar had via zijn eigen bedrijf aan de afdeling iPads ter waarde van 10.000 euro geleverd. “Dat hebben ze geprobeerd weg te moffelen”, zegt Mooijekind. Uiteindelijk besloot een rechter dat het rapport toch openbaar moest. Hoe lang duurde dit allemaal? Bijna 2 jaar.

Kunzler herkent dit, vanuit een andere hoek, ook uit eigen ervaring. Vooral kleinere gemeenten weten soms niet wat ze van een Wob-verzoek moeten denken: “De grote gemeenten zijn vaak welwillend om je bij Wob-verzoeken te helpen, maar een gemeente vindt het vaak spannend en moeilijk. Je wordt wel vaak geconfronteerd met wantrouwen, wat voor kwaad heb je in de zin met deze informatie? Heel soms worden we zelfs actief tegengewerkt door een overheid die geen zin heeft in ons Wob-verzoek”, zegt Kunzler.

wob3.jpg

Nieuw begin?

Zoals we in een vorig artikel hebben geschreven, komt er een nieuwe wet voor openbaarheid, de Wet Open Overheid (WOO). Die is al sinds 2012 onderweg. Hoe lost de WOO de bovenstaande problemen op?

Eén van de stappen in de goede richting is dat de wettelijke termijn van acht weken iets korter wordt, namelijk zes weken. De WOO komt daarnaast ook met een verbeterplan voor informatiehuishouding. Omdat bepaalde documenten voortaan actief gepubliceerd moeten gaan worden, zoals agenda’s, klachten, post, vergaderstukken en ontwerpen van wetten, moeten ambtenaren al bij het aanmaken van documenten over publicatie nadenken. Op dit moment publiceren gemeenten, provincies en waterschappen slechts 10 procent van documenten die straks onder WOO wel openbaar moeten komen.

Maar er zijn ook gemiste kansen. Kunzler en Vleugels hebben allebei bezwaar tegen het ontbreken van een onafhankelijke instantie, een soort openbaarheids-ombudsman, die toezicht houdt. “Er komt wel een adviescollege dat gaat toezien op naleving van de wet. Maar dat is een zwakker instrument”, zegt Kunzler. Daarnaast zouden ze allebei een register van overheidsdocumenten willen zien, waar de overheid in aangeeft welke documenten beschikbaar zijn. Dat gebeurt bijvoorbeeld wel in Noorwegen, maar niet in Nederland.

Het volledig invoeren van de WOO gaat in ieder geval nog een paar jaar duren. Tot die tijd moeten we ‘Wobben’ met de wetten die we hebben.

En Chris Bakker van het Dagblad van het Noorden en zijn 5 maanden oude verzoek? Die kreeg gisteren nog een mysterieuze boodschap van de overheid: “Uw Wob-verzoek heeft bij ons een hoge prioriteit. We moeten nog een aantal dingen uitzoeken, maar ik kan niet zeggen wat. U hoort van ons."

wob4.jpg

Illustraties door Tijmen Snelderwaard

Headerfoto: Ralph Mooijekind door Moussa Aynan

https://pointer.kro-ncrv.nl/een-overheidsdocument-aangevraagd-daar-moet-je-soms-jaren-op-wachten

dinsdag 13 december 2022

Scientists invent ‘game-changing’ electric car battery that never loses charge capacity

 

Scientists invent ‘game-changing’ electric car battery that never loses charge capacity

Solid-state batteries heralded as the ‘next big thing’ for electric vehicles by top BMW engineer

Anthony Cuthbertson
<p>Researchers at UNSW Sydney, Australia, discovered a new type of electrode for solid-state batteries with ‘unprecedented’ stability</p>

Researchers at UNSW Sydney, Australia, discovered a new type of electrode for solid-state batteries with ‘unprecedented’ stability

Scientists have discovered a way to build next-generation batteries for electric cars that do not lose any capacity, even after hundreds of charging cycles.

An international research team from the University of New South Wales (UNSW) in Australia and Yokohama National University in Japan claim the breakthrough could provide a viable and vastly superior alternative to current battery technologies.

The researchers investigated a new type of positive electrode material with “unprecedented stability” that can be used in durable solid-state batteries.

Solid-state batteries have been hailed as “game-changing” for their potential to overcome the technical limitations of lithium-ion battery packs that are currently used to power the majority of consumer electronics – from smartphones to electric cars.

However, until now solid-state batteries have faced their own limitations relating to durability. Repeated charges can cause irreversible damage to the interface between the electrodes and the electrolyte, making them inappropriate for commercial use.

“The absence of capacity fading over 400 cycles clearly indicates the superior performance of this material compared with those reported for conventional all-solid-state cells with layered materials,” said Associate Professor Neeraj Sharma from UNSW.

“This finding could drastically reduce battery costs. The development of practical high-performance solid-state batteries can also lead to the development of advanced electric vehicles.”

Solid-state batteries have been described as the “next big thing” in battery development by one of BMW’s top engineers. Simon Erhard recently claimed that lithium-ion batteries had “peaked” in terms of performance, predicting that solid-state batteries would eventually replace them as the industry standard.

A paper detailing the latest breakthrough, titled ‘A near dimensionally invariable high-capacity positive electrode material’, was published in the scientific journal Nature Materials on Tuesday.

The researchers now hope that refining the electrode materials will make it possible to commercially manufacture solid-state batteries for electric vehicles that can match current technologies in terms of price, safety, capacity and charging speed.

https://www.independent.co.uk/tech/electric-car-battery-solid-state-b2244514.html

maandag 12 december 2022

Breakthrough in nuclear fusion could mean ‘near-limitless energy’

 



Breakthrough in nuclear fusion could mean ‘near-limitless energy’

Researchers managed to release more energy than they put in: a positive gain known as ignition

The National Ignition Facility at the Lawrence Livermore National Laboratory system uses 192 laser beams converging at the centre of this giant sphere.
The National Ignition Facility at the Lawrence Livermore National Laboratory system uses 192 laser beams converging at the centre of this giant sphere. Photograph: Damien Jemison/AP

Researchers have reportedly made a breakthrough in the quest to unlock a “near-limitless, safe, clean” source of energy: they have got more energy out of a nuclear fusion reaction than they put in.

Nuclear fusion involves smashing together light elements such as hydrogen to form heavier elements, releasing a huge burst of energy in the process. The approach, which gives rise to the heat and light of the sun and other stars, has been hailed as having huge potential as a sustainable, low-carbon energy source.

However, since nuclear fusion research began in the 1950s, researchers have been unable to a demonstrate a positive energy gain, a condition known as ignition.

Now, it seems, the Rubicon has been crossed.

According to a report in the Financial Times, which has yet to be confirmed by the National Ignition Facility (NIF) at Lawrence Livermore National Laboratory in California that is behind the work, researchers have managed to release 2.5 MJ of energy after using just 2.1 MJ to heat the fuel with lasers.

Dr Robbie Scott, of the Science and Technology Facilities Council’s (STFC) Central Laser Facility (CLF) Plasma Physics Group, who contributed to this research, described the results as a “momentous achievement”.

“Fusion has the potential to provide a near-limitless, safe, clean, source of carbon-free baseload energy,” he said. “This seminal result from the National Ignition Facility is the first laboratory demonstration of fusion ‘energy-gain’ – where more fusion energy is output than input by the laser beams.The scale of the breakthrough for laser fusion research cannot be overstated. .

“The experiment demonstrates unambiguously that the physics of Laser Fusion works,” he added. “In order to transform NIF’s result into power production a lot of work remains, but this is a key step along the path.”

Prof Jeremy Chittenden, professor of plasma physics at Imperial College London, agreed. “If what has been reported is true and more energy has been released than was used to produce the plasma, that is a true breakthrough moment which is tremendously exciting,” he said.

“It proves that the long sought-after goal, the ‘holy grail’ of fusion, can indeed be achieved.”

But experts have stressed that while the results would be an important proof of principle, the technology is a long way from being a mainstay of the energy landscape. To start with, 0.4MJ is about 0.1kWh – about enough energy to boil a kettle.

“To turn fusion into a power source we’ll need to boost the energy gain still further,” said Chittenden. “We’ll also need to find a way to reproduce the same effect much more frequently and much more cheaply before we can realistically turn this into a power plant.”

Prof Justin Wark, professor of physics at the University of Oxford, added that while, in principle, the Lawrence Livermore National Laboratory could produce such a result about once a day, a fusion power plant would need to do it 10 times a second.

And there is another point: the positive energy gain reported ignores the 500MJ of energy that was put into the lasers themselves.

However, Chittenden stressed the NIF was designed for a scientific demonstration, not as a power plant. “The efficiency of converting electrical energy to laser energy was not a factor in its design,” he said.

“Anyone working in fusion would be quick to point out that there is still a long way to go from demonstrating energy gain to getting to wall-plug efficiency where the energy coming from a fusion reactor exceeds its electrical energy input required to run the reactor,” he added.

“The experiments on NIF demonstrate the scientific process of ignition and how this leads to high fusion energy gain, but to turn this into a power station we need to develop simpler methods to reach these conditions, which will need to be more efficient and above all cheaper in order for inertial fusion to be realised as a fusion power source.”

The latest results, if true, top the last big breakthrough by the facility which came just last year when it was announced that the team had hit 70% of the laser energy put in to the experiment released as nuclear energy.

https://www.theguardian.com/environment/2022/dec/12/breakthrough-in-nuclear-fusion-could-mean-near-limitless-energy