woensdag 8 mei 2024

‘In Israël zijn de academische instellingen diep verwikkeld in de repressie’


Maya Wind | academisch activist Sinds de recente publicatie van haar eerste boek over repressie aan Israëlische universiteiten heeft Maya Wind een bomvolle agenda.


 Ontmoet Maya Wind en ze brandt los, met een zachte stem maar een scherpe politieke boodschap. Academici in het Westen, luidt die boodschap, hebben een veel te rooskleurig beeld van Israëlische universiteiten als vrijplaatsen van liberalisme en intellectuele kritiek. In feite, aldus Wind, zijn ze verstrengeld met het staatsapparaat, de defensie-industrie en dús met de onderdrukking van de Palestijnen en de oorlog in Gaza. „De repressie drijft niet alleen op het leger, de wapenindustrie of technologische controle”, zegt ze, „maar ook op de meest gevierde burgerlijke instellingen van het land, de universiteiten.”


Wind (34), opgegroeid in Israël en nu verbonden aan de universiteit van British Columbia (Canada), is een gepatenteerde academische activist. Ze noemt zichzelf zowel organiser als researcher. Gepokt en gemazeld in postkolonialisme, de intellectuele lens waardoor een jonge generatie progressieve studenten en onderzoekers naar de wereld kijkt. Israël verschijnt daarin als voorbeeld bij uitstek van gewraakt settler colonialism: een kolonistenstaat die is gegrondvest op het verdrijven en onderdrukken van een inheemse bevolking. Ze doet haar onderzoek, aldus haar website, „in samenwerking met coalities” die opkomen voor inheemse rechten en „voor de afschaffing, demilitarisatie en dekolonisatie van Palestina, de Verenigde Staten en Canada”. Wind werkt nauw samen met de BDS-beweging (Boycott, Divestment, Sanctions), die aandringt op een academische boycot van Israël, een beweging die door Israël, in Duitsland en in de VS is gebrandmerkt als antisemitisch. Ten onrechte, meent Wind. „Israël promoot dat narratief, maar het slaat nergens op. Zionisme is een politiek project. Er zijn wereldwijd overal Joden die er kritiek op hebben.”
CV

Maya Wind (1989) studeerde in Israël en promoveerde in New York. Momenteel is ze verbonden aan de universiteit van British Columbia in Vancouver. Ze legt zich toe op onderzoek naar kolonialisme, militarisering en de controlestaat. Towers of Ivory and Steel is haar eerste boek.

Sinds de recente publicatie van haar eerste boek, Towers of Ivory and Steel: How Israeli Universities Deny Palestinian Freedom, heeft Wind een bomvolle agenda. Het boek maakt furore onder activisten en academici die protesteren tegen de oorlog in Gaza. Na lezingen in Engeland en Ierland komt Wind aanstaande week naar Nederland, om te spreken aan universiteiten in Nijmegen, Utrecht, Leiden, Rotterdam en Amsterdam.

In het boek, gebaseerd op archiefonderzoek en bijdragen van haar Palestijnse „kameraden”, beschrijft Wind minutieus hoe Israëlische universiteiten onderdeel zijn geworden van het staatsapparaat. Niet alleen door research and development voor het ministerie van Defensie, maar ook door het nationale narratief te ondersteunen met archeologisch en historisch onderzoek. Tegelijk laat ze zien hoe Palestijnse studenten op allerlei manieren worden tegengewerkt en gecontroleerd en kritische perspectieven worden weggedrukt. Zoals in de ‘Tantura-affaire’, een academische promotie over een massamoord in de oorlog van 1948 die onder druk door de universiteit werd teruggetrokken. De promovendus verloor zijn titel. Volgens Wind is dat symptomatisch voor de manier waarop kritiek in het hedendaagse Israël wordt gesmoord. Kort voor haar reis naar Nederland is Wind tussen de bedrijven door door online te spreken.

U was al jong geëngageerd en actief. U weigerde dienst te doen in het Israëlische leger.

„Dat klopt. Ik ben opgegroeid in Jeruzalem en tijdens mijn middelbareschooltijd politiek bewust geworden. Dat was tijdens de Tweede Intifada, [de Palestijnse opstand van 2000-2005]. De bezetting en het verzet ertegen waren toen al sterk aanwezig in mijn leven. Ik kon er niet omheen, ik ben toen betrokken geraakt bij een kleine groep gewetensbezwaarden en heb me verzet tegen de dienstplicht. We wilden het leger onze arbeid onthouden.” 

Israël is een project van vestigingskolonialisme

Hoe liep dat af?

„Je kunt in Israël vrijstelling van dienstplicht krijgen op orthodox-religieuze gronden, maar dat ging voor ons niet op. Ik heb vier maanden vastgezeten, eerst in militaire hechtenis en toen in een gevangenis. De anderen ook. We wilden een statement maken. Toen ik vrijkwam ben ik me gaan inzetten voor de Palestijnse bevrijdingsbeweging. Die gebruikte toen al begrippen die nu wijder verbreid zijn geraakt: dat Israël een project is van vestigingskolonialisme dat is uitgemond in een apartheidsstaat. Mensen schrikken van die termen, maar je ziet dat Amnesty International, de VN en toonaangevende onderzoekers ze nu gebruiken. Palestijnen deden dat altijd al.”

Welke reacties ziet u in Israël?

„Veel Israëlische academici en intellectuelen uiten zorgen over het momentum dat de boycotbeweging nu aan het krijgen is. Maar geen van hen heeft de totale vernietiging van de onderwijsinfrastructuur in Gaza veroordeeld. Ze gaan niet in op de kern van de zaak, namelijk – dat is de boodschap van mijn boek – dat de Israëlische academische wereld medeplichtig is aan de vernietiging van Palestijnse kennis en identiteit, en inmiddels aan genocide. In het Westen leeft nog steeds het idee dat Israëlische universiteiten bolwerken zijn van liberalisme en democratie. Wat ik laat zien is de kloof tussen die mythe en de werkelijkheid. Academische instellingen zijn diep verwikkeld in de repressie. Niet alleen door samenwerking met de Israëlische veiligheids- en defensie-industrie, maar ook door in archeologisch onderzoek en in geschiedschrijving het Palestijnse perspectief uit te wissen.”

Uw werk is gelieerd aan de BDS-beweging. Hoe kon u dan onderzoek doen in Israël?

„Dit boek is ontstaan als reactie op de Palestijnse campagne om Israëlische universiteiten te boycotten en ter verantwoording te roepen. Ik werk nu aan de universiteit van British Columbia maar heb veel onderzoek gedaan in Israël, al tijdens het schrijven van mijn proefschrift. Als Joods-Israëlische academica heb ik toegang tot bronnen waar Palestijnse onderzoekers niet bij kunnen. Maar mensen in het Westen zijn nog steeds verbaasd over mijn aanbevelingen. Ja oké, dat de wapenindustrie moet worden geboycot snappen ze dan, maar waarom ook de universiteiten? Terwijl er een heel goed precedent is: het boycotten van witte universiteiten in Zuid-Afrika was van groot belang voor het ANC om een einde te kunnen maken aan de apartheid. Dat is nu ook weer zo.”

U zegt Palestijnse ‘kameraden’. Is dat een partijterm?

„Oh, nee, nee. Ik ben niet partijgebonden. Het is een politieke uitdrukking van mijn solidariteit.”

U gebruikt in het boek het begrip epistemicide: het vernietigen van Palestijnse kennis.

„Een jaar of tien geleden sprak de Palestijnse juridische expert Karma Nabulsi al van ‘scholasticide’. Palestijnse intellectuelen wezen er allang op dat Israël systematisch Palestijnse kennisproductie en onderwijsinfrastructuur aan het vernietigen is. Dat alle universiteiten in Gaza nu in puin liggen is een doelbewuste poging de koloniale heerschappij over hen te bestendigen, ook in kennis. Op de Westelijke Jordaanoever worden Palestijnse studenten op alle mogelijke manieren tegengewerkt. Dat is ook niet van vandaag of gisteren.

„Ik laat in mijn boek zien dat prominente instellingen als de Hebrew University altijd al onderdeel waren van een project voor territoriale expansie en dominantie. Sommige instellingen werden gesticht op de ruïnes van Palestijnse dorpen. Het is een tweezijdig project: kennisproductie voor de eigen staat en tot zwijgen brengen van kritiek.”

Wat ik wil benadrukken is dat het in Israël geen kwestie is van individuen, maar van structuren en instituties

Israël kende in de jaren negentig niettemin een spraakmakende groep ‘nieuwe historici’ die de officiële geschiedschrijving bekritiseerden. Er was zelfs sprake van een ‘post-zionistische’ fase in het intellectuele leven. Wat is daarmee dan gebeurd?

„Er wordt nog steeds vaak naar hen verwezen als bewijs van het progressieve, liberale karakter van de Israëlische academie. Het klopt, er was het begin van academische kritiek toen een deel van de nationale archieven voor het eerst openging voor historisch onderzoek – niet voor Palestijnse onderzoekers, trouwens. Maar de laatste jaren is dat voor het grootste deel teruggedraaid. De archieven gaan weer dicht en vrijwel alle ‘nieuwe historici’ zijn sindsdien naar het buitenland vertrokken, naar Engeland of elders. Alleen Benny Morris is er nog, maar die heeft een draai van 180 graden gemaakt en verdedigt nu het zionisme.

„Intussen wordt bijvoorbeeld de vooraanstaande Palestijns-feministische wetenschapper Nadera Shalhoub-Kevorkian het werken onmogelijk gemaakt. Er is jarenlang actie tegen haar gevoerd en vorige maand werd ze door de Hebrew University aan de kant gezet nadat ze zich in een podcast had uitgesproken tegen de genocide in Gaza. Toen er internationaal protest kwam mocht ze terugkomen, maar de politie is intussen wel een onderzoek naar haar begonnen, haar boeken zijn in beslag genomen. Haar eigen universiteit heeft actief meegewerkt aan de ondermijning van haar academische status. Dat zijn dezelfde mensen die een paar maanden geleden protesteerden tegen de uitholling van de rechtsstaat door Netanyahu.”

Maya Wind in Londen, waar zij begin mei op bezoek was.Foto Joel van Houdt

Wat was voor uzelf de meest opzienbarende conclusie van uw onderzoek, of was het vooral een bevestiging van wat u al wist?

„Omdat ik veel met Palestijnse academici en activisten heb gewerkt, had ik natuurlijk al wel het idee dat de Israëlische universiteiten medeplichtig waren, ik had ook al veel over hun ervaringen gelezen. Maar de mate en ernst van de academische samenwerking met de staat en de wapen- en veiligheidsindustrie en hun historische symbiose sinds het begin van de staat Israël, die hebben me echt geschokt.”

Je kunt ook zeggen: logisch, voor een land dat omringd wordt door vijanden en periodiek in oorlog met hen is.

„Ik vind oorlog geen goede term voor wat er gebeurt. Israël is een koloniaal project dat er van meet af aan op gericht is geweest een inheemse bevolking te verdrijven. Dat is een gewelddadig proces en leidt tot gewelddadig verzet, maar het is iets anders dan oorlog. Israël kan ervoor kiezen om te dekoloniseren, Palestijnen rechten te geven en een daadwerkelijke democratie tot stand brengen van de rivier tot aan de zee. Dat doet het land niet, en dat gebeurt met opzet. Daarom moeten we kritiek leveren, ook in de academische wereld.”

Het is toch niet typisch Israëlisch dat universiteiten een nationalistisch narratief hanteren? In Rusland hebben decanen van universiteiten verklaard dat patriottische vorming hun voornaamste opdracht is.

„Ja, het is een bredere trend. Maar wat ik wil benadrukken is dat het in Israël geen kwestie is van individuen, maar van structuren en instituties. Er is geen sprake van enig noemenswaardig verzet tegen de verwikkeling van de academie en de repressieve staat, niet van docenten en niet van studenten. Niet één toonaangevende bestuurder of instelling heeft zich uitgesproken tegen de verwoesting in Gaza.”

Israël kan een kracht zijn voor dekolonisatie, zoals academici in Zuid-Afrika het ANC steunden

De oudste universiteit in Nederland, die van Leiden waar u gaat spreken, werd in 1575 ook opgericht met een politiek doel. De leiders van de opstand tegen Spanje hadden behoefte aan geschoold kader.

„Ja, moderne universiteiten hebben vaak een nationalistische achtergrond, zeker als ze stammen uit de tijd van het Europese kolonialisme. Israël past in een rijtje met de Verenigde Staten, Canada, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland. Allemaal kolonistenstaten die zijn gegrondvest op de verdrijving of onderdrukking van inheemse bevolkingen. Maar er zijn wel twee belangrijke verschillen. Israël kent nu een systeem van apartheid en de inheemse bevolking roept op tot een academische boycot. Daarmee doen ze een beroep op ons, academici in het Westen en elders.”

Onder repressieve regimes in de Arabische wereld bestaat nergens academische vrijheid. Toch roept niemand op die te boycotten.

„Die tegenwerping vind ik een poging mist te creëren en de aandacht af te leiden van waar het nu om moet gaan. Je kunt bij alle kritiek op Israël wel wijzen naar de Arabische wereld, maar wat heeft dat te maken met wat er nu in Gaza gebeurt? Trouwens, er zijn ook relevante verschillen. Arabische universiteiten hebben niet de institutionele banden en contacten met westerse instellingen die de Israëlische onderhouden. Geen Horizon 2020-projecten van de EU, geen grote programma’s voor samenwerking en uitwisseling. Israëlische universiteiten gaan daar ook prat op. Ze claimen dat ze uitzonderlijk internationaal, progressief en democratisch zijn, maar tegelijk willen ze niet ter verantwoording worden geroepen.”

De standpunten verharden zich inmiddels alom, ook op universiteiten. Is er een uitweg en wat moeten academici volgens u doen?

„Onze medeplichtigheid beëindigen. Dat is een keus. Dat geldt ook voor Israëlische academici. Israël kan een kracht zijn voor dekolonisatie, zoals academici in Zuid-Afrika het ANC steunden. Ik steun internationale interventie om ervoor te zorgen dat iedereen gelijke rechten krijgt en in vrijheid kan leven. Ja, tussen de rivier en de zee. Dat is een voorwaarde voor elke politieke oplossing.”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.