Het ideaal
‘Van al die aanvallen slaap ik geen moment slechter’
Rechtse politici, media en boeren proberen hem met verdachtmakingen en persoonlijke aanvallen uit evenwicht te brengen. Maar Johan Vollenbroek, ‘stikstofstrijder des Vaderlands’ blijft er stoïcijns onder – niets houdt hem af van zijn levenslange missie de natuur te willen beschermen.
schrijft voor de Volkskrant over zingeving.
I
n de jaren vijftig groeit hij op in Langerak, een dorpje aan de Oude IJssel, nabij Doetinchem. Rond het akkerbouwbedrijf van zijn vader wemelt het van de fazanten, patrijzen, konijnen en hazen. ‘Als je jong bent, denk je dat dat normaal is. Maar ik heb met lede ogen moeten aanzien hoe de natuur steeds verder achteruit is gegaan. Door de verzuring zijn abnormaal veel bomen gestorven, en al dat wild is weg door onttrekking van grondwater en pesticiden. Het komt vooral door de intensieve veehouderij’.
De 76-jarige Johan Vollenbroek constateert het nuchter, maar van acceptatie is geen sprake. ‘Ik wil iets daartegen doen, nietsdoen is voor mij nooit een optie geweest.’
Dat heeft Nederland geweten. In 2019 won hij met zijn organisatie Mobilisation for the Environment (MOB) bij de Raad van State een procedure tegen het parlementair goedgekeurde PAS (Programma Aanpak Stikstof). Als gevolg van die overwinning ging het land ‘op slot’: duizenden bouwprojecten vielen stil, boeren kregen geen vergunningen meer voor uitbreiding en automobilisten moesten langzamer rijden.
Zes laar later is er nog altijd sprake van een ‘stikstofcrisis’, al bevalt Vollenbroek, in deze krant getypeerd als ‘stikstofstrijder des Vaderlands’, die benaming slecht. ‘Het is een natuurdegradatie-crisis, zo moet je het zien.’
Als scholier is hij ‘vooral nieuwsgierig en eigenwijs’. Dat laatste ondervindt zijn vader, met wie Johan, tweede zoon in een gezin met vier kinderen, voortdurend in discussie gaat. ‘Ik begreep bijvoorbeeld niet waarom wij als kinderen wel, maar hij niet op zondag naar de kerk hoefde. Ook verplichtte hij ons op het land te werken; bieten trekken, wat erg zwaar was. Ik heb er twee versleten ruggenwervels en een hernia aan overgehouden. Kinderarbeid vond ik het. Ik las liever een boek.’
Al op 16-jarige leeftijd verlaat hij het huis, waar de spanningen met zijn vader debet aan zijn. Met baantjes voorziet hij in zijn levensonderhoud – zijn schoolcarrière verloopt met omwegen, maar brengt hem op zijn 23ste bij de Radboud Universiteit Nijmegen. In Nijmegen en Eindhoven studeert hij schei- en natuurkunde. ‘Je had toen nog geen milieustudies, anders had ik die wel gedaan.’
Bij zijn studie scheikunde leert hij over het stikstofprobleem. ‘We maakten berekeningen waaruit bleek dat het met de koralen mis zou gaan, wanneer de zuurgraad van het water zou oplopen.’ Zijn keuze voor een vegetarische leefstijl dateert uit die tijd – inmiddels is hij veganist. Na zijn studie belandt hij in het midden van de jaren zeventig bij het ingenieursbureau Haskoning. Ongeveer twintig jaar werkt hij aan ‘klussen over de hele wereld’, waarna hij samen met een collega, Imre Csikós, opstapt en MOB opricht.
Kon u bij het ingenieursbureau iets van uw idealisme kwijt?
‘Ik kwam er op de milieuafdeling terecht, dus ik kon met concrete projecten wel wat voor de natuur doen. Een productieproces waarbij veel ammoniak in de buitenlucht vrijkwam, hebben we bijvoorbeeld inpandig gemaakt, prachtig project. Maar ik deed het werk niet alleen uit idealisme, het was ook uit nieuwsgierigheid naar de wereld. Belandde ik plots in Kirgizië om een project op te zetten, hartstikke leuk. Of in Colombia, in India voor een Wereldbank-project, in Oost-Europa, ga zo maar door. Ik pakte van alles aan, al zei ik wel tegen onze divisiedirecteur: ‘Geen vee-industrie, daar zoek je maar iemand anders voor.’ Dat vond hij geen enkel punt, ik haalde genoeg omzet binnen. Ik heb daar een leuke tijd gehad.’
Toch besloot u het op uw 47ste over een andere boeg te gooien. Waarom?
‘Omdat ik zag dat je als ingenieursbureau aan veel milieuproblemen niet toekwam. Met het reduceren van ammoniakuitstoot bij een project kon ik wel een steentje bijdragen, maar op het grotere plaatje stelde het bar weinig voor. Wat ook meespeelde, was dat we in Oost-Europa hadden gezien hoe de natuur na de val van de Muur aan het opknappen was – de vervuilende, zware industrie ging failliet en in plaats daarvan kwamen schoner producerende bedrijven, zoals westerse autofabrikanten. Tegelijkertijd zagen we het in Nederland juist de verkeerde kant opgaan; er werd een nationaal milieubeleidsplan opgesteld, maar dat belandde in een lade, terwijl de natuur ondertussen achteruitkachelde. Dat konden we niet over onze kant laten gaan. We wilden grote, vervuilende bedrijven aanpakken, maar dat kun je van een ingenieursbureau niet verwachten. In goed overleg zijn we toen opgestapt.’
Met procedures tegen grote olieconcerns als Shell, Esso en BP als eerste, grote testcase. Wat deden zij in uw ogen verkeerd?
‘Hun vergunningen voor de regio Rijnmond om met hun raffinaderijen zwaveldioxide en stikstof te mogen uitstoten, klopten van geen kanten. De Europese wetgeving eist dat een bedrijf de ‘best beschikbare technieken’ toepast, maar dat gebeurde helemaal niet. Ze stookten hun raffinaderijen op ruwe olie, waardoor de uitstoot vele malen hoger was dan wanneer ze het op aardgas, de best beschikbare techniek, hadden gedaan.
‘Toen ik de rechtszaal binnenkwam, zag ik dat het Shell-team uit twintig man bestond, managers, juristen en ingenieurs. Er was ook een flink team van de overheidsinstantie die de vergunning had afgegeven, de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR). Een van hen vroeg waar ons team was. ‘Dat staat hier’, zei ik.
‘Ik was alleen, maar had er toch vertrouwen in, want technisch stonden we stevig – in een rechtsstaat telt gelukkig niet hoe groot je team is, maar of je goede argumenten hebt. Dat bleek nog voor de zitting. De rechter zei toen dat hem iets van het hart moest. ‘Ik vind het onbestaanbaar dat een groot bedrijf als Shell de Europese wetgeving niet naleeft. En ik vind het ook niet kunnen dat een grote overheidsorganisatie als DCMR dit laat lopen, en dat een club als MOB het moet afdwingen. Toen wist ik: bingo! Ze zijn allemaal voor de bijl gegaan en hebben hun productieprocessen moeten aanpassen, van ruwe olie naar gasstook. De uitstoot van Shell is van 6.000 naar 1.800 ton stikstof per jaar teruggegaan.’
Hoe verklaart u dat de olieconcerns zo lang wegkwamen met het niet naleven van Europese regels?
‘Dat is simpel, voor de politiek had dat geen prioriteit. Met name de VVD zit er voor de grote bedrijven. Die kregen hierdoor een concurrentievoordeel ten opzichte van bedrijven elders in Europa. Zo’n omgevingsdienst als DCMR kreeg vanuit Den Haag te horen: hou je gedeisd, we willen de industrie behouden. Tot frustratie van de directeur van die dienst. Die vond wat wij deden fantastisch.’
Ook bij uw grootste juridische succes, de uitspraak over het PAS in 2019, ging het om niet-naleving van Europese regels.
‘Ja, wat me ergert is dat Rutte daarna met een zure bek Brussel de schuld geeft van de maatregelen die hij na dat vonnis moet nemen, zoals bouwprojecten stilleggen en overdag niet harder rijden dan 100 kilometer per uur. Rotmaatregelen noemde hij ze. Brussel kreeg daarvan de schuld, terwijl het PAS natuurlijk zijn eigen stommiteit was. Wat ik jammer vind, is dat de media hem op zo’n moment niet fileren. Van alle kanten was hij gewaarschuwd dat het PAS een programma op krediet was – eerst meer stikstof produceren, daarna pas maatregelen ten behoeve van de natuur. Terwijl het uiteraard andersom moet zijn, zo slecht gaat het met de natuur. Rutte sprak ik daarna in het Catshuis tijdens een bijeenkomst met allerlei organisaties. In een onderonsje zei hij me dat hij het stikstofprobleem niet ging oplossen, dat zou hem te veel stemmen op rechts kosten. Als je het partijbelang zo boven het algemeen belang plaatst, ben je toch geen staatsman? Voor mij was die uitspraak het signaal: we moeten de tent professionaliseren, jonge mensen bij MOB betrekken. We hebben nu een kernteam van acht, met daarnaast tientallen vrijwilligers. Mensen weten de donatieknop op onze site gelukkig te vinden, onlangs kwam er zelfs een erfenis onze kant op.’
Uw juridische succes heeft ook weerstand opgeroepen en tot persoonlijke aanvallen geleid. Welke staan u bij?
‘Veel aanvallen kwamen uit de agrarische sector, in 2020 wilden boeren zelfs met tractoren naar mijn huis rijden, de politie heeft dat tegenhouden. In de ogen van Farmers Defence Force zijn we een terroristische organisatie. Ook zijn er types als (voormalig-FvD-Kamerlid, red.) Wybren van Haga, die beweren dat MOB voor geld bereid is van procedures af te zien, dat zou mijn persoonlijke verdienmodel zijn. En ik ben met de dood bedreigd. Maar ik slaap er geen moment slechter door, ik blijf daar stoïcijns onder. Laatst stond er een stuk vol leugens en verdachtmakingen in de Telegraaf, prompt stroomden de donaties binnen. ‘Als je zo in de Telegraaf staat, doe je iets goeds’, schreef een donateur, haha. Ook komen er aanvallen uit de politiek. Twee jaar geleden kreeg Chris Stoffer van de SGP een Kamermeerderheid voor een motie die MOB het procederen wil verbieden. Wat een ongelooflijke nitwits, dat kan rechtsstatelijk natuurlijk niet.
‘Wat ik wel griezelig vind, is dat mensen zich steeds minder aan de feiten gelegen laten liggen. Dat Lidewij de Vos van FvD roept: ‘We moeten het stikstofprobleem afschaffen’, waarna boeren op haar stemmen, dat is toch niet te geloven? Of minister van Landbouw Femke Wiersma, die mij tijdens een bijeenkomst het stijgende aantal zelfmoorden onder boeren verweet. Toen ik antwoordde dat uit CBS-cijfers het tegendeel bleek, begon ze maar snel over iets anders. Het geeft aan hoe er met feiten wordt omgesprongen en gemanipuleerd. De waarheid lijkt er steeds minder toe te doen.’
Wat geeft u hoop?
‘Dat het aantal aanmoedigingen de negatieve reacties vele malen overtreft – de stroom aan spontane donaties die we krijgen, vormt het bewijs. Mensen beseffen dat de regering hen niet beschermt tegen het verzieken van de lucht, het verpesten van het grondwater en het dreigende tekort aan drinkwater door PFAS. Dus zijn ze blij met een club als MOB.
‘Wat me verder hoop geeft, is dat onze juridische strijd navolging heeft gekregen. De grote milieuorganisaties van ons land deden nooit iets aan juridische procedures, maar sinds de stikstof-uitspraak van 2019 is een flink aantal clubs dat gaan doen: Pesticide Action Network, Milieudefensie, Aardige Buren, Meten=Weten in Drenthe, Advocaat van de Aarde, het is echt een olievlek.
‘In Europa en de VS worden allerlei klimaatplannen teruggedraaid. Dat gaat ons straks een enorme kater opleveren. Vanwege het klimaat, maar ook economisch, want China holt ons op technologisch vlak met wind- en zonne-energie voorbij. Wat me geruststelt, is de wetenschap dat het met de natuur goed gaat aflopen. We stevenen nu af op verlies van driekwart van onze biodiversiteit, wat tot allerlei ziekten en epidemieën gaat leiden. Tel de klimaatcatastrofe daarbij op. We gaan er maar vanuit dat onze beschaving niet ten onder zal gaan, maar dat is al herhaaldelijk onjuist gebleken. Ik denk dat die arrogantie van ons zal worden afgestraft. Over de natuur maak ik me niet echt zorgen. Bekijk je het over pakweg tienduizend jaar, wat helemaal niks is op de tijdschaal van de aarde, dan herstelt die zich vanzelf weer van deze episode. Dat vind ik een geruststellende gedachte.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.