donderdag 10 april 2025

Nederland hoorde in 1967 niet het echte verhaal

 





Nederland hoorde in 1967 niet het echte verhaal

Het is een misverstand dat de Zesdaagse Oorlog begon omdat Israël werd aangevallen. Volgens Jan Mühren, destijds VN-waarnemer, stuurde Israël er zelf op aan.


               

Voorafgaand aan de Zesdaagse Oorlog meldden de Israëlische en ook de Nederlandse media regelmatig dat de Syriërs weer nederzettingen in Noord-Galilea hadden beschoten. 

Dat droeg bij aan het beeld dat Israël wel een oorlog móest beginnen. Maar klopt dat ook? Er ontstaat een heel ander beeld, als men de operatierapporten van de opeenvolgende VN-chefs in het Midden-Oosten vanaf 1949 erop naslaat, en de officiële VN-documenten. 

Daarin staat hoe al sinds de jaren vijftig Israëlische boeren vanuit hun kibboetsen trachtten om telkens stukjes land in de gedemilitariseerde zones om te ploegen en in te lijven. 

Die gedemilitariseerde zones waren ingesteld toen op 20 juli 1949 Israël en Syrië een bestand. sloten. Militaire VN-waarnemers gingen in drie kleine zones langs de bestandslijn toezien op de naleving van het bestand. De bestandsschendingen door Israël lokten telkens Syrisch vuur uit. „Op onschuldige boeren van een kibboets”, schreven Nederlandse kranten dan. Later werden het goed voorbereide militaire operaties. 

Israël voerde op tankopleggers gepantserde tractoren aan, die illegaal ploegden in de gedemilitariseerde zones (DMZ). Ik was zelf een van de VN-waarnemers in 1966-1967, en kan de in voornoemde bronnen vermelde feiten bevestigen. Net gearriveerd, met de gebruikelijke sympathie voor Israël, was ik voorbereid op uitsluitend Arabische provocaties. 

Op 13 februari 1966 maakte ik samen met andere VN-waarnemers het tot dan toe ernstigste ’landbouwincident’ mee. Isrüël stuurde weer gepantserde tractoren het gebied in, het kwam tot een hevig vuren over en weer, twee vooroorlogse Syrische tanks werden in brand geschoten.Vele jaren later zou de legendarische militair en politicus Mosje Dajan toegeven dat 80 procent van de bestandsschendingen bewust door Israël was begonnen, om telkens stukjes land in te pikken. In de aanloop naar de Zesdaagse Oorlog was er meer conflictstof tussen Israël en Syrië. 

Met veel machtsvertoon ontzegde Israël aan Syrië het recht op een klein deel van het eigen Golan-water en op visserij in het Meer van Tiberias. Syrië was bij elk conflict militair kansloos. Het wist geen ander antwoord te geven dan openlijke steun te geven aan de pas opgerichte PLO. 

In april 1967 voerde Israël opnieuw een illegale actie uit in de DMZ bij het meer van Tiberias. Dat gevecht liep geheel uit de hand. Zo raakte ook Egypte bij het conflict betrokken. 

De Egyptische president Nasser kon het nieuwe steunverzoek van Syrië niet negeren, eerder had hij een verdedigingspact met Syrië gesloten. Nasser wilde het epicentrum van de crisis verplaatsen, weg van de gedemilitariseerde zones. Hij begon een confrontatiepolitiek. Egyptische troepen werden voor het eerst sinds 1956 de Sinaï ingezonden. 

De buffermacht Unef werd naar huis gestuurd. Ook Jordanië werd meegezogen in het conflict. Vanaf juli 1966 was ik de enige Nederlandse VN-waarnemer bij de kleine Jordaans-Israëlische bestandscommissie. De Jordaanse gedelegeerde stelde zich erg coöperatief op. 

Het was langs die bestandslijn en op de Westoever nog erg rustig. Op 13 november kwam daar abrupt een einde aan. Israël voerde een brigadeaanval uit op het Palestijnse dorp Samua, naar beweerd als vergelding voor een door de PLO de dag ervoor gelegde mijn op het patrouillepad lang de bestandslijn. In Samua werden bijna 100 huizen opgeblazen. Drie burgers en 15 Jordaanse militairen kwamen om. 

De Palestijnen begonnen een intifada omdat het Jordaanse leger hen niet had beschermd. De gematigde Jordaanse koning Hoessein kwam door deze ernstige Israëlische provocatie in grote problemen. Hij voelde zich gedwongen het Egyptisch-Syrische kamp in te gaan. Eind mei 1967 liep de spanning verder op. De Amerikaanse militaire historicus Trevor N. Dupuy heeft al in 1975 een naslagwerk uitgebracht. 

Hij concludeerde dat president Nasser van Egypte in 1967 niet van plan was om een oorlog tegen Israël te beginnen, na gesprekken met functionarissen van Egypte, Israël, Jordanië, Syrië en de VN, en een uitvoerige analyse van de militaire sterkte van de vier landen, Volgens Dupuy wisten Israëls militaire en politieke leiders dat hun strijdkrachten kwalitatief superieur waren aan de Arabische strijdkrachten. Nasser overhandigde Israël een casus belli toen hij de toegang naar de haven van Eilat afsloot. 

Zo begon de Zesdaagse Oorlog. Superieure Israëlische strijdkrachten stonden gereed om het plan van David Ben Goerion uit 1937 uit te voeren. 

Dat plan hield in, eventueel eerst een kleine staat Israël te aanvaarden om die staat later uit te breiden tot het hele gebied tussen de Middellandse Zee en de Jordaan. 

Hedendaagse Israëlische historici hebben dit omstreeks 2000, na de opening van Israëls staatsarchieven, in de door hen herschreven Israëlische geschiedenis onthuld.

https://www.trouw.nl/voorpagina/arabische-leiders-wilden-israel-wel-de-nek-omdraaien~b2ccd423/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.