maandag 24 april 2023

Bestseller ‘De stikstoffuik’ is een warwinkel aan missers en komt niet met oplossingen

 



Bestseller ‘De stikstoffuik’ is een warwinkel aan missers en komt niet met oplossingen


In ‘De stikstoffuik’ claimt auteur Arnout Jaspers dat hij op ‘gedetailleerde en genadeloze’ wijze laat zien dat de stikstofcrisis is gebaseerd op ‘onwetendheid, misbruik van wetenschap en schimmige deals in achterkamertjes’. Zijn boek kreeg in korte tijd veel aandacht én kritiek. Minder belicht is Jaspers’ aanval op de rechtsstaat en de wetenschap.

DIT STUK IN 1 MINUUT
  • Het boek De stikstoffuik van Arnout Jaspers stoomde na de publicatie begin maart direct op naar de eerste plaats van De Bestseller 60. Er zijn ten minste 25.000 exemplaren van verkocht. Het maakt de tongen los, maar helpt het de discussie ook verder? 
  • Jaspers haalt veel overhoop. Natura 2000-gebieden zouden zijn aangewezen na achterkamertjes-politiek. Staatsbosbeheer en Natuur-monumenten zouden naar eigen goeddunken te werk gaan. 
  • De ecologen die aan de basis staan van de modellen waarmee de schadelijkheid van stikstof wordt bepaald – de kritische depositiewaarden (KDW) – zouden onwetenschappelijk te werk zijn gegaan. En Johan Vollenbroek van Mobilisation for the Environment, de organisatie die via de rechter bedrijven dwingt milieurichtlijnen na te leven, zou vooral een zakkenvuller zijn.
  • Wat is waar? Die vraag is relevant. De stikstofimpasse is een bron van verdeeldheid. De meeste Nederlanders staan achter het stikstofbeleid van het kabinet, bleek dit weekend uit een artikel in Trouw naar aanleiding van een enquête door I&O Research. Maar aan de precieze uitwerking, wordt steeds meer getwijfeld. En de gemoederen lopen hoog op, zeker sinds de verkiezingsoverwinning van de BoerBurgerBeweging en het verschijnen van De stikstoffuik. Kan een beetje stikstof geen kwaad, zoals Jaspers meent?
  • Staatsbosbeheer en de Vereniging Natuurmonumenten zijn het grondig oneens met zijn kritiek op het stikstofbeleid en verweren zich tegen Jaspers' beschuldigingen aan hun adres.

De stikstofcrisis beheerst al maanden het nieuws. Het onderwerp domineerde de Provinciale Statenverkiezingen en leidde tot verhitte debatten in de Tweede Kamer en tussen de regeringsfracties. 

Eurocommissaris Frans Timmermans (Green Deal) kwam speciaal naar Den Haag voor een gesprek met Caroline van der Plas, de voorvrouw van de BoerBurgerBeweging die zegt een oplossing voor het probleem in huis te hebben. 

De timing van het boek De stikstoffuik, politici in de ban van de ecolobby kon dus niet beter. Op woensdag 19 april waren er al 25.000 exemplaren van verkocht.

Auteur Arnout Jaspers schoof aan bij WNL op Zondag, debatteerde op Radio 1 met ‘stikstofprofessor’ Jan Willem Erisman, en bij Veronica Inside liet sidekick Johan Derksen weten dat hij het boek op zijn nachtkastje had liggen.

Champagneflessen 

Oud-minister Ronald Plasterk omarmde zijn werk: ‘Een verstandig boek vol nuttige feiten,’ schreef de PvdA’er. Journalist Wierd Duk schreef over hem in De Telegraaf  en wetenschapsredacteur Maarten Keulemans van de Volkskrant sprak op Twitter van ‘een verbluffend boek’ dat ‘iedereen móet lezen’. 

NRC gaf het boek één bal. De recensent oordeelde dat ​​Jaspers ‘halve waarheden verkondigt en alleen de feiten kiest die hem uitkomen’. 

Uitgever van De stikstoffuik is Syp Wynia, voormalig sterredacteur van het opinieweekblad Elsevier. Hij heeft een eigen website Wynia’s Week, waarvoor Jaspers een column schrijft. Daarnaast is Wynia eigenaar van de Uitgeverij Blauwburgwal in Amsterdam, die ook een boek van Duk publiceerde. 

En bij die uitgeverij knalden de champagneflessen, want De stikstoffuik staat op nummer 1 in de Bestseller 60. ‘Het best verkochte boek van Nederland. Kwaliteit wint,’ twitterde Wynia. ‘Lees dat boek. Voor feiten en oplossingen.’

Maar is het wel zo verbluffend? Bevat het oplossingen? Follow the Money deed een factcheck van Jaspers’ beweringen en sprak onder anderen met de wetenschappers die de auteur in zijn boek op de korrel neemt.

Wie is Arnout Jaspers? 

De auteur van De stikstoffuik is 65 jaar, studeerde natuurkunde in Leiden en heeft een lange carrière achter de rug waarin hij afwisselend actief was als journalist en als communicatiemedewerker voor instellingen als de Nederlandse Onderzoekschool Voor Astronomie

In de jaren ’90 werkte hij voor het Algemeen Dagblad, later was hij ook een periode redacteur van het toenmalige tijdschrift Natuur en Techniek waar hij samenwerkte met de eerder genoemde Maarten Keulemans van de Volkskrant. Jaspers publiceerde verder onder meer een aantal stukken over de noodzaak van kernenergie bij De Correspondent. 

Hij schreef ook voor De Andere Krant, een gratis uitgave die grossiert in complottheorieën en desinformatie. Zo zou het Nederlandse onderzoek naar de toedracht van het neerhalen van vlucht MH17 niet kloppen, volgens die krant, en zou het coronavirus de opmaat zijn geweest voor ‘een totale omvorming van de samenleving’ en kunnen de aanslagen van 9/11 onmogelijk alleen het werk zijn geweest van moslimfanatici (‘er is meer aan de hand’). 

NRC onthulde in september 2020 dat Rusland via De Andere Krant desinformatie verspreidde. 

Mooi debatmateriaal

Arnout Jaspers zei bij de presentatie van zijn boek dat het ‘gewoon goed’ gaat met 85 procent van de Natura 2000-gebieden.  

Een beetje stikstof meer of minder? Dat heeft volgens hem nauwelijks consequenties. Hoogstens zullen schrale en stikstofgevoelige heide- en duingebieden dichtgroeien met bomen en planten die ‘in heel Nederland voorkomen en daar door de modale burger als fraaie natuur gewaardeerd worden’. 

Door wat hij omschrijft als politiek wanbeleid – aangejaagd door een ‘ecolobby’ van natuurorganisaties en wetenschappers – zit het land op slot en zijn we in ‘de stikstoffuik’ gedreven. 

Boeren zijn volgens Jaspers de dupe van het veel te stringente stikstofbeleid, maar ook burgers die zitten te springen om een nieuw huis dat niet gebouwd kan worden. De oplossing? Verruim de stikstofnormen en neem afscheid van 75 ‘piepkleine en onbelangrijke’ Natura 2000-gebieden

Met die opvattingen sluit Jaspers nauw aan bij de ideeën van de BoerBurgerBeweging. BBB-oprichter Caroline van der Plas kreeg van hem dan ook het eerste exemplaar van De stikstoffuik. ‘Alles wat hierin staat, roepen wij ook al heel lang,’ zei ze. ‘Ik ben heel erg blij met het boek, want dit is mooi debatmateriaal. Met je welbevinden zal ik hieruit ook nog weleens wat citeren.’

‘Frustratie’

Dat was begin maart. Aanvankelijk kwam er weinig tegenspraak (ook omdat weinigen het boek gelezen hadden) maar inmiddels is forse kritiek losgekomen

Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid aan de Universiteit Leiden, diende Jaspers als eerste van repliek, in een onderling debat op Radio 1. Een paar dagen later schreef Erisman op uitnodiging van De Telegraaf een ingezonden stuk waarin hij ingaat op de belangrijkste beweringen in het boek. 

Satellietbeelden laten zien dat Nederland wel degelijk een stikstof-hotspot is, stelt Erisman. Door de overmatige neerslag van stikstof, afkomstig van de agrarische sector, de industrie en het vervoer, gaat het niet goed met de natuur. 

‘Wat Jaspers compleet negeert: onze landbouwproductie overschrijdt de grenzen van een gezonde leefomgeving’

‘De natuurdoelanalyses die de provincies nu maken, bevestigen dat,’ schrijft Erisman. 

‘De Ecologische Autoriteit die die analyses beoordeelt, geeft ook aan dat de stikstof-neerslag naar beneden moet, naast andere maatregelen als het verhogen van waterstanden en beheer.’ 

De oplossingen van Jaspers (afscheid nemen van kleinere natuurgebieden en ruimere mogelijkheden voor stikstofuitstoot) zijn volgens Erisman helemaal geen uitweg. Niet zolang we niet voldoen aan de Europese verplichting om natuur van voldoende kwaliteit in stand te houden. En niet zolang we niet eerst snel en aantoonbaar de stikstofdruk hebben verminderd, aldus Erisman in De Telegraaf.

Wat Jaspers volgens hem compleet negeert, is dat ‘onze landbouwproductie nu ver buiten de grenzen van een gezonde leefomgeving gaat’. Erisman: ‘Dan gaat het niet alleen over stikstof maar ook over klimaat, het water, de bodemkwaliteit, het landschap, geur, zoönose, dierenwelzijn en een vitaal landelijk gebied.’ 

De hoogleraar doet in zijn ingezonden stuk een belangrijke observatie: opeenvolgende kabinetten hebben geen duidelijke richting gegeven. Boeren weten niet waar ze aan toe zijn, net zomin als provincies. Dat leidt tot frustratie over het stikstofbeleid. 

En het biedt ruimte om de nut en noodzaak ervan steeds weer ter discussie te stellen. Erisman: ‘Arnout Jaspers speelt daar met De stikstoffuik dankbaar op in.’ 

In de bubbel

Jaspers doet in zijn boek nog iets anders. Hij voedt met ongefundeerde verdachtmakingen het wantrouwen tegen overheid, rechters, wetenschap en natuur- en milieuorganisaties. 

Volgens hem is stikstof voor sommigen ‘een obsessie en/of verdienmodel’. ‘Een selecte groep wetenschappers, politici, activisten, consultants en ambtenaren’ sluit zich ‘volkomen af voor inzichten buiten deze bubbel’ van de ‘stikstoffuik’. Zij worden omringd door een ‘dikke schil van politici en beleidsmakers die het aan kennis ontbreekt’. 

En dan zijn er ‘opeenvolgende rechters’ die Nederland steeds verder de stikstoffuik hebben ingetrokken. Wie precies de mensen zijn die hij rekent tot de afgesloten bubbel of de ‘dikke schil’, en op welke manier ze te werk gaan, laat Jaspers in het midden. Het is volgens hem niet de focus van zijn boek ‘om dit in detail te reconstrueren’. 

Het wantrouwen schuilt ook in een complot dat zich buiten het zicht van de Nederlandse burger zou afspelen. 

Jaspers schrijft dat ‘men’ na ‘een jaren durend proces van achterkamertjespolitiek' is gekomen tot de aanwijzing van 162 Natura 2000-gebieden. In werkelijkheid was de aanwijzing van die gebieden een transparant proces dat op Natura2000.nl minutieus wordt uitgelegd. 

De plannen van het ministerie van Landbouw en Natuur waren openbaar, belanghebbenden konden hun zienswijze kenbaar maken voordat een gebied tot Natura 2000-gebied werd aangewezen. Wie het daarmee niet eens was, kon tot aan de Raad van State juridische bezwaren aanvoeren. De aanwijzingsbesluiten voor vrijwel alle gebieden zijn inmiddels definitief

CHERRY PICKING – DALING INSECTENPOPULATIES IS WEL DEGELIJK EEN TREND

Duitse wetenschappers brachten in 2017 een onderzoek naar buiten waaruit bleek dat in natuurgebieden insectenpopulaties in 27 jaar met driekwart waren verminderd. Het leidde tot alarmerende krantenkoppen. 

Maar volgens Jaspers wijst niets op een ‘wereldwijd insectenarmageddon’. 

Hij haalt voor zijn stelling een artikel aan uit het wetenschappelijke tijdschrift Science waaruit hij concludeert dat het met sommige insecten goed gaat en andere minder goed. Er is daarom geen sprake van een ‘trend’.

Maar volgens een van de onderzoekers, de Nederlander Roel van Klink, is er wel degelijk een trend: namelijk dat insectenpopulaties op het land afnemen, met 9 procent per tien jaar. In het water nemen de populaties daarentegen met 11 procent per tien jaar toe. 

Maar die twee getallen kun je niet zomaar bij elkaar optellen, waarschuwt Van Klink. ‘Wat Jaspers hier doet is een typisch geval van cherry picking. Hij neemt uit ons zeer complexe paper alleen die resultaten die in zijn argumenten passen en laat al het andere liggen.’ 

Jaspers laat volgens Van Klink ‘ten onrechte’ achterwege dat de trend voor Europa sinds 2005 ‘zeer zeker negatief is’. 

‘En ook de weinige datasets die we uit Nederland hebben, laten vrijwel allemaal een negatieve trend zien. Dus als hij het wil hebben over nuance en maatwerk, dan maakt hij zich in ieder geval schuldig aan een gebrek eraan.’

In 2020 schreef Jaspers op Wynia’s Week hetzelfde betoog over de insectenpopulaties. ‘Dit is een wel heel creatieve interpretatie van onze resultaten, chapeau,’ schreef Van Klink toen op Twitter. Jaspers reageerde niet op dat bericht en nam ook nooit contact op met Van Klink. 


De term ‘achterkamertje’ duikt weer op waar Jaspers suggereert dat Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten graag bepaalde ‘wensnatuur’ zien en daar ook ‘eigenmachtig vergaande besluiten’ over kunnen nemen. 

In werkelijkheid is de macht van Staatsbosbeheer niet zo groot. De organisatie (‘rechtspersoon met een wettelijke taak’) voert haar werk uit zoals dat in de wet is vastgelegd, betaald met publieke middelen.

Marcel van Dun, woordvoerder van Staatsbosbeheer: ‘Niet de terreinbeheerders als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten bepalen het natuurbeleid, maar de provincies.’ 

En Natuurmonumenten is een vereniging met een achterban van bijna een miljoen Nederlanders. Ze ontvangt van onder andere de rijksoverheid subsidie voor beheer en bescherming van natuur. 

Welke natuur en welke soorten beschermd zijn of moeten worden, is vastgelegd in de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992) die door de Europese Unie zijn vastgesteld. De internationale verplichtingen die daaruit voortvloeien heeft Nederland verwerkt in de Wet natuurbescherming

Teo Wams, directeur natuurbeheer van Natuurmonumenten: ‘Van eigenmachtig vergaande beslissingen nemen is geen sprake. Wij bepalen niets. De provincie toetst of we genoeg doen om planten- en diersoorten te beschermen.’ 

De afgod van het stikstofbeleid

Jaspers keert zich ook tegen twee bij naam genoemde wetenschappers die voor het grote publiek nauwelijks bekend zijn, de ecologen Han van Dobben en Roland Bobbink. Zij waren de afgelopen jaren betrokken bij het vaststellen van de kritische depositiewaarden (KDW) voor Natura 2000-gebieden. De kritische depositiewaarde geeft aan hoeveel stikstof een bepaald habitattype aankan zonder dat de natuur achteruitgaat. 

In 2035 mag op 74 procent van de stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden niet méér stikstof neerslaan dan de kritische depositiewaarde. Boerenorganisaties lopen daar tegen te hoop en willen dat de KDW uit de wet wordt gehaald. Ook Arnout Jaspers heeft geen goed woord over voor wat hij de “Kritiekloze Depositiewaarde’ noemt en ‘de afgod van het stikstofbeleid’. 

De kritische depositiewaarde wordt vastgesteld per hexagoon (zeshoek) van een hectare. Dat gebeurt met modellen die door Bobbink en Van Dobben zijn gemaakt met hulp van ‘expert opinions’. De experts die hiervoor hun vakkennis deelden, waren volgens Jaspers de twee ecologen zelf – iets waarvoor hij in zijn boek geen verdere bewijzen aanvoert. 

Sluipmoordenaar

In een e-mail aan Follow the Money schrijven Bobbink en Van Dobben: ‘Dit klopt niet. De kennis van experts is maar heel beperkt ingezet, en áls ze al geraadpleegd werden, waren we dat niet zelf. Wie het wel waren staat expliciet in een publiek toegankelijk rapport.’ 

Jaspers stelt verder dat Bobbink er ‘een onbeschaamd activistische taakopvatting’ op nahoudt, omdat hij in niet-wetenschappelijke publicaties stikstof ‘stelselmatig’ een ‘sluipmoordenaar’ zou hebben genoemd. 

Bobbink laat weten dat hij, voor zover hij kan nagaan, stikstof twee keer ‘sluipmoordenaar’ heeft genoemd en dat hij daar nog steeds achter staat. 

Omdat nu al decennialang te veel wordt uitgestoten door de landbouw, de industrie en het vervoer stapelt de stikstof zich geleidelijk op (sluipend, zegt Bobbink) in bodem en planten. 

Deden Nederlandse bestuurders maar eens een scheut Orbán of Bolsonaro in hun beleid, schrijft Jaspers

Ook verzuurt de bodem steeds verder, evenzeer een ‘sluipend proces’. Hierdoor kunnen lokaal plantensoorten en later diersoorten uitsterven. ‘Dit is in veel experimenten aangetoond, en die studies zijn gepubliceerd in internationale wetenschappelijke tijdschriften,’ aldus Bobbink. 

‘Het gebruik van het woord “sluipmoordenaar” in de kop boven twee van mijn publicaties is wat provocerend, maar dat mag ook wel na meer dan veertig jaar veel te hoge stikstofdeposities op de natuur.’ 

Aan het slot van het hoofdstuk waarin hij de ecologen ter sprake brengt, stelt Jaspers de vraag hoe het toch kan dat ‘een complete bestuurlijke kaste’ zich zo in een beleidsfuik laat lokken. Dat komt, antwoordt hij zelf, omdat politici en bestuurders in meerderheid juristen zijn, zonder kennis van natuurwetenschap. En daardoor ‘lopen ze aan de leiband van vermeende objectieve experts en geloven ze kritiekloos de claims dat uitkomsten van theoretische berekeningen “de wetenschap” op dat gebied zijn’. 

‘Puur dogmatisme’

Een van de politici tegen wie Jaspers zich in felle bewoordingen afzet, is minister Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof. 

Een week na de Provinciale Statenverkiezingen schreef Jaspers in zijn column op Wynia’s Week dat de minister op de verkiezingsavond ‘in haar dogmatische rechtlijnigheid klonk als een sektelid, gehersenspoeld door haar eigen ambtelijke top’. 

Volgens hem is sprake van een ‘politiek stikstofevangelie’ en leggen rechters ‘collectieve straffen op aan landbouw en de bouw die niets bijdragen aan natuurbehoud’. 

Hij roept Van der Wal op stevig in te grijpen: ‘Je kan m’n rug op met die juristerij,’ zou ze volgens hem moeten zeggen. En: ‘Ik doe nu gewoon wat nodig is voor het land. [..] Deden Nederlandse bestuurders maar eens een scheut Orbán of Bolsonaro in hun beleid.’ 

Met die laatste zin verwijst Jaspers naar de Hongaarse premier Viktor Orbán en de inmiddels afgetreden Braziliaanse president Jair Bolsonaro, die er beiden blijk van hebben gegeven geen problemen te hebben met het aanvallen van onafhankelijke media, het buitenspel zetten van de rechtsstaat en ondemocratisch regeren. Jaspers wekt op zijn minst de indruk dat ook wel in Nederland te willen zien. 

Jaspers noemt het voorzorgsbeginsel ‘een wetenschappelijke dooddoener’

Zijn boek getuigt van een geringe dunk van de rechterlijke macht. 

Rechters zijn ‘formalistisch’, hun uitspraken geven blijk van ‘puur dogmatisme’, ze brengen ‘het gezond verstand een zware slag toe’, en hebben ‘geen oog voor de maatschappelijke schade die toepassing van het voorzorgsbeginsel aanricht’. 

Rechters hanteren het voorzorgsbeginsel: de uitbreiding van een boerenbedrijf, de bouw van een snelweg of een woonwijk mag alleen als ‘wetenschappelijk gezien’ vaststaat dat het project geen schadelijke gevolgen heeft voor een natuurgebied. 

Met andere woorden: bij twijfel niet doen. De Raad van State gebruikt in zijn uitspraken vrijwel altijd dezelfde passage, namelijk dat ‘er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat geen van de plannen of projecten schadelijke gevolgen heeft voor de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied’.

Het voorzorgsbeginsel is vastgelegd in internationale verdragen en in artikel 6 lid 3 van de Europese Habitatrichtlijn. Daaraan moeten de lidstaten voldoen. 

Maar Jaspers wil er niet van weten. Hij noemt het voorzorgsbeginsel ‘een wetenschappelijke dooddoener’. 

De jurist Backes is met Jaspers van mening dat het voorzorgsbeginsel strikt wordt uitgelegd, maar rechters kunnen volgens hem niet anders. ‘Ze zijn streng in de leer, omdat het Europese Hof van Justitie het zo voorschrijft. Ze hebben op dit moment weinig andere keuze.’ 

Hartelijk lachen

Minister Van der Wal klinkt volgens Jaspers als een sektelid en ambtenaren, wetenschappers en consultants zitten in een bubbel. 

Dan is er Johan Vollenbroek, in de woorden van Jaspers ‘de alleenheerser’ van de organisatie Mobilisation for the Environment (MOB), aan wie hij maar liefst drie pagina’s wijdt. 

De chemicus en milieuactivist Vollenbroek en MOB zouden de afgelopen jaren veel geld hebben binnengehaald met de Wet openbaarheid van bestuur (sinds 2022 de Wet open overheid) door op grote schaal procedures te starten die het ministerie onmogelijk op tijd kan afhandelen.

‘Bij tientallen overschrijdingen van de termijnen tikt dat lekker aan,’ aldus Jaspers. Hij schrijft dat de rechter niet anders kan dan per overschrijding een dwangsom opleggen van 1260 euro. 

Vollenbroek moet hartelijk lachen. ‘De schrijver van dit boek is niet goed geïnformeerd.’ 

Dat klopt. Tot 1 oktober 2016 kregen indieners van een Wob-verzoek automatisch 1260 euro wanneer de overheid de beantwoordingstermijn overschreed. Dat leidde tot misbruik en daarom is de wet aangepast. Sindsdien kunnen alleen dwangsommen worden opgelegd na tussenkomst van de rechter. 

‘Overigens hebben wij nooit veel geld binnengekregen op grond van termijnoverschrijdingen,’ zegt Vollenbroek. ‘MOB doet maar heel beperkt Wob-verzoeken. Die zijn op de vingers van een hand te tellen.’

Jaspers stelt dat MOB op nog een andere manier aan zijn tegenpartijen ‘probeert te verdienen’. 

Als voorbeeld noemt hij een claim die MOB zou hebben ingediend bij het ministerie van Landbouw voor tienduizenden euro’s aan proceskosten in 86 zaken, die onderling erg op elkaar leken. De rechter gaf MOB gelijk en vernietigde de natuurvergunningen van agrariërs in Friesland. 

Vollenbroek laat weten dat zijn juridisch adviseur nooit een claim heeft ingediend bij het ministerie van Landbouw. 

‘Trumpiaanse riooljournalistiek’

En dan is er nog de factuur van ruim 150.000 euro die MOB naar de gemeente Harlingen zou hebben gestuurd voor een advies over de in 2013 gebouwde Reststoffen Energie Centrale. 

Jaspers rijgt volgens Vollenbroek ook hier de feitelijke onjuistheden aan elkaar. 

MOB is in 2014 voor technisch advies ingehuurd door de GGD Friesland, maar nooit door Harlingen. Evenmin heeft MOB het besluit om daar een verbrandingsoven te bouwen ‘tot aan de Raad van State kapotgeprocedeerd’, zoals Jaspers in zijn boek beweert. 

Stichting Agrifacts, een mede door lobbygroepen en de agro-industrie gefinancierde organisatie, wekte in 2020 de suggestie dat Vollenbroek in ruil voor geld afzag van juridische procedures om de bouw van de verbrandingsoven te blokkeren. Een suggestie die alleen al door de chronologie kant noch wal raakt en ook direct door Vollenbroek werd ontkracht. Hij werd immers pas door de GGD ingehuurd toen de afvaloven allang in bedrijf was en alle procedures achter de rug waren. 

Op Twitter beschreef Vollenbroek de aantijging destijds als ‘een stukje ‘Trumpiaanse riooljournalistiek’. Desondanks brengt Jaspers de zaak opnieuw onder de aandacht, zonder dat hij Vollenbroek benaderde voor weerwoord. 

Jaspers noemt Mobilisation for the Environment een ‘grotendeels zelfrijzende serieprocedeermachine’ waarmee ‘het inkomen van Vollenbroek en de continuïteit van MOB [is] verzekerd’. Ook voor deze beschuldiging vroeg Jaspers geen weerwoord, en hij toont geen documenten ter onderbouwing.

Vollenbroek laat weten dat ook hier ‘geen bal klopt’: ‘Er gaat geen cent naar mij toe, ik heb een goed pensioen en heb het geld dus niet nodig. Ik verdien er niets aan, het kost me alleen maar bakken met tijd.’ 

FOUTJE: GEEN OTTERS MAAR BEVERS

Jaspers beschuldigt Staatsbosbeheer van ‘hobbyisme’ en geeft daarvan een ‘in het oog springend voorbeeld’: het opnieuw introduceren van in Nederland uitgestorven otters. 

Het op deze manier ‘opplussen’ van dierenpopulaties gebeurt volgens hem ‘puur op initiatief van natuurbeheerders en natuurorganisaties’. 

Bovendien, beweert hij, kan de otter ‘nog een serieus probleem’ worden: ‘Dit schattige beestje graaft graag in tunnels en dijken.’ 

Volgens Jaspers is ook ‘recent bekend geworden dat de eerste otters om die reden door Staatsbosbeheer zijn afgeschoten’.

Hoe zit het echt?

Allereerst graven otters geen tunnels in dijken, dat doen bevers. Daarnaast zijn in Nederland geen otters afgeschoten, en al helemaal niet door Staatsbosbeheer, zegt woordvoerder Marcel van Dun. Ook een zoektocht in krantenarchieven levert geen resultaat op. 

De bever is uitgezet en tussen december 2018 en april 2019 zijn er op verzoek van Waterschap Limburg zeventien gedood. Waterschap Rivierenland liet in oktober vorig jaar bevers afschieten bij Wamel, en in januari van dit jaar aan de Waaldijk bij Dodewaard

De dammen die bevers aanleggen, zorgen voor een hogere waterstand die weer leidt tot drassige landbouwgronden. De gangen die ze graven vormen een risico omdat ze bij hoogwater kunnen leiden tot een dijkbreuk. Daarom worden overlast gevende bevers in het uiterste geval soms afgeschoten. 

Het herintroduceren van otters en bevers is in elk geval geen hobbyproject van natuurorganisaties, zegt Van Dun van Staatsbosbeheer. ‘Zo’n besluit wordt genomen door de minister van Landbouw en Natuur.’

INKLAPPEN

In een open brief aan Jaspers neemt Vollenbroek vrijdag 21 april geen blad voor de mond. Hij noemt het boek ‘satire en cabaret’ gestoeld op ‘leugens, halve leugens en verdraaiingen van feiten en directe aanvallen op politici, wetenschappers en natuurbeschermers’. 

Op Twitter erkent Jaspers enkele feitelijke onjuistheden. Die zullen in de volgende druk van zijn boek worden aangepast. Hij blijft bij zijn beweringen over het verdienmodel van MOB en de betrokkenheid van die organisatie bij de afvaloven in Harlingen. 

Zeker is dat Arnout Jaspers met zijn boek de discussie over de stikstofcrisis tot nieuwe hoogten heeft weten op te stuwen. Maar het is de vraag of hij het debat echt verder helpt. 

Teo Wams van Natuurmonumenten noemt het ‘frustrerend en verdrietig’ dat de stikstofdiscussie met zoveel fabels is omgeven. ‘Het maakt besluitvorming lastig en trager, terwijl de natuur gebaat is bij snelle actie.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.