vrijdag 26 december 2025

Groeiende kritiek op de manier waarop Peter Wennink in zijn rapport met cijfers omspringt

 


Groeiende kritiek op de manier waarop Peter Wennink in zijn rapport met cijfers omspringt

Rapport Wennink Het ongemak groeit over de analyse die Peter Wennink maakte van de Nederlandse economie. De adviezen zijn het probleem niet, maar ze worden voorafgegaan door elkaar tegensprekende cijfers en getallen die je niet bij elkaar kunt optellen. 
Peter Wennink tijdens de presentatie van zijn rapport in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag.ANP JEROEN JUMELET
Peter Wennink tijdens de presentatie van zijn rapport in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag.ANP JEROEN JUMELET
 — ANP / JEROEN JUMELET
„Een stortvloed aan spookcijfers”, zo noemde econoom Tijmen de Vos van de FNV het veelbesproken rapport van Peter Wennink over het verdienvermogen van Nederland in zijn nieuwsbrief Rode Cijfers. Hij repte van „halve waarheden, verdraaiingen en misbruikte statistieken”.
Harde taal van de vakbond? De Vos blijkt niet de enige die bedenkingen heeft bij het rapport De route naar toekomstige welvaart van Peter Wennink, voormalig bestuursvoorzitter van chipmachinefabrikant ASML. Hierin waarschuwt Wennink voor een ingedutte economie met beperkte concurrentiekracht, waardoor vele voorzieningen en verworvenheden in Nederland op het spel staan. Wennink kwam met een breed palet aan aanbevelingen om te voorkomen dat onze kwaliteit van leven „hard achteruitgaat”.
„Het is één voor twaalf met de Nederlandse economie”, aldus het rapport. „Als we niets doen, moet Nederland binnen vijf jaar eigenlijk op alles bezuinigen”, voorspelde Wennink tijdens de presentatie op 12 december. 
Over de analyse en urgentie die Wennink schetst – dat Nederland aan de bak moet om zijn verdienvermogen veilig te stellen – bestaat grote overeenstemming. Ook vanuit de Tweede Kamer klinkt veel lof en is er brede consensus dat er keuzes moeten worden gemaakt. Zijn adviezen over die keuzes zijn voer voor nadere maatschappelijke discussie en debat onder economen. 
Maar de kritiek groeit op de manier waarop Wennink, de voormalige captain of industry, met cijfers omspringt in de probleemanalyse die aan zijn aanbevelingen vooraf gaat. Zo is de staatsschuld die hij presenteert wel héél hoog. En gaat hij uit van alarmistische voorspellingen die niet tegelijkertijd waar kunnen zijn.

Verdubbeling groei staatsschuld

Wennink put uit een keur aan studies en rapporten om dreigende problematiek te schetsen op de arbeidsmarkt, in de overheidsfinanciën, in concurrentievermogen en in de portemonnee van de burger. Zo waarschuwt hij dat de overheidsschuld in 2060 kan oplopen tot 234 procent van het nationaal inkomen. Hij presenteert er een grafiek bij die afschrikwekkend steil oploopt, met als bron het Centraal Planbureau (CPB). Maar in het CPB-rapport staat iets anders: bij ongewijzigd beleid wordt de staatsschuld in 2060 geschat op zo’n 126 procent van het nationaal inkomen. Dat is ruim 1.000 miljard euro lager dan het beeld dat Wennink schetst. 
De analyse van het CPB waar Wennink naar verwijst, bevat niet de grafiek die hij in zijn rapport toont. De voormalig topman van ASML blijkt twee economische scenario’s bij elkaar te hebben opgeteld. Het CPB analyseerde dat bij ongewijzigd beleid de extra klimaatuitgaven kunnen leiden tot 56 procentpunt extra schuld ten opzichte van het bruto binnenlands product. Defensie-uitgaven vertalen zich bij de nieuwe NAVO-norm in 2060 naar 51 procentpunt extra schuld ten opzichte van de omvang van de economie. 
Het CPB toont bandbreedtes bij zulke scenario-analyses, maar Wennink presenteert één alarmistisch getal: 234 procent. Wennink verdubbelt zo de groei van de staatsschuld.  Zijn voorspelling van de staatsschuld in 2060 ligt hoger dan die in welk doorgerekend verkiezingsprogramma dan ook. Zelfs de meest schuldenmakende politieke partij komt niet verder dan een schuld van 154 procent van het bbp in 2060 – aanzienlijk lager dan Wennink suggereert. 
„Die cijfers uit die scenario’s kun je niet zomaar bij elkaar optellen”, zegt econoom Tijmen de Vos van de FNV telefonisch. „Anders had het CPB dat wel gedaan.” Hij wijst erop dat Wennink bovendien al zijn onderliggende aannames – de meest gitzwarte scenario’s voor de overheidsschuld over 35 jaar – niet benoemt bij de grafiek die hij in zijn rapport presenteert. 
Het CPB beaamt dit desgevraagd. Je kunt de scenario’s niet bij elkaar optellen omdat ze ook op elkaar inwerken. „Die doorwerkeffecten hebben we niet berekend”, laat een woordvoerder weten. „We kunnen dus niets zeggen over de samengestelde effecten. „Zelf zouden we deze figuur niet presenteren”, aldus de woordvoerder.
Een woordvoerder van Wennink onderschrijft na vragen van NRC dat er een „onzekerheidsmarge” in zijn optelsom zit, maar stelt dat de „orde van grootte” – een schuld in 2060 van meer dan 200 procent van het nationaal inkomen – „niet ter discussie” staat.
Daar komt bij, zo legt econoom Jasper Lukkezen uit, dat het CPB er voor zijn scenario’s vanuit gaat dat de overheid alles leent om de verhoogde NAVO-beloftes te financieren en alles leent om de klimaatschade en aanpassing aan het klimaat te kunnen betalen. Terwijl het onwaarschijnlijk is dat dit echt gebeurt. „Dit zijn puur mechanistische doorrekeningen om te tonen wat er gebeurt als je niets doet. Maar wij hebben een cultuur van verstandig begroten. Vrijwel alle politieke partijen vinden voor de nieuwe ambities nu al ten dele dekking. En een deel van de klimaatkosten zijn nu al in de begroting verwerkt.”

Koopkrachtplaatje

Iets verderop in het rapport gaat Wennink juist weer van een tegengestelde beweging uit. Hij benadrukt dat er sterke economische groei nodig is om de enorme lasten te kunnen dragen, en schotelt de lezer een koopkrachtplaatje voor met duizenden euro’s achteruitgang per Nederlands huishouden.  
In de kleine lettertjes staat dat bij deze berekening is uitgegaan van een stabiele overheidsschuld. Anders gezegd: dit zijn de kosten wanneer de staat de pijn op de burger afwentelt. „Die twee dingen kunnen niet tegelijkertijd waar zijn”, zegt De Vos van FNV. „De staatschuld kan niet én tegelijkertijd zo hard groeien, en de koopkracht zo hard dalen. Maar Wennink presenteert die cijfers hier achter elkaar in dezelfde paragraaf. Normaal gesproken reken je overal met dezelfde cijfers en aannames”, zegt De Vos. 
Een woordvoerder van Wennink schrijft hierover in reactie dat het hier niet om een combinatie van beide effecten zou gaan, maar om alternatieve scenario’s: „Dit is dus geen én-énscenario, maar een óf-ófscenario.”
Lukkezen benadrukt dat het belang van Wenninks rapport vooral in de aanbevelingen zit en dat die ook blijven staan als de voorafgaande probleemanalyse wat minder zwaar wordt aangezet. Tegelijkertijd deelt hij de kritiek van De Vos. Als alle uitgaven rechtstreeks de staatsschuld verhogen, heb je niet zo’n sterk koopkrachteffect. Dat krijg je pas als je de belastingen fors verhoogt. „Maar dan daalt de overheidsschuld weer. De presentatie zet de lezer op het verkeerde been.” 

Nog meer tegengestelde vertrekpunten

Wennink schrijft dat De Nederlandsche Bank (DNB) een groei van 0,5 procent op de middellange termijn verwacht, maar de centrale bank doet nooit voorspellingen voor de groei op een termijn die langer is dan twee jaar. De bron hiervan is onduidelijk, zelfs voor DNB, die niet bij de opstelling van het rapport was betrokken.  
Een woordvoerder van de bank wijst op een studie van DNB uit 2024 met „een gestileerde berekening” die uitging van een jaarlijkse groei van de arbeidsproductiviteit met 0,5 procent en een economische groei van 0,6 procent. „We vermoeden dat dat de bron is.”
Een woordervoerder van Wennink laat in een reactie weten dat het getal afkomstig is uit een zin van een DNB-rapport uit februari 2024. Daarin schrijven de auteurs in de inleiding dat het „niet ondenkbaar” is dat de economische groei de komende decennia „afneemt tot zo’n half procent per jaar.”
De wisselende vertrekpunten wreken zich bij cijfers over de arbeidsmarkt en de koopkracht van Nederlandse huishoudens. Een matige economische groei van 0,5 procent per jaar zou betekenen dat een gemiddeld huishouden in 2035 netto 7.000 euro minder te besteden heeft, rekent Wennink voor. 
Maar de voorspelling van toekomstige problemen op de arbeidsmarkt is gestoeld op een jaarlijkse economische groei van 1,6 procent – ruim drie keer zo hoog als bij de koopkrachtschadeberekening. Een tekort aan personeel speelt vooral op bij hoge groei terwijl burgers juist armer worden bij te lage groei. Bron is een rapport van McKinsey. De board room-adviseurs verwachten in 2030 een verviervoudiging van het tekort aan banen in de ict. In de techniek, zoals beroepen als pijpenleggers, plaatwerkers en elektriciëns, voorzien zij zonder ingrijpen een tekort van 100.000 banen.  
Een woordvoerder van Wennink zegt in een reactie dat die studie vooral is gebruikt om „te illustreren dat personeelstekorten in sleutelberoepen een structureel knelpunt vormen voor het floreren van de Nederlandse economie”.
CPB-directeur Pieter Hasekamp uitte eerder overigens kritiek op dit soort „overtrokken” schattingen van arbeidstekorten. „Het probleem bij deze ramingen is dat ze gebaseerd zijn op het doortrekken van bestaande trends over de groei van de arbeidsvraag en van het arbeidsaanbod. Dat klinkt logisch, maar gaat voorbij aan het feit dat de arbeidsmarkt zich in de praktijk altijd aanpast”, schreef hij in een opiniestuk in het FD
Anders gezegd: bij een tekort aan bepaald personeel zullen de lonen stijgen, waardoor ook weer mensen uit andere beroepen zich zullen laten omscholen en zo specifieke tekorten oplossen. 

Tijdsdruk

Wenninks rapport geldt als de langverwachte Nederlandse vertaling van de aanbevelingen die oud-ECB-president Mario Draghi in september 2024 voor Europa formuleerde.  Om tot zijn advies te komen voerde Wennink 32 rondetafelgesprekken en sprak hij ruim duizend betrokkenen uit bedrijfsleven, wetenschap en overheid. Zowel Pieter Hasekamp als een van de McKinsey-auteurs zit in de club van adviseurs die Wennink bij zijn presentatie als „zeer kritisch” omschreef. 
De oud-topman van ASML kreeg pas drie maanden geleden de opdracht van minister Vincent Karremans (Economische Zaken, VVD). Wennink leverde razendsnel een lijvig rapport af.
Soms staan er geen voetnoten bij beweringen waardoor de buitenwereld stellingen moeilijk kan verifiëren. „Reorganisaties zijn in Nederland dus meer dan vijf keer zo duur als in andere landen met flexibelere systemen”, staat op pagina 57.  Wie wil weten welke landen dat zijn, hoe dit is berekend of waar de cijfers vandaan komen, blijft daarvan in eerste instantie verstoken. Een voetnoot ontbreekt aanvankelijk, net als iedere andere bronverwijzing. Sterker, in het hele derde hoofdstuk van Wennink waren aanvankelijk geen noten te vinden. 
De woordvoerder van Wennink zegt in een reactie dat bij de vormgeving van het rapport „op enkele plaatsen” voetnoten in de tekst zijn weggevallen. Na vragen van NRC zijn de noten „correct aan de tekst gekoppeld en hersteld in de onlineversie van het rapport op de website.” De woordvoerder schrijft: „Het rapport is met uiterste zorgvuldigheid samengesteld. Tijdsdruk heeft geen invloed gehad op die zorgvuldigheid.”
Arnoud Boot, hoogleraar ondernemingsfinanciering en financiële markten aan de UvA, oppert een andere verklaring voor de onzorgvuldigheden. Hij vermoedt dat de frustratie bij VNO-NCW over het ondernemingsklimaat zo groot is dat ze via Wennink besloten „hun grammofoonplaat op ‘superspeed’ af te draaien”. 
Volgens de econoom was het vooral de werkgeverslobby die geen bredere maatschappelijke ingebedde samenstelling van de groep mensen wilde die Wennink bij zijn rapport hielp – de vakbonden en denktanks als de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid waren bijvoorbeeld niet vertegenwoordigd. 
Boot betreurt het dat de discussie over de probleemanalyse de boodschap van het rapport ondergraaft. „De angst dat Nederland wegzakt als renteniersnatie is terecht. Het is absoluut legitiem om te pleiten voor een wending van de samenleving. Maar dan moet je niet doorschieten in het aanzwengelen van het gevoel voor urgentie. Dit is beschadigend voor de boodschap.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.