zondag 26 januari 2014

brieven ‘VU-promotie over natuurlijke selectie rammelt’ gerdien et al.

bionieuws 2, 02-02-2013

brieven
‘VU-promotie over natuurlijke selectie rammelt’

Een promotie aan de Vrije Universiteit falsificeert de theorie van natuurlijke selectie. Maar die conclusies zijn gebaseerd op misvattingen, zeggen Utrechtse en Wageningse evolutiebiologen.

Door Gerdien de Jong, Duur Aanen, Rolf Hoekstra en Arjan de Visser
© bionieuws


Op 11 december 2012 promoveerde Joris Paul van Rossum bij de Vrije Universiteit op het proefschrift On sexual reproduction as a new critique of the theory of natural selection. Zijn promotoren waren de hoogleraren René van Woudenberg (kentheorie en ontologie) en Ronald Meester (waarschijnlijkheidsleer). De conclusies van het proefschrift zijn gebaseerd op enkele fundamentele misverstanden over de mechanismen van evolutie.

Van Rossum gaat uit van het populairwetenschappelijke boek The Selfish Gene van Richard Dawkins uit 1976, dat evolutie beschouwt vanuit de rol van het gen. Van Rossum distilleert hieruit dat selectie alleen op het niveau van het gen plaatsvindt en dientengevolge alleen tot aanpassing op dna-niveau kan leiden, en dat geen enkele aanpassing boven het niveau van het dna verklaard kan worden door natuurlijke selectie.

Maar evolutie beschouwen vanuit de rol van het gen betekent nog niet dat natuurlijke selectie direct werkt op het niveau van het gen. Natuurlijke selectie kan werken op verschillende niveaus, waarvan het individu meestal het belangrijkste is. De overleving en reproductie van aangepaste individuen worden omgezet in een hogere frequentie van de allelen van hun genen in de populatie. Met andere woorden: de evolutionaire uitbetaling vindt plaats in de vorm van allelfrequenties, maar de prijsbepaling van deze allelen gebeurt via hun uitwerking op de overleving en reproductie van individuen of soms groepen.

Van Rossum had zijn verwarring tussen selectie op het niveau van het gen en selectie beschouwd vanuit de rol van het gen eenvoudig kunnen vermijden als hij aandacht had gegeven aan de uitgebreide literatuur over dit onderwerp. Een voorbeeld is het hoofdstuk ‘Units of Selection’ in het door Van Rossum aangehaalde leerboek Evolution van Mark Ridley uit 2004. Hij haalt ook het boek Evolution and the Levels of Selection van Samir Okasha uit 2006 aan. Als Van Rossum en zijn promotoren dit boek hadden gelezen, hadden zij ingezien hoezeer het denken binnen de evolutiebiologie verschilt van hun misvatting.

Een andere fundamentele fout is dat Van Rossum denkt dat recombinatie in de meiose natuurlijke selectie onmogelijk maakt. Recombinatie leidt weliswaar tot nieuwe combinaties van allelen en breekt deze weer op, maar dat zit natuurlijke selectie geheel niet in de weg. Immers, natuurlijke selectie kan allelen – waaronder allelen die de frequentie van recombinatie beïnvloeden – in frequentie laten toenemen als hun eigenaars (de individuen) over de generaties gemiddeld een hogere fitness hebben.

Stellingname
Doordat van Rossum natuurlijke selectie niet goed doorgrondt, komt hij tot een ongefundeerde stelling, namelijk dat natuurlijke selectie seksuele voortplanting niet kan verklaren. Zijn stellingname betekent dat alle discussie over de kosten en baten van seksuele reproductie die al jarenlang door evolutiebiologen wordt gevoerd irrelevant is. Niettemin behandelt Van Rossumwel wat evolutiebiologen hebben gezegd over de handhaving van seksuele voortplanting, aan de hand van twee hoofdstukken uit het populairwetenschappelijk boek The Red Queen: Sex and the Evolution of Human Nature van Matt Ridley uit 1993. Van Rossum snapt echter weinig van het begrip cost of meiosis: er worden geen genen weggegooid bij seksuele voortplanting, maar genen worden willekeurig verdeeld onder de nakomelingen. Ook lijkt Van Rossum te denken dat cost of meiosis en cost of males identiek aan elkaar zijn.

Ook hier is hij niet op de hoogte van de literatuur, noch van de natuur. De twofold cost of sex geldt alleen voor organismen met aparte mannetjes en vrouwtjes. Syngamie en meiose zijn ook mogelijk in eencellige eukaryoten zonder geslachtsdifferentiatie. Fusie tussen twee gameten van gelijke grootte, direct gevolgd door deling, heeft geen intrinsieke kosten. Evolutiebiologen hebben vele mogelijke verklaringen voor het handhaven van seksuele voortplanting en discussiëren al lang welke het plausibelst zijn. Er is echter geen fundamenteel probleem: de evolutionaire mechanismen die we kennen kunnen in principe seksuele voortplanting prima verklaren.

Dit alles is alleen mogelijk doordat Van Rossum de wetenschappelijke literatuur niet kent of niet heeft gelezen. Dit had de verantwoordelijke promotoren moeten opvallen – nu heeft het er alle schijn van dat ook zij geen kennis hebben genomen van de relevante literatuur. Ze hadden moeten inzien dat Van Rossum zich baseert op een simpele misvatting gebaseerd op een 35 jaar oud populairwetenschappelijk boek. De niet-onderbouwde uitspraak van Van Rossum dat het gen als eenheid van selectie een dominant gezichtspunt in de evolutiebiologie is, wordt door de behandeling van natuurlijke selectie in alle evolutiebiologiestudieboeken weerlegd. Gezien het feit dat blijkens hun leeropdracht en gepubliceerd wetenschappelijk werk de beide hoogleraren Van Woudenberg en Meester geen expertise in evolutiebiologie bezitten, ware het gepast geweest als zij zich niet gekwalificeerd hadden geacht dit werk te begeleiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.