Haar voormalige baas verwerkt rel rond Amsterdamse ambtenaar Saadia Ait-Taleb in een roman: ‘Ze is onteerd door de burgemeester’
Nog altijd waart de geest van antiradicaliseringsambtenaar Saadia Ait-Taleb door de gangen van het Amsterdamse stadhuis. Ze had niets misdaan, toch wilde burgemeester Eberhard van der Laan haar achter de tralies. Haar voormalige baas, Lisa Scheerder (58), gebruikte het verhaal voor een roman: Blaam.
Lisa Scheerder zit erbij alsof ze het nog steeds niet helemaal kan geloven. De voormalig topambtenaar van de gemeente Amsterdam schreef een roman, geïnspireerd door een van de meest beschamende gebeurtenissen op het stadhuis, een periode waar de werknemers van de Stopera het liefst niet meer aan worden herinnerd: hoe de bijkans heilig verklaarde burgemeester Eberhard van der Laan korte metten probeerde te maken met de onschuldige Marokkaans-Nederlandse antiradicaleringsambtenaar Saadia Ait-Taleb.
“Moet je je voorstellen,” zegt Scheerder. “Je werkgever wil je uit alle macht in de gevangenis stoppen voor iets wat je niet hebt gedaan. Dat is ongehoord. Krankzinnig. Het is wel wat er is gebeurd.”
Blaam heet het soepel geschreven debuut van Scheerder als romanschrijver. Op haar 58ste, je moet maar durven. Scheerder was manager Openbare orde en crisisbeheersing in een tijd dat Amsterdam bol stond van de spanning over mogelijke terroristische aanslagen en over uitreizigers die zich aan wilden sluiten bij IS. Ze was ook de baas van Ait-Taleb en met haar bevriend. Vlak voordat de bom barstte, verliet ze het stadhuis, omdat ze weleens wilde weten of er ook nog een wereld bestond buiten de Stopera.
Scheerder: “Ik was er dus niet zelf bij. Ik heb ook geen reconstructie willen maken. Het boek is de fictieve vertaling van wat ik denk dat er gebeurd zou kunnen zijn, maar wel op de feiten gebaseerd. Een poging om me te laten meevoeren in de vraag hoe zo’n organisatie als het stadhuis kan ontsporen. De onbegrijpelijkheid van de gebeurtenissen was de aanleiding om er een roman over te maken. Fictie schrijven is ook een manier om dichter bij de waarheid te komen.”
Radicaliserende jongeren
De feiten in het kort: antiradicaliseringsambtenaar Ait-Taleb, sinds 2006 werkzaam op het stadhuis, kreeg in 2015 van burgemeester Van der Laan de opdracht een uiterst geheime campagne op te zetten om radicaliserende jongeren weer op het rechte pad te krijgen. Het geld dat daarvoor nodig was, onder meer voor het laten maken van filmpjes op internet, moest ze ontraceerbaar wegschrijven op haar eigen begroting.
Twee jaar later kreeg Ait-Taleb strafontslag, na twee anonieme meldingen van collega’s. Ze zou hebben gefraudeerd. Alles werd uit de kast getrokken om haar te vervolgen. Iedereen deed mee. De politie werd ingezet en het Bureau Integriteit. Ze werd afgeluisterd en er kwamen huiszoekingen, ook bij haar ouders. Van der Laan vroeg de gemeenteraad hem te vertrouwen, want hij was immers jurist en wist wat hij deed. Doorvragen was niet nodig. Dat zij voor hem werkte aan een geheime campagne en daarom geld op een slimme manier weg had geschreven, vertelde hij niet.
Het zou drie jaar duren voordat Ait-Taleb door de rechtbank werd vrijgesproken en gezuiverd ‘van alle blaam’. Van der Laan was toen al overleden.
In de herinnering blijft hoe raadsleden als Sofyan Mbarki (PvdA), Reinier van Dantzig (D66) en Rutger Groot Wassink (GroenLinks) Ait-Taleb openlijk lieten vallen. Nu zijn ze wethouder. De veelbezongen Eric van der Burg (VVD) nam het als locoburgemeester voor Van der Laan op. Niemand sprong in de bres voor Ait-Taleb. Topambtenaren bleven zitten waar ze zaten. Kranten als de Volkskrant en De Telegraaf schreven over de invloed van ‘Marokkaanse netwerken’. Na de rechtszaak schoof Femke Halsema, de nieuwe burgemeester, de zaak met een grote zak geld van haar bureau. Nimmer werd er in het openbaar verantwoording afgelegd over de gang van zaken.
Is het boek een afrekening?
“Het beschrijft een situatie die veel mensen zullen herkennen. We hebben de laatste jaren wel meer voorbeelden van ontremd leiderschap gezien. Het is een verhaal waarvan ik vind dat het verteld moet worden.”
Het gaat over machtsmisbruik.
“Het gaat vooral over de vraag: hoe heeft het zover kunnen komen? Hoe kan het dat zoveel mensen hebben meegedaan? Toen de zaak speelde was de gemeente er als de kippen bij om iedereen een contactverbod op te leggen. Van hun leidinggevenden kregen mensen te horen dat er echt iets ergs aan de hand was, maar ze mochten er niet over praten. Na drie jaar bleek het een leugen. Het is traumatisch."
Op het stadhuis was het idee: we hebben een moslima in ons midden en die heeft zich opeens tegen ons gekeerd.
“Die gedachte leefde bij Van der Laan, bij de politie en bij de hoofdofficier van justitie. Het wantrouwen jegens moslims was groot. Het was een licht ontvlambare tijd. In heel Europa waren er aanslagen. In de stad liep een groep mensen rond die niets van ons wilden weten. Als de burgemeester van Amsterdam… Je moet je realiseren: als je burgemeester van de hoofdstad bent, geniet je aanzien. Je wordt geloofd. Het waren mannen die zich over de zaak bogen. Mannen hebben het vaak moeilijk als een vrouw een positie inneemt. Saadia was heel goed in haar werk en nam ruimte in. Het was een vorm van gekrenkte trots.”
De burgemeester wist precies hoe het zat.
“Waarom het zo is gelopen is voor mij tot op de dag van vandaag een raadsel. We kunnen hem niet meer ter verantwoording roepen.”
In het boek heet de vervolging van Ait-Taleb de operatie Leda, naar de vrouw die door de oppergod Zeus werd verkracht om haar te ontmaskeren als overspelige vrouw.
“Saadia is onteerd door de burgemeester. En niemand hield hem tegen. Zo gaat dat op het stadhuis: iedereen zit naar elkaar te loeren. Wie maakt een foutje? Loop ik een risico? Wat betekent dat voor mij en voor de beeldvorming? Het bestuur, de gemeenteraad, iedereen zit elkaar gek te maken. Er zit geen demping op en als ambtenaar zit je voor je het weet met je vingers tussen de deur.”
Dreunt de zaak nog steeds door op het stadhuis?
“Mensen voelen zich er ontzettend schuldig over. Oud-collega’s die ik tegenkwam toen het net was gebeurd begonnen te huilen. En nu nog: mensen weten niet hoe ze moeten zeggen hoeveel het ze spijt. Het is bijna PTSS. Ze hebben het allemaal in hun eentje moeten verwerken.”
Zat Saadia Ait-Taleb er zelf op te wachten dat de zaak weer wordt opgerakeld?
“Ze heeft het gelezen en vond het een fijn boek. Ik had het niet geschreven als zij dat niet had gewild.”
U schrijft in uw boek over de binnenwereld van het stadhuis en de buitenwereld van de stad. Wisten de Amsterdammers wel wat voor burgemeester ze hadden?
“Ik denk het niet. Buiten de deur deed hij het goed. Ik moet ook zeggen: veel mensen wisten dat er op het stadhuis werd geschreeuwd en gehuild, maar dat werd gewoon geaccepteerd. Bij de bestuursdienst leefde het idee: if you can’t stand the heat, get out of the kitchen. De laatste jaren wordt pas duidelijk hoe mensen zich met, hoe zeg ik dat, deviant gedrag hoog in organisaties proberen te handhaven.”
Wat verwacht u dat er gebeurt als uw boek verschijnt?
“Ik weet het niet. Veel mensen op het stadhuis wachten in spanning af. Die denken: straks staan we erin. Maar ze staan er niet in, want het is fictie. Ik heb te doen met mijn collega’s, die niet wisten wat er aan de hand was. Die het allemaal hebben moeten geloven en mee hebben geholpen een andere collega voor het leven te beschadigen. Dat is heel moeilijk om te accepteren. Sommigen denken: we zouden een keer therapie moeten krijgen. Misschien dat dit boek een begin is.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.