Column
J
Hoedemaker speelde blufpoker. Wat het eerst in hem opkwam? ‘We moeten ervoor oppassen dat zo'n uitzendwerkverbod voor onze sector niet wordt misbruikt om de Nederlandse vleessector en daarmee de hele veehouderij een hak te zetten.’ De hele veehouderij een hak zetten. Meteen de boeren in stelling gebracht, hoppatee! ‘Want als de vleessector stagneert, loopt de hele veehouderij in de soep. Je kunt een kip niet vragen even te stoppen met groeien.’
Presentator Suzanne Bosman was niet van de wijs te brengen. Ze zijn er toch, die misstanden? Dat zag Hoedemaker graag in perspectief: er werken meer arbeidsmigranten in distributiecentra en de tuinbouw. Bosman: ‘Ah, bij hullie is het ook niet best?’
De feiten zijn strafpunt op strafpunt voor Hoedemaker en zijn vleesindustrie. Nergens werken relatief meer arbeidsmigranten dan in de slachterijen, 51 procent. De Commissie-Roemer publiceerde in 2020 een alarmerend rapport, weinig verbeterde. Een landelijk meldpunt, meerdere keren geadviseerd, is er niet. Zowel de Adviesraad Migratie als media berichten elk jaar over wantoestanden bij malafide uitzendbureaus die voor de vleesindustrie personeel uit Polen, Roemenië, Bulgarije en zelfs Oekraïne halen.
Beschimmelde chalets op vakantieparken waar arbeidsmigranten voor een bed 330 euro per maand krijgen ingehouden op hun loon. Mensen die hun paspoort moeten inleveren. Met 22 man in één huis. Salaris dat te laat of te weinig wordt uitbetaald. Duizenden arbeidsmigranten die elk jaar op staande voet worden ontslagen, meldde eerder dit jaar de verder nogal afwezige Arbeidsinspectie. Daardoor lopen zij vakantiegeld, andere tegoeden en het recht op WW-uitkering mis, bovendien staan ze per direct zonder woning op straat.
Vanmiddag publiceert de Adviesraad Migratie het volgende rapport over arbeidsmigratie. De kans dat misstanden stoppen is klein, de belangen van niets doen zijn te groot. Maatschappelijke problemen die ergens raken aan landbouw en veeteelt worden weggedacht, weggepraat en hopelijk zo weggemaakt door mannen als dierenarts Hoedemaker die lobbyist werd van jagers en slachthuizen.
Uitbuiting, stikstof, glyfosaat, mest, dierenleed, niets doen is overheidsbeleid. Kijk je met naïeve ogen, dan zie je magisch denken. Zie je een overheid die liever afwacht dan normen en regels handhaaft, omdat zelfregulering het toverwoord was. Die sociale partners het laat oplossen, want zo doen we dat in de polder. Welnu, die doen dat dus niet, ook brancheorganisaties niet. In sommige delen van onze economie ontbreekt zelfreinigend vermogen.
Volg je daarentegen het geld, dan zie je een harde economische rationaliteit. Niets doen betekent gewoon doorgaan. Omdat winstmarges in slachthuizen en veehouderij gering zijn (1 à 5 procent), willen zij een zo groot mogelijke productie voor zo laag mogelijke kosten. De vleesverwerkers en supermarkten hebben een betere marge, allemaal profiteren ze van zo goedkoop mogelijke arbeidsmigranten.
De Duitse regering verplichtte vier jaar geleden een vast contract voor arbeidsmigranten. Meteen verbeterde hun situatie. Duidelijke regels met straffe handhaving verkleinen het aantal misstanden, verkleinen de schade aan de natuur, en ze verkleinen de geluidsruimte voor het blaten en bluffen der lobbyisten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.