woensdag 5 april 2023

Meneer Den Theun kreeg 40 jaar lang een te lage uitkering van het UWV. Is zijn strijd nu ten einde?

 




null Beeld Ilse van Kraaij
Beeld Ilse van Kraaij

ReconstructieJuridisch gevecht

Meneer Den Theun kreeg 40 jaar lang een te lage uitkering van het UWV. Is zijn strijd nu ten einde?

Al veertig jaar strijdt J.P. Den Theun tegen het UWV omdat zijn uitkering te laag is vastgesteld. Twee jaar geleden kreeg hij eindelijk gelijk van de rechter. Maar daarmee is de ellende niet voorbij.

Daan Marselis                                          

“Winnen doe ik deze zaak niet meer”, zegt J.P. Den Theun als hij thee bestelt in een café, vlak bij zijn huis in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Net daarvoor is hij binnengelopen, stipt om 10 uur. Een schuchtere lange man met kort grijs haar en blauwe ogen. Naast zijn voeten heeft hij een schoudertas gezet. Daarin zit zijn hele verhaal: vijf gekleurde dossiermappen, een pak papier van meer dan 20 centimeter dik.

Al die documenten bewijzen dat een voorganger van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering te laag vaststelde, dat het UWV weigerde om die fout te herstellen, en dat ambtenaren hem niet geloofden. In die mappen ook de correspondentie met zijn advocaten, de uitspraken van talloze rechtszaken en natuurlijk dat cruciale document waarmee hij kon bewijzen dat hij – toch echt – gelijk heeft.

Nu vecht hij voor genoegdoening. “Ik wil dat ze alle schade vergoeden die me is aangedaan.”

Trouw moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen, wil de krant zijn verhaal mogen optekenen. Zijn echte achternaam moet buiten het stuk blijven, zijn voornamen mogen alleen als initialen – hij gebruikt zijn volledige voornamen trouwens ook nooit bij het ondertekenen van alle documenten. Trouw mag de naam van één persoon die hem hielp evenmin noemen. Zijn beroep en de hoogte van de schadevergoeding die hij wil afdwingen, mogen ook niet in de krant. Voor Den Theun verder heel belangrijk: “Ik wil niet dat je schrijft dat ik een slachtoffer ben, want dat ben ik niet. De laatste jaren staan er al genoeg slachtoffers in de krant.”

‘Gelukkig kan ik heel zuinig leven’

Eind jaren zeventig werkte Den Theun in een grote winkel waar hij de leiding had over enkele afdelingen. De sfeer was ‘grimmig’ en hij moest er hard werken, niet zelden meer dan vijftig uren in de week. In 1978 meldde hij zich voor het eerst ziek en niet veel later werd hij definitief arbeidsongeschikt verklaard vanwege enkele lichamelijke en psychische problemen. Hij krijgt een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

De hoogte van een WAO-uitkering hangt af van het dagloon dat iemand verdiende. Het UWV rekent het uit op basis van het bruto maandloon en het aantal werkdagen. In het geval van Den Theun ging dit mis. Het UWV beschikte niet over de juiste informatie, schreven medewerkers in meerdere brieven. De loonadministratie van het bedrijf bleek gebrekkig, heldere documenten uit de periode halverwege de jaren zeventig waren niet beschikbaar.

Den Theun was 25 toen zijn uitkering begon te lopen. Inmiddels is hij 64. Door de rekenfout van het UWV leefde hij jarenlang onder het bestaansminimum. Soms had hij zo weinig geld dat hij de facturen van zijn arts niet kon betalen, dat benodigde medicijnen buiten zijn bereik bleven en dat hij eigenlijk ook gewoon niet kon rondkomen. Kleding kocht hij tweedehands, hij at erg weinig, soms alleen yoghurt en soep. “Gelukkig kan ik heel zuinig leven”, zal hij er meermaals over zeggen.

‘Het UWV was er altijd’

De eerste keer dat Den Theun de hoogte van zijn uitkering op een bankafschrift zag, klom hij meteen in de pen. Het bedrag was veel te laag. Dankzij oude bankafschriften kon hij aantonen wat hij in de winkel verdiende. In 1983 paste het UWV daarop zijn dagloon naar boven aan, al bleek later zijn bruto-uitkering nog steeds niet te kloppen.

De zaak beheerst zijn leven. Niet dat er verder niks gebeurde natuurlijk. “Maar het UWV was er altijd.” Stress. Het knaagt aan hem. En het heeft van Den Theun een oude man gemaakt. “Ik heb een hele broze gezondheid.”

Den Theun is een hele angstige man, zegt hij zelf. Hij vreest andere mensen en heeft zich bijvoorbeeld ook erg druk gemaakt over het interview in een café. Kun je daar nog wel met contanten betalen of moet dat met een pinpas? Zo’n alledaags thema maakt hem al onzeker. Hij is vaak somber. “Het leven is voor mij niet leuk.” Die angstige en depressieve gevoelens heeft hij al sinds zijn vroegste jeugd. De medicatie die hij daarvoor slikt in de jaren tachtig, Orap, maakte hem traag en ‘dom’. Mede vanwege de depressies laat hij het geschil met het UWV sluimeren, ook al denkt hij na zijn eerste verzet dat het probleem niet is opgelost. Want ook zonder die ellende speelde er in de jaren tachtig en negentig al genoeg in zijn leven. De aidscrisis werd een aantal van zijn vrienden fataal, wat hem nog eenzamer maakte dan hij al was.

‘Ik was doodsbang voor het UWV. Dat was mijn levensonderhoud!’

Een andere reden dat Den Theun pas vanaf 2006 echt in verzet komt tegen de rekenfouten van het UWV is de tijdgeest, zegt hij. Voor die tijd lag de WAO onder vuur. Toenmalig premier Ruud Lubbers (CDA) sprak zich in 1990 uit tegen het grote aantal mensen in de WAO. ‘Nederland is ziek’, heette het in die tijden. CDA en PvdA besloten onder hoge politieke druk om het aantal WAO’ers terug te dringen, onder meer door een grote herkeuringsoperatie: de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen.

Dus toen Den Theun rond die tijd aanklopte bij een Amsterdamse organisatie die hulp bood aan mensen met een uitkering, vertelde een van de vrijwilligers hem dat hij zich maar het beste koest kon houden. “Wees blij dat je een uitkering hebt, ga niet te veel toestanden maken, want ze trappen je er zo uit”, vertelde de man. Iets later zegt Den Theun zelf iets soortgelijks. “Ik was doodsbang voor het UWV. Dat was mijn levensonderhoud.”

Zo gaan de jaren voorbij.

null Beeld Ilse van Kraaij
Beeld Ilse van Kraaij

Van angst naar strijdbaarheid

Vanaf 2006 maakt de angst voor het UWV langzaam plaats voor strijdbaarheid. Zo volgt hij een cursus aan het Joke Smit College voor volwassenenonderwijs, waardoor hij meer zelfvertrouwen krijgt. “Ik vond mezelf nooit zo slim”, zegt hij. Maar vanaf dan weet hij dat hij prima kan schrijven en uitstekend kan rekenen. Een medecursist bevestigt bovendien dat zijn uitkering inderdaad veel te laag is.

Uit zijn schoudertas pakt Den Theun een blauwe dossiermap met daarin een selectie van de belangrijkste bewijsstukken die hij verzamelde.

Zijn zaak draait om drie kwesties: eerst moet hij bewijzen dat zijn uitkering inderdaad te laag is vastgesteld. Daarna probeert hij aan te tonen dat het UWV essentiële informatie over zijn daadwerkelijke loon voor hem heeft achtergehouden, informatie die al die tijd in het bezit van het UWV was, maar die nooit met hem is gedeeld. En tot slot eist hij dat het UWV de volledige schade vergoedt vanaf de dag dat hij voor het eerst een uitkering kreeg.

In een handig overzicht van 17 pagina’s heeft hij het chronologisch opgeschreven:

‘Halverwege 2006 opnieuw mijn verzoek tot herziening gericht aan het UWV.’

‘Vanaf december 2007 juridische bijstand van advocaat.’

‘Op 17 maart 2008 volgt er – na verzoek van mijn kant – een uitnodiging voor een gesprek bij het UWV.’

‘23 februari 2009: Hoorzitting ten kantore van het UWV.’

‘April 2010: zaak wordt behandeld door bestuursrechter. Verloren.’

‘Hoger beroep bij Centrale Raad van Beroep, 25 februari 2011, de hoogste rechter voor uitkeringszaken. Doorbraak dankzij oplettende rechter.’

‘13 februari 2015: Rechtszitting bij Rechtbank Amsterdam. Juridische bijstand aan advocaat is ingetrokken, ik moet de zaak nu verder zelf doen. Verloren.’

‘6 juli 2016: Centrale Raad van Beroep. Gedeeltelijk in gelijk gesteld.’

‘Opnieuw naar Centrale Raad van Beroep, 17 december 2017. Verloren.’

‘Ze hebben u lichamelijk al kapotgemaakt en zullen u ook financieel kapotmaken’

Den Theun heeft lang getwijfeld of hij zijn verhaal wil doen. Dat hij nu toch de stap zet, is een reactie op uitlatingen van de hoogste baas van het UWV in de media. Na een kritisch rapport van de SP vertelde Maarten Camps dat het UWV zich bewust is van de impact die beslissingen hebben op het leven van burgers. Maar in de afhandeling van zijn eigen zaak merkte Den Theun niets van dat nieuw verworven inzicht. “Het UWV ging gewoon door met wat ze altijd al deden: zeggen dat het mijn schuld is. Die hypocrisie wil ik laten zien.”

Die ene persoon die hem zo goed heeft geholpen en die Trouw niet bij naam mag noemen, is een mediator. Per saldo heeft zij niets bereikt, maar ze zag hem. En ze heeft hem iets geleerd. Den Theun beschrijft hoe zij in de zomer van 2017, aan het einde van drie frustrerende sessies waarin een UWV-medewerker een schikkingsplan letterlijk van tafel veegde, ingreep omdat ze merkte dat Den Theun aan het einde van zijn Latijn was.

Hij sliep niet meer, hij was nog magerder dan nu, hij zat er emotioneel doorheen. Bij het weggaan raadde ze Den Theun aan om contact op te nemen met de pers. “Meneer Den Theun”, herinnert hij dat ze zei, “ze hebben u lichamelijk al kapotgemaakt en ze zullen u ook financieel kapotmaken. U moet naar de media stappen, want publiciteit, daar houden ze niet van.”

Nu, bijna zes jaar later, lijkt het erop dat die mediator het goed zag. “Ik heb gehoord dat de meeste rechtszaken gewonnen worden omdat één van beide partijen het opgeeft. Ik begin te vrezen dat deze zaak mij overleeft”, zegt Den Theun.

Hij moet denken aan de film I, Daniel Blake. Die vertelt het verhaal van een timmerman met hartproblemen die vastloopt bij het Britse UWV. Vlak voor de man gelijk krijgt van de rechter, overlijdt hij aan een hartstilstand. Op het toilet van het gerechtsgebouw. Den Theun verwacht half dat hem hetzelfde overkomt.

‘Op dit punt in het verhaal aangekomen word ik altijd heel emotioneel’

Zijn zaak kantelt op 14 september 2020. ‘Zitting!’, schrijft hij bij die datum in het chronologisch overzicht. Dit keer een civiele zaak bij de Rechtbank Amsterdam.

In die rechtszaak staat een document centraal dat hij vond in 2014, toen hij opnieuw zijn dossier opvroeg bij het UWV. Het gaat om een document dat is opgesteld door het Gemeenschappelijk Administratiekantoor. Die dienst verzorgde voor voorlopers van het UWV de administratie. Het verzamelde bijvoorbeeld loongegevens van werknemers.

Hoewel Den Theun het UWV vaker vroeg om zijn dossier, ziet hij het document voor het eerst. Het heeft niet veel om het lijf; een uitgetypt formulier is het, nog niet eens een A4 groot. Maar wat erop staat raakt hem: ‘Uit de belastingafdracht blijkt dat het brutoloon 3591 gulden bedroeg in het vierde kwartaal 1976’. Het document is gedateerd op 1 september 1980, drie jaar voordat hij voor het eerst protesteerde tegen de hoogte van zijn uitkering.

“Op dit punt in het verhaal aangekomen word ik altijd heel emotioneel”, zegt Den Theun met tranen in zijn ogen. “Toen ik dit briefje vond in het dossier van het UWV realiseerde ik me dat het allemaal voor niets was geweest. Al die tijd, vanaf 1980 al, wisten ze precies wat ik verdiende in de winkel.”

Waarom heeft het UWV het stuk nooit eerder aan hem opgestuurd, terwijl het wel in zijn dossier zat?

UWV had het document al in 2008

Aanvankelijk stelt het UWV dat het het document niet had. Omdat Den Theun een paar keer van werk was gewisseld, was er aanvankelijk discussie tussen de verschillende bedrijfsverenigingen: want wie was nou verantwoordelijk voor de uitkering van Den Theun? Mogelijk is het document toen zoekgeraakt.

Later zegt het UWV het pas in 2014 aan zijn dossier te hebben toegevoegd. Het UWV bestaat pas sinds begin deze eeuw. De archieven van zijn rechtsvoorgangers zijn geleidelijk toegevoegd en delen daarvan, zoals het document van Den Theun, stonden op microfiche – dat niet makkelijk doorzoekbaar is. Maar op aandringen van de rechter moet het UWV toegeven dat het het document in 2008 al had. Toen zou het door een van de voorlopers van het UWV aan het digitale dossier van Den Theun zijn toegevoegd.

Den Theun kan dat tijdens de zitting pareren. Via een oud-medewerker van het Gemeenschappelijk Administratiekantoor heeft hij gehoord dat dit soort documenten altijd meteen met (de voorgangers van) het UWV werden gedeeld. Dat was de standaard werkwijze, vertelde de oud-medewerker hem: ze gaven altijd het hele dossier aan het UWV. Voor de rechter is die verklaring voldoende om te oordelen dat het UWV dus al vanaf 1983 over het document moet hebben beschikt.

Nu vaststaat dat het UWV naliet om hem het document te sturen, ligt de weg open voor Den Theun om een schadevergoeding te eisen. Immers: het UWV wist al vanaf 1983 wat het werkelijke inkomen van Den Theun was. Informatie waarmee hij meteen al de hoogte van de uitkering had kunnen betwisten. Dat het UWV hem het document niet opstuurde is een onrechtmatige daad richting Den Theun, oordeelt de rechter. De rechter veroordeelt het UWV tot betaling van de schade. “Dat was echt een goede uitspraak”, zegt Den Theun vol waardering. “Dit heeft mijn vertrouwen in de civiele rechter weer hersteld.”

De rechter laat in het midden hoe hoog de schadevergoeding moet zijn. In onderling overleg komen Den Theun en het UWV er ook niet uit en dus voelt Den Theun zich gedwongen opnieuw naar de rechter te stappen. Het is dan december 2022.

‘De overheid is de hele tijd op zoek naar de leugen die je als burger vertelt’

Naast het document dat bewijst wat zijn inkomen was, vindt Den Theun nog meer stukken die niet eerder met hem zijn gedeeld. Interne mailwisselingen bijvoorbeeld. Zoals eentje uit 2008, ver voor de vondst van het inkomensdocument, waarin medewerkers een handgeschreven loonstrookje bespreken dat Den Theun bij toeval heeft weten te bemachtigen. Hij hoopt dat het geldt als ‘nieuw bewijs’ waarmee hij zich tegen het besluit van 1983 kan keren.

Uit de interne e-mails blijkt dat de UWV’ers vooral twijfelden aan de authenticiteit ervan. “Vreemd dat hij [Den Theun, red.] nu opeens met een handgeschreven papiertje komt waarop zijn loon staat vermeld van 23 jaar geleden. Dat papiertje is dan ook helemaal niets waard. Het kan ook door zijn buurman of familie geschreven zijn. Een stempeltje erop en klaar.’

Den Theun is geschokt als hij het leest. “Het toont een overheid die zijn burgers wantrouwt en die ondertussen zelf belangrijke documenten achterhoudt.” Dat wantrouwen en de onwil om naar de argumenten van een burger te luisteren, merkt hij al vanaf het eerste begin. In 1983, toen zijn uitkering minder hard omhoogging dan verwacht, belde hij met het UWV. In zijn herinnering trof hij een knorrige telefoniste, en bood hij aan om zijn bankafschriften op te sturen als bewijs. Waarop zij zei: “Meneer, wij hebben die gegevens hier zelf ook.” Vertwijfeld hing hij telefoon op.

“Hoe anders was het gegaan als toen wel iemand naar mijn verhaal had willen luisteren?” vraagt hij zich nu nog af. “De overheid is de hele tijd op zoek naar de leugen die je als burger vertelt. Ze moet wel controleren wat iemand zegt natuurlijk, maar dat kan ze ook doen door uit te zoeken hoe het zit.”

‘De strijd tegen UWV is een doorlopende stressor geweest’

Begin maart belt de advocaat van Den Theun. Na een hartstilstand heeft Den Theun een pacemaker gekregen en om stress te voorkomen wil hij nu even niet aan het UWV denken. Maar er is goed nieuws, zegt de advocaat. “De uitspraak is binnen.”

Krijgt Den Theun alle schade vergoed?

Hij eiste nabetaling van het volledige bedrag dat hij sinds 1978 te weinig kreeg. De rechter kent hem dat toe.

Hij eiste vergoeding van de wettelijke rente. De rechter kent dat grotendeels toe.

Hij eiste vergoeding van zijn juridische kosten. Toegekend.

Dan komt het punt dat voor Den Theun het belangrijkste is. Hij wil erkenning voor de stress die hem is aangedaan. Om die eis kracht bij te zetten heeft hij de rechter een schriftelijke verklaring van zijn arts gegeven. Die schrijft dat het geschil met het UWV een regelmatig terugkerend gespreksthema was. Het geschil roept volgens de arts oude gevoelens van ‘onmacht en overmacht’ op. “De strijd tegen het UWV en het ervaren onrecht zijn in zijn leven een doorlopende stressor geweest.”

Maar is het genoeg?

‘Geen slechte score’

Voor het toekennen van immateriële schade ligt de lat hoog, schrijft de rechter in het vonnis. Wat de rechter betreft is bewezen dat het handelen van het UWV een ‘heftige impact’ heeft gehad op het leven van Den Theun. Toch vindt hij dat onvoldoende vaststaat dat het onrechtmatig handelen van het UWV tot geestelijk letsel bij Den Theun heeft geleid. Wat de rechter betreft staat niet vast dat sprake was van ‘opzet’ aan de kant van het UWV.

Den Theun eiste vergoeding van immateriële schade. Die eis wordt door de rechter dus afgewezen.

De advocaat klinkt blij. Al met al is dit geen slechte score, voor het eerst is de wettelijke rente grotendeels erkent. Daarmee zegt de rechter dat Den Theun schade heeft geleden. De nabetaling bedraagt tienduizenden euro’s en met die wettelijke rente erbij loopt het al snel in de tonnen. “Een mooi bedrag”, zegt de advocaat.

‘Dat de rechter de immateriële schade heeft afgewezen, heeft me ongelofelijk gekwetst’

Anderhalve week later hangt Den Theun zelf aan de telefoon. Als het bedrag wordt overgemaakt zal hij het op de rekening van de advocaat laten staan. “Die kan er dan uitnemen wat nodig is voor zijn werkzaamheden, zo deed ik dat ook in 2017”, zegt hij. Op zijn verzoek kende het UWV al eens eerder een nabetaling toe, voor de periode vanaf 2008. Een volstrekt onrechtvaardige beslissing vond hij, omdat hij al sinds 1978 buiten zijn schuld om te weinig kreeg.

Den Theun heeft gemengde gevoelens bij de uitspraak. “De rechter erkent dat het UWV erg stressvol is geweest, maar ze verbindt daar geen consequenties aan. Dat ze de immateriële schade niet toekent, heeft me ongelofelijk gekwetst.”

Den Theun beraadt zich dus op het vervolg. “Ik zie de uitspraak als een uitnodiging om meer informatie te geven.” Hij zal gewoon veel beter moeten bewijzen dat hij schade heeft geleden door het handelen van het UWV. Wat precies zijn volgende stap zal zijn, weet hij nog niet. Voor 1 juni moet hij beslissen of hij in hoger beroep gaat. Hij overweegt een schikkingsvoorstel te doen. “Het idee dat een conflict met de overheid tot gezondheidsklachten kan leiden is dankzij de aardbevingen in Groningen en de toeslagenaffaire nu breed geaccepteerd.”

Hij heeft alles bewaard. “Vanaf 1981 heb ik alles nog. Alle bankafschriften, alle brieven, belastingaangiftes.” Met zo’n rijk archief moet hij zijn claim kracht bij kunnen zetten. “Dat is misschien wat ik nog wel het meeste hoop van de UWV-zaak. Dat ik al die stapels papier straks weg kan gooien. Al die ballast!”

De echte naam van Den Theun is bij de hoofdredactie bekend. Dit verhaal is gebaseerd op interviews met Den Theun en documenten die hij aanleverde ter onderbouwing.

Reactie UWV

UWV vindt het bijzonder spijtig dat deze zaak zo lang heeft geduurd en begrijpt dat dit zwaar is geweest voor de heer Den Theun. Er zijn door UWV en zijn rechtsvoorgangers fouten gemaakt en op sommige momenten hadden andere keuzes gemaakt kunnen worden. Daarbij was, zo bevestigt de rechter, geen sprake van opzet, maar dat maakt de gevolgen voor de heer Den Theun niet minder vervelend. UWV legt zich neer bij de recente uitspraak van de rechtbank en is in overleg met de advocaat van betrokkene over de afwikkeling van de uitspraak. UWV onderzoekt ook welke lessen uit deze zaak getrokken kunnen worden.

CORRECTIE: In een eerdere versie stond dat Lubbers het had over de Dutch Disease, maar dat is niet het geval. Die economische term wordt gebruikt in situaties dat de waarde van een munt stijgt als gevolg van de verkoop van pas ontdekte grondstoffen, en heeft niets met arbeidsongeschiktheid of ziekte te maken.

https://www.trouw.nl/nieuws/meneer-den-theun-kreeg-40-jaar-lang-een-te-lage-uitkering-van-het-uwv-is-zijn-strijd-nu-ten-einde~b0394530/#:~:text=Al%20veertig%20jaar%20strijdt%20J.P.,is%20de%20ellende%20niet%20voorbij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.