donderdag 5 mei 2022

Shell-topman Van der Veer drukte een Rusland-vriendelijk stempel op het NAVO-beleid

 

Vladimir Putin (rechts) en Jeroen van der Veer (links) tijdens een bijeenkomst in de Novo-Ogaryovo-residentie in Rusland in 2009.
SHELL PAPERS
DE RUSLAND-CRISIS

Vladimir Putin (rechts) en Jeroen van der Veer (links) tijdens een bijeenkomst in de Novo-Ogaryovo-residentie in Rusland in 2009. © Alexey Nikolsky / ANP

Shell-topman Van der Veer drukte een Rusland-vriendelijk stempel op het NAVO-beleid


In 2009 was het NAVO-beleid aan vernieuwing toe. Daar mocht een internationale groep van experts zich over buigen. Waar andere landen vooral mensen met politieke of diplomatieke ervaring aandroegen, nomineerde Nederland de voormalig Shell-CEO Jeroen van der Veer. Onder zijn invloed kwamen er Rusland-vriendelijke passages in het NAVO-handboek dat nog steeds van kracht is.

DIT STUK IN 1 MINUUT
  • De strategische doelstellingen van de NAVO voor het komende decennium worden vastgelegd in het Strategisch Concept. Dit document geldt als het belangrijkste NAVO-beleidsstuk.
  • In 2009 is het Strategisch Concept voor het laatst vernieuwd. De basis hiervoor vormde het advies van een groep van twaalf experts uit verschillende NAVO-landen. Na een lobby van onder andere premier Balkenende benoemt de NAVO Jeroen van der Veer tot vice-voorzitter van deze expertgroep. 
  • Van der Veer was tot vlak voor zijn benoeming CEO van Shell en tijdens zijn werk voor de expertgroep nog steeds bij Shell betrokken als toezichthouder in de Raad van Commissarissen, een betaalde functie.
  • In 2012 verscheen een evaluatierapport waarin Van der Veers rol in de herziening van het NAVO-beleid is beschreven. Hieruit blijkt dat onder zijn invloed een Rusland-vriendelijk beleid is opgesteld. 
  • Dit beleidsstuk, waarin gepleit wordt voor toenadering tot Rusland en terughoudendheid in uitbreiding van de NAVO met nieuwe lidstaten, wordt momenteel nog steeds gebruikt door de internationale alliantie. Pas in juni 2022 zal een nieuw Strategisch Concept aangenomen worden.

 

 

‘De eerste hoofdtaak van de NAVO, pure afschrikking, die hebben we met elkaar veronachtzaamd de afgelopen jaren.’ Barbara Visser, voormalig staatssecretaris van Defensie, bekritiseert het NAVO-beleid tijdens een uitzending van WNL Op Zondag, twee weken na de Russische invasie van Oekraïne.

Naast haar op de bank: voormalig Shell-topman Jeroen van der Veer. Hij is uitgenodigd om te vertellen over zijn ervaringen met Poetin. In een filmpje uit 2006 ziet de kijker de toenmalig Shell-CEO een deal sluiten met de Russische president over ‘het 20 miljarden project’ Sakhalin II, één van de omvangrijkste energieprojecten ter wereld op een schiereiland in het oosten van Rusland. ‘Ik had daar enige moeite om zuinig te blijven kijken,’ vertelt Van der Veer. ‘Ik durf nu wel te zeggen: dat was een hele goede deal.’

Wat niet ter sprake komt in de uitzending: het is niet de eerste keer dat Van der Veer naast de defensiewereld aan tafel zit. Hij was in 2009 hoogstpersoonlijk betrokken bij de totstandkoming van het huidige NAVO-beleid. Zo kon Van der Veer, vlak na zijn afscheid als Shell-CEO een maand eerder, een stempel drukken op het NAVO-beleid ten aanzien van Rusland en Oekraïne.

Deze invloed van de Shell-man op geopolitieke zaken was geen geheim. De Nederlandse inzet in NAVO-verband, inclusief de rol van Van der Veer en de resultaten die hij boekte rond de herziening van het toenmalige NAVO-beleid, zijn nauwkeurig beschreven in het evaluatierapport ‘Tactische diplomatie voor een Strategisch Concept’ uit 2012. Het is een openbaar document, geschreven door de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en beleidsevaluatie (IOB) van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat werd gepresenteerd in de Tweede Kamer.

Van der Veers aandeel in het NAVO-beleid zorgde destijds niet voor kritiek. De huidige oorlogssituatie in Oekraïne en de focus op de Europese afhankelijkheid van Russische olie en gas, zet de bijdrage van de voormalige olieman echter in een ander perspectief. Reden genoeg om Van der Veers rol nu opnieuw te bekijken.

Balkenende draagt Shell-topman voor

Het Strategisch Concept is hét beleidsstuk van de NAVO. De eerste versie is opgemaakt in 1950 en de internationale alliantie gebruikt het momenteel als leidraad om te reageren op de oorlog in Oekraïne. Het is een veertig pagina tellende handleiding waarin recente dreigingen worden vastgesteld en de voornaamste taken van de NAVO om deze het hoofd te bieden, worden benoemd.

In 2009 is het Strategisch Concept – waarvan de laatste versie dateert uit 1999  –  aan een herziening toe. Hiervoor besluit de NAVO een Groep van Experts op te richten: twaalf landen dragen twaalf leden aan die samen de toenmalige Deense secretaris-generaal Anders Fogh Rasmussen moeten ondersteunen bij het opstellen van het nieuwe document.

Nederland wilde graag een van de twaalf plekken vullen, zo staat in het evaluatierapport. Het ministerie van Buitenlandse Zaken dacht dat Nederland met een out of the box-denker een goede kans zou maken. In een brief aan de secretaris-generaal van de NAVO draagt toenmalig premier Jan Peter Balkenende onder anderen Jeroen van der Veer voor. Balkenende ‘benadrukte in het bijzonder diens achtergrond in de private sector, brede en wereldwijde netwerk, contacten met Rusland en kennis over energieveiligheid,’ volgens het evaluatierapport van de IOB.

Balkenendes lobby pakt goed uit. In de zomer van 2009 luidt Van der Veer zijn pensionering als Shell-topman in met een hoge functie in de Groep van Experts: het vice-voorzitterschap. Hij neemt op ‘persoonlijke titel’ en op ‘onafhankelijke basis’ deel aan de groep, zo verzekert het ministerie van Buitenlandse Zaken. Maar tegelijkertijd blijft Van der Veer verbonden aan Shell, als toezichthouder in de Raad van Commissarissen, een betaalde functie.

Jeroen van der Veer is in de Groep van Experts ‘een uitzondering’

Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen reageert verheugd op Van der Veers benoeming: ‘Een erkenning zowel van de kwaliteiten van de heer Van der Veer als van de belangrijke rol die Nederland in het bondgenootschap speelt.’ Ook anderen binnen het ministerie zijn positief. Een ‘window of opportunity om invloed uit te oefenen in de richting die het Strategisch Concept moet nemen (…) via de inbreng van Van der Veer,’ zo schrijft de Directie Veiligheidsbeleid (DVB) van Buitenlandse Zaken in een memo.

Het voorzitterschap van de Groep van Experts gaat naar de vroegere VS-minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright. In het evaluatierapport is te lezen hoe Van der Veer en Albright de taken verdelen, waarbij Van der Veer ‘met name verantwoordelijk werd voor de militaire aspecten van het NAVO-beleid’.

Van der Veers ‘bijzondere belangstelling’ voor Rusland

Van der Veers benoeming draagt bij aan de ‘succesvolle beïnvloeding van de uitkomsten,’ meldt het evaluatierapport. Van de tien thema’s is er één waar Nederland ‘grote invloed’ op heeft: Rusland. 

Van der Veer heeft ‘een bijzondere belangstelling voor de NAVO-Rusland relatie,’ aldus betrokkenen in de IOB-evaluatie. Die belangstelling is terug te zien in het adviesrapport van de Groep van Experts, waarin zij de NAVO-lidstaten adviseren ‘een vooruitstrevende samenwerkingsrelatie met Rusland aan te gaan.’ 

De positieve houding tegenover Rusland is in die tijd niet vanzelfsprekend. Aan de Ruslandpassage ging een ‘felle discussie vooraf’. Met name Oost-Europese staten stonden sceptisch tegenover de toenadering tot Rusland, ‘dat zij nog steeds als een gevaarlijke en onvoorspelbare buur afschilderen.’

Van der Veer was faliekant tegen uitbreiding van de NAVO met Oekraïne en Georgië, vanwege de corruptie in deze landen

Van der Veer waarschuwt binnen de Groep van Experts juist voor de invloed van de Oost-Europese lidstaten binnen de NAVO. Tegen secretaris generaal Rasmussen zegt Van der Veer dat hij ‘moest oppassen niet misbruikt te worden door de nieuwe bondgenoten,’ zo laat hij het IOB-evaluatieteam weten. ‘In feite probeerden zij de NAVO voor hun karretje te spannen omdat ze zelf hun economische zaken niet op orde hebben.’ Tegen NRC voegt Van der Veer destijds nog toe: ‘Het is ook in hun belang dat ze een goeie relatie krijgen met Rusland. Als je in een Baltische staat woont, moet je naar dat besef toegroeien.’

De ‘economische zaken’ waar Van der Veer waarschijnlijk op doelt: al sinds de jaren negentig ligt vooral Oekraïne met Rusland in de clinch over de onderlinge gasrekeningen. Rusland verwijt Oekraïne te weinig te betalen voor het Russische gas, terwijl Rusland volgens Oekraïne juist meer moet betalen voor het doorvoeren van Russisch gas naar Europa door Oekraïense pijpleidingen. Dit conflict legt de basis voor de spanningen tussen Rusland en Oekraïne in latere jaren, die groeien wanneer Oekraïne begin deze eeuw toenadering tot de NAVO en het Westen zoekt.

In tegenstelling tot Van der Veer lijkt het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken in die tijd terughoudender tegenover Rusland. De auteurs van het evaluatierapport merken op dat Buitenlandse Zaken in 2008 nog streeft naar een ‘verdere verdieping van de relatie van de NAVO met Rusland’, maar na de agressieve inval van Rusland in Georgië in 2008, verandert deze houding. In 2009 en 2010 (de periode waarin Van der Veer deelneemt aan de expertgroep) komt de versterking van de NAVO-Rusland relatie niet terug in de begrotingsdoelen van Buitenlandse Zaken. Die doelstelling verschijnt er pas in 2011 weer in.

Toch neemt de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging (PV’s) binnen de NAVO het advies van de Groep van Experts ten aanzien van Rusland over en neemt ze het initiatief om, samen met een groepje bondgenoten, een opzet voor het Strategisch Concept te schrijven. Deze Ruslandpassage wordt ‘het meest succesvolle tekstvoorstel van Nederland.’ Mede dankzij ‘de positieve woorden over Rusland in het adviesrapport van de Groep van Experts.’

Een ander thema waar Van der Veer zijn stempel op weet te drukken is de uitbreiding van de NAVO met nieuwe lidstaten. Van der Veer was ‘van meet af aan faliekant tegen uitbreiding van de NAVO met Oekraïne en Georgië, vanwege de corruptie in deze landen’, meldt het evaluatierapport op basis van gesprekken met hem.

In het Strategisch Concept van 2010 is uiteindelijk een extra hobbel voor toetredende landen opgenomen: ze moeten naast willing (bereidwillig) ook able (in staat) zijn om in aanmerking te komen. Volgens het evaluatierapport had Nederland een ‘substantiële invloed’ op deze formulering, die een extra verplichting oplegt aan toetredende landen. In een interview met het IOB-evaluatieteam schrijft Van der Veer dit toe aan zijn eigen bijdragen binnen de Groep van Experts. Hij heeft hierover naar eigen zeggen ‘binnenskamers koud water gegooid.’

Handel wint van politiek

Dat Nederland Shell-man Van der Veer naar voren schuift getuigt van Hollandse koopmansgeest. Hij is in de Groep van Experts ‘een uitzondering’ qua ‘afkomst’,’ stelt het evaluatierapport. In de nominaties van de andere NAVO-landen ligt de ‘nadruk sterk op experts met een rijke politieke of diplomatieke carrière.’ Van der Veer en Shell onderhouden vooral zakelijke relaties met Rusland.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken laat in een reactie weten verschillende kandidaten te hebben overwogen, maar stelt dat de toenmalige secretaris-generaal van de NAVO op zoek was naar kandidaten ‘die juist een andere achtergrond hadden dan Defensie of andere overheidsachtergrond.’ Bovendien zag de NAVO Rusland toen nog als strategisch partner, schrijft het ministerie. ‘De kennis en ervaring van dhr. Van der Veer in het zakendoen met Rusland kwamen daarom goed van pas bij het opstellen van het advies van de Group of Experts.’

Van der Veers ervaring staat in een lange traditie. Shell en Rusland doen al sinds 1892 zaken met elkaar. In de periode dat Van der Veer tot het bestuur van het concern toetreedt, is de relatie sterk te noemen. Zo werkt Shell samen met Gazprom Neft, een dochteronderneming van Gazprom, in Salym Petroleum Development N.V. 

Ook is er het met Gazprom gedeelde bezit van energieproject Sakhalin II, waar Van der Veer zelf een sleutelrol in speelt. Even dreigt dat mis te gaan, in 2006, wanneer Shell verwikkeld raakt in een conflict met Poetin over de verdeling van de opbrengsten en aandelen van Sakhalin II. Voor Shell was het energieproject op het Russische schiereiland ‘cruciaal om de winning van olie en gas te vergroten,’ aldus de Volkskrant destijds. Rusland probeerde echter de grip op het project te vergroten, wat leidde tot onenigheid en vertraging

Balkenende belde Poetin dat jaar persoonlijk op om zijn zorgen te uiten over de recente ontwikkeling van het project. ‘Dat was nodig,’ zo liet hij weten tijdens de wekelijkse persconferentie. Met succes: tijdens het beantwoorden van Kamervragen in november 2007 kijkt Balkenende met tevredenheid terug op ‘ons telefoontje’ dat ‘de zaak weer in beweging bracht’. Shell blijft 27,5 procent van de aandelen in Sakhalin II bezitten terwijl Gazprom genoegen neemt met een meerderheidsbelang van ‘50 procent plus één aandeel’.

DE SHELL PAPERS: WAAROM WE OOK DE RELATIE TUSSEN SHELL EN DEFENSIE WOBBEN

Follow The Money en Platform Authentieke Journalistiek (PAJ) onderzoeken sinds 2019 de relatie tussen Shell en de Nederlandse overheid. Voor dit project, de Shell Papers, vroeg PAJ bij 17 overheidsorganen – ministeries, provincies en gemeenten – documenten over hun relatie met Shell op, op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Ook veiligheidsbeleid is een kwestie waar we documenten over opvragen, waarbij vooral de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken een rol spelen.

Er zijn meerdere gebieden waarop Shell en het Nederlandse veiligheidsbeleid elkaar raken, en die we onderzoeken.

Ten eerste zijn er diverse samenwerkingsprojecten tussen Shell en het ministerie van Defensie. Zo denkt de president-directeur van Shell, Marjan van Loon, in een klankbordgroep mee over de ‘toekomst van de krijgsmacht’, maken Shell en Defensie afspraken over de inzet van Shell-personeel als reservisten voor Defensie, of juist overplaatsingen van overtollig krijgsmachtpersoneel naar Shell en laat het ministerie van Defensie zich inspireren door managementtechnieken van Shell, zoals het bekende ‘scenariodenken’ van het bedrijf.

Daarnaast overlapt het internationale werkterrein van Shell vaak met dat van de Nederlandse Defensie. Zo is Shell actief in Nigeria, waar de Koninklijke Marine meewerkte aan een militaire training van de lokale marine. Ook vaart Shell met olieschepen door de Straat van Hormuz – de zeestraat tussen Iran en de Verenigde Arabische Emiraten – waar de Nederlandse krijgsmacht bijdraagt aan een veiligheidsmissie. Ten slotte Syrië en Irak. In beide landen was Defensie actief terwijl Shell daar olie won (Syrië) of nog steeds wint (Irak).

Welke relaties er zijn tussen de buitenlandse Defensiemissies en Shell is vooralsnog weinig onderzocht, maar de vraag ligt voor de hand. Shell-CEO Marjan van Loon benadrukt in 2021 het belang van Defensie voor het bedrijf: ‘Shell is wereldwijd actief en als geen ander afhankelijk van veiligheid en stabiliteit. Die zaken zijn een direct gevolg van de inspanningen van Defensie.’ Daarnaast meldt de in 2013 opgestelde ‘Internationale Veiligheidsstrategie’ van Nederland: ‘Samen met de EU bevordert Nederland het bestuur, de stabiliteit en het investeringsklimaat in landen met veel grondstoffen.’

Ook is de revolving door tussen Shell en de overheid – het fenomeen dat mensen van een overheidsfunctie naar Shell overstappen of andersom – bij Defensie goed te zien, constateert Defensie-expert Ko Colijn. Dat is een lange traditie, waarvan voormalig premier van Nederland Hendrik Colijn, (1869-1944) al een voorbeeld is: in 1914 werd hij de directeur van de Bataafsche Petroleum Maatschappij (de voorganger van Shell), niet lang nadat zijn termijn als Nederlandse minister van Oorlog eindigde. ‘De verwevenheid tussen Shell en de overheid is veel breder dan alleen Defensie, maar omvat zowat elk dossier, zeker ook het buitenlands beleid,’ aldus Colijn.

INKLAPPEN

Ook na Van der Veers betrokkenheid bij het NAVO-beleid, blijft Shell actief in Rusland. Met als voorlopige hoogtepunt de in 2015 gesloten deal voor het aardgaspijpleiding project Nord Stream 2. Deze deal sluit aan bij de in 2005 geformuleerde ambitie van het toenmalige kabinet om van Nederland de ‘gasrotonde’ van Europa te maken: een knooppunt in de handel en transport van gas. Rusland hoopt ondertussen met de Nord Stream 2 pijpleidingen haar gas direct aan Europa te kunnen leveren en Oekraïne als doorvoerland en lastige buur te omzeilen. Een win-win-win voor Nederland, Shell én Rusland.

Terwijl de deal rond Nord Stream 2 bezegeld wordt, kondigt Gazprom een ‘wereldwijde strategische alliantie’ met Shell aan voor meer gasprojecten. Op de vraag hoe Shell tot deze samenwerking is verleid terwijl andere Westerse bedrijven juist afstand nemen van Rusland vanwege het oplopende conflict rond Oekraïne, laat Gazprom aan Reuters weten: ‘business was winning over politics.’

Hoewel Shell en Van der Veer in een reactie benadrukken dat de bijdrage van de topman ‘los stond van zijn rol bij Shell’, had het oliebedrijf duidelijk baat bij een Rusland-vriendelijke koers.

Van der Veer staat nog steeds achter zijn bijdrage aan het NAVO-beleid, laat hij weten: ‘Terugkijkend vond ik de expertgroep zeer bijzonder en relevant. (..) Ik denk ook dat onze overall aanpak goed was. Ik vind het logisch dat de politiek vraagt of er inzichten zijn bij multinationals over geopolitiek.’

Weinig kritiek

Kennelijk was de politiek het toen met hem eens. Er was tenminste weinig kritiek. In de verslagen van de Tweede Kamer is geen enkel bezwaar te vinden tegen de benoeming van Van der Veer, nadat die in oktober 2009 door minister Verhagen enthousiast werd aangekondigd. De presentatie van het gedetailleerde evaluatierapport van de IOB in 2013 leidt weliswaar tot enkele kritische vragen over het herzieningsproces, maar niets concreets over Van der Veers rol.

Ook Alexander Mattelaer, defensiespecialist aan de Vrije Universiteit Brussel, kijkt er niet van op dat een voormalige captain of industry aan tafel zit bij de NAVO. ‘Dat komt vaker voor, dat er bij nieuw beleid adviesgroepen worden samengesteld van experts, ook uit het bedrijfsleven. Maar we moeten ervoor hoeden te denken dat dit soort informele groepen veel impact hebben. De uiteindelijke beslissingen worden genomen door alle dertig lidstaten. Die besluiten samen het beleid.’

Bovendien stond Van der Veer niet alleen in zijn standpunten over Rusland, benadrukt Mattelaer. Al tijdens de NAVO-top in de Roemeense hoofdstad Boekarest in 2008 kwamen meningsverschillen over toetreding van Georgië en Oekraïne naar voren. Ook Duitsland en Frankrijk waren openlijk kritisch over hun toetreding. ‘Dat meningsverschil uit Boekarest hing als een schaduw over de onderhandelingen van het Strategisch Concept,’ aldus Mattelaer.

‘Olie en gas zijn strategische producten waar Defensie bij uitstek van afhankelijk is’

Tegenwoordig is er echter wel kritiek op de dubbele petten van Van der Veer. Voor de Brusselse lobbywaakhond Corporate Europe Observatory (CEO) is er in dit geval duidelijk sprake van belangenverstrengeling. CEO-onderzoeker Pascoe Sabido, energie- en klimaatexpert bij de ngo, laat per mail weten: ‘Als Van der Veer er als Shell-topman voor heeft gezorgd dat de NAVO zich eerder mild opstelde ten aanzien van het Kremlin dan is dat een duidelijk voorbeeld van een belangenconflict, gezien de miljarden-investeringen van Shell in de Russische energiesector. Dat Westerse energiebedrijven zich nu plots terugtrekken uit de Russische energiemarkt doet niets af aan dat verleden van economische steun aan het Poetin-regime en het aan het gas houden van Europa.’

Het ministerie van Buitenlandse Zaken wuift de kritiek ook vandaag de dag weg en verschuilt zich achter veranderende geopolitieke verhoudingen: ‘In aanloop naar het schrijven van het nieuwe Strategisch Concept was de relatie met Rusland anders dan hoe we die nu kennen.’

‘Toegang tot grondstoffen’ als onderdeel van nationale veiligheid

De recente Russische invasie in Oekraïne maakt duidelijk dat defensievraagstukken en gaspolitiek onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dat is niet iets van de laatste jaren, zegt defensie-expert Ko Colijn: ‘In meerdere defensievraagstukken spelen Shell en de bredere olie- en gassector onvermijdelijk een rol.’ Zo moet Nederland volgens internationale afspraken uit 1974 van het Internationaal Energieagentschap (IEA) ‘strategische olievoorraden’ aanhouden, als buffer voor crisissituaties zoals oorlog of olieboycots. Ook bemoeien het ministerie van Defensie en de NAVO zich van oudsher met de oliepijpleidingen in Nederland, eveneens met het oog op een mogelijke oorlog. ‘Olie en gas zijn immers strategische producten waar Defensie bij uitstek van afhankelijk is,’ aldus Colijn.

Voor Nederland speelt bovendien mee dat de energie steeds minder uit eigen land komt en steeds meer van buiten. Met het opraken van het Gronings gas en het vervroegd dichtdraaien van de gaskraan vanwege de aardbevingen, wordt de toegang tot buitenlandse grondstoffen – in ambtelijk jargon: de ‘energieveiligheid’ van Nederland – nog belangrijker.

Van der Veers positie in de Expertgroep van de NAVO – door premier Balkenende toegejuicht vanwege zijn ervaring in ‘energieveiligheid’ – past dan ook in de strategie die Nederland vanaf het begin van deze eeuw uitrolt. Het buitenlands beleid richt zich vanaf dan steeds meer op energieveiligheid en de rol van de energiesector daarin, zo constateert The Hague Center for Strategic Studies (HCSS). 


WENDELMOET BOERSEMA

"We zijn met open ogen een relatie aangegaan met Rusland. En die hebben we alleen maar verder uitgebouwd."

De nieuwe denkrichting wordt verankerd in de Strategie Nationale Veiligheid in 2007 en de Internationale Veiligheidsstrategie in 2013, aldus het HCSS. Dat laatste document vermeldt dat ‘onze welvaart voor een belangrijk deel gebouwd is op grondstoffen en energie van elders’. ‘Het is een strategisch veiligheidsbelang om onze handel en handelsroutes en de toegang tot grondstoffen veilig te stellen.’ 

Trouw-journalist Wendelmoet Boersema publiceerde vorig jaar het boek Gronings Goud, over de macht van het gas en de rol van Rusland. Hierin beschrijft ze dat het een bewuste politieke keuze van Nederland is geweest om de diplomatieke relatie en gashandel met Rusland te versterken. Tegenover Nieuwsuur legde Boersema uit: ‘Al in de jaren ’90 hebben we vooruit gekeken. Wat zou er gebeuren als het Gronings gas ooit opraakt? Toen zijn we met open ogen een relatie aangegaan met Rusland. En die hebben we alleen maar verder uitgebouwd.’ Shell en Gasunie spelen al sinds de jaren negentig een belangrijke rol in het versterken van deze relatie, beschreven zowel Boersema als Follow The Money.

Intentie tot gefaseerde terugtrekking

Na de inval van Rusland in Oekraïne zegt Shell echter toe om alle zakelijke relaties met Gazprom te verbreken, in navolging van oliebedrijf BP. Ook kondigt Shell in maart aan te zullen stoppen met de inkoop van olie uit Rusland.

De multinational is nog niet helemaal vertrokken: Shell bespreekt momenteel de verkoop van Sakhalin II met enkele Chinese bedrijven, maar bezit haar aandelen nog. Ook koopt Shell nog steeds diesel uit Rusland, ontdekte Bloomberg-columnist Javier Blas begin april, ondanks de eerder gemaakte toezegging daarmee te stoppen. Shell verklaarde hierop dat de terugtrekking uit Rusland altijd gefaseerd zou gaan ‘om een veilige en continue aanvoer van brandstoffen’ te kunnen blijven garanderen. De kleine lettertjes bij de persverklaringen benadrukken dat het om intenties gaat voor de toekomst, waar het bedrijf later op terug kan komen.

Van der Veer zelf plaatst inmiddels kritische kanttekeningen bij de grote afhankelijkheid van Russisch gas. In de uitzending van WNL in begin maart zegt hij: ‘We hebben te veel gas, strategisch gezien, van de Russen gekocht.’ Maar ook waarschuwt hij: ‘je moet zeker niet naar nul’, want ‘je wil zorgen dat die buurman ook een afhankelijkheid heeft van jou.’

REACTIES VAN SHELL EN JEROEN VAN DER VEER

Reactie van Shell:

‘Als gevolg van de situatie in Oekraïne hebben we recent besloten om de samenwerkingen met Gazprom te beëindigen. Zo stappen we ook uit het Nord Stream 2-project, waarin we als financier betrokken waren. Verder is het in zijn algemeenheid voor een bedrijf dat zaken doet in het buitenland natuurlijk goed als de diplomatieke relaties goed zijn. Destijds hechtte Nederland zelf aan goede relaties met Rusland, dat was niet ingegeven door Shell. De deelname van de heer Van der Veer aan de NAVO Group of Experts stond los van zijn functie als non-executive director.’

Reactie van Jeroen van der Veer"

‘Destijds en terugkijkend vond ik de Expertgroep zeer bijzonder en relevant en we hebben heel wat bereikt. Ik denk ook dat onze overall aanpak goed was. De focus van de expertgroep lag op artikel 5, artikel 4, out of area missions, cyber security en uitbreiding van de NAVO. Dit laatste ging voornamelijk om Oekraïne, Georgië en de voormalig Joegoslavische staten. In de context van die tijd was de gedachte dat verdere verbetering van de relatie tussen de NAVO en Rusland mogelijk was. Het was ook het beleid van Nederland destijds om de relaties met Rusland verder te verbeteren. [Uit bovenstaand artikel blijkt op basis van het IOB-rapport dat dit niet klopt, red.] Deze gedachte steunde ik, net als vele anderen in de expertgroep, mede door hun eigen ervaringen met Rusland.

Tijdens mijn werkzaamheden voor de expertgroep was ik non-executive director bij Shell, dat is vergelijkbaar met de rol van commissaris. Alle nevenfuncties waren transparant. Shell speelde geen rol in mijn werk in de expertgroep.

Als je in zo’n breed onderwerp zit als NAVO-strategie, dan kan men daar bijna iedere nevenfunctie mee in verband brengen. En zonder nevenfuncties acht ik de kans klein dat je je had kunnen kwalificeren voor de expertgroep. Het gaat om de eigen zorgvuldigheid. Destijds was dit geen probleem voor mij.

Ik vind het logisch dat de politiek multinationals vraagt om geopolitieke inzichten. Vervolgens moeten multinationals voorzichtig zijn in het delen van die inzichten. De politiek heeft het primaat als het gaat om geopolitiek en veiligheidsbeleid.’

 

INKLAPPEN