woensdag 22 maart 2023

Klein tegen de grote politie : Demonstratierecht in de knel

 





Onderzoek Demonstratierecht in de knel

Klein tegen de grote politie

De sfeer tussen demonstrant en autoriteiten verhardt. De politie arresteert en slaat vaker, burgemeesters leggen striktere regels op en demonstranten worden nauwlettend gevolgd. ‘Ze hebben me radicaal gemept.’


Dit is een onderzoek van de Investico masterclass

Van september 2022 t/m maart 2023 hield de masterclass onderzoeksjournalistiek van Investico en De Groene Amsterdammer zich bezig met de vraag: hoe makkelijk kan je nog demonstreren in Nederland? Het onderzoek vond plaats onder begeleiding van Investico-hoofdredacteur Thomas Muntz, Groene-redacteur Coen van de Ven en Investico-redacteur Emiel Woutersen. Voor dit artikel vroegen we honderden brieven van burgemeesters aan demonstranten op, verzamelden we scenario's waarmee de politie protestacties handhaaft en ontvingen we van 67 demonstranten dossiers waarin te zien stond dat de politie hun persoonsgegevens en zelfs die van hun ouders en kinderen verzamelde.

‘Zeig dich! Versteck dich nicht’ – laat jezelf zien, verstop je niet, buldert metalband Rammstein door het donkere busje. Binnen zit een tengere geschiedenisdocent in opleiding, in zijn vrije tijd is hij bestuurslid bij de lokale sociaal-democraten. Door de denderende muziek hoort hij niet wat er buiten gebeurt, plastic tie-wraps knellen om zijn polsen. Een gemaskerde agent van de Mobiele Eenheid (ME) opent de deur, hij wil een foto maken en trekt Ruben Schilt aan zijn zwarte krullen voor de lens. Die stribbelt tegen, steekt zijn tong uit, de camera flitst. Schilt voelt een vuist tegen zijn neus, vertelt hij achteraf, hij schreeuwt het uit, zijn neus bloedt. ‘Heb je ooit wel eens een pak rammel gehad?’ roept de agent. De deur slaat dicht, snoeiharde gitaren suizen door z’n oren.


Een half uur eerder liep Schilt (20), die zijn oma nog zo beloofde naar ‘oom agent’ te zullen luisteren, op een winderige Erasmusbrug tegen een muur van politie aan. Die hield daar in oktober 2021 de Rotterdamse Woonopstand tegen. Een agent met schild duwde de jongen naar achteren, hij duwde terug, binnen een paar tellen overmeesterden acht ME’ers hem. Met zijn gezicht tegen een busje gedrukt hoorde hij een agent zeggen dat zoveel man niet nodig was om ‘iemand als jou’ te arresteren. Hij werd aangehouden voor opruiing. ‘Pas op, camera’s’, hoorde hij, ‘we plaatsen hem eerst in onze bus!’


Zes Rammstein-nummers lang zit Schilt in het ME-busje. ‘Heuuuh, Ruben Schilt!’ hoort hij ME’ers aan de andere kant van de geblindeerde tussenwand roepen. Ze zetten hun maskers af, pakken broodtrommels en flesjes cola. Door het raampje ziet Schilt zijn vrienden lopen. Gelukkig, denkt hij, ze hebben niet de hele Erasmusbrug ‘aan de kant gemept’. Op het politiebureau gaat hij op de foto, onder zijn neus kleeft een streep gestold bloed. De tie-wraps zitten zo strak dat het twintig minuten duurt om ze los te knippen, weet hij nog. Schilt legt een verklaring af, een aanklacht volgt er nooit. Als hij meer dan een jaar later terugdenkt aan wat er op de Erasmusbrug gebeurde, zegt hij: ‘Ze hebben me radicaal gemept.’

In tien jaar tijd nam het aantal demonstraties in Nederland enorm toe. Vooral in Amsterdam schoten de cijfers omhoog, van 260 protesten in 2013 naar 1510 in 2022. Het begon met anti-Zwarte-Piet-demonstranten die sinds tien jaar ‘in sight and sound’ bij Sinterklaas-intochten protesteerden. De beweging toonde andere actiegroepen dat demonstreren moet ‘schuren’ wil het effect sorteren.

Actievoerders omzeilden al ‘koffiedrinkend’ de coronamaatregelen, reden op trekkers naar Den Haag en provinciehuizen, en plakten zichzelf vast om aandacht te vragen voor klimaatverandering. Met een spandoek op het Malieveld staan levert volgens deze actievoerders onvoldoende politieke en maatschappelijke reuring op. De ‘nieuwe demonstrant’ bezet liever een gebouw of weg.

Burgemeesters moeten demonstraties met een onderbezet politiekorps ondersteunen. De massabijeenkomsten tijdens corona betekenden extra besmettingen en gevaar voor de volksgezondheid, de wegblokkades van boeren of Extinction Rebellion hinderen het verkeer. Burgemeesters, verantwoordelijk voor de openbare orde, zitten met de handen in het haar.

De relatie tussen autoriteiten en demonstranten wordt steeds grimmiger. Volgens Amnesty International beschermen overheden het demonstratierecht onvoldoende. Bij actievoerders bestaat de indruk dat de politie de laatste jaren eerder en harder ingrijpt. Er is toenemende maatschappelijke verontwaardiging over toenemend politiegeweld bij demonstraties.

Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico en De Groene Amsterdammer onderzochten daarom de feiten. Met behulp van openbare bronnen legden we een dataset van overheidsoptreden bij demonstraties aan. Via de Wet open overheid (Woo) analyseerden we de beperkingen die gemeenten voorafgaand aan protest opleggen en aan de hand van politiedraaiboeken onderzochten we hoe agenten zich op demonstraties voorbereiden.

Uit alles blijkt: sinds corona grijpen autoriteiten vaker in. Tijdens de pandemie werd er frequenter preventief gefouilleerd, kwam er meer noodwetgeving die demonstraties beperkte en werden protesten vaker dan daarvoor op voorhand verboden. De politie arresteerde meer demonstranten en gebruikte vaker geweld. Dit is na de pandemie niet veranderd, blijkt uit ons data-onderzoek. De overheid blijft bij demonstraties hard ingrijpen.

Drempels worden niet alleen tijdens maar ook voorafgaand en na afloop van het protest opgeworpen. Gemeenten leggen actievoerders steeds meer knellende voorwaarden op. Het Openbaar Ministerie probeert de strafmaat van demonstranten die de wet overtreden op te rekken. Wanneer zij via een klachtenprocedure bij de politie verhaal willen halen over politiegeweld stuiten ze op een muur. Tegelijkertijd gebruikt de politie betaalde informanten en intensieve surveillance om vreedzame demonstranten in de gaten te houden. ‘De zorgen over ondermijning van de democratie zijn terecht’, zegt een ervaren ex-agent die veel met demonstranten werkte.

Extinction Rebellion blokkeert de A12. Den Haag, 28 januari 2023 © Joris van Gennip / ANP

‘Protest verloopt in golven’, zegt socioloog Jacquelien van Stekelenburg van de Vrije Universiteit. In 1966 gooiden provo’s rookbommen richting de Gouden Koets; de krakersrellen van 1980 (‘Geen woning geen kroning’) veranderden Amsterdam in een slagveld. In 1983 vond het grootste Nederlandse protest ooit plaats: een half miljoen mensen demonstreerde op het Malieveld tegen kernraketten. ‘Tegenwoordig verlopen acties in ieder geval kleinschaliger’, zegt Van Stekelenburg.

Eind jaren tachtig ontstaat iets dat je ‘polderend protest’ zou kunnen noemen. De Wet openbare manifestaties (Wom) uit 1988 voorziet overheid en demonstrant van vrijheden én spelregels: organisatoren sturen de burgemeester vooraf een ‘kennisgevingsformulier’ met details over hun protest, die reageert met een ‘wom-brief’ waarin hij voorwaarden aan de actie stelt. Volgens de wet mag de burgemeester alleen ingrijpen bij (dreiging van) ‘wanordelijkheden’ of ter bescherming van het verkeer of de volksgezondheid.

Al tien jaar lang danst Mike Vermaak uit protest. Hij is de hoofdorganisator van Amsterdam Danst Ergens Voor (ADEV), een parade die vooral opkomt voor kraakpanden en culturele vrijplaatsen. Vermaak zag hoe het gepolder met de gemeente langzaam verwerd tot een bureaucratische hindernisbaan. ‘U bent zelf verantwoordelijk voor een ordedienst en verkeersregelaars’, leest hij in de lijst voorwaarden van afgelopen jaar. Onder de vorige burgemeester Eberhard van der Laan kreeg hij zo’n brief niet. Maar nu Femke Halsema de ambtsketting draagt, krijgt hij een lange brief die het resultaat is van verschillende ‘kopjes koffie’ met de gemeente. De brief zit twee dagen voor het protest in zijn mail. ‘Probeer dan nog maar eens de voorwaarden aan te vechten.’ Ook de politie stelt eisen: de route moet langs brede straten voeren, ‘zodat ze snel en overal kunnen optreden’.

Als de optocht van dertien kleurrijke wagens met elk een eigen muziekinstallatie wil vertrekken, duiken er plots twee ambtenaren met blocnotes op. ‘Een kleine verkeerstechnische controle’, hoort Vermaak. ‘Nou, die bleek nogal grondig. Ze bekeken het bandenprofiel en vroegen hoeveel mensen van plan waren om op de laadklep te gaan staan.’ Pas na flink wat overleg krijgt de stoet groen licht.

De ervaringen van Vermaak staan niet op zichzelf. We vroegen met een beroep op de Wet open overheid (Woo) 373 brieven op die burgemeesters van zestien steden in de voorbije tien jaar naar organisatoren van demonstraties stuurden. Uit onze analyse blijkt dat tweederde van de onderzochte gemeenten steeds meer beperkingen in hun brieven zet. In Maastricht zijn spandoeken bij een boerenprotest bijvoorbeeld helemaal verboden, deelnemers moeten ook de sleutels van hun trekker inleveren. Leeuwarden bepaalde dat dierenrechtenactivisten voorbijgangers geen beelden van slachthuizen en dierenmishandeling mogen tonen. In Utrecht duikt een verbod op ‘discriminerende uitlatingen’ op. ‘Deze beperkingen gaan lijnrecht tegen de wet in’, zegt universitair docent demonstratierecht Berend Roorda van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Zo’n verbod op discriminerende uitlatingen mag niet; burgemeesters mogen zich helemaal niet bemoeien met de inhoud van een protest.’

Veel voorwaarden getuigen van aanzienlijk wantrouwen jegens demonstrerende burgers. In Zwolle mogen demonstranten hun gezicht niet bedekken met een sjaal of capuchon. ‘Eventuele spandoeken zijn niet voorzien van dikke stokken’, staat in een brief uit Eindhoven. Deze voorwaarden duiken ook elders in het land op; veel burgemeesters zetten standaard beperkingen in hun brieven. Dat laatste ‘is zeer twijfelachtig’, zegt Roorda. ‘Iedere demonstratie moet op de eigen merites worden beoordeeld.’

Er komen ook opmerkelijke combinaties voor, bijvoorbeeld in Utrecht. Vredesdemonstranten kregen er een wapenverbod, dierenactivisten moesten hun ‘kadavers’ thuislaten en wie protesteerde tegen Zwarte Piet mocht geen racistische leuzen verspreiden.

Opmerkelijk genoeg blijven bij enkele gemeenten restricties die tijdens corona werden ingevoerd ook zonder gezondheidscrisis in de brieven staan. Zo verruilde Rotterdam in de coronaperiode een verwacht aantal mensen voor een streng maximum aantal; Amsterdam introduceerde de eis dat versterkte muziek ‘ondersteunend moet zijn aan de boodschap’. Dat deze voorwaarden ook na de pandemie opduiken ‘roept toch vraagtekens op’, zegt Roorda.

Sinds de coronacrisis grijpen burgemeesters ook vaker naar zware bestuurlijke middelen. Een inventarisatie van openbare bronnen toont dat burgemeesters vaker ‘veiligheidsrisicogebieden’ creëren, om demonstranten preventief te kunnen fouilleren. Dat gebeurde twaalf keer in het coronajaar 2021 en vier maal in het jaar na de pandemie, terwijl er voordien, in 2019, helemaal niet preventief gefouilleerd werd. Hetzelfde geldt voor noodbevoegdheden, die burgemeesters alleen mogen inzetten bij ‘ernstige wanordelijkheden of rampen’. Het zwaarste middel, het noodbevel, werd in 2019 drie keer gebruikt, klom in 2021 naar 27, maar werd in 2022 nog steeds twaalf keer ingezet. ‘Noodwetten zijn bijna een blanco cheque waar je als burgemeester niet te snel naar mag grijpen’, zegt Adriaan Wierenga, universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen gespecialiseerd in noodrecht.

De duizenden dansende demonstranten van ADEV laten de pret niet bederven door de bestuurlijke bemoeienissen. Er loopt zelfs een clown mee in de optocht, met feestneus en een grote bos heliumballonnen. Politie is nadrukkelijker aanwezig dan voorheen; ME te paard kijkt toe, agenten in burger, zogeheten ‘stillen’, mengen zich in de massa. ‘Alle stillen uit de demoooo!’ roept iemand. Dat blijkt een onverstandige zet: de stille agenten overmeesteren de man direct en voeren hem af in een busje.

Op het Museumplein overlegt Mike Vermaak druk met de politie: de opstelling van de muziekwagens moet anders, en niemand mag op het gras. Als hij zich omdraait ziet hij de clown van daarnet, omringd door vier ME’ers. ‘Ze probeerden zijn ballonnen af te pakken. Ze gooiden hem op de grond, agenten drukten knieën in z’n nek.’ Hoog boven het plein vliegen de ballonnen weg. Eenmaal op het politiebureau vertelt de hulpofficier van justitie aan de clown dat hij het werk van de ‘bereden politie’ hinderde. Zijn outfit en ballonnen maakten de paarden bang.

Gegevens over hoe de overheid demonstraties inperkt zijn er niet. Daarom onderzochten we hoe het demonstratierecht zich in tien jaar (2013-2022) in de praktijk ontwikkelde aan de hand van openbare bronnen zoals nieuwsartikelen en politiepersberichten. We telden voor 1283 demonstraties hoe vaak de politie arresteert en geweld gebruikt en hoe vaak burgemeesters juridische beperkingen inzetten. Ook analyseerden we 373 brieven met voorwaarden die zestien gemeenten naar demonstranten stuurden. We bekeken ruim zeventig draai­boeken die de politie bij demonstraties gebruikt, bezochten een tiental protesten en spraken een honderdtal demonstranten, politiefunctionarissen, burgemeesters en experts.

Voorbeeld van een van de 373 brieven (Wom-brief ADEV, 20-10-2022)

De burgemeester van Staphorst schuift de vitrage voor het raam van zijn werkkamer opzij en wijst naar buiten. ‘Daar was het vak, achter de heg.’ Links van het marktplein ligt de grasstrook waar Kick Out Zwarte Piet afgelopen november had moeten demonstreren. De dag voor de intocht is het veldje met rood-wit lint afgezet. Na dagenlange voorbereiding trekt burgemeester Jan ten Kate met een gerust gevoel de deur van het gemeentehuis achter zich dicht: ‘Alle scenario’s om de demonstratie mogelijk te maken zijn met expertise van de politie uitgewerkt.’

De volgende dag neemt een kleine tweedeursauto met vijf demonstranten de afrit op de A28 naar Staphorst. Aan het stuur zit ‘Henk’, die niet met zijn echte naam in de media wil. Plots doemt er een schreeuwende menigte op. Ze dragen klompen, veiligheidsschoenen, fluorescerende werkkledij of pietenpakken, veel gezichten zijn zwart geschminkt. In de berm staan families met kinderen, lachend wijzen ze naar de auto. De meute trekt de zijspiegels en ruitenwissers van de auto en gooit eieren, melk en stenen. De wielen komen van de grond, ze proberen de auto op z’n kop te duwen. De inzittenden kunnen geen kant op. Van buiten opent iemand het portier, de wagen vult zich met een penetrante benzinegeur. Henks gezicht is besmeurd met olie. De massa steekt fakkels en vuurwerk aan. Nergens is politie.

Dan ziet Henk een gat in de menigte en geeft vol gas. Met het portier open, uit de auto leunend om zicht op de weg te houden, scheurt hij met een razende vaart over het fietspad; meerdere auto’s achtervolgen hem. Op een rotonde passeert Henk een politiewagen, die verroert zich niet. Weken later ontvangt hij een boete van 160 euro voor rijden op het fietspad.

Sinds 2013 kregen KOZP-demonstranten bij minstens achttien demonstraties met geweld te maken: eerst van agenten, daarna door vijandig publiek dat met eieren en stenen gooide of de weg versperde. KOZP-demonstranten werden de voorbije tien jaar meer dan twee keer zo vaak gearresteerd als de gewelddadige tegenkrachten die hun protestacties probeerden te beletten, blijkt uit onze demonstratiedatabase.

Toch houdt de actiegroep nauw contact met de politie. In de dagen voor het protest in Staphorst regent het online bedreigingen. ‘Haal de hooivorken al vast uut het schuurke, de gekken komen eraan’, schrijft iemand. Een ander: ‘Ketting aan de enkels en achter de auto hangen. Kaal tot op het bot.’ Marisella de Cuba, vaste organisator van KOZP-protesten, stuurt de politie een bloemlezing van dertig screenshots vol haat en spreekt zeker vijf uur met agenten over alle mogelijke gevaren. Ze vreest voor herhaling van het scenario met de ‘blokkeerfriezen’ uit 2017.

‘Welkom bij KOZP-tours!’ zegt De Cuba als de demonstranten in de bus naar Staphorst stappen. Twee undercover-politie-auto’s begeleiden de KOZP-colonne vanaf Zwolle. Hoe kan een konvooi met zo weinig politiebegeleiding in hemelsnaam samenblijven? vraagt De Cuba zich nog af. Onderweg springt het stoplicht op rood. Henks kleine auto zit achteraan, er volgt geen politie. Ik vind het wel, denkt Henk en remt. De KOZP-karavaan ziet hij kleiner worden. Tien minuten later neemt hij, net als twee andere achtergebleven auto’s, de afrit bij het bordje ‘Staphorst’.

‘Dat ze die afslag zouden nemen en dat het daar zo grimmig was, heeft ons allemaal overvallen’, zegt burgemeester Ten Kate. ‘Dat stond namelijk niet in de scenario’s.’ Drie weken later lopen ambtelijke hulptroepen en een ingevlogen voorlichter nog steeds door de gangen van het gemeentehuis. Op de dag van de intocht nam de politie een kamer in waar agenten op grote schermen live meekeken naar de belaging van de demonstranten. ‘Dat zijn beschermde beelden dus zelf heb ik die niet gezien’, zegt de burgemeester, ‘maar wie ze wel zag kwam danig geschrokken naar buiten.’

Zo’n ruimte vol schermen en politiecommandanten is het resultaat van wat in bestuurlijk jargon de ‘Staf Grootschalig Bijzonder Optreden’ (SGBO) heet. Dit zijn teams die de politie niet alleen gebruikt bij grote, risicovolle manifestaties, maar ook bij voetbalwedstrijden. Algemeen commandant Albert van de Wetering stond begin deze eeuw aan de wieg van deze aanpak, en zocht met collega’s en de toenmalige korpschef hoe ‘rellen voor te zijn en kordaat te kunnen ingrijpen’. De truc, vonden ze, is informatiewinning: ‘Welke risico’s zijn er? Hoe realistisch zijn die?’ De verzamelde gegevens leidden tot allerlei scenario’s. ‘Wat te doen bij noodweer, een tegendemonstratie of vuurwerk? Wanneer grijpen we in? De scenario’s’, zegt Van de Wetering, ‘worden steeds talrijker en gedetailleerder.’

Via de Wet open overheid vroegen we bij alle tien politie-eenheden ruim zeventig SGBO-draaiboeken op van demonstraties in de afgelopen tien jaar. Maar de politie doet geheimzinnig over de scenario’s en strategieën, politiejuristen lakten bijna alles zwart.

Uit wat we wél kunnen lezen blijkt dat de politie soms weinig verschil ziet tussen een demonstratie en een voetbalwedstrijd. Zo verwijst de politie Den Haag bij een klimaatprotest in 2019 naar ‘de Voetbalwet’, die de burgemeester en het OM extra bevoegdheden verleent voor preventief ingrijpen bij voetbalvandalisme. In het draaiboek van een Eindhovense Black Lives Matter-demonstratie uit 2020 moeten demonstranten die ‘zich manifesteren als voetbalsupporters’ en ‘geen geldig toegangsbewijs voor de wedstrijd hebben’ op politiebevel de gemeente verlaten. Waarom de politie voetbalwetgeving opneemt in de draaiboeken van vreedzame demonstraties is onduidelijk. Als er voetbalsupporters demonstreren, is er dan geen verschil tussen een hooligan bij een voetbalwedstrijd en een die zijn grondrecht uitoefent? ‘Misschien wel’, zegt agent Leo de Haan, leidinggevende bij de eenheid Midden-Nederland. ‘Maar ze kunnen dat recht ook misbruiken om gewoon lekker te rellen.’

Uit de tientallen draaiboeken die we analyseerden, stijgt een spookbeeld op van de hedendaagse demonstrant. Deze wordt vergeleken met hooligans, zeer gewelddadig ingeschat en verward met krakers. Zo staat in het draaiboek van een Utrechtse demonstratie tegen coronamaatregelen de voorspelling dat verschillende groepen hooligans ‘hun rivaliteit opzij zetten om samen een vuist te maken tegen de overheid en daarbij confrontaties niet uit de weg gaan’. Tijdens het protest doen agenten ruim honderd preventieve fouilleringen, een wapen vinden ze niet. In de politiedocumenten voor de Woonopstand in Rotterdam in 2021 staat: ‘Leden van een Zwart Blok zijn bereid om tegenstanders (bijvoorbeeld politie) met geweld tegemoet te treden.’ Op dat protest omsingelden agenten het Zwarte Blok en vonden uiteindelijk één aardappelschilmesje. De informatie over het Zwarte Blok waarop de politie zich baseerde, kwam rechtstreeks van Wikipedia.

Demonstranten van Kick Out Zwarte Piet worden opgewacht bij de afrit van de A28. Staphorst, 19 november 2022 © Martijn Bijzitter

Bij blokkades, bijvoorbeeld van privé-jets op Schiphol of de A12 in Den Haag, zien demonstranten agenten rondlopen met ‘smoelenboeken’, stapels A4’tjes met foto’s waarmee de politie naar eigen zeggen ‘notoire ordeverstoorders’ identificeert. Tijdens een grote demonstratie zorgen camera’s en drones, zoemend boven de menigte, ervoor dat de politie elke stap van demonstranten kan gadeslaan. Voorafgaand aan een protest speurt de politie naar eigen zeggen met automatische nummerplaatherkenning naar ‘notoire plegers van ernstige openbare-ordeverstoring’.

Tijdens een protest vraagt de politie om de haverklap je identiteitskaart op, vertellen demonstranten. Dat geeft actievoerders een onaangenaam gevoel – en dat is precies de bedoeling, blijkt als we de klachten voorleggen aan de politie. ‘Mensen voelen zich nu eenmaal gesterkt in een groep’, zegt agent Leo de Haan. Hij was erbij op verschillende demonstraties, zowel als ‘platte pet’ als later in de speciale demonstratieteams. De politie wil betogers uit de comfortabele anonimiteit van de massa halen, zegt De Haan. ‘Door mensen preventief aan te spreken en hun ID op te vragen, laat je hun weten: “Ik heb je gezien.”’

Het blijft niet bij nummerplaatherkenning en identiteitskaarten opvragen. De digitale systemen van de politie, waarmee ze bijvoorbeeld meldingen verwerken en dossiers opstellen, zijn bijna altijd gekoppeld aan een landelijke database, de basisregistratie personen (BRP). Daarin staat informatie over elke Nederlandse burger, zoals waar die woont of wie de ouders en kinderen zijn. Sinds 2021 kan iedere burger in Nederland bij de gemeente het gegevensverkeer tussen de BRP-database en de politie over zichzelf opvragen. Investico zette een oproep uit onder demonstranten om hun dossier op te vragen en met ons te delen. Vooral actievoerders uit de klimaat- en anti-racismebeweging, maar ook coronademonstranten en anti-fascisten gaven gehoor. In totaal analyseerden we 67 dossiers.

Daaruit blijkt dat de politie burgers veelvuldig opzoekt vanaf het moment dat ze als demonstrant ‘actief’ worden. Marisella de Cuba, sinds ze in 2016 voor het eerst op een demonstratie van Kick Out Zwarte Piet was: 331 keer opgevraagd, op 89 verschillende dagen. Ruben Schilt, in de week nadat hij op de Erasmusbrug in een donker busje werd gegooid en zonder aanklacht weer op straat werd gezet: veertig keer, op vijf verschillende dagen. De prominente coronademonstrant Michel Reijinga werd in twee jaar tijd op 262 dagen maar liefst 1456 keer opgevraagd. Ruim de helft van de demonstranten in onze database werd meer dan honderd keer opgevraagd sinds ze begonnen met protesteren, terwijl dat voorheen hoogstens af en toe gebeurde, bijvoorbeeld bij een fietsboete.

Op grond van welke verdenking de politie deze gegevens wil inzien is onduidelijk; 24 van de 67 demonstranten verschenen wel eens voor de rechter of moeten nog voorkomen, maar geen van hen kreeg ooit een straf opgelegd. Tien mensen zijn zelfs nooit gearresteerd op een demonstratie, maar bij zeven van hen werden hun gegevens toch meer dan vijftig keer opgevraagd. Wie tijdens een demonstratie een ID-bewijs toont, ‘is gezien’ en wordt vervolgens opgezocht in het politiesysteem. Ook wie over demonstraties post op sociale media kan erop rekenen te worden opgezocht, zien we terug in de overzichten. Demonstranten worden voorafgaand aan een demonstratie door het systeem gehaald, anderen achteraf. En bij iedereen vraagt de politie ook de gegevens van ouders en kinderen op.

In reactie op het onderzoek van Investico kan de politie geen duidende verklaring geven. Alleen als een organisator eerder de openbare orde ernstig verstoorde, kan de politie familieleden opzoeken, zegt ze zelf. Persoonsgegevens verwerken mag alleen als dit ‘noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak’, bijvoorbeeld om ‘in contact’ te komen met demonstranten.

Een anonieme politiebron die veel met recherchesystemen werkt kan wél meer uitleg geven. ‘Wordt er een groot protest aangekondigd, dan gaat de intelligence-afdeling op volle kracht draaien om alle sociale media te monitoren. Alles wordt in kaart gebracht. Wie gaat demonstreren? Wat zijn hun motieven? Met wie gaan ze om? Die informatie wordt vastgelegd in zogenaamde verzamelbakken, in een speciaal systeem.’ Volgens onze bron moeten ‘politieambtenaren die bevoegd zijn om op deze manier mensen in kaart te brengen, altijd kunnen uitleggen waarom ze informatie opvragen en vastleggen. Maar die vraag wordt nauwelijks gesteld.’

De politie heeft een ‘Functionaris Gegevensbescherming’ die controleert of de privacywetgeving binnen de organisatie wordt nageleefd. Onze vragen over het bespioneren van demonstrerende burgers kan deze functionaris niet beantwoorden. ‘Ik ken het systeem niet goed genoeg, en het is niet mijn taak om vragen van de media te beantwoorden.’ De externe toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), weigert inhoudelijk te reageren. ‘Als wij zeggen dat iets niet mag, heeft dat direct juridische consequenties.’

‘Het is heel makkelijk voor de politie om steeds sneller en eerder mensen op te zoeken: de technologie is er’, zegt Marc Schuilenburg, hoogleraar Digital Surveillance aan de Erasmus Universiteit. Dat de politie bij demonstranten ook familieleden opzoekt, gaat te ver voor Schuilenburg: ‘De politie moet hier terughoudender zijn, want het gaat om een grondrecht.’

‘Behalve het recht op privacy is hier ook het recht op betoging in het geding’, zegt Bart Schermer, hoogleraar recht en digitale technologie aan de Universiteit van Leiden over de vele gegevensverstrekkingen van de politie. ‘Als je de hele tijd in de gaten wordt gehouden, kun je niet meer vrij demonstreren.’

De BRP-dossiers geven nóg iets prijs. Vier van de 67 demonstranten duiken namelijk op in de systemen van het zogenaamde ‘veiligheidshuis’, een instelling waar justitie, politie en gemeente overleggen over de aanpak van ‘complexe probleemgevallen’ – denk aan ex-gedetineerden of plegers van huiselijk geweld, maar ook mensen die ideologisch radicaliseren en gewelddadig dreigen te worden. Drie dagen nadat Marisella de Cuba van KOZP op het politiekantoor verhoord werd voor een stoepkrijtactie wordt ook zij ingevoerd in het systeem van het veiligheidshuis, hoewel ze nog nooit in haar leven gearresteerd is.

Hoogleraar Schermer is verrast dat vreedzame demonstranten in deze veiligheidshuizen worden besproken. ‘Zij zouden nooit in die systemen terecht mogen komen. Wie in een veiligheidshuis belandt staat zo nadrukkelijk op de radar dat er diep wordt ingegrepen in de persoonlijke levenssfeer.’

Bij Laura ten Brink, pianolerares en klimaatactivist uit Haarlem, gaat een lichtje branden als ze het veiligheidshuis in haar BRP-dossier ziet staan. Ten Brink doet bijna wekelijks mee aan burgerlijk ongehoorzame acties van Extinction Rebellion en werd daarbij al ruim dertig keer opgepakt. In het najaar van 2021 – de arrestatieteller stond op acht – werd er bij haar aangebeld. ‘Het was een vrouw die zich voorstelde als een psycholoog van het veiligheidshuis’, herinnert Ten Brink zich. ‘Ze bleef maar vissen naar hoe ver ik bereid was te gaan. Ik zei dat ik nooit geweld zou gebruiken. Toen bedankte ze voor het gesprek.’ De psycholoog kwam niet meer terug, maar sindsdien kreeg Ten Brink al drie keer onverwacht visite van ‘een agent van een speciale deradicaliserings-eenheid’, vertelt ze. ‘Ze vragen nooit of ze binnen mogen komen. Vaak zijn het korte gesprekjes van vijf tot tien minuten. Het voelt als sociale controle.’

Soms gaat het politieapparaat nóg een stap verder. Twee demonstranten vroegen bij de politie inzage in alles wat agenten over hen vastlegden. In hun dossiers troffen ze het stempel ‘Contra Terrorisme, Extremisme en Radicalisering’. Het label is zeker niet bedoeld voor vreedzame demonstranten, want ooit in het leven geroepen om potentiële aanslagplegers op te sporen. De politie koppelde de terrorismecode aan één individuele actievoerder, ook twee demonstraties kregen het label – de deelnemers werden daardoor extra in de gaten gehouden. Na bezwaar van de demonstranten en tussenkomst van de rechter verwijderde de politie het stempel.

De politie is aanwezig op de A67 in de buurt van Eindhoven om in te grijpen bij een boerenprotest. Hapert, 4 juli 2022 © Rob Engelaar / ANP

Protesterende boeren reageerden terughoudend op ons verzoek om bij de gemeente het gegevensverkeer tussen de politie en de BRP-database op te vragen; daardoor zijn ze ondervertegenwoordigd in onze database. Maar dat betekent geenszins dat de politie hen niet in de gaten houdt.

‘Ga er maar vanuit dat je onder de tap zit’, herinnert een kastelein zich de woorden van een jonge agent. Op een steenworp van de Duitse grens baat hij een zalencentrum uit. De waard, die anoniem wil blijven, zit met twee politievrouwen in het kleinste zaaltje van zijn pand, er past net een tafel in. Op hun verzoek sluit hij de gordijnen. Niemand mag weten dat ze hier zitten, benadrukken ze, zeker de boer niet waar de kastelein goed bevriend mee is. Ook veel van zijn clientèle is boer, het zalencentrum werd een verzamelplaats voor trekkers op weg naar demonstraties. Dan volgt de vraag die hem uit het lood slaat: wil hij in het geheim informatie delen over ophanden zijnde boerenprotesten? Uit burgerzin, zegt de kastelein nu, stemt hij toe: ‘Je wil niet dat het uit de hand loopt.’ De agenten dicteren een telefoonnummer dat hij niet op een briefje mag noteren. Hij moet het direct onder een anonieme naam in zijn telefoon zetten: ‘vakantie’ en ‘algemeen’, suggereren de politievrouwen.

Informatie over locaties, aantallen mensen en trekkers stuurt hij een aantal keer door, wanneer hij het gevoel heeft dat het uit de hand kan lopen en dat het het imago van boeren zou schaden. De waard licht zijn bevriende boer overigens wel in, maar niet aan de telefoon. ‘Voor mijn beste vrienden bewaar ik geen geheimen.’ Maanden later komt de agent opnieuw langs, de gordijnen van het zaaltje moeten weer dicht. ‘Bruikbare informatie belonen we’, weet hij nog dat ze zei. Uit haar spijkervestje haalt ze een envelop die ze over het rode tafelkleed in zijn richting schuift. Vijf minuten later is de agent weg, ze hoeft geen koffie en schudt geen hand. Beduusd opent de kastelein het omslag, hij krijgt een ‘rare smaak’ in zijn mond. In de envelop ziet hij bankbiljetten zitten, 250 euro in totaal. ‘Plots’, zegt de waard nu, ‘voelde ik me een infiltrant.’

De politie bevestigt in een reactie dat ze mensen soms geld geeft, ‘indien de verstrekte informatie heeft bijgedragen aan het voorkomen dan wel beteugelen van een ernstige verstoring van de openbare orde’.

Ongelijke behandeling?

‘Veel politiemensen hebben begrip voor de positie van boeren’, zei Willem Woelders, politiechef van de Landelijke Eenheid, in juni 2022 tegen de NRC. Is dat terug te zien in de cijfers? Een vergelijking tussen demonstrantengroepen is lastig: elke groep heeft eigen methoden waar de politie vervolgens op reageert. Ja, meer Extinction Rebellion-leden worden opgepakt dan boeren. Maar de XR-acties zijn vaak grootschaliger en vaak laten de rebellen zich met opzet arresteren. Boeren werden vervolgd voor vernieling en opruiing. Ze begingen dan ook strafbare feiten, zoals bedreiging, openbare geweldpleging en brandstichting. Vanwege hun trekkers grijpen burgemeesters bij boerenprotesten vaker naar noodbevelen en -verordeningen. Klimaatactivisten worden sinds kort ook door het OM vervolgd voor opruiing en vernieling. De meeste gearresteerde actievoerders krijgen enkel een overtreding van de Wet openbare manifestaties ten laste gelegd, waar ze niet voor worden vervolgd. Kick Out Zwarte Piet kreeg in de beginjaren veel politiegeweld te verduren, en werd vaak verboden om te demonstreren op zelf uitgekozen locaties, terwijl het dat recht wel had. Nu komt het geweld vaker van omstanders dan van de politie. Dat begon met de blokkeerfriezen in 2017. KOZP-leden werden vanaf 2013 twee keer zo vaak gearresteerd als hun tegenstanders. Coronademonstranten voeren alle lijstjes aan qua aantallen arrestaties, verboden en politiegeweld. De regelmatige inzet van zware geweldsmiddelen als waterkanonnen en politiehonden zien we niet bij andere groepen.

Draaiboeken vol paniekerige scenario’s, surveillancesoftware die begint te snorren enkele dagen voor een demonstratie, actievoerders die het label ‘terrorist’ krijgen opgeplakt, en betaalde informanten – waar is het polderend protesteren verruild voor zoveel wantrouwen?

Daarvoor moet je meer dan twintig jaar terug, wanneer Nederland, vlak na de moord op Pim Fortuyn en met de ‘war on terror’ op volle toeren, angstiger wordt. ‘Nederland moet veiliger’, zijn de eerste drie woorden in het regeerakkoord van het kabinet-Balkenende I, opeenvolgende kabinetten doen soortgelijke beloftes. Gemeentelijke camera’s verschijnen in het straatbeeld, boa’s krijgen meer bevoegdheden, vanaf 2010 mogen burgemeesters mensen een gebiedsverbod opleggen en sinds 2014 kunnen ze met een ‘veiligheidsrisicogebied’ eigenhandig beslissen om burgers preventief te fouilleren.

‘De criminaliteit is al jaren dalende, maar hoe veiliger een land, hoe hysterischer we met het laatste stukje onveiligheid omgaan’, zegt hoogleraar Schuilenburg. ‘Demonstreren wordt steeds meer als een potentiële verstoring van de openbare orde gezien. En ook dat laatste risicovolle stukje halen we vervolgens liever weg.’

Aan het begin van de Rutte-kabinetten wordt ‘Veiligheid’ toegevoegd aan het ministerie van Justitie. Het ministerie geeft agenten in de loop van de jaren steeds meer middelen om de openbare orde te handhaven: de concentratie van pepperspray wordt verhoogd, er komen uitschuifbare wapenstokken van metaal en daarna tasers – door campagne voerende VVD-Kamerleden nog ronkend aangekondigd als ‘99 procent effectief’. Vandaag schalt de roep om vuurwapens met rubberen kogels.

Ogenschijnlijk saaier maar minstens zo belangrijk is de ingreep ‘Stelselherziening Geweldsaanwending’, die op de vorming van de Nationale Politie in 2013 volgt. Agenten krijgen vanaf dan minder regels opgelegd voor het ‘aanwenden van geweld’. Dreigt er ‘gevaar voor de samenleving’, dan mogen politiemensen onder de noemer ‘afweerbevoegdheid’ geweld toepassen. ‘Die nieuwe bevoegdheid is zo breed gedefinieerd dat straks vermoedelijk bijna alle geweldgebruik hieronder wordt geschoven’, zegt politiewetenschapper Jaap Timmer van de Vrije Universiteit. ‘Ik begrijp niet dat dit door de Tweede Kamer is gekomen.’

Er gelden niet alleen minder regels, de politie wordt ook creatiever bij de registratie van geweld. Zo wordt vanaf 2021 de inzet van politiehonden losser bijgehouden: waar voorheen de hond ‘klaarmaken’ al voldoende is om die te registreren, is een hond vanaf 2021 pas ‘ingezet’ wanneer hij daadwerkelijk iemand heeft gebeten. Bij een massaal optreden hoeft een leidinggevende nog maar één streepje te zetten als een voltallig ME-peloton de wapenstok trekt. Ook als de agenten honderd keer slaan. Volgens de politie gaan haar manschappen maar heel zelden in de fout: slechts 0,02 procent van de agenten die geweld gebruikten kreeg in 2020 een disciplinaire sanctie opgelegd.

‘Er is een gebrek aan transparantie’, constateert Otto Adang, verbonden aan de politieacademie en de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Wie altijd meer middelen wil, moet ook meer verantwoording afleggen. En dat gaat moeizaam.’

Om inzicht te krijgen in politieoptreden en -geweld verzamelden wij openbare bronnen, waaronder krantenberichten, persberichten van de politie en tweets van individuele korpsen. Voor de periode 2013 tot 2022 brachten we zo alle informatie over de belangrijkste politieke demonstraties in kaart. We telden 1283 bijeenkomsten van onder meer boeren, klimaatactivisten, anti-Zwarte-Piet-demonstranten, Pegida-aanhangers, dierenbeschermers en corona-sceptici.

Voor iedere demonstratie stelden we vast of er sprake was van geweld of repressie, door te kijken naar de inzet van ME, arrestaties, een gewelddadig treffen, en ook of ‘de driehoek’ besloot om een demonstratie te verbieden. Deze cijfers laten zien wat individuele agenten ons ook vertellen: in de coronajaren is er iets geknakt.

Het aantal demonstraties met politiegeweld neemt toe bij de start van de pandemie in 2020 en piekt een jaar later naar 29. Maar ook na corona, in 2022, is er nog veel politiegeweld. Hetzelfde verhaal gaat op voor het aantal arrestaties: een piek tijdens corona, een beperkte daling erna. Het harde optreden tijdens de pandemie had natuurlijk een oorzaak – samenscholing was om gezondheidsredenen lange tijd verboden – maar toegenomen controle en repressie zijn nooit volledig verdwenen.

Joost Valk is een van de mensen die namens de politie met demonstranten spreekt. ‘Eigenlijk was het als politievertegenwoordiger mijn werk om bij protesten de brug te zijn, ik was agent én ik moest naast de demonstranten staan’, zegt hij.

Ook op 14 maart 2021 staat de dertiger in zijn fluoriserend gele hesje als aanspreekpunt op het Malieveld, waar dan een protest tegen de coronamaatregelen plaatsvindt.

De sfeer op het Malieveld is ‘grotendeels gemoedelijk’; Valk praat met de demonstranten die hij inmiddels goed kent. Hij ziet hoe geëmotioneerd zij zijn, mensen vertellen hem huilend hoe het coronabeleid hun leven ontwricht en frustreert. Maar de anderhalvemetermaatregel wordt niet nageleefd en een half uur voor het einde roept de politie in opdracht van de burgemeester de betogers op om te vertrekken. Dan slaat de stemming volledig om. ‘Vanuit verschillende hoeken zag ik ME’ers met schild en getrokken wapenstok aanrennen om een linie te vormen. Mensen schreeuwden, renden naar elkaar toe en vormden één grote mierenhoop. Ze beten me toe: “Zie je nou wel, jullie zijn niet te vertrouwen.”’

Het laat de giftige verhouding zien, die Valk ook persoonlijk raakte. ‘Het leek alsof ik als politieagent plots een kant moest kiezen, mijn werk als “brug” werd onmogelijk.’ Valk zag de cultuur binnen de politie verharden en de empathie verdampen. De botsing tussen ME en demonstranten op die veertiende maart toont volgens Valk hoeveel onbegrip er tussen overheid en demonstrant is ontstaan, zeker tijdens corona. ‘Ze bestempelden elkaar als kwaadaardig, beide kampen raakten er oprecht van overtuigd dat de ander uit was op geweld. De overheid wilde sterk de controle houden, terwijl demonstranten vooral emoties en zorgen probeerden te uiten.’

Aan de rand van het Malieveld ligt Tim Verbij op de grond. Een politiehond hapt, de coronademonstrant pakt het dier bij zijn oren en weert hem af. ME’ers verzamelen zich om hem heen en grijpen naar hun wapenstok. Ze slaan hem minstens achttien keer, ook op zijn hoofd. Een van de agenten schopt Verbij tegen zijn borstkas, die daarop ‘laffe klootzak’ roept. Een andere ME’er leidt de politiehond naar het linkerbeen van Verbij. Hij schreeuwt het uit als de hond bijt en blijft roerloos liggen.

Verbij loopt een hersenschudding op, plus een gapende hoofdwond en twee diepe kloven in zijn linkerbeen. Revalideren duurt maanden, ook mentaal. Zijn werk als lasser geeft hij noodgedwongen op. Nog altijd kampt hij met hoofdpijn en gehoorschade, alsof hij alles onder water hoort.

Nils Melzer, toenmalig rapporteur voor marteling bij de Verenigde Naties (VN), noemt de afranseling van Verbij ‘een van de walgelijkste voorbeelden van politiegeweld sinds George Floyd’. De Haagse politie reageert verontwaardigd op deze ‘uitspraak zonder context’ en de politiebonden dienen een klacht in tegen Melzer bij de VN.

De politie verricht een arrestatie op de Erasmusbrug tijdens de protestmars tegen de huizencrisis. Rotterdam, 17 oktober 2021
© Charles M Vella / SOPA Images / LightRocket via Getty Images

‘Het is mijn kracht om rustig te blijven’, staat er in zwarte letters op de witte muur van de ‘geweldreflectiekamer’. In een voormalig politiebureau in Soest huist de permanente tentoonstelling MensenWerk. Voordat politiemedewerkers op team-uitje gaan bowlen of de kroeg in duiken brengen ze hier een bezoekje. Iedere ruimte van het pand draait om een thema dat politiemensen ‘diep raakt’.

‘Tijdens de pandemie gingen de gesprekken hier vooral over de coronademonstraties op het Museumplein en de avondklokrellen’, zegt coördinator en oud-ME’er Gerdo Elzinga. De ene agent wilde de regels handhaven, de andere vond dat onzin. ‘Wat doe je als je het Museumplein moet schoonvegen en je een koffie drinkende senior tegenkomt die voor z’n vrijheid opkomt?’ Wat de agenten bond is dat ze er waren, zondag na zondag. ‘Wanneer wordt er eindelijk eens ingegrepen? Wanneer stopt het?’ beklaagden bijna moedeloze dienders zich bij Elzinga.

Aan een wand hangen grote foto’s van Kick Out Zwarte Piet-protesten en van demonstranten met zwarte vlaggen waar Arabische tekens op staan. Kun je als agent je persoonlijke overtuigingen ‘parkeren’? ‘Hier blijven agenten vaak lang discussiëren’, zegt Elzinga.

Meer gesprek en meer bewustzijn kunnen het onderliggende probleem niet verhullen. Politiemedewerkers maakten samen achthonderdduizend overuren in 2021, meldt het jaarverslag. Handhaving van de coronamaatregelen en het grote aantal demonstraties trokken een zware wissel. Er wordt simpelweg steeds meer gevraagd van een onderbemenst korps; de laatste jaren gingen meer agenten met pensioen dan er bij kwamen, zegt Jan Struijs, voorzitter van de Nederlandse Politiebond. Volgens de korpsleiding loopt het ziekteverzuim al jaren terug, maar volgens Struijs snijdt dat geen hout. Sinds vier jaar wordt ziekteverzuim langer dan 104 weken niet meer meegeteld. Met zogenaamd ‘grijs ziekteverzuim’ houden ze ook geen rekening. ‘Vaak vraagt de baas als je ziek bent of je dat niet wil melden’, zegt Struijs, ‘je kunt dan wel een dag thuisblijven. Ik maak me zorgen om de slijtageslag die ik bij politiemensen zie.’

Dat ervaart ook leidingevende Leo de Haan. De politieman ziet hoe mentale zorg weliswaar steeds hoger op de politiële agenda komt te staan, maar zijn drukke rooster laat hem niet toe ‘om zijn mensen de aandacht te geven die ze verdienen’. Zijn manschappen rukken uit, van Urk tot Leerdam. Om de gaten in de werkroosters van de Mobiele Eenheid te dichten worden agenten uit de wijken weggetrokken. ‘Na een demonstratie ben je helemaal op. Maar een dag verlof zit er niet in: de volgende dag heb je dienst op straat en maak je ook heftige dingen mee.’

Voor opleiding en training blijft amper tijd over. Om de rekrutering te versnellen is de politieopleiding met een jaar ingekort. Slechts acht procent van de agenten behaalde in 2021 de vereiste trainingsuren. ‘Vroeger konden wijkagenten de hele dag bij burgers op de koffie gaan en gesprekken voeren. We stonden tussen de mensen, ook op demonstraties’, zegt De Haan. Nu diezelfde politiemensen de gaten in de werkroosters van de mobiele eenheid opvullen ‘staan ze plots tegenover hen, ook omdat demonstranten agenten zien als het verlengstuk van de overheid waartegen ze demonstreren’.

‘Sommige ME-teams die eindeloos zijn ingezet, spraken over “wappies meppen”, vertelt een politieagent die anoniem wil blijven. ‘Voor een protest zaten ze te wachten in een busje en riepen: “Hoe lang duurt dit nog? Gaan we nog iets doen?”’

Dat onderbezette korpsen en oververmoeidheid tot overreactie kunnen leiden bij demonstraties, ziet ook de politie. ‘Tuurlijk, dat is toch menselijk’, zegt De Haan. ‘En als één agent in de linie de wapenstok trekt, dan trekt iedereen die. Dat is de regel.’

Laten de rebellen van Extinction Rebellion nou net zijn getraind om het agenten zo lastig mogelijk te maken… Worden ze bij een arrestatie weggedragen, dan verslappen deelnemers hun lichaam. Om anoniem te blijven nemen velen geen identiteitskaart mee naar protestacties. De ‘methode du jour’, zo vertellen ze, is glitterlijm op de vingers smeren, dat verhindert het afnemen van vingerafdrukken. Sommige demonstranten schminken hun gezicht: onhandig voor de politiefoto.

‘Er mag altijd meer dan je denkt’, legt Bjeno Vlot (codenaam ‘Husky’) uit tijdens een legal training op het Utrechtse hoofdkwartier van ‘XR’. Daarin komen alle juridische aspecten én slimme tips van burgerlijke-ongehoorzaamheidsacties aan bod.

Protesten waarbij ze de wet overtreden, meldt de beweging vooraf niet aan de gemeente. Volgens de Nederlandse wet moet dat wel. Maar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens besloot dat puur voor het ontbreken van een kennisgeving een protest niet ontbonden mag worden. Een ander juridisch geitenpaadje is van belang voor hun snelwegblokkades bij Den Haag. ‘Op dat stukje A12 waar je de stad binnenkomt mag je maar zeventig kilometer per uur rijden’, zegt Vlot, ‘het is dus geen snelweg. Dat maakt wat wij doen juridisch minder intens. Ze kunnen je daar maar een paar uur voor vasthouden.’ Eenmaal uit de cel staat de club klaar met koffie en koekjes en volgt een warme knuffel.

Deel van de tactiek is zich te laten arresteren. In 2022 is meer dan tachtig procent van alle arrestanten bij demonstraties klimaatactivisten, vrijwel altijd gelieerd aan Extinction Rebellion, blijkt uit ons data-overzicht. Telden we in de jaren vóór 2018 gemiddeld drie burgerlijke-ongehoorzaamheidsacties per jaar, dan zijn dat er in 2022 ruim 33 keer zo veel. De hoop van de activisten is dat het systeem overbelast raakt en dat de autoriteiten het dan opgeven.

Ook de autoriteiten worden vindingrijker. Om te voorkomen dat Extinction Rebellion nog in winkels demonstreert, legde de burgemeester van Haarlem, Jos Wienen, enkele actievoerders een gebiedsverbod op. Zij mogen geen voet meer in het centrum van Haarlem zetten, zelfs niet om te winkelen. Nog voor de rechter zich hierover uitsprak, keerde de burgemeester op zijn schreden terug. ‘Ik voelde me er niet goed bij en constateerde dat het niet proportioneel was.’

Dus zocht Wienen verder naar ‘een proportioneel middel’ om de rebellen onder de duim te krijgen. Hij kwam uit op ‘last onder dwangsom’, een middel dat vaak wordt gebruikt om hooligans met een stadionverbod ook daadwerkelijk uit stadions te weren. ‘Ik vroeg mijn medewerkers, die gelukkig goed thuis zijn in wetboeken: “Kan dit hier ook?”’ XR-demonstranten die weigeren op verzoek van een winkeleigenaar te vertrekken moeten duizend euro betalen, ‘dat lijkt me niet overdreven veel geld voor deze doelgroep’. Wat als de rechter ook dit middel afschiet? ‘Dan ga ik nadenken of ik iets anders kan vinden. Of vraag ik de minister en de Kamer om het wél mogelijk te maken.’

Ook de burgemeester van Zoetermeer, Michel Bezuijen, verkent na overleg met de politie ongebaande paden. Om het politieapparaat te sparen verbiedt hij demonstraties in het stadscentrum, als die onaangekondigd én in het weekend zijn. Juristen voorspellen dat het verbod geen stand houdt. ‘Het is inderdaad spannend’, zegt Bezuijen, ‘maar er is nog niemand naar de rechter gestapt om het verbod aan te vechten.’

Geen autoriteit ging zo ver als het Haagse parket. Het is zeven uur ’s ochtends wanneer XR-rebel Anne Hofstede nog even naar het toilet mag, met de deur open. Tijd om zich om te kleden krijgt ze niet. Ze lag nog te slapen toen agenten voor haar deur in Amsterdam-Noord stonden. Haar twaalfjarige dochter, fan van Flikken Maastricht, vindt het maar wat spannend; haar puberzoon slaapt onverstoorbaar door. ‘Vergeet je telefoon niet’, herinnert ze zich de woorden van de agent. Met gierende banden brengt de politie haar naar Den Haag. Wat ze op dat moment niet weet is dat ook vijf andere vermeende opruiers in alle vroegte zijn gearresteerd. Allemaal hebben ze ‘opgeroepen tot een strafbaar feit’: de A12 blokkeren.

Demonstrant ‘Kastanje’ leidt een Signal-groep waarin 75 demonstranten zitten, in XR-jargon heet dat een ‘vinger’. Tijdens haar verhoor leggen agenten de ‘vingerleider’ screenshots voor van berichten die ze in de groep, ‘Vinger Den Haag + Science 28/1’, plaatste. Hoe de politie aan die informatie komt? ‘Virtueel agent H238’ infiltreerde in de groep, blijkt uit het zaakdossier dat de arrestanten later via hun advocaat Willem Jebbink ontvangen. Daarin staat dat er binnen Extinction Rebellion ‘een informant’ actief is. ‘Volstrekt ongebruikelijk’, zegt Jebbink. ‘Al vijftien jaar sta ik activisten van allerlei pluimage bij, maar dit soort maatregelen – het vertoont kenmerken van het oprollen van een criminele organisatie – heb ik nog nooit gezien.’

‘Een aanhouding is altijd intimiderend’, zegt Lodewijk van Zwieten, officier van justitie bij het Haagse Openbaar Ministerie. De demonstranten simpelweg op het politiebureau uitnodigen was volgens hem geen optie, ‘want dan kunnen ze bewijs vernietigen of verklaringen op elkaar afstemmen’. Het is duidelijk: het OM vindt het blokkeren van de A12 ‘geen demonstratie, maar louter een ernstig strafbaar feit’.

Het OM neemt burgerlijke ongehoorzaamheid zeer hoog op. Nadat demonstranten in februari 2022 posters op de ramen van het Rabobank-hoofdkantoor plakten, werden ze vervolgd voor baldadigheid en vernieling, een misdrijf. Hoewel het om verwijderbare lijm ging, kon men de ramen ‘niet meer gebruiken waarvoor ze dienen: er doorheen kijken’, aldus de officier van justitie, vernieling dus. Toen drie demonstranten zwarte handafdrukken achterlieten op het gebouw van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, vond het OM dit ‘openbare geweldpleging’.

Ook met andere methoden geeft het parket blijk van creativiteit. Voor de Belg die zichzelf in het Mauritshuis vastplakte aan het beschermende glas van het Meisje met de parel haalde het OM het supersnelrecht van stal. Dat is bedoeld als lik-op-stuk-beleid om relschoppers snel te vervolgen. Om te testen of de rechter de zienswijze van het OM volgt, daagt het slechts enkele ‘uitverkorenen’ van een grote groep XR-demonstranten voor de rechter. Ondertussen rijzen de gerechtskosten voor de klimaatbeweging de pan uit. In 2022 gaf deze 24.000 euro uit aan juridische kosten, dit jaar verwacht de beweging vier keer zoveel kwijt te zijn. Als ze al schuldig worden verklaard, krijgen ze vaak geen straf. Vaker worden de actievoerders uiteindelijk vrijgesproken.

Daarnaast kan het OM een straf opleggen zónder tussenkomst van een rechter, wat het bij veel demonstranten ook doet. Dan krijgen ze een zogenoemde ‘strafbeschikking’ (een boete) in de brievenbus. Betalen ze die, dan volgt een strafblad dikwijls automatisch. En is het vergrijp niet zwaar genoeg voor een strafbeschikking, dan kiest het OM soms voor een ‘voorwaardelijk sepot’. Vervolging blijft uit op voorwaarde dat iemand zich een jaar lang niet ‘schuldig maakt aan een strafbaar feit’. Gebeurt dat wel, dan vervolgt het OM hem alsnog. ‘Het voelt heel onveilig’, zegt een actievoerder, ‘in die mate dat ik twijfel om nog te demonstreren.’

Hij is klaar. Opgelucht verlaat Ruben Schilt het zaaltje waarin de klachtencommissie zijn hoorzitting houdt. Na zijn ervaring in het politiebusje bij de Woonopstand in Rotterdam raapte hij de moed bijeen en diende een klacht in bij de politie. Op de dag van de hoorzitting heeft Schilt eigenlijk een tentamen, maar zijn verhaal doen vindt hij belangrijker. Wanneer hij nadien het zaaltje verlaat, ziet hij twee mannen die hun blik vluchtig afwenden. Schilt herkent ze meteen. De ene mepte hem op zijn gezicht, de andere houdt van Rammstein.

Pas nu Schilt klaar is verschijnen ook zij voor de commissie. Eigenlijk hadden ze er tegelijkertijd moeten zitten, maar omdat ‘stille agenten’ anoniem willen blijven, mogen ze achter gesloten deuren hun verhaal doen. Binnen getuigen ze dat Schilt geen klap in zijn gezicht kreeg, de muziek niet te luid stond én hun arrestant een van hen tegen de schenen schopte. Iets waar Schilt zelf met geen mogelijkheid meer op kan reageren.

Een uitspraak van de klachtencommissie valt drie maanden na de wettelijk vastgelegde termijn in de mailbox van Schilt. De politiechef, die zich door de commissie laat adviseren, gaat mee in het verhaal van de twee agenten. Hij acht niet bewezen dat de Rammstein-muziek in het busje te luid stond en dat Schilt een klap kreeg. Hij ‘onthoudt zich van een oordeel’. ‘Ik voelde me zo klein tegen het grote politieapparaat’, vertelt een ontgoochelde Schilt. ‘Alle bewijslast ligt bij de burger, die er zijn vrije tijd aan moet spenderen.’ Dat hij een advocaat nodig had om de hele procedure behapbaar te maken, vindt hij onbegrijpelijk. Het vertrouwen in de politie dat Schilt met zijn klachtenprocedure opnieuw probeerde op te bouwen, is hij kwijt. ‘Het heeft geen enkele zin gehad.’

Hoewel de politie deze eeuw meer wapens kreeg en de regels om ze te gebruiken ‘soepeler’ werden, slagen burgers er moeilijk in om bij de organisatie verhaal te halen. Slechts 27 procent van het totaal aantal klachten beoordeelde de klachtencommissie als ‘gegrond’, berekende Investico op basis van cijfers uit de jaarverslagen. De klachtenprocedure is bedoeld als een verzoeningsmiddel maar lijkt politie en demonstrant alleen maar meer van elkaar te vervreemden.

Een politiehond beet de op de grond liggende Tim Verbij al in het voorjaar van 2021, maar twee jaar later is zijn klacht nog steeds niet behandeld. De politie schort klachten namelijk op wanneer er rechtsvervolging in de lucht hangt, en de zaak rond Verbij is nog steeds niet voor de rechter gekomen.

Op de verschillende stadhuizen van de drie grootste steden wordt ingrijpend anders gedacht over het inperken van demonstratierecht. Maar over één ding zijn de burgemeesters het eens: de toegenomen overheidsrepressie bij demonstraties ligt vooral aan de samenleving, niet aan henzelf. Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam, ‘schrikt’ van onze cijfers van het overheidsoptreden, ‘die toch vooral wijzen op een eruptie van onvrede tijdens corona’. De ongeregeldheden die zich toen bij demonstraties voordeden laten volgens haar Rotterdamse ambtsgenoot Ahmed Aboutaleb een zekere verharding zien. ‘Demonstreren is dan niet meer het uitdragen van een mening, maar het claimen ervan, desnoods met geweld.’

Wordt een demonstratie echt spannend, dan kun je het nooit goed doen voor de publieke opinie, zegt Aboutaleb. ‘Ik wens je geen dag in mijn schoenen toe.’ Heeft de burgemeester ‘informatie dat de bedoelingen verkeerd zijn, dan wenst hij ook hárd in te grijpen, daar moet je niet lullig over doen’. Soms sloeg dat door, erkent hij: ‘Dan namen we een overdaad aan maatregelen. Maar waar gehakt wordt vallen spaanders, dat is all in the game.’

In Amsterdam pakken ze het anders aan. Tijdens coronaprotesten greep Halsema steeds later in. ‘Je wil geen waterkanon richten op mensen die alleen maar knuffelen en met bloemen zwaaien’, zegt ze. ‘We moeten ons realiseren dat mensen diep gevoelde emoties en opvattingen uitdrukken.’ De burgemeester vindt dat we met meer soepelheid met burgerlijke ongehoorzaamheid moeten omgaan. ‘Een blokkade noemen we hier soms een “dynamische demonstratie die heel traag verloopt”. Groepen als Extinction Rebellion en Agractie begrijpen echt wel wat burgerlijke ongehoorzaamheid is.’

Volgens de Haagse burgemeester Jan van Zanen vallen de acties van de klimaatgroep juist niet onder burgerlijke ongehoorzaamheid, ‘want dan zouden ze zich gewillig laten arresteren’. Hij ziet demonstranten die door ‘grote machines mee te nemen, ongehoorzaam gedrag te vertonen of door een bepaalde plek te kiezen hun mening doordrijven. Dat heeft niks met demonstreren te maken.’

‘Demonstreren is een grondrecht’ staat in zowat iedere brief van burgemeesters aan demonstranten. Maar na die gevleugelde woorden doemt een hele lijst van voorwaarden op die vooral wijst op een verlangen naar orde, veiligheid, en gezelligheid. Vreedzame demonstranten die de wet overtreden ziet de overheid als wetsovertreders. De Haarlemse burgemeester Jos Wienen omschrijft XR-acties ‘die de politie zo lang mogelijk moeten bezighouden’ als ‘kinderachtigheden.’

‘Er wordt voortdurend met de vinger gewezen’, zegt Joost Valk, de oud-agent die op het Malieveld de taak had om demonstranten en autoriteiten te verbinden. ‘Maar het is juist belangrijk dat de overheid bezorgde mensen serieus neemt.’ Maatschappelijk onbehagen kun je als overheid niet klein maken, zegt Valk. ‘Als je dat wel probeert, zoals in de coronatijd, dan knakt het vertrouwen en barst de fles, met alle gevolgen van dien.’ Hij vindt ‘het gebrek aan sensitiviteit bij de overheid soms schrikbarend. Werk daar hard aan, want zorgen over ondermijning van de rechtsorde en democratie zijn terecht.’

‘Demonstranten en autoriteiten zijn in een vicieuze cirkel beland’, zegt universitair docent demonstratierecht Roorda. ‘Maar het is aan de overheid om de eerste stap te zetten en demonstranten weer gewoon te vertrouwen.’

Op de Nieuwe Maas in Rotterdam ziet Ruben Schilt de stalen kabels van de Erasmusbrug naderen, onder een strakblauwe lucht varen hij en zijn moeder tijdens de Wereldhavendagen mee op een klipper, aan boord gaan appeltaart en kroketten rond. Politieschepen snellen met veel bombarie onder het imposante bruggenhoofd door. ‘Ze moeten me weer hebben’, zegt Schilt half lachend tegen zijn moeder. Van ME-busjes noch Rammstein is sprake. En toch, de Erasmusbrug kan hij ‘nooit meer’ loskoppelen van de arrestatie waar hij ‘elke week nog wel een keer’ aan terugdenkt. Aan zijn oma durfde hij het nooit te vertellen.

Het voorbije jaar stopte Schilt met studeren: tijdens de tentamens stak hij meer tijd in de klachtenprocedure. Zijn bestuursfunctie bij de sociaal-democraten legde hij neer. Schilt antwoordt ‘nee’ als zijn vrienden hem vragen mee te gaan naar een protest. Hij vult zijn week nu vooral met avondjes schaken en plantaardige burgers serveren in een zaak vernoemd naar het David Bowie-nummer Rebel Rebel.

De namen van de twee anonieme politieagenten, de kastelein en de demonstrant met de gefingeerde naam Henk zijn bekend bij de redactie

https://www.groene.nl/artikel/klein-tegen-de-grote-politie?utm_campaign=website&utm_medium=owned_social&utm_source=twitter

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.