zondag 31 januari 2016

Oorlog tegen mensenrechten




“De enige democratie in het Midden-Oosten” opent heksenjacht op mensenrechtenverdedigers die bezetting bekritiseren
  
 
Nieuwsbrief, 29 jan 2016




Israël voert heksenjacht op mensenrechtenverdedigers die de bezetting bekritiseren

Israëlische regering en extremisten willen mensenrechtenorganisaties breken

Oorlog tegen mensenrechten

De Israëlische vredesactiviste Orly Noy publiceerde afgelopen week het artikel “The Israeli Left must realize it is at war”. Daarin slaakte zij deze noodkreet:

“The time has come to say it openly: we are at war, and we must think long and hard about how to prepare ourselves. It is unthinkable that we will play by the rules of the game while our friends are being hunted. It is unthinkable that we will play according to the “rules of democracy” as fascism becomes the new state religion. Our silence today will only serve as the basis upon which our friends will be arrested tomorrow. Now is the time to break that silence.”

Harde taal – maar de politieke en maatschappelijke realiteit in Israël biedt alle aanleiding daartoe. Extreem-nationalistische activisten, veelal kolonisten, hebben een heksenjacht ontketend op Israëls mensenrechtenverdedigers. Zij infiltreren mensenrechtenorganisaties, laten mensenrechtenadvocaten bespioneren en fabriceren absurde verdachtmakingen.

In december publiceerde de extreemrechtse organisatie Im Tirzu een opruiende video waarin vertegenwoordigers van vier prominente mensenrechtenorganisaties met naam en foto werden gebrandmerkt als buitenlandse infiltranten die Palestijnse terroristen steunen.

Onder hen een medewerker van de Public Committee Against Torture in Israel, een organisatie die subsidie ontvangt van de Nederlandse regering. De bezwerende voice-over waarschuwt: “Before the next terrorist stabs you, he already knows that Yishai Menuhin, a planted agent belonging to Holland, will make sure to protect him from a Shin Bet interrogation”.

De drie andere mensenrechtenorganisaties die Im Tirzu aan de schandpaal nagelt, zijn: Breaking the Silence, Hamoked en B’Tselem – onze partners in Israël.
 

Solidariteitsmars in Tel Aviv voor Israëlische mensenrechtenorganisaties (foto: ActiveStills)

Vóór bezetting, tégen democratie

In zijn artikel “It’s open season on anyone opposing the occupation” legt de Israëlische vredesactivist Noam Sheizaf haarfijn uit waar het de extreemrechtse actievoerders om te doen is: alle verzet in Israël tegen de bezetting breken. Daarom is hun aanval zo persoonlijk: ze willen de voorvechters van de Israëlische mensenrechtenbeweging uitschakelen.

Praktijken zoals we die nu in Israël zien doen denken aan autoritaire staten. Herinneringen dringen zich op aan de Stasi, de inlichtingendienst in de voormalige DDR die politieke tegenstanders kapot maakte, vaak via infiltratie. In dit geval moge het gaan om activisten van rechtse organisaties – maar die coördineren met de Israëlische politiek en ontvangen zelfs subsidie van de Israëlische overheid.

Er is onmiskenbaar sprake van een rolverdeling. De Israëlische regering instrueert het Israëlische leger om de Palestijnen onder militaire bezetting te houden en laat op grote schaal nederzettingen bouwen. Mensenrechtenorganisaties leggen de ernstige schendingen bloot die dat veroorzaakt. Rechtse extremisten intimideren en ontregelen die organisaties vervolgens.

De rol van de Israëlische politiek reikt verder. Diverse leden van het Israëlische parlement, de Knesset, hebben voorstellen ingediend voor wetgeving die de werkzaamheden van mensenrechtenorganisaties ernstig zou belemmeren.

Vermoedelijk aankomende maandag zal worden gestemd over een wetsvoorstel dat mensenrechtenorganisaties als buitenlandse infiltranten stigmatiseert en hen dwingt tot achter de komma verantwoording af te leggen over buitenlandse subsidies, vooral van de Europese Unie – terwijl rechtse kolonistenorganisaties ongestoord en in het geheim vanuit Amerika gefinancierd kunnen worden. De Israëlische minister van Justitie en premier Netanyahu steunen dat wetsvoorstel. Het zal zo goed als zeker aangenomen worden.

Minister van Cultuur Regev, net als Netanyahu lid van de Likoed-partij, werkt intussen aan een nieuw wetsvoorstel dat erin voorziet dat kunstenaars die de Israëlische staat bekritiseren geen beroep meer kunnen doen op overheidssubsidies. Daaronder valt het ventileren van kritiek op de bezetting en op de achterstelling van Palestijnse burgers in Israël. Minister Regev spreekt zelf van de “culturele loyaliteitswet”. Het doet denken aan de repressie van dissidenten in Rusland en China.

Onze bestuursvoorzitter Jaap Doek zei het al in oktober, in zijn column “Israël is de weg kwijt”: om de bezetting te handhaven breekt Israël zijn eigen democratie af.


Bezetting in beeld: Palestijnen in de rij voor een Israëlisch checkpoint (foto: ActiveStills)

De bezetting: een internationaal probleem

De bezetting is geen interne aangelegenheid van Israël, maar een internationaal probleem. Dat geldt ook voor pogingen om Israëlische organisaties en activisten die de bezetting bekritiseren kapot te maken.

Positief is dat de Amerikaanse regering het antidemocratische wetgevingsoffensief tegen mensenrechtenorganisaties openlijk heeft bekritiseerd. De Europese reactie is tot nu toe lauw. In hun gezamenlijke standpuntbepaling na de EU-Ministerraad van Buitenlandse Zaken op 18 januari gingen de 28 EU-lidstaten niet verder dan:

“The Council highlights the importance of unhindered work of civil society both in Israel and the occupied Palestinian territory and follows recent developments in this regard with concern.”

Daar zullen ze in Israël niet van onder de indruk zijn.

In de Tweede Kamer heeft minister Koenders zijn zorgen geuit, op aandringen van GroenLinks en andere partijen ter linkerzijde. Maar wat de Nederlandse regering tot dusver zegt en doet is vrijblijvend en zet geen zoden aan de dijk.

Wil Europa voorkomen dat de Israëlische regering de mensenrechtenbeweging te gronde richt, dan zal het zwaarder geschut moeten inzetten. Zoals een gefaseerde opschorting van de samenwerking met Israël – die berust immers op gedeelde waarden, waaronder “mensenrechten” en “democratische principes”. Niemand kan met droge ogen beweren dat daar nog sprake van is.
 

De Israëlische nobelprijswinnaar en auteur Amos Oz steunt B'Tselem

Nederlandse parlementariërs bieden podium aan extremisten

Helaas zijn er ook krachten in Nederland die de extremisten in Israël een podium bieden. Onder hen de Kamerleden Van Klaveren en Bontes, die zich in 2014 van de PVV hebben afgesplitst. De PVV maakte het al bont en wordt nu door Van Klaveren en Bontes rechts ingehaald.

Op basis van gefabriceerde verdachtmakingen van Israëlische extremisten stelden zij Kamervragen “over een subsidie aan hulporganisatie B’Tselem die Palestijnse doodseskaders faciliteert”.

B’Tselem is een uitermate professionele en betrouwbare mensenrechtenorganisatie, die in 2009 de Geuzenpenning won. Het is beschamend dat Nederlandse volksvertegenwoordigers zich ervoor lenen deze nobele organisatie zo schaamteloos te belasteren, te meer omdat zij de eed hebben afgelegd de Grondwet te dienen. Daarin staat dat de regering de internationale rechtsorde bevordert.

Terwijl de politiek nalaat de Israëlische bezetting in te dammen, richt Human Rights Watch de schijnwerper op Israëlische en internationale bedrijven die de bezetting steunen en in stand houden. Het nieuwe rapport “Occupation, Inc.: How Settlement Businesses Contribute to Israel’s Violations of Palestinian Rights” wil ik u van harte aanbevelen.
 

Wij allen moeten alert zijn dat we de bezetting niet legitimeren en steunen. Zo verdient de populaire website Airbnb geld met accommodaties in nederzettingen die ook nog eens geadverteerd worden als bestemmingen in Israël. Aan dit soort misstanden moet dringend een eind komen.

Hartelijke groet,

Erevoorzitter The Rights Forum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.