maandag 9 juni 2025

Waarom de doorgewin­terde ex-topambtenaar Schoof nooit grip kreeg op het landsbestuur

 




Analyse




Waarom de doorgewin­terde ex-topambtenaar Schoof nooit grip kreeg op het landsbestuur

Illustratie Rhonald Blommestijn
Na de val van het zogenaamde extraparlementaire kabinet-Schoof staat voor de huidige generatie politici vast: nooit meer dit soort experimenten. Dick Schoof is voorbestemd om de laatste partijloze premier te worden. Vier redenen waarom.
 en      

1. Hij begon aan een onmogelijke opdracht

M
ission impossible. Het zijn de twee woorden die in gesprekken met bewindslieden, Kamerleden en andere betrokkenen over het functioneren van premier Dick Schoof steeds weer vallen. Bijna niemand gelooft dat een andere premier het zogenaamde extraparlementaire kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB wel had kunnen redden.
De diepe sporen van onderling wantrouwen waren al getrokken toen tijdens de formatie alleen nog duidelijk was wie er géén premier mocht worden: Geert Wilders. ‘Ondemocratisch’, ‘unfair’ en ‘staatsrechtelijk onjuist’, noemde de PVV-leider het offer dat van hem gevraagd werd in maart 2024.
Wilders kreeg niet de kans om zelf bekend te maken dat hij het Torentje opgaf. Voordat de PVV-leider zijn X-bericht uitstuurde, was het nieuws al gelekt door ‘bronnen rondom de formatie’. Het was tekenend voor de toen al verziekte sfeer.
Wilders moest zijn premierschap opgeven om de al eens weggelopen Pieter Omtzigt weer binnenboord te krijgen. De NSC-leider kon zo aan zijn diep verdeelde fractie laten zien dat er van een volwaardige samenwerking met de PVV geen sprake was. Er zou een extraparlementair programkabinet komen, geleid door een onafhankelijke premier – een idee waar de theoretisch ingestelde Omtzigt al langer mee speelde. PVV, VVD, NSC en BBB zouden alleen een hoofdlijnenakkoord maken. Het kabinet – voor de helft bestaand uit bewindslieden van buiten – kon de afspraken daarna naar eigen goeddunken vormgeven in een eigen programma en op zoek gaan naar meerderheden in de Tweede Kamer voor al het andere beleid.
Informateur Kim Putters zag dat uiteindelijk als enige uitweg om tot een regering te komen. Maar toen hij enkele maanden later zelf werd gepolst voor de rol van premier, bedankte hij voor de eer. Ook ex-CDA-staatssecretaris Marnix van Rij zag af van het premierschap toen hem dat op een presenteerblaadje werd aangeboden, mede omdat hij geen zeggenschap zou krijgen over de samenstelling van zijn kabinet, zelfs geen vetorecht.
Schoof ging wel akkoord. Het was de eerste knieval voor de partijleiders, die prompt vertrouwelingen benoemden op cruciale posten, een voorbode voor wat zou komen. Het extraparlementaire kabinet kwam niet op afstand te staan, maar werd juist op detailniveau aangestuurd door de vier fractievoorzitters vanuit de Tweede Kamer.
Dat het een ingewikkelde opdracht was, begreep Schoof ook. Toch hoopte de topambtenaar een bijdrage te kunnen leveren. ‘Het is belangrijk dat Nederland een relatief stabiel bestuur heeft. Dat houdt me op de been’, zou hij later in deze krant verklaren. ‘Als er één post is waar je iets kunt betekenen, dan is het wel deze post’.
Schoof werd zo de eerste partijloze premier sinds Cort van der Linden (1913-1918). Een premier met een nagenoeg onmogelijke opdracht: een kabinet leiden waarbij drie van de vier regeringspartijen nauwelijks bestuurlijke ervaring hadden en de partijleiders elkaar wantrouwden, gebaseerd op een hoofdlijnenakkoord waarin een gemeenschappelijke missie ontbrak.

2. Hij had geen mandaat

Dick Schoof op de dag van het debat in april 2025 over het weigeren van de lintjes voor de COA-medewerkers door minister Marjolein Faber.Foto David van Dam / de Volkskrant
‘Goedemiddag allemaal. Wat leuk om op deze bijzondere dag met jullie kennis te maken.’ Met zichtbaar ongemak introduceerde Dick Schoof zich vorig jaar in zijn eerste filmpje op Instagram. ‘Mijn naam is Dick Schoof, ik ben de nieuwe minister-president.’ Anders dan bij zijn voorgangers kende bijna niemand de nieuwe premier toen hij aantrad. Geen Nederlander kon ooit op hem stemmen.
Het was een andere reden waarom CDA-kopstuk Van Rij afzag van de baan, zo verklaarde hij in Trouw. ‘Soms komen er vragen op je bord die misschien een beetje onmogelijk zijn.’ Premier zijn zonder kiezers was volgens Van Rij geen aantrekkelijk vooruitzicht: ‘De nieuwe premier heeft geen enkel kiezersmandaat. Ik vind dat de leider van de grootste fractie minister-president moet worden. Dat geeft het kabinet democratische legitimatie.’
Richard van Zwol, een van de informateurs van het kabinet, deelde die mening. ‘Je ziet dat je toch minder machtsmiddelen hebt als je niet zelf dertig of veertig zetels in de Tweede Kamer meeneemt’, zei hij in Nieuwsuur toen het kabinet-Schoof enkele maanden onderweg was. Het enige machtsmiddel dat Schoof had, was het dreigement om op te stappen. ‘Ze weten allemaal dat die kaart in mijn binnenzak zit: ik kan op elk moment stoppen’, zei Schoof er in deze krant over. De vier partijleiders wekten echter niet de indruk daar wakker van te liggen.
Bij de aanvang van het kabinet viel vaak de vergelijking met Mario Draghi, de partijloze Italiaan die vanaf 2021 een zakenkabinet leidde. Maar anders dan Schoof genoot Draghi grote bekendheid in Italië als president van de Europese Centrale Bank. Hij had weliswaar niet het electorale mandaat, maar wel het vertrouwen van een groot deel van de bevolking. Desalniettemin werd ook dat kabinet geen doorslaand succes: na ruim een jaar trok ook daar een van de coalitiepartijen haar steun in.
Het experiment van de partijloze premier had volgens een insider alleen kunnen slagen als Schoof zich als ‘een natuurtalent’ had ontpopt en in staat was geweest om publiek draagvlak te creëren, waardoor ook zijn politieke statuur zou groeien. Iemand die populair is bij kiezers, wordt in Den Haag meteen met meer ontzag behandeld.
De wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad bood hem een podium waar iedereen in Den Haag jaloers op is, maar Schoof slaagde er niet in om daarvan gebruik te maken. De ex-topambtenaar toonde zich geen begenadigd redenaar die een band wist op te bouwen met Nederlanders. Iets anders viel ook amper te verwachten, meent een Haagse ingewijde: ‘Schoof was iemand die opeens ongetraind moest meevoetballen met Ajax.’

3. Hij werd gewantrouwd

Schoof en minister Fleur Agema.David van Dam / de Volkskrant
Na het afvallen van ex-PvdA-minister en Telegraaf-columnist Ronald Plasterk ontbrak het Wilders aan een netwerk om zelf een premier te rekruteren. Dick Schoof kende hij alleen als Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid met wie hij overlegde over zijn beveiliging.
VVD-leider Dilan Yesilgöz had als ex-minister van Justitie en Veiligheid op dat ministerie juist intensief samengewerkt met Schoof. Ook afzwaaiend VVD-premier Mark Rutte leunde zwaar op de ex-topambtenaar bij de nasleep van de MH17-ramp. Bij zijn eerste persconferentie als premier noemde Schoof Mark Rutte zijn voorbeeld: ‘Een vorm van inspiratie.’
Bij de andere partijen was er al snel argwaan, blijkt uit gesprekken met betrokkenen: luistert Schoof niet net wat meer naar de VVD’ers in het kabinet dan naar de anderen? Het was een gevoel dat ook voortkwam uit hun eigen onzekerheid. PVV, NSC en BBB waren nieuwkomers, terwijl de VVD sinds jaar en dag de lakens uitdeelde op de Haagse ministeries. Terwijl een groot deel van het kabinet zoekende was en ook tot verwondering van premier Schoof zelfs niet op de hoogte bleek van basale beginselen als eenheid van kabinetsbeleid, wisten de liberalen precies hoe ze hun weg moesten vinden.
Meerdere direct betrokkenen meenden te zien dat de Haagse insider Schoof zich meer op z’n gemak voelde bij de beroepspolitici van de VVD die gedrild waren in de Haagse mores. De politiek assistent die hij aanstelde om hem te adviseren, was ook een VVD’er. ‘Van het begin af aan was het gevoel dat er korte lijntjes waren tussen Schoof en de VVD’, aldus een bewindspersoon.
Het wantrouwen kwam definitief aan de oppervlakte toen Schoof eerder dit jaar aankondigde dat er 3,5 miljard euro extra steun ging naar Oekraïne, waarmee hij een groot deel van de coalitie overviel. Schoof zelf zag de toezegging als onderdeel van zijn rol op het wereldtoneel. Als premier vertegenwoordigt hij Nederland en moet hij ook het mandaat krijgen om toezeggingen te doen, zo was de gedachtegang. PVV, NSC en BBB zagen vooral een een-tweetje met VVD-leider Dilan die tijdens een debat al op de hoogte leek van Schoofs toezegging en daar mooie sier mee maakte.
Schoof zelf worstelde ondertussen met zijn eigen informatiepositie. Alle andere bewindspersonen spraken wekelijks met de fractietop van hun partij in de Tweede Kamer; alleen hij hoorde nergens bij. Om toch nog enigszins op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen de coalitie, overlegde Schoof geregeld met de vicepremiers, maar dat leverde slechts beperkt soelaas. Zeker bij de PVV bepaalde alleen Wilders de agenda.

4. Hij dwong onvoldoende gezag af

Geert Wilders spreekt in juli 2024 premier Dick Schoof en het kabinet toe tijdens het debat over de regeringsverklaring.Foto David van Dam / de Volkskrant
Bij zijn eerste debat in de Tweede Kamer – in het debat over de regeringsverklaring – werd de toon al gezet. Toen Schoof zich volgens Wilders niet duidelijk genoeg uitsprak toen twee PVV-ministers van racisme werden beschuldigd, noemde Wilders het optreden van de premier ‘slappe hap’. De reactie van Schoof: ‘De heer Wilders kiest zijn eigen woorden.’ En een dag later: ‘Het is een bijzondere vertaling van het dualisme, maar het is zijn volste recht.’
Het was de strategie die Schoof tot het einde volhield. Elke keer als hij zelf of zijn kabinet door Wilders publiekelijk onder druk werd gezet, bleef het devies: niet terugslaan maar incasseren – uitstralen dat hij boven de partijen stond. Hij voorkwam daarmee dat de spanningen nog hoger opliepen, maar het hielp niet bij het versterken van zijn autoriteit. D66-leider Rob Jetten analyseerde dat Schoof werd ‘vernederd’ en ‘gevierendeeld’.
Wat niet hielp, was dat Schoof zich noodgedwongen presenteerde als uitvoerder van het hoofdlijnenakkoord. Hij stond er volledig achter, maar was niet betrokken bij de totstandkoming. Waar de vier fractievoorzitters de eigenaren waren van het kabinet, was Schoof de filiaalhouder die als het erop aankwam moest doen wat de aandeelhouders wilden. Volgens een bewindspersoon was Schoofs houding vanaf het eerste begin ‘dienstbaar’.
Bijna iedereen omschrijft Schoof nog steeds als ‘een vriendelijke man’. Samen met zijn vriendin Loes organiseerde hij teambuildingsdagen, onder andere bij een brandweerkazerne in Den Haag. Er is sympathie en waardering voor Schoof, maar gezag wist hij daarmee niet automatisch op te bouwen. Een ingewijde: als premier moet je soms streng zijn, ‘als een schoolmeester’ je ministers bellen en boos toespreken.
Schoof deed het zelden en als het gebeurde, was het volgens sommigen te laat. Zoals bij PVV-staatssecretaris Chris Jansen, toen die verklaarde nog steeds achter de ‘minder, minder Marokkanen’-uitspraak te staan, tot ontzetting van zijn eigen ambtenarenapparaat. Schoof pakte pas de telefoon om Jansen tot excuses te dwingen toen de oppositie er een punt van maakte. ‘Hij had Jansen er toen uit moeten gooien’, meent een betrokkene. De nooit beantwoorde vraag: had Schoof die macht wel?
Bij onderhandelingen leek Schoof aanvankelijk wel voldoende gezag te hebben om resultaten te kunnen boeken. Toen er in augustus op het ministerie van Financiën onderhandeld werd over de begroting 2025, gebeurde dat in eerste instantie door de vicepremiers, onder leiding van premier Schoof en minister van Financiën Eelco Heinen. Toen de gesprekken later werden voortgezet door de fractievoorzitters ging het mis. Verhalen lekten uit over een huilende Pieter Omtzigt en ruziënde fractievoorzitters die tot in de nacht over details bleven onderhandelen. Onder leiding van Schoof kwamen ze er toch uit. Omtzigt zelf noemde het in De Telegraaf een ‘onwennige oefening in een extraparlementair kabinet’.
Een half jaar later, toen er op hetzelfde ministerie onderhandeld werd over de voorjaarsnota, bleek Schoof minder regie te hebben. De vicepremiers waren niet meer betrokken, en zelfs Schoof en Heinen zaten bij een deel van de onderhandelingen niet aan tafel. Hij dwong ook niet af dat de plannen eerst nog werden doorgerekend op de ministeries. Het resultaat was een akkoord dat veel van zijn ministers verraste. Over ‘extraparlementair’ had niemand het meer.
Toen Wilders vorige week aankondigde opnieuw te willen praten over migratie, werd Schoof nergens bij betrokken. De vier fractievoorzitters spraken samen in de kamer van Wilders over de toekomst van het kabinet-Schoof, zonder Schoof. Toen Schoof zelf contact probeerde op te nemen met Wilders, nam hij niet op. Telefonisch probeerde hij nog wel in te praten op de andere drie om het niet te laten escaleren, maar zonder resultaat. Geert Wilders, de grootste aandeelhouder, had de stekker eruit getrokken.
De PVV-leider meldde het eerst op X en belde daarna pas Dick Schoof, de voorlopig laatste partijloze premier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.