zaterdag 17 mei 2025

Frans Timmermans: ‘Zwijgen en wegkijken over Gaza kan niet meer’




Frans Timmermans: ‘Zwijgen en wegkijken over Gaza kan niet meer’

Politiek Schort de toegang van Israëlische producten tot de Europese markt op en verbied de inreis van de eerstverantwoordelijke ministers zoals Netanyahu, betoogt .
Uitgehongerde Palestijnse vluchtelingen in Khan Younis, Gaza, 16 mei, 2025.
Foto Abdel Kareem Hana/ AP Photo
Wie uitgemergelde kinderen ziet smeken om eten, wie hoort dat kinderen inmiddels gras eten, wie na het zien van de beelden van vijftien vermoorde hulpverleners nog steeds wegkijkt en nog steeds niet bereid is de verantwoordelijke voor deze wandaad aan te spreken, nadat deze verantwoordelijke zich al vele malen heeft bezondigd aan oorlogsmisdaden, die maakt een historische fout en veronachtzaamt volledig de waarden waarop onze samenleving is gebaseerd.
Zoals een deel van de Kamer deed, waaronder de VVD, afgelopen dinsdag tijdens een debat over de situatie in het Midden-Oosten. Het zou geen enkele zin hebben om door middel van sancties de druk op Israël op te voeren. Netanyahu zal toch geen millimeter toegeven.
Maar als het geen zin heeft, waarom reageert de Israëlische ambassadeur dan als door een wesp gestoken als minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) om een Europees onderzoek vraagt naar de Israëlische schendingen van het internationale recht?
Als de Nederlandse positie er niet toe zou doen, zou hij het wel negeren. Sterker nog, als de burgemeester van Amsterdam de wantoestanden, waaronder het genocidale geweld, aan de kaak stelt, reageert diezelfde ambassadeur met grove en zeer ongepaste aantijgingen aan haar adres, aan Amsterdam en de Amsterdammers. Hij zal hier door minister Veldkamp op moeten worden aangesproken. Dit hoeft Nederland van geen enkele ambassadeur te pikken, ook niet de Israëlische.

Oorlogsmisdaden in Gaza

Ook de partijen in de Kamer die Israël altijd door dik en dun steunen, kunnen toch niet meer blijven zwijgen en wegkijken, nu Netanyahu maar doorgaat met het plegen van oorlogsmisdaden in Gaza. Partijen waaronder de VVD die terecht geen kans laten lopen om Iran keihard te veroordelen of het Syrië van Assad of welk ander verwerpelijk regime dan ook. Dan wordt geen moment de vraag gesteld of het iets uithaalt, dan moet Nederland gewoon opkomen voor de mensenrechten die worden geschonden, ook al zal niet meteen effect zichtbaar zijn. Maar als het over Israël gaat, zwijgen die partijen in alle toonaarden, omdat het niets zou uithalen. Zelfs nu een aantal vooraanstaande juridische experts in NRC zeggen: dit is genocide.
Een Palestijnse vrouw houdt het lichaam vast van een kind, dat is gedood door een Israëlisch bombardement in Noord-Gaza op 28 april. Foto Mahmoud Issa
Geen zinnig mens kan nog beweren dat wat Netanyahu nu doet nog steeds alleen tot doel heeft Hamas uit te schakelen. Je hoeft maar te luisteren naar de partij van Netanyahu of de ministers in zijn kabinet om te weten dat het doel nu is alle Palestijnen uit Gaza te verdrijven en Gaza geheel onder Israëlische controle te krijgen – wat overigens ook het plan lijkt met de Westelijke Jordaanoever. Door te zwijgen geef je bovendien geen enkele steun aan de mensen in Israël die vrezen voor hun dierbaren in gijzeling, die een halt willen toeroepen aan het vernietigen van de gehele Gazastrook, die zich verzetten tegen de ontmanteling van de democratische rechtsstaat in Israël door Netanyahu en zijn extreemrechtse coalitie. De vele demonstranten die in Israël de straat op gaan, laat je dan in de kou staan. Om nog maar te zwijgen over het geheel uit zicht raken van een duurzame vrede in het Midden-Oosten.

Dubbele standaarden

Wie zo evident dubbele standaarden hanteert, verliest geloofwaardigheid tegenover de eigen bevolking van wie we steun vragen voor Oekraïne dat zich oorlogsmisdadiger Poetin van het lijf probeert te houden. Maar we verliezen door het evident hanteren van dubbele standaarden ook internationaal geloofwaardigheid; dit speelt Poetin in de kaart en verzwakt de positie van Oekraïne. Het bij de ene kwestie hoog van de toren blazen over internationaal recht en de schande van oorlogsmisdaden, terwijl bij andere schendingen van het recht en evidente oorlogsmisdaden wordt gezwegen en weggekeken, ondermijnt iedere vorm van moreel en politiek gezag. Het is de zoveelste flagrante schending van de afspraken die door de coalitie op papier zijn gezet over de democratische rechtsstaat.
Wilders zal het worst wezen, de bombardementen, het uithongeren, de etnische zuiveringen, het is in zijn ogen allemaal prima. Maar het zwijgen en wegkijken van met name de VVD is onverteerbaar.
Terwijl de situatie volkomen onhoudbaar en onverdedigbaar is, doet Nederland niets om daadwerkelijk druk uit te oefenen op Netanyahu, niets om gehoor te geven aan de groeiende afschuw onder de Nederlandse bevolking over het ondraaglijk lijden van onschuldige mensen, waaronder zoveel kinderen in Gaza. Niets om de EU eindelijk zover te krijgen te stoppen met het hanteren van dubbele standaarden als het om Israël gaat. Niets omdat Wilders en Yesilgöz iedere stap in de goede richting tegenhouden.

Kleur bekennen

Nog is het niet te laat voor de VVD om kleur te bekennen en zich duidelijk uit te spreken tegen de wandaden van Netanyahu en daar ook consequenties aan te verbinden voor de betrekkingen met Israël. De EU is Israëls grootste handelspartner – schort daarom de voordelige toegang van Israëlische producten tot de Europese markt op. Nederland exporteert nog steeds wapens naar Israël en koopt nog steeds vele miljoenen aan Israëlische wapens in – stop daarmee. We kopen nog steeds producten uit de illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever – verbied ze. En bevries de tegoeden en verbied de inreis van de eerstverantwoordelijke ministers Netanyahu, Smotrich, Ben-Gvir en anderen.
De VVD kan die voorstellen aan een meerderheid helpen als het afstand neemt van de blinde Netanyahu-trouw van Wilders. Als het kiest voor Nederland en de waarden die Nederlanders in grote meerderheid omarmen en door ons politici uitgedragen willen zien. Laat diegenen die zoveel onschuldige slachtoffers op het geweten hebben er niet mee wegkomen. 

vrijdag 16 mei 2025

Onderzoek Rijk naar veilig beheer van kernafval is dusdanig slecht dat het opnieuw moet

 




Onderzoek Rijk naar veilig beheer van kernafval is dusdanig slecht dat het opnieuw moet

NIEUWS
Milieueffectrapportage Volgens de onafhankelijke commissie die milieuefffectrapportages controleert, zijn de milieugevolgen van de opslag van kernafval „niet of nauwelijks onderzocht, uitgediept, onderbouwd en deels onjuist”.
Kerncentrale in het Zeeuwse Borssele. De centrale is eigendom van de Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland, EPZ, en sinds 1973 in gebruik.Foto Rob Engelaar/ANP/HH
Een onderzoek naar de milieugevolgen van de opslag van kernafval dat staatssecretaris Chris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu, PVV) heeft laten uitvoeren is dusdanig onder de maat dat het opnieuw moet. De commissie voor de milieueffectrapportage (MER), een onafhankelijke groep experts die MERs controleert op juistheid en volledigheid, acht de kwaliteit van het onderzoek „onvoldoende” om de milieugevolgen van de opslag van radioactief afval te kunnen beoordelen.
De commissie zegt in haar advies, dat vrijdag is gepubliceerd, dat er geen aanwijzingen zijn voor acute milieurisico’s, maar dat uit het onderzoek niet kan worden geconcludeerd dat de opslag van kernafval veilig en verantwoord plaatsvindt. De milieugevolgen zijn „niet of nauwelijks onderzocht, uitgediept, onderbouwd en deels onjuist”. Het advies geldt als een belangrijk element voor de Eerste en Tweede Kamer om te kunnen toetsen of politieke besluitvorming zorgvuldig is geweest.

Europese regels

Volgens Europese regels moet de staatssecretaris elke tien jaar een plan maken voor de veilige opslag van kernafval (het bestaande plan loopt dit jaar af). Over dat plan moet een milieueffectrapportage worden opgesteld die bijvoorbeeld beschrijft wat de effecten zijn op bodem-, water- en luchtkwaliteit. De MER stelt dat die effecten voor de komende vijf jaar nauwelijks zullen veranderen, omdat het afvalbeleid niet verandert, en daarom niet nader onderzocht hoeven te worden. Voor de periode van 2030 tot 2035 wil de staatssecretaris pas later onderzoek doen.
Kernafval is in Nederland afkomstig van de kerncentrale in Borssele, de gesloten kerncentrale in Dodewaard, de reactor voor medische isotopen in Petten, de uraniumverrijkingsfabriek Urenco in Almelo, de onderzoeksreactor in Delft en van ziekenhuizen. De radioactiviteit verschilt in hoge mate. In Borssele wordt jaarlijks vier kubieke meter hoog-radioactief afval geproduceerd. Per jaar wordt er ook nog een zeecontainer vol laag- en midden-radioactief afval geproduceerd.
De organisatie COVRA, in 1982 gevestigd in Vlissingen, is verantwoordelijk voor de veilige opslag, maar deze situatie geldt al lange tijd als tijdelijk, tot er een definitieve eindberging is waar het afval duizenden jaren kan blijven liggen. Pas in het jaar 2100 zou er een besluit worden genomen over de locatie en methode voor de definitieve opslag. Het kabinet heeft vorig jaar een advies van het Rathenau-instituut overgenomen om dit eerder te doen, maar in de MER worden geen nieuwe stappen gemeld.

‘Complex’

Voorzitter van de commissie-MER Hans Mommaas zegt telefonisch: „We begrijpen dat het complex is voor het ambtelijke apparaat, vooral omdat de politiek steeds nieuwe wensen op tafel legt, bijvoorbeeld voor extra kerncentrales.” Het kabinet werkt aan plannen voor een tweede en derde kerncentrale in Borssele en het wil later nog twee kerncentrales bouwen. Ook onderzoekt het de mogelijkheden voor kleinere kerncentrales, zogeheten small modular reactors.
Tegelijkertijd is zorgvuldigheid juist van het grootste belang bij een belangrijk en gevoelig onderwerp als kernenergie, benadrukt Mommaas. „Het afval van kerncentrales blijft nog duizenden jaren actief. Daar moet je dus juist heel zorgvuldig een oplossing voor bedenken, zeker omdat er mogelijk veel meer hoogradioactief afval zal zijn dan nu. We hebben dit lange tijd uitgesteld, maar het wordt onderhand echt dringend.”
Wij lezen dat het ministerie aan het nadenken is over een verplichte registratie voor nucleair afval. We constateren dat die dus nog niet bestaat
Hans Mommaas voorzitter van de commissie-MER
Een probleem is dat meest geschikte locaties voor eindberging in 2100 niet meer beschikbaar kunnen zijn, omdat er bijvoorbeeld andere bebouwing is neergezet.
De commissie toont zich verbaasd over het feit dat volgens het ministerie niet altijd goed is te achterhalen hoeveel afval individuele bedrijven daadwerkelijk produceren. Mommaas: „Wij lezen dat het ministerie aan het nadenken is over een verplichte registratie voor nucleair afval. We constateren dat die dus nog niet bestaat.”

‘Moeilijk leesbaar’

De commissie heeft moeite met het niveau van het stuk. Zij schrijft in haar advies: „Het hele rapport is door de vreemde zinsconstructies en de vele herhalingen moeilijk leesbaar. Er lijkt daarbij sprake van een ‘slechte’ vertaling uit het Engels. De schrijvers lijken een beperkt begrip van de Nederlandse situatie en context te hebben.”
Mommaas: „Het is duidelijk dat deze MER onder grote haast is geproduceerd, Anders was er nog wel het een en ander gecorrigeerd. De tekst heeft bij ons menige wenkbrauw gefronst. We zien niet vaker dat het zo tekortschiet.”
De commissie benadrukt in haar advies dat ruim zestienhonderd burgers, organisaties en bedrijven hun zienswijze hebben gegeven op het nieuwe afvalplan en de bijbehorende MER. „Wij hebben die allemaal gelezen”, zegt Mommaas. „Hoewel een locatiekeuze voor de eindberging nog niet aan de orde is, zie je aan de grote hoeveelheid reacties dat er in de maatschappij grote zorgen over bestaan. Ook daarom is het heel belangrijk om het hele proces rond kernafval zorgvuldig te doorlopen. Dan kunnen we dit onderwerp op een transparante manier met elkaar bediscussiëren.”
„Er tekent zich een patroon af”, zegt de voorzitter. „We constateren dat de politieke wens voor meer beleid makkelijk te formuleren is, maar dat de uitvoering weerbarstig is. Zo is het stikstofprobleem moeilijk oplosbaar, er dreigen grote tekorten in de drinkwatervoorziening en we hebben nog een energietransitie te gaan die niet makkelijk is. Er is nog tijd om de besluitvorming rond kernafval goed te doen. Laten we die tijd benutten.”