zondag 27 juli 2025

Staalslakken kun je aan de straatstenen niet kwijt

 

reportage

Staalslakken kun je
aan de straatstenen niet kwijt

Staalslakken worden al decennia gebruikt in de weg- en waterbouw, maar vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s drukte de regering afgelopen week de ‘pauzeknop’ in. De Volkskrant volgt het spoor van de staalslak om te begrijpen hoe het zover kon komen.
Fotografie en video Arie Kievit

I
De Krijgsman
Muiden

Door de hele wijk zijn paden aangelegd met staalslakhoudend graustabiel.
Twee hofjes zijn inmiddels afgegraven, maar dat lijkt slechts het begin.


Het is snel gegaan op Kardoes, een hofje in de Muidense nieuwbouwwijk De Krijgsman waar voor bijna elke deur wel een kinderfietsje is neergekwakt. Begin mei kwamen journalisten vertellen dat het ‘grindpad’ waarop de jeugd hier tussen de bloemperken slingerde, was gemaakt van graustabiel. Drie maanden nadat dit nieuws op Kardoes bekend werd, leggen vier stratenmakers de laatste meters gele klinkers op de afgegraven paden.
Graustabiel is een zandachtig spul dat wordt aangeprezen om zijn ‘natuurlijke uitstraling’ en waarvan de bovenlaag na verloop van tijd keihard wordt. De oorzaak van die nuttige eigenschap blijkt alleen niet erg natuurlijk: er zit staalslak in verwerkt.




‘Bij ons viel toen direct een kwartje’, zegt Dana, die liever niet met haar achternaam in de krant komt, in haar deuropening. Haar zoontje Teddy, zomers gekleed in slechts een luier, doet er op haar heup alles aan om haar aandacht af te leiden. ‘Sinds we hier drie jaar geleden kwamen wonen, hebben we last gehad van ademhalingsklachten, hoesten en benauwdheid en soms ook bloedneuzen.’ Pas toen de berichten over staalslak kwamen, bespraken ze deze met de buren en bleek dat zij dezelfde symptomen hadden. ‘Dat moet natuurlijk door de staalslakken komen.’
De risico’s van het inademen van staalslakstof, of het ‘hand-mondcontact’ door spelende kinderen, zijn ‘onvoldoende in beeld’, meldde milieu-staatssecretaris Thierry Aartsen (VVD) maandag in een brief aan de Tweede Kamer. Daarom drukt Aartsen ‘de pauzeknop in’ voor het gebruik ‘op land’ van producten waarin staalslak zit verwerkt. Eerst moet aanvullend onderzoek meer duidelijkheid geven over de risico’s die staalslakproducten opleveren voor milieu en gezondheid.
Dana en medebewoners van Kardoes en het naastgelegen hofje Achterlader hebben zulk onderzoek niet willen afwachten. Zij bestookten afgelopen maanden succesvol hun aannemer, de gemeente en landelijke politici, en kregen dus voor elkaar dat het graustabiel werd afgegraven. Verspreid over het land worden de laatste weken op meer plekken speelplekken afgegraven.



Dat is een duur grapje, weet stratenmaker Daan, ook bij hem geen achternaam, die op zijn heftruck de stenen aanvoert die zijn collega’s in straf tempo op hun plek leggen. Met z’n vieren zijn ze ongeveer twee weken bezig om Kardoes te bestraten. ‘Hiernaast hebben we ook al twee weken gewerkt.’ En daarmee is de klus in De Krijgsman voor Daan en zijn collega’s nog lang niet ten einde, zo blijkt bij een korte wandeling door de wijk. Verschillende paden zijn ermee verhard, ook één dat langs een speeltuin loopt. Wie die gigantische rekening gaat betalen, dat weet Daan niet. ‘Voor ons is maar één ding belangrijk: dat die wordt betaald.’


IIReynderswegWijk aan Zee

Jaarlijks produceert Tata Steel circa 630 miljoen kilo staalslak.
Het bedrijf Pelt & Hooykaas verwekt die vervolgens tot ‘circulaire grondstof voor de bouw’.


Het fietspad dat bij strandovergang Vliegerpad langs het uitgestrekte fabrieksterrein van Tata Steel voert, blijkt ook al gemaakt van graustabiel. Aan de westkant wuift het helmgras op de duinen, ten oosten vermengt de rook van de staalfabriek zich met een klassieke Hollandse wolkenlucht. Daar, aan de andere kant van het hek, begint het spoor van de staalslak.




In de twee hoogovens van Tata versmelten ijzererts en steenkool bij 1.400 graden tot vloeibaar ruwijzer. Staalslak is de vervuiling die boven op het roodgloeiende vloeibare staal drijft. Eenmaal afgekoeld stolt de slak en vormt een nieuw gesteente. De samenstelling kan verschillen, afhankelijk van de mineralen die zich in de ijzererts en kolen bevonden. En van eventuele stoffen die verderop in het productieproces zijn toegevoegd.


Slakvorming in hoogovens


Hier, in de noordwesthoek van het Tata-terrein, zijn de twee bedrijven gevestigd die de slak verwerken en verkopen. Harsco krijgt de vloeibare staalslak aangeleverd en probeert zo veel mogelijk ijzer en andere nuttige metalen uit de stolsels te halen. Wat overblijft, gaat naar Pelt & Hooykaas, dat grondstoffen produceert voor de bouw.
Staalslakken zijn de afgelopen honderd jaar al heel veel als bouwstof gebruikt. Vooral omdat het aanmerkelijk goedkoper is dan zand- en steensoorten die speciaal voor bouw gedolven moeten worden. Lange tijd werden de slakken vooral toegepast in de ‘natte bouw’, waarbij slakken in het water worden gestort als fundering van bruggen en dijken. Sinds begin deze eeuw begeeft de slak zich steeds meer op het droge. Pelt & Hooykaas vermaalt de slakken ook tot een soort zand, dat onder meer wordt gebruikt als bestanddeel voor beton en dus als bouwstof voor wegen.
Het bedrijf prijst de slakken aan als ‘duurzaam en circulair’ bouwmateriaal. Daar zit wat in: door toevoeging van slak aan beton, of als het wordt gebruikt in plaats van asfalt, komt in de bouw minder CO2 vrij.



Maar dat maakt het materiaal nog niet milieuvriendelijk. Het milieurisico van staalslak is al heel lang bekend. Wanneer slakken in aanraking komen met water, ontstaat een proces van ‘uitloging’. Het water reageert met het gesteente en er ontstaat een olieachtig goedje waarvan de zuurgraad net zo hoog is als die van gootsteenontstopper. Door die hoge zuurgraad komen ook de metalen vrij die in de slak zitten. Het gaat vooral om calcium, silicium, ijzer en aluminium, maar in lagere concentraties ook om zware metalen als chroom en zink. Ook kan de uitgeloogde vloeistof reageren met allerhande mineralen in de omgeving.


IIISpijkGelderland

Tussen 2017 en 2019 is 670 duizend ton aan staalslakken gestort voor een geluidswal.
Door overtreding van veiligheidsvoorschriften raakte grondwater verontreinigd en waaide giftig staalslakkenstof naar dorpsbewoners.
Sinds 2019 is een hersteloperatie aan de gang.


Wat Tata Steel in één jaar produceert aan staalslakken, is ten noorden van Gorinchem gedumpt, langs de Betuweroute en de A15 in de fusiegemeente West Betuwe. Een als geluidswal bedoelde stortplaats van 670 miljoen kilo staalslakken. ‘Een erfenis van voor de fusie’, zegt burgemeester Servaas Stoop. ‘Met dat verschil dat nabestaanden een erfenis kunnen weigeren, maar wij niet.’
‘Verontreinigde grond – betreden op eigen risico’ staat nu op een instructiebord langs de weg naar de berg nabij het dorp Spijk. Allerhande beschermende kleding wordt dringend aangeraden, alleen het plaatje van een gasmasker is met ducttape afgeplakt.
Verderop, achter een tweede bord – ‘Verboden toegang voor onbevoegden’ – is de lichtgrijze, langwerpige wal te zien. Ondanks de stevige wind komt er geen stof van de deels afgedekte berg af. Zou dat wel gebeuren, dan krijgt de eigenaar van de grond onder de berg elke keer een boete van 50 duizend euro.




Dit is niet alleen de grootste staalslakkenstort van Nederland, het is ook hét voorbeeld van de wildwestpraktijken rondom dit restproduct. Om de milieu- en gezondheidsrisico’s te beperken, zijn er wel ‘gebruiksvoorschriften’. 

Zo mag je niet meer toepassen dan noodzakelijk en moet je voorkomen dat stof verwaait of er grote risico’s voor vervuiling ontstaan. Maar die regels zijn op verschillende plekken, zoals in Spijk, met voeten getreden.
De berg verrees in 2017. Doordat de aannemer zich niet aan de voorschriften hield, raakte het grondwater verontreinigd en joeg de wind giftig staalslakkenstof naar de dorpsbewoners.
De casus-Spijk maakt inmiddels onderdeel uit van een strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie naar Pelt & Hooykaas. De slakkenleverancier zou zijn zorgplicht onder meer hier hebben verzaakt, zo luidt de verdenking.
Uit documenten die dit voorjaar openbaar werden, blijkt het krachtenspel. Rijkswaterstaat is begin deze eeuw niet zo tevreden over de niet erg stabiele en milieuvervuilende staalslakken die zijn gebruikt bij de bouw van snelwegen. Maar als de nationale wegenbouwer de bouwstof in de ban doet, ontstaat op het Tata-terrein een almaar groeiende slakkenberg.
Het staalbedrijf lobbyt daarop met het nodige succes in Den Haag, en Rijkswaterstaat begint in 2012 enkele nieuwe ‘proefprojecten’ waarin het de staalslak opnieuw toepast als onderlaag voor het asfalt. Dat het experimenten waren, hebben de betrokken provincies naar eigen zeggen overigens nooit gehoord.
Duidelijk is wel dat het geen succes is. Met name in Leeuwarden, waar scheuren ontstaan in het wegdek en peperdure hersteloperaties nodig zijn. In 2016 is Rijkswaterstaat dus echt klaar met de staalslak en doet het in de ban, zonder dit besluit openbaar te maken.



Voor Tata is dit opnieuw een groot probleem. Waar moet de slak dan heen? Duidelijk is dat afnemers soms zelfs werden betaald om maar van slakproducten af te komen.
Rond die tijd, in 2017, verrees de berg bij Spijk ter grootte van 30 duizend vrachtwagenladingen. Nu zit de gemeente West Betuwe ermee in de maag. Weghalen is geen optie. ‘Niemand wil de staalslakken hebben, zeker nu niet’, zegt burgemeester Stoop.
Er zit niets anders op dan er alsnog een geluidswal van te maken, maar dan wél volgens de voorschriften. Dus met een laag grond erbovenop en een gesloten onderlaag om grondwaterverontreiniging te voorkomen. ‘Als het materiaal destijds meteen op die juiste wijze was toegepast’, stelt Stoop, ‘hadden we deze problemen waarschijnlijk niet gehad.’


IVWoonzorgcomplex De KouterBavel

In 2022 zijn staalslakken gebruikt voor de verharding van parkeerplaats, paden en achtertuin.
De Omgevingsdienst gaat mogelijk onderzoek doen naar milieuschade.


Ook voor de parkeerplaats, paden en achtertuin van woonzorgcentrum de Kouter in Bavel, nabij Breda, zijn staalslakken gebruikt op een manier die staatssecretaris Aartsen sinds deze week voor een jaar verboden heeft. Het zorgcentrum met dertig bewoners met een verstandelijke beperking is een van de 115 plekken die onderzoeksjournalistiek platform Investico, Nu.nl en De Groene Amsterdammer eerder in kaart brachten.
‘We weten ervan’, zeggen medewerkers over het staalslakkengebruik, ‘maar onze manager heeft het bekeken en er is geen reden er iets aan te doen.’ Dat klinkt niet onlogisch, want het is moeilijk voor te stellen hoe de staalslakken die verwerkt zijn tot een keiharde, grijze bovenlaag in contact kunnen komen met de kwetsbare bewoners van het zorgcentrum.




De 115 plekken waar is vastgesteld dat staalslakken zijn gebruikt, worden alom beschouwd als het topje van de ijsberg. Nu de risico’s van het spul duidelijk worden, is de vraag: waar ligt het allemaal? Pas volgend jaar geldt een meldplicht. Dat Pelt & Hooykaas niet wil prijsgeven naar welke plekken de staalslakken zijn gebracht, helpt ook niet.
In Bavel maken omwonenden zich volgens lokale media zorgen ‘over de risico’s voor mens en milieu’. De Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) wijst erop dat die zorgen terecht zouden zijn als zou vaststaan dat de staalslakken op de verkeerde manier zijn verwerkt, waardoor bijvoorbeeld het grondwater besmet zou raken. Of dat zo is – dan moet alles worden verwijderd – vergt onderzoek van de omgevingsdienst. De OMWB kan nog niet zeggen of het hiertoe in Bavel overgaat.


VOosterschelde en WesterscheldeZeeland

Sinds 2009 is ter dijkversteviging 2,4 miljoen ton staalslakken gestort in de Oosterschelde, 1,1 miljoen ton in de Westerschelde.
Vissers, milieuorganisaties en bewoners verzetten zich, wetenschappers noemen het ‘niet schadelijk’.


De zon is bijna onder als leden van een Belgische duikvereniging uit de Oosterschelde verschijnen en bij laagwater stap voor stap de dijk tussen Kattendijke en Wemeldinge opkomen. Over een lengte van bijna 4 kilometer zijn onderaan de dijk, een populaire duikplek, staalslakken gestort. ‘We herkennen die stenen’, zegt een van de duikers, ‘want ze roesten.’ De afgelopen jaren hebben ze bijna alle kreeften zien verdwijnen. ‘We zien wel karkassen van kreeften.’
Waar staatssecretaris Aartsen toepassingen zoals rondom het zorgcentrum in Bavel een jaar verbiedt, mag het gebruik van staalslakken onder water onbelemmerd doorgaan. Rijkswaterstaat gebruikt het materiaal om oevers en dijken te beschermen; het is zo zwaar dat het niet makkelijk wegspoelt.
Aartsen beroept zich onder meer op wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit van Wageningen naar de gevolgen van de storting van tonnen aan staalslakken ter dijkversteviging in Zeeland, rondom de Ooster- en Westerschelde. Het spul bevat zware metalen, stellen de onderzoekers, maar die worden verdund door de watermassa, die bovendien vaak ververst.




Vissers, duikers, milieuorganisaties en bewoners maken al jaren bezwaar tegen het gebruik van het staalafval in hun wateren. Ida Sinke, die spreekt namens de beroepsvissers op de Ooster- en Westerschelde: ‘Waarom zou je het risico nemen iets in het water te gooien waarvan je weet dat het schadelijke stoffen bevat?’
Er zijn plannen om in 2027 nog meer staalslakken te storten in de Westerschelde. Die plannen moeten in de ijskast, stelt de provincie Zeeland in een verklaring na vragen van de Volkskrant. ‘We blijven aandringen om het toepassen van staalslakken in de Deltawateren te stoppen totdat de effecten ervan op het mariene milieu uitgebreid zijn onderzocht.’
Minstens twintig jaar worden staalslakken al gebruikt als bouwmateriaal en nog altijd is niet volledig duidelijk hoe schadelijk ze zijn voor de volksgezondheid en het milieu. Zo is ook in de Oosterschelde nog steeds de vraag waarom de kreeftenpopulatie naar bijna nul is gedaald. Komt dat door de storting van staalslakken waarbij destijds allerlei stoffen zijn vrijgekomen? Komt het door de samenklontering ervan tot een gladde plaat waarin kreeften geen holletjes kunnen maken om zich te verstoppen? Of heeft het afval van Tata Steel er helemaal niets mee te maken?



Zo blijven de vragen en onzekerheden rondom staalslakken zich opstapelen. Op welke plekken is het spul gebruikt? Hoeveel schade veroorzaakt het daar? Wie moet het betalen als er maatregelen nodig zijn om mens en milieu te beschermen? En wat betekent dit voor Tata Steel? De staalfabriek die toch al in financieel zwaar weer zit en onder vuur ligt vanwege vervuiling, ziet nu ook een belangrijke afzetmarkt voor staalslak instorten. Is het spoor van de staalslak voor Tata uiteindelijk een doodlopende weg?

Over de makers

Robert Giebels is regioverslaggever Zuid-Nederland van de Volkskrant. Vanuit zijn standplaats Breda volgt hij ontwikkelingen in de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
Tjerk gualtherie van Weezel is verslaggever voor de Volkskrant
Arie Kievit is freelance fotojournalist. Naast zijn werk voor de Volkskrant werkt hij onder andere voor Cordaid en het Rode Kruis.
Beeldredactie Gabriel Eisenmeier
Eindredactie Anne van Driel en Michael van Dorp
Graphics Titus Knegtel en Raymond van der Meij
Vormgeving Titus Knegtel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.