woensdag 12 juni 2024

De kapper pochte in de salon dat hij de IND had bedonderd met een schijnhuwelijk, maar de immigratiedienst trof geen maatregelen



 









De kapper pochte in de salon dat hij de IND had bedonderd met een schijnhuwelijk, maar de immigratiedienst trof geen maatregelen

Immigratie- en Naturalisatiedienst Hoewel de IND signalen kreeg van klokkenluiders dat werd gefraudeerd met verblijfsvergunningen, besloot de dienst – evenals het ministerie van Justitie en Veiligheid – die niet uit te diepen. De melders kregen te horen dat „een klacht indienen meestal niet het geschiktste middel is om eruit te komen”.

Merijn Rengers

11 juni 2024 om 22:30


• Immigratiedienst IND kreeg sterke signalen van fraude bij het toekennen van verblijfsvergunningen, maar besloot die niet uit te diepen. Dat blijkt uit onderzoek door NRC naar zes verdachte toekenningen, afkomstig uit de dossiers van twee klokkenluiders.

• Het gaat onder meer om een interne melding over een IND’er die een crimineel met een inreisverbod en tien veroordelingen een verblijfsvergunning bezorgde, ondanks bezwaren van de Nederlandse ambassade in Marokko. Een Turkse schijnhuwelijkszaak, waarin vaststond dat vervalste documenten waren gebruikt, werd evenmin onderzocht.

• De klokkenluiders hebben de verdachte toekenningen tevergeefs aangekaart bij de IND en de Integriteitscommissie van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Een bijzonder vertrouwenspersoon van het ministerie, belast met klokkenluiderszaken, heeft vorige week de top van het ministerie geadviseerd hun meldingen alsnog te onderzoeken en het duo rechtsbescherming te bieden.

De Turks-Nederlandse vrouw die al twintig jaar voor Immigratie- en Naturalisatiedienst IND werkt, wéét hoe belangrijk integriteit is. Ze moet „het juiste doen, ook als niemand kijkt”, benadrukt de dienst in interne mails. Daarin „heeft iedereen een rol”, óók zij als medewerker van een van de zestien klantgroepen Familie & Gezin.

Met de 25 collega’s in haar team, standplaats Den Haag, beoordeelt ze aanvragen van vreemdelingen die een familie- of gezinslid willen laten overkomen. De vergunningen die haar team afgeeft, gelden voor vijf jaar, maar kunnen eenvoudig worden omgezet in naturalisaties (het toekennen van het staatsburgerschap). Het geeft haar werk extra gewicht: zij beslist of vreemdelingen in Nederland een toekomst kunnen opbouwen.

Verantwoording Onderzoek

NRC onderzocht afgelopen maanden de dossiers van twee klokkenluiders bij de IND, die op basis van zes verdachte verblijfsvergunningen mogelijke fraude en corruptie bij de dienst hebben gemeld. Die dossiers bevatten onder meer mails, interne IND-documenten, rapporten en de correspondentie met het Bureau Integriteit van de IND en de speciale Integriteitscommissie van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

De aanvragers en hun familieleden ziet ze nooit in levenden lijve, het werk is volledig gedigitaliseerd. Elke maandagochtend verschijnt een nieuwe voorraad aanvragen in haar persoonlijke bak in Indigo, het digitale systeem van de IND. Haar werk bestaat vooral uit administratieve controles. Ze checkt identiteitsbewijzen, huwelijksaktes, inburgeringspapieren en strafbladen. Ook bekijkt ze de familieleden die de aanvraag ondersteunen, die moeten bijvoorbeeld bewijzen dat ze in Nederland voldoende verdienen om het familielid te onderhouden.

Voor haar eigen overzicht houdt ze in Excel de dossiernummers bij van alle aanvragen die ze krijgt toebedeeld. Zo kan ze zaken snel terugvinden. Maar op vrijdag 8 juli 2022 – ze werkt thuis – ziet ze iets geks: één van de openstaande dossiers is plotseling verdwenen uit haar bak. Het is een aanvraag van een recent getrouwde man van Marokkaans-Nederlandse afkomst, die zijn echtgenote wil laten overkomen.

Als ze het dossiernummer invoert in het systeem, ziet ze dat de vrouw van de IND een ‘mvv TEV’ heeft gekregen – een Machtiging Voorlopig Verblijf, in combinatie met toestemming tot Toegang en Verblijf. Dat is een officiële sticker die ze kan ophalen bij de Nederlandse ambassade in Marokko en waarmee ze naar Nederland kan reizen.

Dit klopt niet, denkt de IND-medewerker. Het dossier was net binnen en nog niet volledig, zo ontbraken de inkomensgegevens van de man. Haar vermoedens worden sterker als ze ontdekt dat de vergunning met voorrang is verleend door een Marokkaans-Nederlandse collega. Ze kent hem wel, hij werkt net zo lang als zij bij de IND. Hij is doorgegroeid tot senior en behandelt bij een ander team in Den Haag complexe bezwaarzaken en ingebrekestellingen, niet dit soort simpele mvv-TEV-aanvragen. Collega’s praten over hem – hij zou Marokkanen bevoordelen.

Die middag nog belt ze haar eigen manager, een Marokkaans-Nederlandse vrouw die net is overgestapt van de Belastingdienst naar de IND. Dit is fraude, zegt ze. Ik wil een melding doen. Haar manager belooft ernaar te kijken.

Op zijn kop gegeven

Na het weekend belt ze opnieuw. Er is geen reden tot ophef, zegt haar manager. Ze heeft de zaak besproken met de manager van het team van de senior en die heeft hem op zijn kop gegeven. Het zal niet meer voorkomen. De Turks-Nederlandse vrouw wordt boos. Ze vertrouwt de zaak niet, het ging haar niet om een standje. Ze wil dat dit wordt uitgezocht.

Dan hoort ze haar manager volgens een intern verslag zeggen dat ze de zaak beter stil kan houden. En dat ze elkaar als Turken en Marokkanen in Nederland moeten helpen, omdat ze „hetzelfde” zijn.

Die middag doet de Turks-Nederlandse vrouw zelf de melding bij het Bureau Integriteit IND. Ze voelt zich helemaal niet hetzelfde als haar Marokkaans-Nederlandse baas.

Kort daarna komt het de Marokkaans-Nederlandse IND’er die de verblijfsvergunning met voorrang heeft verleend ter ore dat over hem is geklaagd. Hij reageert furieus en schrijft vervolgens een woedende mail naar het management, waarin hij dreigt met tegenklachten en een aangifte. De Turks-Nederlandse vrouw die de melding over hem deed, zet hij in de cc.

Favoriete hotelkamer

Op woensdagochtend 2 november 2022 stuurt een medewerker van de IND een mailtje naar Hotel Monastère, een viersterrenlogement in een voormalig klooster in Maastricht. De man is een directe collega van de Turks-Nederlandse vrouw die een paar maanden eerder een klacht bij het Bureau Integriteit heeft ingediend. Hij werkt voor hetzelfde Haagse team dat familie- en gezinszaken beoordeelt.

De IND’er wil van het Maastrichtse hotel weten of dat een drietal facturen herkent, „in verband met mogelijke fraude in een verblijfsrechtelijk onderzoek”. Hij stuurt de rekeningen mee. Die staan op naam van een Turkse kapper en diens echtgenote die in 2017, 2018 en 2019 in het hotel verbleven, in hun favoriete kamer 307.

De hotelmanager heeft nog geen twintig minuten nodig om de IND te antwoorden. „Hartelijk dank voor uw bericht,” schrijft die terug. „Bijgevoegde facturen zijn absoluut niet authentiek. In 2017 waren wij zelfs nog niet geopend en kamernummer 307 hebben wij niet.”

Afwijzen is bewerkelijker, ingewikkelder en tijdrovender dan inwilligen, dus de ‘productiefste’ IND’ers wijzen in de regel de meeste asielaanvragen toe

Zie je wel, denkt de IND’er. Hij kent het dossier, omdat hij een eerdere aanvraag van de Turkse kapper heeft behandeld – en afgewezen. Eerst verbleef de man jarenlang illegaal in Nederland, samen met zijn Turkse vrouw en dochter. Vervolgens trouwde hij met een andere vrouw, die wel een verblijfsvergunning heeft. Op grond van dat huwelijk heeft hij nu zelfstandig een vergunning voor ‘voortgezet verblijf’ aangevraagd.

De IND’er vertrouwt het niet. Hij vermoedt een schijnhuwelijk, waarbij de kapper alleen op papier is getrouwd en heeft hem daarom om extra bewijs gevraagd, zoals trouwfoto’s. Die zijn er niet, antwoordt de kapper. Zijn telefoon waarop de foto’s stonden, is hij kwijtgeraakt.

De IND’er heeft een collega van de speciale afdeling internetonderzoek gevraagd in openbare bronnen naar foto’s van het getrouwde stel te zoeken. Dat leverde vooral foto’s op van de man met zijn ex, met wie hij nog steeds de kapsalon runt. Ook heeft hij in het dossier een stapeltje klikbrieven gevonden, waarin klanten aan de immigratiedienst melden dat de kapper tijdens knipbeurten opschept over zijn bedrog en schijnhuwelijk. Zijn ex bewandelt een andere route, ziet de IND’er in het dossier. Zij heeft bij de dienst een verblijfsvergunning aangevraagd omdat ze inmiddels een lesbische relatie zou hebben met een EU-ingezetene.

Op grond van al deze informatie heeft de IND’er de aanvraag van de kapper afgewezen en zijn verblijfsvergunning met terugwerkende kracht ingetrokken. De man is daartegen in bezwaar gegaan. Dat wordt behandeld door een ander team van de IND, in Zwolle. De behandelaar daar heeft hem laten weten dat hij de kapper alsnog wil toelaten, onder meer vanwege de facturen van het Maastrichtse hotelbezoek van het getrouwde stel.

„Ik kon het niet laten om zelf nog verder onderzoek te doen,” mailt de IND’er naar de collega in Zwolle, die hij erop wijst dat de facturen „absoluut niet authentiek” zijn. „We hebben hier te maken met fraudeurs die op geraffineerde wijze te werk gaan.” De collega in Zwolle wordt boos. Hij vindt niet dat zijn collega zich met de bezwaarprocedure moet bemoeien en geeft de verblijfsvergunning gewoon af.

„Ik vind het vreemd dat er geen overleg kan plaatsvinden over professioneel vervalste documenten,” schrijft de IND’er daarop. „Ik hoop alsnog dat er een dialoog kan ontstaan of overleg kan worden gevoerd met collega’s die mijns inziens hetzelfde doel nastreven.”

Kort daarna schiet hij de tactisch manager, de leidinggevende van de vier Haagse teams die zich met gezinshereniging bezighouden, aan tijdens een rondetafelgesprek. Hij heeft zijn relaas uitgewerkt en geeft het aan haar. „Het ontdekken van fraude moet leiden tot nader onderzoek, anders werkt dit soortgelijke fraude in de hand”, schrijft hij. „Immers, betrokkene die de fraude heeft gepleegd, denkt dat hij hier uitstekend mee is weggekomen en zal dit vertellen aan familie en vrienden in zijn gemeenschap.”

En dan stuurt ook hij zijn zaak door aan het Bureau Integriteit.
Illustratie Frann de Bruin
‘Verkokerd’

Het asiel- en vreemdelingenbeleid is een van de meest besproken onderwerpen van Nederland, maar voor de binnenwereld van de immigratiedienst is minder aandacht. Om die in beeld te krijgen, liet het ministerie van Justitie en Veiligheid drie jaar geleden een ‘cultuurscan’ van de IND maken.

Circa tweeduizend van de meer dan 5.300 IND’ers vulden vragenlijsten in. Ze omschrijven zichzelf als „betrouwbare” en „betrokken” werknemers, die „mensgericht” zijn en plezier in hun werk hebben. Hun werkgever omschrijven ze onder meer als „kortetermijngericht”, „bureaucratisch”, „verkokerd” en „hiërarchisch”. Het advies aan het management van de IND: investeer in de waardering, betrokkenheid en gezondheid van de medewerkers.

Toch is de cultuur bij de IND sinds de scan weinig veranderd, blijkt uit de dossiers van de twee melders – in bezit van NRC. Door de druk vanuit de politiek en samenleving, de achterstanden bij de IND en de steeds ingewikkeldere wetgeving, ligt veel nadruk op het zo snel mogelijk afhandelen van dossiers. Daardoor zitten veel IND’ers in een spagaat: Den Haag wenst al een strenger en restrictiever toelatingsbeleid – en dus meer afwijzingen van aanvragen. Maar afwijzen is bewerkelijker, ingewikkelder en tijdrovender dan inwilligen. Het gevolg: de meest ‘productieve’ IND’ers – die het snelst hun stapel aanvragen wegwerken – wijzen in de regel ook de meeste aanvragen toe.

De Inspectie Justitie en Veiligheid concludeerde in 2022 dat de „kwaliteit van de asielbeslissing” in te grote mate afhankelijk is van de „inzet en kwaliteiten van de individuele hoor- en beslismedewerkers”, waardoor risico’s bestaan op „subjectieve besluitvorming” of „besluitvorming die op onvolledige informatie is gebaseerd”.

Spijt

De klachten die de twee medewerkers van de klantgroep Familie & Gezin in 2022 los van elkaar indienen bij het Bureau Integriteit van de IND, hebben nauwelijks effect. De melding over de valse facturen en het Turkse schijnhuwelijk wordt niet opgepakt. „Het indienen van een klacht is meestal niet het meest geschikte middel om eruit te komen,” krijgt de man te horen nadat hij de zaak heeft aangekaart. Zijn contactpersoon bij het Bureau Integriteit ziet de zaak als een meningsverschil met een collega, niet als een fraudemelding: „Ik hoop dat je je gehoord gaat voelen in deze zaak en dat jullie er onderling uit gaan komen.”

Het dossier over de Marokkaanse vrouw die met voorrang een verblijfsvergunning kreeg ligt zwaarder op de maag. De IND-managers hebben de lessen van de Toeslagenaffaire op het netvlies en willen op elke mogelijke wijze potentiële discriminatie tegengaan. Maar nu heeft een Turks-Nederlandse IND’er een klacht ingediend over een Marokkaans-Nederlandse IND’er die mogelijk Marokkanen voortrekt. Hoe ga je daarmee om?
De klachten die de twee IND’ers los van elkaar indienen bij het Bureau Integriteit, hebben amper effect. De melding over het Turkse schijnhuwelijk wordt niet opgepakt

Uiteindelijk wordt de Marokkaans-Nederlandse senior aan de tand gevoeld over de vergunningsaanvraag. Hij heeft daar een verhaal bij, staat in interne stukken. Begin juli 2022 kreeg hij – naar eigen zeggen – een „intern telefoontje” doorgezet van een „onbekende beller”. Het is een man die de IND’er vertelt dat een van zijn broers binnenkort gaat trouwen en zijn huwelijkspartner uit Marokko wil laten overkomen. Datzelfde geldt voor zijn andere broer. De beller vraagt of de IND gezien het naderende huwelijk extra haast kan maken.

De senior IND’er geeft als uitleg dat hij toevallig „een uurtje over” had en een kans zag om twee zaken in een klap af te doen. Hij hevelt de zaak van een van de broers uit de bak van de Turks-Nederlandse collega over naar zijn eigen werkvoorraad, constateert „geen opmerkelijke zaken” en verleent direct de verblijfsvergunning. Vervolgens vergeet hij zijn collega op de hoogte te brengen van zijn interventie, aldus zijn verklaring. Dat spijt hem, maar er is niets aan de hand – bezweert hij.

In februari 2023, ruim een half jaar na het voorval, brengt de verantwoordelijke tactisch manager de Turks-Nederlandse IND’er die de klacht indiende op de hoogte van de uitkomsten. De manager gelooft het verhaal van de senior en meldt de vrouw dat er „geen sprake is van verwijtbaar handelen door de beklaagde”. Wel komt ze nog even terug op de „vervelende mail” die de man stuurde. Daarvoor zijn „passende stappen” genomen, schrijf ze.

De Turks-Nederlandse IND’er heeft zich kort daarvoor ziek gemeld, na een aanvaring met haar direct leidinggevende over een personeelsgesprek.

Tipgever

Begin 2023 wordt het de twee IND’ers duidelijk dat zij geen gehoor krijgen bij hun eigen Bureau Integriteit. En dus besluiten ze op te schalen naar het ministerie van Justitie en Veiligheid, dat de IND aanstuurt. Ze komen uit bij de onafhankelijke Integriteitscommissie van het departement, die meldingen van mogelijke fraude en andere misstanden onderzoekt.

De Turks-Nederlandse medewerker stuurt met haar officiële klacht een speciaal verzoek mee: of de onderzoekers van de commissie ook willen „graven in het verleden van inwilligingen” door haar Marokkaans-Nederlandse collega. En ze verwijst naar de verhalen op de werkvloer, dat hij al veel langer Marokkanen zou bevoordelen.

Haar collega komt in de tussentijd een volgende fraudezaak op het spoor, als hij een klikmail over „een valse trouwpas” onderzoekt. Ook deze zaak draait om een Turkse kapperszaak, eentje in Zuid-Holland. „Ik heb de IND hierover gewaarschuwd maar jammer genoeg is daar geen gehoor aan gegeven,” schrijft een tipgeefster hem over een familielid met wie zij gebrouilleerd is geraakt en die onlangs een verblijfvergunning kreeg.

„Alles is met fraude gegaan en niemand die het controleert of er iets aan doet. Als ik dit alles met de media zou delen, hoeveel reacties de IND wel niet zou gaan krijgen. Het schenden van de Rechtsstaat. Het schenden van de Wet. Er wordt geld verdiend aan dit soort praktijken en mensen krijgen hun zin ook nog eens, om naar Nederland te mogen komen. Laat IND het werk doen voor de Nederlandse bevolking en voor de staat!”

De IND’er trekt de zaak na, spreekt de tipgeefster en hoort van haar dat er 5.000 euro cash is betaald voor de verblijfsvergunning. Alles wat ze vertelt, lijkt te kloppen en hij begint direct een intrekkingsprocedure, maar ook in deze zaak wordt hij overruled door de collega die de bezwaarzaak behandelt. Hij krijgt te horen dat hij zich er verder niet mee moet bemoeien. Kort daarna krijgt óók hij een aanvaring met zijn directe manager, over een personeelsgesprek. Dan meldt hij zich ziek.

Alles is met fraude gegaan en niemand die het controleert of er iets aan doet. Als ik dit alles met de media zou delen, hoeveel reacties de IND wel niet zou gaan krijgenTipgeefster over familielid dat verblijfsvergunning kreeg

In de weken daarna meldt hij de twee schijnhuwelijken rond Turkse kapperszaken naar de Integriteitscommissie van het ministerie. Die begint een vooronderzoek. In een samenvatting van zijn melding staat dat „uit een reeks door melder aangeleverde e-mails en stukken blijkt dat collega’s in alle lagen van IND wegkijken bij evidente en/of bewezen fraude.”

Vervolgens zegt de secretaris van de commissie tegen de IND’er dat hij naar Den Haag moet komen om gehoord te worden over zijn melding. En dat er heel wat op hem afkomt. De IND’er schrikt, hij heeft burn-out klachten en bijna geen energie meer. Kan het niet telefonisch of via video, wil hij weten? Maar dat kan niet en zodoende blijft zijn klacht liggen.

Zonder zijn akkoord laat de Integriteitscommissie het erbij zitten en gaat alleen verder met de klacht van de Turks-Nederlandse IND’er – ook al komen in de dossiers van de twee melders dezelfde managers en senior-IND’ers voor en gaan ze over vrijwel identieke problematiek, binnen één team in Den Haag.

Bak

Eind 2023 houdt de Turks-Nederlandse IND’er het niet meer. Ze heeft zich onder druk van haar manager beter gemeld, maar durft niet meer naar het kantoor in Den Haag te komen: ze is bang dat ze haar Marokkaans-Nederlandse collega tegenkomt. Ze logt thuis in bij Indigo en werkt daar haar weektaken af.

Inmiddels heeft ze signalen gekregen dat de Integriteitscommissie van het ministerie afstevent op dezelfde conclusie als Bureau Integriteit van de IND, namelijk dat niet vast te stellen valt of zij gelijk heeft over de mogelijke fraude, of dat de uitleg van haar collega over de snelle inwilliging van de aanvraag uit haar bak klopt.

Kort daarvoor heeft ze in het IND-systeem nog drie opvallende oude dossiers van haar collega ontdekt. In één zaak, die hij van een collega overneemt, geeft hij binnen tien dagen een vergunning aan een Marokkaan, ook al ontbreken inkomens- en werkgeversgegevens. Een andere zaak pakt hij nog geen twee uur nadat die aan een collega is toegewezen uit diens digitale bak en willigt hij gelijk in, ook al is deze aanvraag eveneens incompleet.

Bovendien stuit ze op een dossier uit 2019, waarbij haar collega een verblijfsvergunning regelt voor een herhaaldelijk voor opiumdelicten en inbraken veroordeelde Marokkaanse crimineel die in Nederland „ongewenst” is verklaard. In diens digitale bestand zit ook een bericht van de Nederlandse ambassade in Rabat, die de bijbehorende reissticker niet wil uitreiken, omdat de crimineel internationaal gesignaleerd staat en een „zwaar inreisverbod” heeft. Maar haar collega heeft in het dossier genoteerd dat „de betrokkene momenteel geen gevaar is voor de nationale veiligheid en dat in het verleden ook niet was”, waardoor de ambassade niet anders kon dan de sticker afgeven.

Ze stuurt de drie oude dossiers naar de secretaris van de Integriteitscommissie. „Ik vroeg me af of je dit ook bij de commissie had voorgelegd. Hier zie je dat hij een crimineel binnen heeft gehaald,” mailt ze. „Ik ben benieuwd of dit allemaal zomaar kan. Zou je dit expliciet even aan ze willen voorleggen?”

Het mag niet baten. De Integriteitscommissie wil de oude zaken niet in het onderzoek betrekken en publiceert in april 2024 een geanonimiseerde samenvatting. De IND, door de commissie omschreven als „een dienst van JenV”, komt daarin goed weg. Er is geen „doofpot”, concludeert de commissie en „geen bewijs voor een misstand”. De melder is „niet benadeeld”, wel heeft het onderzoek „onnodig lang geduurd”.

De Turks-Nederlandse vrouw moet vervolgens op gesprek bij René Roodzant, de directeur van de afdeling Regulier Verblijf en Nederlanderschap van de IND. Daarin beklaagt ze zich over hoe haar melding is afgehandeld en herhaalt ze haar vermoedens van fraude door haar Marokkaans-Nederlandse collega, die in de tussentijd promotie heeft gemaakt en als operationeel manager bij de asielafdeling werkt. Maar Roodzant is onverbiddelijk. De IND en de Integriteitscommissie hebben „geen bewijzen” gevonden. Er volgt geen verder onderzoek en ze moet weer terug naar kantoor, zegt hij.

De vrouw zit nog steeds thuis, met zware burn-outklachten. Datzelfde geldt voor haar collega.

Klokkenluiders

Een maand later, begin juni 2024, is de dynamiek opeens heel anders. Niet vanwege het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB en het aangekondigde hardere asielbeleid, niet omdat Dick Schoof – voormalig IND-directeur en secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid – de beoogde premier is. De aanleiding is dat recherchekundige Gerrit de Wit, bijzonder vertrouwenspersoon bij onder meer JenV, de zaken van de melders onder ogen heeft gekregen. De Wit is voormalig bestuurslid van het Huis voor Klokkenluiders en aangesteld in opdracht van de Tweede Kamer om te assisteren bij complexe klokkenluiderszaken, bijvoorbeeld bij de politie of de IND.



De Wit heeft de afgelopen maanden de zes dossiers die de twee melders hebben aangeleverd inhoudelijk en in samenhang beoordeeld en recent de top van het ministerie op de hoogte gebracht van de eerste bevindingen. Zijn conclusies staan haaks op die van Bureau Integriteit van de IND en de integriteitscommissie van het ministerie. Voor een definitief inhoudelijk oordeel heeft hij meer gegevens nodig, maar zijn voorlopige oordeel is dat de klokkenluiders „te goeder trouw en naar behoren” hebben gehandeld en bescherming verdienen. Ook pleit hij voor nader onderzoek naar „de vermoedens van fraude en corruptie bij de immigratiedienst, waarbij ook historische zaakgegevens betrokken dienen te worden”.


Wederhoor IND en JenV

Een woordvoerder van de Integriteitscommissie van JenV zegt dat „grondig naar het onderzoek van de IND is gekeken”. Dat bleek „met voldoende expertise uitgevoerd en er is adequaat doorgevraagd”. Er waren dan ook „geen redenen om aan het onderzoekresultaat te twijfelen”.

Vlak voor het vaststellen van het definitieve oordeel hoorde de commissie van de melder „dat zij nog een aantal verdachte situaties” had ontdekt. Die zijn „niet meer onderzocht en dus ook niet bij het oordeel betrokken”. Wel vond de commissie deze signalen „dermate relevant” dat ze werden doorgestuurd naar de directeur-generaal van de IND. „Wat de IND hierna gedaan heeft, is de commissie niet bekend.”

De dossiers van de tweede melder konden daarnaast niet worden onderzocht „zonder concrete melding en een akkoord van een melder”.

Een woordvoerder van de IND mailt dat de dienst „in de media nooit inhoudelijk reageert op individuele zaken”. Wel heeft de IND recent via Gerrit de Wit „informatie ontvangen die nog niet bij ons bekend was. Op grond hiervan gaan we onderzoek instellen om daadwerkelijk conclusies te kunnen trekken.”

Tot die tijd sluit de IND zich aan bij het oordeel van de Integriteitscommissie „dat het interne onderzoek door de IND inhoudelijk voldoende duidelijkheid heeft opgeleverd. Er is geen bewijs voor een misstand,” aldus de woordvoerder. De IND „volgt de conclusie dat de melding ter goeder trouw is gedaan en neemt de zorgplicht voor de melder en alle betrokkenen ter harte”. Wel heeft de IND van de commissie na afronding van het onderzoek begrepen dat er aanvullende informatie is, maar „deze is niet door de commissie aan de IND verstrekt”.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.