zondag 14 december 2025

‘De VS waren nooit echt democratisch’

 

‘De VS waren nooit echt democratisch’

Politicologie Arend Lijphart (89) is de belangrijkste Nederlandse politicoloog aller tijden. Hij werd bekend door zijn werk over de verzuiling, maar vanuit zijn huis in San Francisco volgt hij nu vooral de Amerikaanse politiek. „Ik zie dat er bij de Republikeinen iets loskomt.”




Arend Lijphart: „Wat mij betreft is het verstandig de kiesdrempel te verhogen.”
Arend Lijphart: „Wat mij betreft is het verstandig de kiesdrempel te verhogen.”
 — FOTO UIT PRIVÉARCHIEF
Arend Lijphart (89) kijkt er zelf een beetje verbaasd bij. Kortgeleden hoorde hij een verhaal van zijn schoonzus in Nederland. „Ze vertelde dat de leraar maatschappijleer van haar kleinzoon op het bord schreef: Arend Lijphart.” Daarna volgde een behandeling van zijn werk over het Nederlandse politieke systeem in het verzuilingstijdperk. „Blijkbaar is er nog steeds belangstelling voor”, concludeert hij droogjes.
Arend Lijphart geldt als de belangrijkste Nederlandse politicoloog aller tijden. Zijn boek Verzuiling, pacificatie en kentering in de Nederlandse politiek, oorspronkelijk geschreven in het Engels, maakte hem in 1968 in een klap beroemd.
Lijphart verklaarde hoe het verzuilde Nederland stabiel kon blijven functioneren: de elites van de verschillende zuilen sloten vanaf de ‘Pacificatie van 1917’ compromissen met elkaar, vanuit een besef dat niemand beter zou worden van een burgeroorlog. Hij was pas iets boven de 30, maar zette met dit idee van ‘consociationalisme’ het wereldwijde denken over democratieën op z’n kop: tot dat moment was de heersende opvatting dat een homogene bevolking nodig was voor een stabiele democratie.
„Ik had nooit verwacht dat het zo’n succes zou worden”, vertelt Lijphart in zijn kleurrijk ingerichte woonkamer in het hart van San Francisco. Het manuscript werd eerst afgewezen door Harvard University Press. „Ze zeiden dat een expert had gezegd: dit weten we allemaal wel.”
NRC vroeg Lijphart om terug te kijken op zijn ideeën en zijn werk. In veel opzichten is dat hyperactueel: het is in Nederland minder bekend, maar Lijphart publiceerde veel en kritisch over de Amerikaanse democratie. Dat kwam voort uit zijn latere werk in ‘comparative politics’, een vakgebied dat politieke systemen vergelijkt. Lijphart, een van de meest geciteerde politicologen ter wereld, is een van de grondleggers ervan.
Systemen vergelijken is bijna het eerste dat hij doet in het gesprek. „Gegeven de politieke situatie zou ik het nu eigenlijk prettiger vinden om in Nederland te wonen”, vertelt hij. „Maar ja, mijn kinderen wonen hier, mijn kleinkinderen wonen hier, mijn vrouw is een Duitse.” Lijphart werkte lang aan de universiteiten van Berkeley en San Diego en heeft een Nederlands en een Amerikaans paspoort.
Het is duidelijk goed geweest de PVV in de regering op te nemen. Het was net als met de Lijst Pim Fortuyn: ze maken er een potje van
De politicoloog, die vanwege zijn leeftijd langzaam praat maar niet minder enthousiast overkomt, volgt de Nederlandse politiek nog altijd vanaf een afstandje. „Ik lees vooral The Economist en The New York Times. Maar de belangrijkste dingen weet ik, zoals over de laatste verkiezingen. Hoe staat het precies met de kabinetsformatie? Zijn ze nog aan het praten?”

Jazeker. Het is moeilijk een meerderheid te vinden.

„De uitslag was in ieder geval hoopvol.”

Wat stemde u positief?

„Het is duidelijk goed geweest de PVV in de regering op te nemen. Het was net als met de Lijst Pim Fortuyn: ze maken er een potje van. En dan kunnen we weer een tijdje redelijk doorgaan. Ik geloof niet in een cordon sanitaire. Deze partijen moeten maar laten zien wat ze kunnen. Ze kunnen vrij weinig.”

Uw werk benadrukt het belang van brede coalities die een groot deel van de bevolking vertegenwoordigen. Dat is vandaag de dag niet makkelijk.

„Wat mij betreft is het verstandig de kiesdrempel te verhogen. Die kleine partijen doen op zich weinig kwaad, maar je kunt er niet op rekenen bij de kabinetsformatie. 5 procent in Duitsland vind ik wel wat aan de hoge kant. Je moet een beetje laveren.”
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen worden in Den Haag borden van politieke partijen geplaatst.
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen worden in Den Haag borden van politieke partijen geplaatst.
— FOTO REMCO DE WAAL/ANP
Lijphart zegt vaak op D66 gestemd te hebben, maar niet te hebben verwacht dat ze ooit de grootste zouden worden. Rond de oprichting van de partij kwam Hans van Mierlo een keer langs in Berkeley, waar Lijphart werkte. „Mijn vrouw en ik hebben hem toen thuis uitgenodigd. Een heel bijzondere man.” Van Mierlo was volgens Lijphart erg optimistisch over de toekomst van D66, en het viel Lijphart op dat Van Mierlo het Amerikaanse regeringssysteem, met een gekozen president, zo bewonderde. „Daar zou hij nu zeker anders over denken.”
Minder rapport had Lijphart met Frits Bolkestein, met wie hij in 1992 botste. Lijphart zei dat een islamitische partij geen slecht idee zou zijn: je kon deze bevolkingsgroep wat hem betreft juist laten emanciperen door zo’n partij. „Mijn onderzoek naar verzuiling begon als theoretische uitleg. Uiteindelijk ben ik het als praktisch model gaan zien voor diep verdeelde maatschappijen.”
Lijphart was betrokken bij het vormgeven van een nieuw bestuur in Zuid-Afrika rond het einde van de apartheid. „Ik geloof wel dat ik een steentje heb bijgedragen”, zegt hij. „Zeker in de eerste jaren was het duidelijk een pacificatiedemocratie. In de jaren tachtig heerste echt het idee dat een bloedbad onvermijdelijk was. Dat is niet gebeurd. Ik weet niet hoe je het nu zou moeten noemen. Er is in ieder geval weer een coalitieregering.”
Hij is wel wat sceptischer geworden over de mogelijkheden om bij te dragen in de praktijk. „Ik geloof dat politicologen vaak advies uitbrengen dat dan terzijde wordt gelegd.” In eerste instantie gebeurde dat in Zuid-Afrika ook. „In Venezuela vroeg de regering ook advies. Nou, dat is vooral gebruikt om verandering nog een tijdje uit te stellen. Zo worden politicologen eigenlijk misbruikt.”
Maar later ben ik wel gaan denken: is dit uniek voor Nederland? In feite niet

Over de verzuiling en uw werk zijn ook kritische evaluaties op gang gekomen. Stond Nederland in 1917 echt op het randje van een burgeroorlog?

Lijphart lacht. „Ik moet toegeven dat dat idee waarschijnlijk wel wat overdreven was. Maar het was duidelijk dat de spanningen heel hoog opliepen. En dat de politiek leiders dachten: we moeten een oplossing vinden. In Oostenrijk is in de jaren dertig wel zo’n burgeroorlog geweest.”

Nog zoiets: hoe strak waren die zuilen nu precies? De katholieken waren erg verzuild, de protestanten al wat minder en dan had je nog een soort ‘restzuil’.

„Er was een heel duidelijke katholieke zuil, maar de protestantse was inderdaad al een stuk minder unaniem.” Lijphart begint over zijn eigen jeugd in Heerde, op de noordoostelijke Veluwe. „Er waren twee stromingen in dezelfde hervormde kerk. De ene predikte ’s ochtends en de andere ’s middags.”

Hoe uniek is het fenomeen dan nog? De verzuiling is, ook op basis van uw boek, vaak geïnterpreteerd als iets specifiek Nederlands.

„Je kunt het ook absoluut in andere landen vinden.” Lijphart was zich het daar bij het schrijven van zijn eerste boek nog niet zo van bewust. „Maar later ben ik wel gaan denken: is dit uniek voor Nederland? In feite niet. Je had het in België, in Zwitserland, in Oostenrijk.”
Lijphart groeide op in een bijzonder gezin.  Zijn vader was lid van de gemeenteraad in Heerde voor de VVD, toen nog een kleine partij. Zijn moeder was actief in de lokale Christian Science-kerkgemeente, een geloof waar Lijphart ook mee opgroeide. „Als God goed is en almachtig”, vat hij het gedachtegoed samen, „waar komt dan het kwaad vandaan? Nou, dat bestaat niet.”
Leden van de kerk maken om deze reden vaak weinig gebruik van medische hulp. „Dat is niet alleen verkeerd, maar ook gevaarlijk.” Een zus van Lijpharts ex-echtgenote, met wie hij als twintiger de kerkgemeenschap verliet, liet haar borstkanker jarenlang onbehandeld. „Ze is daardoor een vreselijke en pijnlijke dood gestorven.”
De kerkgemeenschap hielp Lijpharts carrière op gang. Hij kon na zijn middelbare school aan een Christian Science-college in de VS beginnen aan zijn studie: die opleiding hielp hem vervolgens Yale in.
Vanuit de VS schreef hij zijn doorbraakboek, in eerste instantie in het Engels: The Politics of Accommodation. Lijphart maakte zelf razendsnel de Nederlandse vertaling. „Als ik had geweten dat het zo’n succes zou worden, had ik daar wel meer werk van gemaakt.”
Het was een opmaat naar een lange academische carrière, met als kroon zijn termijn (1995-1996) als voorzitter van de prestigieuze American Political Scientist Association. Lijphart werd pleitbezorger van parlementaire ‘consensusdemocratieën’ als Nederland, ten opzichte van systemen zonder evenredige vertegenwoordiging (de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk). Die laatste mogen daadkrachtig lijken, volgens Lijphart nemen coalitieregeringen in de praktijk betere besluiten: ze gaan bijvoorbeeld beter om met minderheden.
Over de VS is Lijphart altijd uiterst kritisch geweest. „Ze noemen zichzelf vaak the oldest democracy. Maar het was nooit helemaal democratisch.” Hij maakt zich al decennia druk over wat hij ziet als serieuze tekortkomingen van het Amerikaanse staatsbestel: van een gepolitiseerd hooggerechtshof tot de mogelijkheid om president te worden zonder een meerderheid te behalen, of het partijdig hertekenen van kiesdistricten.
Het heeft ook te maken met de aanbidding van de grondwet. Dat is iets heiligs
Dit zijn zaken waar veel Europeanen zich vaak wel van bewust zijn, maar Lijphart blijft zich erover verbazen hoe weinig ze ertoe lijken te doen in de VS zelf. „Ik heb vaak gedacht: het is uitzonderlijk dat er zoveel vernieuwing plaatsvindt in Amerika, met dat hele internetgebeuren, maar dat de politiek heel ouderwets is. Er verandert niks. Dat is een speciaal Amerikaans probleem, en een rare tegenstelling.” Lijphart pleitte vaak voor hervormingen, die er niet kwamen. „Het heeft ook te maken met de aanbidding van de grondwet. Dat is iets heiligs. Terwijl: het is gewoon een document dat je kan veranderen.”
Hoe ziet hij de huidige politieke situatie in de VS? „Toen ik aan Yale studeerde, werd er vaak gesproken over hoe gespleten Europese landen waren, vanwege de grote communistische partijen. Frankrijk, Duitsland, Italië. Dat was dan altijd in tegenstelling tot Amerika. Nu zijn hier de tegenstellingen juist veel groter dan in Europa.”
Volgens Lijpharts eigen werk is de huidige Amerikaanse situatie gevaarlijk: een zeer gepolariseerd land waar elites geen compromissen sluiten. Een presidentieel systeem, met veel macht bij een persoon, leidt bovendien sneller tot democratische achteruitgang.
Toch herhaalt hij meerdere keren dat hij vermoedt dat het weer de goede kant op zal gaan. „Ik zie dat er langzaam iets loskomt in de Republikeinse partij. Republikeinen in het Huis die zeggen: we moeten de Epstein-files openbaar maken. En er is ook kritiek op die aanvallen op bootjes in de Caribische Zee.”
Hij denkt dat er een goede kans is dat de boel zal normaliseren als de Democraten in 2026 het Huis winnen. „Hoewel Trump natuurlijk heel ondemocratisch te werk gaat, nu hij in Texas probeert meer zetels te krijgen.” Op aandringen van Trump hertekenen de Republikeinen kiesdistricten in Texas om meer zetels te kunnen halen.

Californië is daartegen in het verweer gekomen, met een controversieel referendum om óók districten te hertekenen. Hebt u vóór gestemd?

„Ja, natuurlijk.”

Vond u het een moeilijke keuze?

„Nee. Niet met hoe het nu gaat in de VS. Bovendien is het heel duidelijk een tijdelijke aanpassing.”

Een van de weinige dingen die u prijst aan de VS, is dat in het federale systeem staten veel macht hebben en tegenwicht kunnen bieden. Hoe belangrijk is dat nu?

„Dat is een van de goede dingen van het feit dat Amerika zo groot is. Het is erg gedecentraliseerd en de staten hebben heel wat in te brengen. Maar er is nu heel wat druk van de landelijke regering op staten. Californië heeft bijvoorbeeld onder druk de vrachtwagenrijbewijzen ingetrokken van mensen die hier illegaal verblijven. Je ontkomt er niet helemaal aan.”
Na het gesprek dringt Lijphart erop aan samen nog even uit het raam te kijken: hij heeft een prachtig uitzicht op de skyline. Tegenover zijn huis ligt ook een voormalige kerk van de Christian Science-gemeenschap. „Ik had me altijd voorgenomen een keer een dienst bij te wonen”, zegt Lijphart. Dat lukte niet voordat de kerk werd omgebouwd tot appartementencomplex.
Hij is met zijn vrouw uit nieuwsgierigheid naar een van de woningen gaan kijken. „Het was prachtig.” Maar hij zou er niet willen wonen. „Het was niet erg knus.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.