‘Patiënten menen recht op alle zorg te hebben, onder het mom: ik heb ervoor betaald’

Na 21 jaar neemt de invloedrijke ziekenhuisbestuurder Bart Berden afscheid van de zorg. Hij heeft – naar eigen zeggen – een onwelgevallige boodschap. ‘De zorg is geen all-you-can-eatmenu.’
is zorgverslaggever van de Volkskrant.
V
orige week zaterdag heeft Bart Berden geoefend. Zes uur lang was hij onbereikbaar. Zijn telefoon thuis, hij het centrum van Nijmegen in. Zijn collega’s wisten ervan, hij had ze van tevoren ingeseind.
Toch voelde het onrustig. Continu bevoelde hij zijn zakken, wilde hij controleren of hij geen belangrijke boodschappen had gemist. Telkens kwam het besef: niet nodig, de telefoon ligt thuis. En over twee weken zullen die belangrijke boodschappen niet meer voor mij zijn.
Berden (66), een invloedrijke stem binnen de zorg, is bezig aan zijn laatste dagen als bestuursvoorzitter van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg. Een veeleisende baan, zegt hij. ‘Er is de afgelopen decennia geen dag geweest dat ik niet heb gewerkt. Ook op vakantie was ik altijd wel een paar uur op een dag bezig.’
Hij heeft die functie de laatste 21 jaar bekleed. Zo’n lange termijn is een zeldzaamheid in de Nederlandse ziekenhuiswereld, die de laatste jaren steeds meer de trekken van een duiventil krijgt. Bestuurders vliegen in en uit, gemiddeld bekleden zij zo’n drie jaar dezelfde functie voor ze verder trekken.
Berden, ook hoogleraar organisatie van ziekenhuiszorg aan het Nijmeegse Radboud UMC, ziet het met lede ogen aan. ‘Als je iets wil veranderen in een ziekenhuis kost dat veel tijd en uithoudingsvermogen. Ik snap niet waarom je dan steeds weer nieuwe perspectieven in huis zou halen met een andere leiding. Door ergens lang te blijven, kun je stabiliteit brengen. Dat is nodig omdat de politiek rete-instabiel is en we het daar in de zorg niet meer van moeten hebben.’
Als voorbeeld noemt Berden het onlangs afgesloten AZWA, het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord. Daarin staat, zegt hij, wel wát er moet gebeuren, maar niet hóé. En dat is ‘het typisch kort-cyclische denken’ van de politiek. ‘In 2030 moet de administratieve belasting van zorgmedewerkers zijn teruggebracht tot 20 procent van hun tijd. Dat is niet reëel. Al rond de eeuwwisseling vonden we de belasting te veel; het is alleen maar meer geworden.’
De belasting is nu tussen de 30 en 40 procent, dat moet straks de helft minder. ‘Maar we weten nog niet hoe we het moeten terugdringen. Wij zijn daar al jaren mee bezig, en zien dat je alleen verandering kunt bewerkstelligen wanneer je een paar gerichte onderwerpen kiest.’
Wat maakt een ziekenhuis besturen zo ingewikkeld?
‘Ik maak graag de vergelijking met een autofabrikant. Die levert gestandaardiseerde producten, waarbij alles precies getuned kan worden, en daarom is elke auto redelijk gelijk.
‘Daartegenover heb je een keukenbedrijf. Veel mensen in mijn omgeving hebben hun keuken verbouwd, en vrijwel nooit gaat dat in één keer honderd procent goed. Elke keuken is anders, een scharnier is niet geleverd, de apparatuur is niet op tijd.
‘Wij zijn dat keukenbedrijf, maar dan nog vele malen ingewikkelder. Bij iedere patiënt moeten alle onderdelen op het goede moment bij elkaar komen, de personele bezetting moet kloppen, en dan moet iedereen ook nog goed handelen.
‘Dat hele logistieke proces verschilt ook nog eens per operatie. Een liesoperatie bij iemand van 43 is heel anders dan bij een patiënt van 78, want die heeft waarschijnlijk geen vitale longcapaciteit meer, of een te hoge bloeddruk. De verdoving moet anders zijn, of de lengte van de operatie, of het matje dat de chirurg gebruikt om de liesbreuk te corrigeren. Dat maakt onze processen ontzettend complex.’
Daar heeft u toch uw mensen voor?
‘Natuurlijk kies ik het matje niet uit, maar als er drie keer een complicatie is met zo’n matje moet ik het wel weten, de situatie verbeteren, en het de inspectie uitleggen. Bovendien heb ik de verantwoordelijkheid voor het elektronisch patiëntendossier, dat alle informatie op de goede plek is, dat er voldoende artsen zijn. Ik moet ervoor zorgen dat alles geruisloos loopt, maar in de praktijk verlopen er voortdurend dingen niet geruisloos.
‘Dat gebeurt niet in splendid isolation, ik moet voortdurend op de hoogte zijn van wat de burger en de politiek belangrijk vinden.’
Op welke manier heeft die buitenwereld invloed op wat er binnen de muren van een ziekenhuis gebeurt?
‘Mooi voorbeeld: met de 24 uurseconomie ontstaat bij de patiënt de wens om continu te kunnen communiceren met de dokter. Dat hebben we inmiddels geregeld, maar niet iedereen in het ziekenhuis is daar bij voorbaat enthousiast over. Dan komen er honderden bezwaren. Stel nou dat een patiënt eerder de uitslag van een test weet dan wij het met de patiënt hebben kunnen bespreken. Wat dan?
‘En hoeveel tijd kan een professional aan die communicatie besteden? Wij worstelen nu enorm met het bombardement van vragen en opmerkingen van patiënten. Het is zo langzamerhand onhandelbaar.

Bart Berden
Linelle Deunk voor de Volkskrant
‘Of een patiënt laat weten, en dit komt echt voor: ik heb morgenochtend een liesbreukoperatie, maar het komt mij eigenlijk niet zo goed uit. Bij een kapper kun je een afspraak verzetten, maar hiervoor hebben wij een enorme logistieke operatie opgetuigd. Een uurtje op de operatiekamer kost ruim 1.000 euro.’
Zijn financiers als banken en zorgverzekeraars net zo lastig?
‘Wij hebben nu een bouwproject lopen van 400 miljoen euro. Zo’n bank wil weten hoe een lening wordt terugverdiend. Dus die wil onze langetermijnplannen weten, hoeveel patiënten we verwachten. Die kijkt naar ons trackrecord en laat onze kredietwaardigheid beoordelen.
‘Maar 400 miljoen leidt hoe dan ook tot enorme rentelasten, dus wij hebben al vroegtijdig besloten om ervoor te sparen. Dat is verstandig boekhouden, heel saai, maar zo ben ik. We hebben 100 miljoen bij elkaar gespaard. Maar dan komt een zorgverzekeraar en die zegt: je maakt veel te veel winst, het gaat te goed met jullie. Moeten we uitleggen dat we dankzij die reserve de komende jaren minder zorggeld naar de bank hoeven te brengen.’
Bij een zorgverzekeraar werken ook verstandige mensen. Die snappen dit toch?
‘Ik ben onder de indruk van de verzekeraars als het gaat om hun langetermijnvisie. Op basis van deze niet-alles-wat-kan-moet-visie sluiten CZ en VGZ met ons vijfjaarcontracten waarin de productie niet leidend is.
‘Maar die visie zie je niet terug in de jaarlijkse onderhandelingen met verzekeraars, dan ligt de nadruk keihard op wat ze per dag kwijt zijn. Het blijven bedrijven die zo veel mogelijk gezonde burgers proberen binnen te halen, die zo min mogelijk geld kwijt willen zijn aan zorgkosten en die zo veel mogelijk kosten op de andere verzekeraars proberen af te schuiven.
‘Het ultieme voorbeeld wat mij betreft: de manier waarop zorgverzekeraars omgaan met zbc’s (zelfstandige behandelcentra, oftewel commerciële klinieken, red.). Kijk, een deel van de zorg die wij leveren is duurder dan de tarieven die we ervoor mogen vragen. Dat compenseren we met relatief eenvoudige zorg – heup-, knie- en staaroperaties bijvoorbeeld – waarop we verdienen. Zbc’s halen die lucratieve zorg bij ons weg. Dat ondergraaft de stabiele financiële situatie van een ziekenhuis.
‘Toch hoeven zbc’s zich op geen enkele manier te verantwoorden: hoeveel zorg zij leveren, op welke indicatie, ik heb geen idee. Ze leiden geen personeel op, maar trekken wel personeel weg uit de ziekenhuizen en kunnen beloven dat zij niet in de avonden, de nachten en de weekenden hoeven te werken, dan zijn de zbc’s niet open. Wij raken personeel kwijt, maar moeten wel alle complicaties oplossen die buiten kantooruren optreden. Zorgverzekeraars hebben onvoldoende oog voor het feit dat we daarmee het Nederlandse stelsel van binnenuit uithollen.
‘In Engeland is dit ook gebeurd, kijk eens wat voor situatie daar is ontstaan. Mensen met geld zoeken hun heil in de private sector.
‘De juiste verhouding tussen ziekenhuizen en private klinieken raakt zoek. Tegelijkertijd vindt de politiek dat er op elke straathoek een ziekenhuis met een intensive care moet staan. Wil je meer zbc’s, dan is de consequentie dat er juist minder ziekenhuizen zullen overblijven.’
Zou dat een probleem zijn?
‘We kunnen best inklinken naar een aantal van zo’n 40 à 45 ziekenhuizen. (Nederland telt nu 63 ziekenhuisorganisaties, sommige met meerdere vestigingen, red.) Poliklinieken kun je overal wel in de lucht houden, maar niet de ziekenhuizen die zeven dagen per week, 24 uur per dag een volledige bezetting moeten hebben op de spoedeisende hulp en de intensive care.’
De politieke partijen zijn dit absoluut niet met u eens.
‘De politiek zit heel sterk op het behagen van de burger en wenst zich niet te committeren aan de problemen die we nu hebben. Neem nou zoiets als het eigen risico. Partijen stellen voor dat af te schaffen of te halveren. Het grote probleem van de zorg is dat we de mensen niet hebben voor de zorgvraag die op ons afkomt. Als het eigen risico verdwijnt, komt er 2,5 miljard euro per jaar aan zorg bij, want de rem op de zorgvraag ben je kwijt. Nog los van het wegvallen van 3,5 miljard aan opbrengsten die het eigen risico opleveren. Wat ben je dan aan het doen?
‘Patiënten eisen geregeld dwaze dingen op, onder de insteek: ‘Ik heb ervoor betaald’. Nu moeten de artsen in de spreekkamer uitleggen dat er schaarste is, en niet alles meer kan. Dat kun je de professional niet aandoen. Daar moeten de zorgverzekeraars, de beroepsverenigingen, de overheid iets over durven zeggen. We moeten de consument opvoeden.’
Wat zou de minister van Volksgezondheid volgens u moeten zeggen?
‘Beste dames en heren, wij hebben een enorme onbalans tussen dat wat aan zorg wordt gevraagd en dat wat we kunnen leveren. En dat wordt alleen maar erger. Ik kan u geruststellen, de kwaliteit blijft in orde, maar 15 procent van de handelingen in de zorg voegt niets toe voor de patiënt en daar gaan we rigoureus mee stoppen. De zorg is geen all-you-can-eat-arrangement.
Lachend: ‘Nu snapt u gelijk waarom ik geen minister moet worden. Mijn boodschap is veel te onwelgevallig.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.