dinsdag 21 januari 2014

Die arrogante wetenschap

Een discussie.!

Ronald Meester − Trouw 19/01/14, 21:04
© thinkstock.
ESSAY Een jaar geleden ontstond op de Vrije Universiteit een rel over een promotie waarbij ikzelf als een van de promotoren was opgetreden. Bioloog Joris van Rossum promoveerde aan de faculteit der wijsbegeerte op zijn proefschrift 'On sexual reproduction as a new critique of the theory of natural selection'. Hij had een nieuw, principieel probleem gevonden dat het moeilijk maakte om het bestaan van seksuele voortplanting binnen een darwinistisch evolutionair scenario te begrijpen. De evolutie zelf stelde Van Rossum niet ter discussie.
  • Waarom kozen Van Rossums critici niet voor een normale wetenschappelijke discussie, maar voor een tamelijk agressieve publieke reactie?
Vier biologen uit Utrecht en Wageningen betwijfelden naar aanleiding daarvan of de VU wel waakte over de kwaliteit van de universiteit, en beklaagden zich over Van Rossums 'ongehoorde' wetenschappelijke conclusies - waarvan ik eigenlijk alleen maar kan zeggen dat die in het proefschrift niet te vinden waren. In columns en commentaren viel me de vijandigheid op. 'Intelligent Design op de VU', was een van de even voorspelbare als onjuiste koppen. Wetenschapsjournalist Marcel Hulspas sneerde op ThePostOnline: "Zoiets doen ze graag een beetje stiekem, daar bij de VU. Stiekem schoppen tegen de evolutietheorie. Stilletjes zeggen dat er misschien toch niks van klopt. Dat vinden ze lekker, daar bij de VU. Dat Darwin ongelijk heeft. Of niet het hele verhaal heeft verteld. Er is méér aan de hand dan louter selectie. God, perhaps? Nee, dat zegt Van Rossum niet. Maar op de achtergrond zie je Meester driftig 'ja' knikken. Stiekem schoppen tegen Darwin. Bij 'filosofie'. En dan weer snel uit elkaar. Mondje dicht. Dat vinden ze lekker."


Het rumoer rond de promotie van Joris van Rossum staat niet op zichzelf. In de Verenigde Staten gebeurde iets dergelijks toen de atheïstische filosoof Thomas Nagel in zijn boek 'Mind & Cosmos' beweerde dat de huidige conceptie van het klassieke darwinisme vrijwel zeker onjuist is. Nagel betoogde vooral dat ons bewustzijn en redeneervermogen eenvoudigweg niet passen in het klassieke darwinistische plaatje. De reacties op zijn boek waren niet mis. Nagel, een bekend en gerespecteerd filosoof, heette plotseling 'ooit een grote denker'.


Antwoord op alles?

Arrogantie. Waarom kozen Van Rossums critici niet voor een normale wetenschappelijke discussie, maar voor een tamelijk agressieve publieke reactie waarin sprake was van 'InHollandse toestanden' - fraude dus? Omdat er kennelijk heel veel op het spel staat, meer dan alleen maar het vertrouwen in een wetenschappelijke theorie: de reikwijdte en status van de wetenschap zelf waren in het geding.



Vrij dominant is de gedachte dat 'de wetenschap' het antwoord op alles kan en zal geven. Zo vindt de Oxford-scheikundige Peter Atkins dat "er geen reden is om te veronderstellen dat natuurwetenschap niet alle facetten van het bestaan zal kunnen verklaren". Ook de Britse evolutiebioloog (en missionaris van het atheïsme) Richard Dawkins vindt dat. En dichter bij huis Bas Haring. Deze speler uit het Filosofisch Elftal van Trouw schreef in 'Kaas & de evolutietheorie' dat evolutie vanzelf gaat, daar hebben we God niet bij nodig. Als er een God bestaat, aldus Haring, moet het wel een kleine en onmachtige god zijn. Wel, dat is geen filosofie maar een niet op feiten gestoelde mening. En dat - God betere het - in een kinderboek. Aan dit soort arrogantie heb ik een Grote Broer dood.



Door dit denken kan onze cultuur haar levensbeschouwelijke en filosofische dimensie verliezen. Ik ben niet optimistisch over een samenleving waarin iedereen die vraagtekens zet bij een exclusief wetenschappelijke beschrijving van de aard der dingen weggehoond wordt. Mensen kunnen ziek worden als ze hun emoties en spirituele dimensie ontkennen. Ik denk dat dit, metaforisch gesproken, ook voor de samenleving als geheel geldt.



Het maakt me ongerust als mensen zeker menen te weten dat hun geloof het enig ware in de wereld is, en geen mogelijkheid onbenut laten om de publieke opinie met valse argumenten voor hun zaak te winnen. Er lopen in het wetenschappelijk establishment heel wat dogmatici rond, en sommige van hun pretenties vind ik ongeloofwaardig en arrogant.

  • Door zo concreet mogelijk te zeggen waar de grenzen liggen van wat je met een bepaalde kijk op de wereld zou kunnen verklaren, bewijs je de wetenschap een grote dienst
Filosofisch perspectief
Atheïsten beschuldigen gelovigen er vaak van dat ze 'zomaar' iets geloven, zonder bewijs, aanleiding of noodzaak, terwijl wetenschap zich uitsluitend op feiten zou baseren. Dat is een beschuldiging die geen realistisch beeld geeft van hoe wetenschap en religie eigenlijk functioneren. Ik zie goede redenen om te veronderstellen dat de wetenschap niet alle geheimen van de wereld kan ontrafelen, ondanks de ronkende beweringen. Van Rossum en Nagel doen niets anders dan wijzen op problemen die voortkomen uit de aanname dat we in een wetenschappelijk verklaarbare wereld leven. De torenhoge status die wetenschappelijke ontdekkingen hebben, mag wat mij betreft best een beetje worden genuanceerd.


Darwins theorie heeft velen ervan overtuigd dat we God niet meer nodig hebben, en misschien is het juist daarom dat kritiek op het darwinisme doorgaans zo slecht wordt ontvangen. Geloof in een wetenschappelijke verklaring voor alles vind ik persoonlijk een grotere geloofsdaad dan geloven in God.



Ik noem mezelf 'niet ongelovig', maar natuurlijk ben ik geen antiwetenschapper. Eerder het omgekeerde: door zo concreet mogelijk te zeggen waar de grenzen liggen van wat je met een bepaalde kijk op de wereld zou kunnen verklaren, bewijs je de wetenschap een grote dienst.



Zo bekijk ik het werk van Van Rossum en Nagel. Beiden reflecteerden vanuit een filosofisch perspectief op een onbegrepen fenomeen. Ook ik kijk met die wijsgerige blik. Dan zie ik dat de arrogantie van veel wetenschappers ongefundeerd is, zeker in hun ideeën rond evolutie. Zo valt het verschijnsel seks er niet mee te rijmen. Een verklaring daarvoor vereist namelijk dat je seks in de mal van het darwinisme moet persen, van natuurlijke selectie, zoals Darwin het noemde.



Bewustzijn

Maar wat, of wie, speelt dan de rol van 'eenheid van selectie'? Het gen, het individu, de soort misschien? Geen van de kandidaten voldoet, en dus is het moeilijk om seks in dit keurslijf te persen.



Tweede niet te verklaren fenomeen is ons bewustzijn. Zelfs Richard Dawkins erkent zonder omhaal dat daar geen evolutionaire verklaring voor is. Toch denken veel wetenschappers dat die wel bestaat, ik vermoed doordat ze een andere visie dan de materiële onacceptabel vinden.



Ten slotte zouden computersimulaties aantonen dat darwiniaanse evolutie 'uit zichzelf' tot stand komt. Maar de programmeur heeft inzicht in de toekomst en speelt dus een beetje voor God - en diens simulaties dragen weinig bij aan het inzicht in hoe complexe fenomenen darwiniaans ontstaan zijn. Ze bewijzen niets.

  • Ik ben ervan overtuigd dat een uitsluitend rationeel begrip van de wereld niet mogelijk is omdat de wetenschap naar haar aard simpelweg geen toegang heeft tot alle geheimen van het leven
Biologen en filosofen hebben het over biologie regelmatig met elkaar aan de stok. Gezien de onzin die Amerikaanse creationisten soms uitkramen, is de getergde reactie hierop vanuit de wetenschap niet verwonderlijk.


Maar filosofische reflectie op wat we eigenlijk aan het doen zijn, is noodzakelijk. Filosofie, mits verstandig bedreven, houdt ons en de wetenschappers bij de les, ook als we dat niet leuk vinden.



Wantrouwend

Ik laat het evolutionaire bouwwerk volledig intact, inclusief de gezamenlijke afstamming, de ontwikkeling van soorten. Dat er een evolutie heeft plaatsgevonden - en natuurlijk nog steeds plaatsvindt - is boven elke redelijke twijfel verheven. Maar hoe dat precies in zijn werk is gegaan, wat we daarvan begrijpen en wat we daarmee kunnen verklaren is niet zo duidelijk. Er zijn overigens goede redenen om überhaupt wantrouwend te staan tegenover elke theorie waarvan de aanhangers beweren dat die 'alles' zou kunnen verklaren. Ik denk dat een theorie die alles zegt te verklaren, meer een ideologie dan een theorie is.



Iedereen die zich bezighoudt met de duiding van wetenschappelijke problemen ontkomt er nauwelijks aan om diezelfde duiding in verband te brengen met zijn eigen visie op de wereld. Dat draagt bij aan een realistischer beeld van de reikwijdte van wetenschappelijke pretenties, en daarmee ook aan een samenleving waarin deze wetenschap de positie krijgt die haar toekomt.



De status van de wetenschap is sinds de Verlichting schier onaantastbaar. De Verlichting werd, waarschijnlijk onbedoeld, ingeluid door Immanuel Kant. Hij wilde God er nog wel bij houden, hoewel Hij volgens Kant niet te kennen was. Hij verklaarde de rationaliteit nog niet heilig, maar krap honderd jaar na Kant gebeurde dat wel. Zeker in onze westerse samenleving leveren we ons sindsdien bijna over aan de rationaliteit.



Seksuele voortplanting en onze mentale capaciteiten vallen binnen de huidige wetenschappelijke kaders moeilijk te begrijpen. Maar al raakt een "gevestigde theorie gevangen in tegenstrijdigheden en absurditeiten", schreef de Joodse filosoof Arthur Koestler eens, "ze kan nog heel lang door het establishment in stand worden gehouden, tot een globaal alternatief beschikbaar is." Dan hebben we nog een lange weg te gaan, want een alternatief voor de bestaande ideeën omtrent evolutionaire verschijnselen lijkt er simpelweg niet te zijn. Ik beweer niet dat evolutie een idée fixe is, maar wel dat er grenzen zijn aan wat je met een darwinistisch scenario kunt begrijpen.



'Onaannemelijk'

In een cultuur waarin de discussie over evolutie, wetenschap en levensbeschouwing zo gepolariseerd is, gaat iets fundamenteel verkeerd. Het is prachtig en zinvol om met wetenschappelijke methodes en ideeën inzicht te krijgen in de vraag hoe de wereld in elkaar lijkt te zitten. Maar dat is niet de enige manier om de wereld op een zinvolle manier te beschouwen. Ik ben ervan overtuigd dat een uitsluitend rationeel begrip van de wereld niet mogelijk is, omdat de wetenschap naar haar aard simpelweg geen toegang heeft tot alle geheimen van het leven.



Volgens Dawkins heeft de wetenschap God heel onaannemelijk gemaakt, en volgens een opschrift op bussen in Londen bestaat God waarschijnlijk niet. Ze hebben ongelijk. Niet omdat God wél zou bestaan, maar omdat God niet te vangen is in rationele argumenten.



De enig juiste conclusie is dat onze wetenschappelijke prestaties juist méér aanleiding hebben gegeven te denken dat de wereld ten diepste mysterieus en onbegrijpelijk is. Dat is niet alleen zo in de biologie, maar ook in de fysica en, natuurlijk, in mijn vakgebied de wiskunde.



Wetenschappelijke ontdekkingen en claims figureren altijd binnen een wijsgerig kader, ook al is niet iedereen - ook ik niet - zich daarvan op elk moment bewust. Het beeld van de 'harde' en 'op feiten gebaseerde' wetenschap tegenover de 'zachte' en op 'alleen maar onnodig geloof gebaseerde' religie is onwaar. Wetenschap zou zich moeten laven aan filosofie en spiritualiteit in plaats van haar neus ervoor op te halen. Elke wetenschapper moet weten dat zijn resultaten altijd relatief zijn ten opzichte van een bepaald wijsgerig kader.



Het uitdragen van deze mening is een probaat middel tegen arrogantie. Zou niet elke wetenschapper eens gevraagd moeten worden naar hoe hij de wereld eigenlijk ziet, en in hoeverre haar wetenschap hiermee verbinding heeft? Het zou de wetenschap ten goede komen.



Het is vooralsnog geen populair standpunt dat ik hier vertegenwoordig, maar ik hoop dat de tijden zullen veranderen.



Ronald Meester (1963) is hoogleraar waarschijnlijkheidsrekening aan de VU in Amsterdam. In 2007 publiceerde hij 'De man die God kende'. Dit is een voorpublicatie uit 'Arrogant. Waarom wetenschappers vaak minder weten dan ze denken', dat vandaag verschijnt bij Ten Have, Utrecht; 144 blz. € 14,99



Kwestie-Van Rossum

Joris van Rossum, van huis uit bioloog, promoveerde eind 2012 aan de faculteit wijsbegeerte van de VU. Veel van zijn vakgenoten vinden de seksuele voortplanting lastig inpasbaar in de evolutieleer. Zou seks, met zijn energieverslindende partnerjacht, niet tijdens de evolutie hebben moeten verdwijnen? Van Rossum ging een stap verder: seks laat zich onmogelijk verenigen met het darwinistische scenario.



Evolutiebiologen uit Utrecht en Wageningen lieten de rector magnificus van de VU op hoge toon weten dat de promotie nooit had mogen doorgaan; zijn promotoren - filosoof René van Woudenberg en wiskundige Ronald Meester, beiden zonder 'expertise in de evolutiebiologie' - "hadden moeten inzien dat Van Rossum zich baseert op een simpele misvatting, gebaseerd op een 35 jaar oud populair-wetenschappelijk boek", te weten 'The Selfish Gene' van Richard Dawkins.



In Bionieuws schreven de critici dat Van Rossum zich baseerde op 'fundamentele misverstanden', terwijl er juist 'vele mogelijke verklaringen' voor seks als evolutionair fenomeen voorhanden zijn.



Opmerkelijk was de reactie van VU-dierecoloog Nico van Straalen, die in Van Rossums begeleidingscommissie zat. In de Volkskrant zei hij: "Ik had het als biologisch proefschrift nooit laten passeren, maar ik vond het als wijs-gerig proefschrift verdedigbaar."

------------------------------------------------------------------
http://www.trouw.nl/tr/nl/6700/Wetenschap/article/detail/3579845/2014/01/19/Die-arrogante-wetenschap.dhtml
------------------------------------------------------------------
Robert Bleeker

1/2 Ook ik was - nav. de bijdragen van Wouters hier en aangenomen dat hij de door Meester aangehaald auteur is van de "InHolland" kwalificatie voor de mogelijke malafide promotie-praktijken aan de VU - al gestuit op een fundamentele, wetenschappelijk onderbouwde repliek van Wouters tegen het proefschrift van Van Rossum {m.m. tegen Meester} Gevoegd bij de repliek van Gerdien de Jong is de raillerende uithaal jegens zijn criticasters geheel ontkracht. Waarom krijgt Meester een podium in Trouw.!
22/01/14 16:01


Robert Bleeker
2/2 1. Ter verdediging van Van Rossum : Zijn invalide proefschrift kan niet geheel op zijn conto worden geschreven, want is feitelijk de resultante van verregaand falen van zijn promotors. 2. Of de cultuur van academische faux pas zich tot de VU {Bax} beperkt, waag ik te betwijfelen {Poldermans / Stapel}. 3. Nav de zelf-plagiaat affaire Nijkamp schreef ik 17-01-2014 in een lezerskolom elders in de media iets over het VITALE belang van UNIFORME academische onderzoek- en publicatie-systematiek.!
23/01/14 14:56


Ik wil tot slot een aantal lieden, dat "het menselijk bewustzijn" in zijn algemeenheid en "menselijke emoties" en "menselijke religieuze gevoelens" in bijzonderheid, aanvoert als "het ultieme bewijs" van het bestaan van de religieuze transcendentie {en "dus" van een almachtig opperwezen}, die de wetenschap zou overstijgen {onbereikbaar is voor de wetenschap}, willen wijzen op het feit, dat emoties etc. gewoon door chemische substanties beïnvloedbaar zijn en dus een fysiologische origine kennen.!
21/01/14 15:38

Robert Bleeker
Het is simpelweg suspect, om iemand {de aangevallen-promotor @Meester} die tevoren stelt "niet ongelovig" te zijn {en dus gelovig is} begerig te zien reiken naar onderzoeksgebieden c.q. verschijnselen, die NOG niet afdoende op een wetenschappelijke manier {i.c. door een wetenschappelijke theorie} zijn verklaard, om fysieke ruimte voor zijn onbewezen gods-axioma te claimen. Het feit, dat een bestaande wetenschappelijke theorie op DIT moment niet toereikend zou zijn, is echter GEEN godsbewijs.!
20/01/14 23:54

Robert Bleeker
1. Het probleem met - de promotor van Van Rossum en van zijn eigen nieuwe boek - @Meester begint al met het gegeven dat hij een probleemstelling probeert te formuleren, zonder de definitie van de probleem-componenten te postuleren. 2. Nergens in zijn betoog namelijk geeft hij een omschrijving van zijn gods-axioma. 3. Ten tweede is mijn grote bezwaar tegen zijn probleem-benadering, dat hij redeneert vanuit de voor-aanname dat er een "god" is en het bewijs ontleent aan "de impotente wetenschap".!
20/01/14 23:24
Beledigend? Ongepast? Meld het ons.

---------------------------------------------------------------------------------


ONAFHANKELIJK PLATFORM VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM

achTERGROND

aanvullende informatie bij artikelen in het magazine en op de site

Evolutieproefschrift: kritiek van wetenschapsfilosoof Henk de Regt

VU-wetenschapsfilosoof Henk de Regt zat in de leescommissie van het omstreden evolutieproefschrift van Joris van Rossum. Als enige adviseerde hij negatief. Hij betreurt het dat de discussie het imago van de wetenschapsfilosofie beschadigt.


Geachte redactie,
Ad Valvas #10 bespreekt het proefschrift van Joris van Rossum, dat media-aandacht kreeg omdat biologen uit Utrecht en Wageningen bij de rector magnificus tegen deze promotie protesteerden. Ik was lid van de leescommissie en heb (als enige) negatief geadviseerd. De promotie kon zodoende doorgaan, want een leescommissie hoeft niet unaniem maar slechts in meerderheid positief te oordelen.
Wat ik nu betreur, is dat in de media de suggestie gewekt wordt dat een filosofisch proefschrift dat een onjuiste of achterhaalde weergave van de evolutietheorie geeft, toch acceptabel kan zijn. Alsof in de filosofie alles maar mag en kan. Dit is een misvatting: wetenschapsfilosofen die (bijvoorbeeld) de evolutietheorie onderzoeken, moeten (1) die theorie goed begrijpen en (2) hun filosofische conclusies goed beargumenteren.
De discussie gaat nu over de vraag of het proefschrift aan voorwaarde 1 voldoet. In mijn advies aan de promotoren Ronald Meester en René van Woudenberg heb ik beschreven dat het proefschrift in elk geval niet aan voorwaarde 2 voldoet. De extreem sterke conclusies van Van Rossum zijn onvoldoende onderbouwd. 
Een passage uit het Advalvas-artikel illustreert dit. Bioloog Nico van Straalen, die het proefschrift goedkeurde, stelt dat seksuele reproductie ‘vooralsnog een nog niet goed begrepen probleem is.’ Van Rossum beweert echter iets veel sterkers: de theorie van natuurlijke selectie zou ‘fundamenteel’ niet in staat zijn om seksuele reproductie te verklaren. 
Dat is nogal een verschil. Om die laatste stelling te bewijzen zou hij een goede filosofische analyse moeten geven van wat wetenschappelijke verklaring inhoudt – dat heeft hij niet gedaan. Een vooralsnog onbegrepen fenomeen bestempelen als fundamenteel onverklaarbaar vereist een gedegen filosofische argumentatie, die helaas ontbreekt.
Het proefschrift sluit af met een non sequitur: het ‘naturalistische paradigma’, dat de werkelijkheid in louter natuurlijke, materiële termen wil verklaren, zou in gevaar zijn. Maar zelfs als seksuele reproductie niet middels natuurlijke selectie te verklaren zou zijn, dan hoeft het naturalisme nog niet opgegeven te worden. 
De naturalistische benadering is in de biologie (en in de wetenschap in het algemeen) zeer succesvol gebleken. Door Van Rossum voorgestelde alternatieven als vitalisme, dat het bestaan van een niet-materiële ‘levenskracht’ aanneemt, hebben daarentegen geen enkele empirische toets doorstaan.
Henk de Regt (UHD wetenschapsfilosofie, Faculteit der Wijsbegeerte)

Henk de Regt
11 februari 2013


--------------------------------------------------------------------------

Kritiek op studie over evolutie

VAN ONZE VERSLAGGEVER BEN VAN RAAIJ − 02/02/13, 00:00  - de Volkskrant
De Vrije Universiteit in Amsterdam is in opspraak gekomen door een wijsgerige promotie met kritiek op de evolutietheorie. Vier evolutiebiologen hebben een brief gestuurd naar het college van bestuur waarin zij stellen dat de VU vorig jaar ten onrechte een doctorstitel heeft verleend voor dit onderzoek.
AMSTERDAM - Aanleiding is de studie waarop bioloog Joris van Rossum op 11 december promoveerde. Hij stelt hierin dat natuurlijke selectie het bestaan van seksuele voortplanting niet kan verklaren. Het bestaan van seks is volgens hem een falsificatie van Darwins evolutietheorie.

Volgens de vier evolutiebiologen is dat onzin. De evolutie van seks is vanuit evolutionaire mechanismen heel goed te verklaren, schrijven zij vandaag in vakblad Bionieuws. Volgens hen kent Van Rossum de relevante literatuur niet. Promotoren en begeleidingscommissie hadden moeten ingrijpen.

Arjan de Visser (Wageningen Universiteit), een van de critici, noemt de studie 'onder de maat'. 'Het gaat uit van fundamentele misvattingen, die geen bioloog zou laten passeren, zoals dat natuurlijke selectie alleen zou werken op het niveau van het gen. Het begint echter met de overleving van individuen en groepen, die bepaalde genen doorgeven aan hun nageslacht.'

Het stoort De Visser 'dat onjuiste opvattingen over de evolutietheorie nu in een proefschrift zijn vastgelegd en zo een autoriteit krijgen waarop mensen zich kunnen beroepen.' Hij wijst erop dat in diverse media is gesteld dat dit het darwinisme op losse schroeven zou zetten. Van Rossums promotoren, wiskundige Ronald Meester en filosoof René van Woudenberg (beiden VU) zijn sympathisanten van intelligent design (ID), een christelijk alternatief voor de evolutietheorie.

Van Rossum is niet onder de indruk van alle kritiek. Het klopt dat zijn interpretatie afwijkt van de evolutiebiologische canon, zegt hij. 'Maar mijn punt is juist dat de biologen die ik behandel een fout maken als ze beweren dat met hun (evolutie-)model alle biologische eigenschappen te verklaren zijn.'

Volgens promotor Meester berust de kritiek deels op misverstanden. 'Van Rossum laat veel van het evolutionaire bouwwerk intact. Maar iedereen weet dat seksuele voortplanting de 'koningin van de evolutionaire problemen' is. Er is geen bevredigende verklaring voor binnen de bekende kaders.'

Dierecoloog Nico van Straalen (VU) zat bij Van Rossums promotie in de begeleidingscommissie. 'Ik had het als biologisch proefschrift nooit laten passeren', zegt hij. 'Maar ik vond het als wijsgerig proefschrift verdedigbaar.'

De VU wilde vrijdag niet reageren.
-------------------------------------------------------------------------------------
Arno Wouters 1 oktober 2013 om 14:17 (in Skepter lezerskolom)
Van Straalen in de Volkskrant van 2 februari 2013 over het proefschrift van Van Rossum:
‘Ik had het als biologisch proefschrift nooit laten passeren’, zegt hij. ‘Maar ik vond het als wijsgerig proefschrift verdedigbaar.’
Alsof een dierecoloog zou kunnen beoordelen of een wijsgerig proefschrift verdedigbaar is ……
----------------------------------------------------------------------------------------



WETENSCHAP - 13 FEBRUARI 2013

VU: Werkwijze omstreden promotie kon beter


De Vrije Universiteit reageert op de controverse rond een evolutieproefschrift. Er zijn geen regels overtreden, maar de promotie kon zorgvuldiger.
evolutie_xl_949956.jpg
evolutie_xl_949956.jpg
Foto: .








Felle kritiek had een groep evolutiebiologen in januari op een VU-proefschrift dat de evolutietheorie aanvalt. De promotie brak geen regels, reageert Rector Magnificus Lex Bouterdeze week, maar had zorgvuldiger gekundr. Het zou bijvoorbeeld ‘raadzaam zijn geweest een evolutiebioloog bij het promotieteam te betrekken.' 

Steen des aanstoots is het proefschrift van filosoof Joris van Rossum. Hierin stelt hij dat de evolutietheorie geen verklaring heeft voor het ontstaan van seksuele selectie. Onzin, reageerde een groep evolutiebiologen, waaronder Wageningers Duur Aanen en Arjan de Visser, in Bionieuws: Voor de evolutie van seks zijn prima verklaringen. 

Bovendien rammelt het proefschrift inhoudelijk en citeert Van Rossum ‘weinig en selectief' uit de relevante wetenschappelijke literatuur.
VU-rector Bouter wil zelf niet inhoudelijk ingaan op de discussie. Deze moet volgens hem plaatsvinden in de (wetenschappelijke) pers. Wel geef hij toe dat geen van beide promoteren een achtergrond heeft in de biologie. Dat vindt hij geen wenselijke situatie, maar het is niet tegen de huidige VU-regels: ‘Het is aan de beoogd promotor om te beoordelen of een onderwerp tot zijn expertise behoort.' 

Verder was het formeel geen probleem dat de leescommissie niet unaniem positief oordeelde; Een meerderheid was afdoende. De VU gaat de casus nu meenemen bij een geplande verbetering van het promotiereglement.
De evolutiebiologen zijn tevreden over de reactie van rector Bouter. ‘Hij neemt onze kritiek duidelijk ter harte,' laat Arjan de Visser weten via e-mail. Op het inhoudelijk komt er mogelijk nog een reactie, maar ‘we [zijn] er nog niet uit of we nog een keer onze mening gaan geven.' Van Rossum wijst ondertussen alle kritiek resoluut van de hand. Al voor de officiële reactie [RR - van rector Bouter] noemt hij in het Reformatorisch Dagblad de kritiek een: ‘aaneenschakeling van onjuistheden en verkeerde interpretaties.'

---------------------------------------------------------------------------------------

aanvullende informatie bij artikelen in het magazine en op de site

Reactie Joris van Rossum op de kritiek op zijn proefschrift


Hieronder de reactie van Joris van Rossum op de kritiek op zijn proefschrift die biologen 2 februari publiceerden in Bionieuws. Zie ook de nieuwsberichten hierover van Advalvas op 29 januari en 6 februari.
 Het kritische artikel van Gerdien de Jong, Duur Aanen, Rolf Hoekstra en Arjan de Visser is een aaneenschakeling van onjuistheden en verkeerde interpretaties.
 1.             Mijn werk zou slechts uitgaan van het verouderde, populairwetenschappelijke werk The Selfish Gene van Richard Dawkins. Dat klopt niet: ik behandel vele werken (de periode van Darwins tijd tot het jaar 2012 bestrijkend) die verschillende stromingen van de theorie vertegenwoordigen en zich onderscheiden naargelang natuurlijke selectie zou werken op het individu, het gen, de groep dan wel op de soort. 
Dawkins is echter cruciaal voor mijn werk (niet alleen het genoemde invloedrijke werk maar ook werken als The Extended Phenotype komen aan de orde) omdat hij een oplossing lijkt te bieden voor het fundamentele probleem dat in mijn proefschift centraal staat, namelijk Darwins aanname van seksuele reproductie in zijn verklaringsmodel. Dat is een centraal en nieuw punt in mijn dissertatie, maar wordt onbegrijpelijkerwijs door de critici volkomen genegeerd. Naast Dawkins komen ook Jacques Monod en George C. Williams als representanten van deze stroming uitvoerig aan bod.
2.            Mijn opvatting zou niet stroken met wat in de wereld van de evolutiebiologen algemeen voor vaststaand wordt aangenomen. Maar het gaat er juist om dat ik die vaststaande opvattingen ter discussie stel. Ik stel dat het zogenaamde replicatormodel niet zo toegepast kan worden dat alle biologische kenmerken verklaard kunnen worden. Concreet: biologen mogen stellen dat ‘de evolutionaire uitbetaling plaatsvindt in de vorm van allelfrequenties, maar de prijsbepaling van deze allelen gebeurt via hun uitwerking op de overleving en reproductie van individuen of soms groepen’; ik stel dat deze kijk op de evolutie geen verklaring kan geven voor seksuele reproductie. Dat is een centraal thema van mijn werk.
3.            Ik zou een fundamentele fout maken door te denken dat recombinatie in de meiose natuurlijke selectie onmogelijk maakt. Dit beweer ik echter nergens. Ik vermoed dat de schrijvers het cruciale onderscheid dat ik maak tussen een entiteit die onderhevig kan zijn aan natuurlijke selectie (‘subject to natural selection’) en een entiteit die gezien kan worden als een compleet product van natuurlijke selectie (‘product of natural selection’) gemist hebben. Ik stel namelijk dat seksueel reproducerende organismen wel onderhevig kunnen zijn aan natuurlijke selectie, maar niet volledig gezien kunnen worden als een product van dat mechanisme. Dit essentiële onderscheid lijkt de briefschrijvers volkomen te zijn ontgaan.
4.            Ik zou de ‘cost of meiosis’ niet begrijpen. Dit begrip is echter ontleend aan de definitie van de toonaangevende evolutiebioloog George C. Williams. En als reactie op de stelling dat ik ‘cost of meiosis’ en de ‘cost of males’ door elkaar haal, refereer ik naar noot 27 op pagina 121 waar dit verschil wordt uitgelegd. 
Wat evolutiebiologen in het verleden hebben gezegd over de handhaving van seksuele reproductie zou ik behandelen aan de hand van ‘twee hoofdstukken uit een populairwetenschappelijk boek uit 1993’. Dit is een incorrecte en insinuerende bewering. Dit werk gebruik ik eerder als uitgangspunt voor discussie, waarbij vele originele en ook recente(re) publicaties aan de orde komen, waaronder nota bene artikelen van de critici zelf (Rolf Hoekstra en Arjan de Visser). 
Fundamenteler is echter dat de schrijvers lijken te suggereren dat het bekende en veel beschreven probleem rondom seks het centrale probleem is waar mijn werk over handelt, waarna ze opmerken dat dit probleem feitelijk afwezig is (‘er is echter geen fundamenteel probleem’). 
Dit is echter een grove misvatting die ook voorkomen had kunnen worden door enkel te kijken naar de titel van mijn werk (On Sexual Reproduction as a New Critique of the Theory of Natural Selection): het fundamentele probleem zit hem niet in de problemen waar biologen al decennialang mee worstelen, maar in het nieuwe geïdentificeerde probleem dat ik observeer in hoofdstuk 2 van mijn werk (seks als ‘creatieve teleonomie’). 
Ik stel dat de bekende problemen betreffende seks gezien moeten worden als het gevolg van dit fundamentele probleem, een probleem dat naar mijn weten niet eerder verwoord is in de literatuur.

5.            Ik zou beweren dat mijn werk de theorie van natuurlijke selectie zou falsificeren. Zo nadrukkelijk trek ik deze conclusie nergens. Hoofdstuk 4 behandelt de delicate relatie tussen een falsificatie in haar meerdere betekenissen en de conclusies van mijn werk. De bovengenoemde bewering is daar echter niet aan te treffen. 
 Al met al lijkt de fundamentele kritiek op mijn werk ingegeven door een onnauwkeurige lezing en een slecht begrip van mijn werk. De felheid en de grote stelligheid van de kritiek zijn derhalve allerminst gerechtvaardigd.
 Joris van Rossum
Evolutiebioloog en filosoof
Rianne Lindhout
06 februari 2013

----------------------------------------------------

Darwin botst met doelgerichtheid en design

Darwin botst met doelgerichtheid en design -  Foto Sjaak Verboom
Foto Sjaak Verboom
„Ik sta perplex. De complexiteit van het leven is een wonder.” Bioloog Joris van Rossum (42) zette onlangs in zijn wetenschapsfilosofische proefschrift het darwinisme op losse schroeven.
Gefascineerd als hij was door het darwinisme, besloot Van Rossum biologie te gaan studeren. „De wetenschappelijke theorie van Darwin boeide die mij zeer. Mijn leven stond echter totaal op zijn kop toen ik de consequenties van het naturalistische, darwinistische wereldbeeld op mezelf betrok. Levende wezens zijn niet meer dan een maalstroom van doelloze materie: een zwartgallige, deprimerende en fatalistische gedachte. Ik dacht: als dat waar is, laat ik het dan maar tot het bot uitzoeken.”

Halverwege zijn studie groeiden bij Van Rossum twijfels over de juistheid van het darwinisme. „De Duitse filosoof Arthur Schopenhauer opende mijn ogen ervoor dat het naturalisme, de filosofie waarop Darwins evolutieleer is gebaseerd, omstreden is. Een regelrechte eyeopener.”

Ook ontdekte Van Rossum dat de theorie van de natuurlijke selectie, die aan de basis staat van Darwins evolutieleer, niet klopt. Volgens deze theorie maken organismen die beter in hun omgeving passen, meer kans om te overleven en zich voort te planten dan minder goed aangepaste organismen. „Ik ontdekte echter dat geslachtelijke voortplanting (met mannetje en vrouwtje) fundamentele problemen oplevert voor deze theorie.”

Hij promoveerde eind vorig jaar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam bij prof. dr. René van Woudenberg op het proefschrift ”On sexual reproduction as a new critique of the theory of natural selection”. In het dagelijks leven is Van Rossum uitgever bij Elsevier Science

Wat maakt het naturalisme zo omstreden?
„Aanhangers van het zogeheten ontologisch naturalisme zien de wereld als een louter fysische werkelijkheid, dat wil zeggen: alleen het meetbare en tastbare is realiteit; en daarin werken alleen fysische krachten. Er is geen plaats voor doelgerichtheid en ook niet voor het bovennatuurlijke.

Schopenhauer legt uit dat iets wat waargenomen wordt –het object– altijd vergezeld gaat van de waarnemer, het subject. Het naturalisme gaat ervan uit dat objecten ook zonder subject bestaan.

Dat is echter een aanname. Op geen enkele wijze kan worden bewezen of vastgesteld dat objecten onafhankelijk van het subject bestaan; zeker niet met de wetenschappelijke methode. Het object kan per definitie nooit worden waargenomen als er geen subject bestaat dat het waarneemt.

Objecten worden dus altijd vergezeld van een subject. Met Schopenhauer stel ik dat het naturalisme de filosofie van het subject is, die heeft vergeten rekening te houden met zichzelf. ”

Wat heeft natuurlijke selectie met het naturalisme te maken?

„Natuurlijke selectie wordt beschouwd als een naturalistische verklaring voor design – de hoge mate van organisatie en de complexiteit van levende wezens. Een voorbeeld daarvan is het oog, dat ik als voorbeeld aanhaal in mijn proefschrift. Maar ook de genetische code, het DNA, is design. DNA is opgebouwd uit miljarden actieve basenparen. Deze zouden door toevallige mutaties –veranderingen in het DNA– en natuurlijke selectie exact in de goede volgorde zijn gezet. Ik vroeg me echter af: Kan doelloze natuurlijke selectie wel aan de wieg staan van zo’n fantastisch design?”
Hoe verloopt het proces van natuurlijke selectie dan?

Volgens de naturalistische visie op het evolutieproces is natuurlijke selectie doelloos: mutaties hebben volkomen toevallig plaats. Biologen beschouwen deze mutaties als een constante bron van variatie waarbinnen natuurlijke selectie experimenteert.
De drager van de mutaties maakt vervolgens kopieën van zichzelf. Mutaties die de drager beter aangepast maken aan zijn omgeving, kunnen zo doorgegeven worden. Door dit voortdurende proces van mutatie, voortplanting en selectie heeft evolutie plaats.”

Van wat?

„Dat kun je je inderdaad afvragen: wat maakt kopieën van zichzelf, wat past zich aan en wat evolueert ten slotte? Is dat het gen, het organisme, de soort of de groep? Die vraag loopt als een rode draad door de geschiedenis van de theorie van natuurlijke selectie. Daar liep ik dus ook tegenaan. De biologen zijn er niet uit. De discussie gaat voort.

Ik heb vervolgens de theorieën van biologen zoals Jacques Monod en Richard Dawkins bekeken. Dawkins’ boek ”The Selfish Gene” (het zelfzuchtige gen, BvdD) verwoordt in mijn ogen het beste hoe evolutie zou moeten optreden door natuurlijke selectie: via de genen.”

Klopt Dawkins’ benadering?

„Nee, zijn oplossing werkt niet. Het gedrag van organismen wordt gekenmerkt door een bepaalde gerichtheid –end-directedness–, een drang naar overleven en voortplanting. Waarom? Hiervoor moeten biologen een verklaring vinden binnen de naturalistische context. Monod noemde dit „het centrale probleem van de biologie.
De geslachtelijke voortplanting stelt biologen voor nog meer problemen. Het resultaat daarvan is elke keer een compleet nieuw organisme met een geheel eigen genetische code.

Zowel Monod als Dawkins loopt hiermee vast: Monods betoog verzandt in vaagheden, terwijl Dawkins bekent dat hij het eigenlijk ook niet meer weet.

In mijn onderzoek probeer ik te laten zien wat hieraan ten grondslag ligt: geslachtelijke voortplanting is een creatief proces, terwijl de theorie louter conservatieve processen kan verklaren.”

Wat concludeerde u ten slotte?

„Ik laat zien dat de problemen om geslachtelijke voortplanting te verklaren eigenlijk 
nog fundamenteler zijn dan tot nu toe gedacht: de huidige theorie van natuurlijke selectie heeft er geen verklaring voor.”

Biologen zullen daar niet blij mee zijn.

„Ze zullen er inderdaad problemen mee hebben. Ik heb overigens nog steeds geen steekhoudend tegenargument gehoord. Mijn conclusie is zeer vergaand, dat begrijp ik wel. Ik zet daarmee immers het darwinisme op losse schroeven.

De theorie van natuurlijke selectie is niet in staat gebleken om het fundamentele probleem van design op te lossen, evenmin lost de theorie het probleem van de doelgerichtheid op die zich bij geslachtelijke voortplanting voordoet. Als mijn conclusie juist is, hebben we de discussie over het design en de doelgerichtheid weer terug. Terwijl wetenschappers meenden dat deze beëindigd was met Darwins theorie van natuurlijke selectie.”

Staat de evolutie nu zelf ook ter discussie?
„Het bestaan van een evolutionair proces dat leidde tot de afstamming van soorten lijkt mij nog steeds heel aannemelijk. Darwin meende daarmee een deel van het probleem van onze herkomst opgelost te hebben. Het ”hoe”, het mechanisme daarachter, is echter een mysterie, een raadsel, een wonder. Ik heb er geen antwoord op. Ik sta perplex. Het is een bijzonder ingewikkeld probleem.”

U pleit in uw proefschrift voor het kijken naar alternatieven.

„Inderdaad. Ik heb zelf geen alternatief voor het darwinisme, maar pleit voor het onderzoeken van alternatieven. Een daarvan is het creationisme. Ik bedoel daarmee het idee dat wij gecreëerd zouden zijn door een Designer, een hoger Wezen.
Het creationisme biedt op zijn minst een oplossing voor het designprobleem. Een verklaring daarvan volgens een evolutionair proces –dat ik overigens niet betwijfel– vormt nog steeds een uitdaging.

Laat helder zijn: ik heb de antwoorden niet. Dat zou erg pretentieus zijn. Ik hoop echter met mijn proefschrift wel deze fundamentele discussie weer open te breken.”
Komt God met het designargument weer terug in de wetenschap?

„Ik ben niet christelijk opgevoed. Ik denk wel dat we moeten accepteren dat de wetenschap op sommige vragen geen antwoord kan geven. In het geval van seksuele reproductie is dat in mijn ogen een wetenschappelijke vaststelling. Ik denk echter dat het te simplistisch is om God als enige alternatief te zien, hoewel dit gebruikelijk is. De discussie omtrent de verklaring van het leven dient in mijn ogen echter in een veel bredere, filosofische context gevoerd te worden dan simpel ”God of Darwin”.”

Naturalisme

De filosofische stroming van het naturalisme benaderde de werkelijkheid aanvankelijk als een autonoom object, de natuur; in tegenstelling tot het idealisme, dat de werkelijkheid slechts zag vanuit het subject.

Later werden met naturalisme alle soorten filosofie bedoeld die een strikt natuurlijke interpretatie van de werkelijkheid proberen te geven. Bovennatuurlijke verklaringen worden uitgesloten.

Dit naturalisme is leidend binnen de westerse natuurwetenschap. Een naturalistische verklaring voor de oorsprong van het leven werd gevonden in de evolutietheorie van Darwin.

Natuurlijke selectie

Biologen onderscheiden drie mechanismen die verantwoordelijk gehouden worden voor het evolutieproces: natuurlijke selectie, seksuele selectie en genetische drift. Zowel de hoge mate van organisatie als de complexiteit van levende wezens wordt binnen de evolutietheorie door een van deze drie mechanismen verklaard.

Natuurlijke selectie is het mechanisme dat ervoor zorgt dat organismen die beter aangepast zijn aan hun omgeving, meer kans hebben om te overleven en voor nakomelingen te zorgen dan minder aangepaste organismen. De best aangepaste soort overleeft en neemt ten slotte de overhand in de populatie – ”survival of the fittest”.

Dossier:
--------------------------------------------------------------------------------------

VU KRIJGT 2,4 MILJOEN EURO VAN TEMPLETON FOUNDATION

JEROEN DE RIDDER: 'MET WETENSCHAP KUN JE NIET ALLES TE WETEN KOMEN'

donderdag 17 januari 2013
De VU krijgt 2,4 miljoen euro van De Templeton World Charity Foundation om te onderzoeken of wetenschap de enig mogelijke manier is om kennis te verwerven. Ze wil met dat geld onder meer de vrije wil, rationaliteit en moraliteit redden uit handen van neurowetenschappers Victor Lamme en Dick Swaab.

‘Als je echt wilt weten hoe iets zit, moet je wetenschappelijk onderzoek doen.’ Zo typeert Jeroen de Ridder, filosoof aan de VU, de volgens hem heersende gedachte van het sciëntisme. ‘Ik ben niet tegen wetenschap, maar ik denk wel dat deze gedachte overtrokken is. Ze doet tekort aan de grenzen van de wetenschap; daarmee kun je niet alles te weten komen.’

‘Het meest eenvoudige voorbeeld is alledaagse kennis. Ik weet hoe ik heet. Ik weet dat ik getrouwd ben. Alleen weet ik dat niet op basis van wetenschappelijk onderzoek. Een wat meer controversieel voorbeeld: bestaat er een wereld buiten mij? De scepticus zegt dat wij dat niet kunnen weten, ik denk van wel. Maar weer: deze kwestie kunnen we niet op basis van wetenschappelijk onderzoek oplossen. Zo kan de wetenschap ook niet de wetten van de logica funderen. Datzelfde gaat op voor morele kennis. Hoe weet ik dat ik mijn kinderen niet mag verkopen? In elk geval niet door wetenschappelijk onderzoek. Dan zijn er nog gevallen waar wetenschap en alledaagse kennis elkaar tegen lijken te spreken. Neurowetenschapper Victor Lamme zegt dat wij geen vrije wil hebben. Maar introspectie lijkt iets anders te zeggen.’

Hoe wilt u dit onderzoek gaan uitvoeren? Is filosofie dan zelf geen wetenschap?
‘We vatten wetenschap op in de zin van het Engelse science: als natuurwetenschap en de sociale wetenschappen die de natuurwetenschappelijke methode volgen. De methodes die wij gebruiken verschillen daarvan, zijn in een andere zin wetenschappelijk. Wij gaan concepten en begrippen analyseren en de kracht van argumenten evalueren.’

Dat is toch niet nieuw? Zo heeft de Nijmeegse hoogleraar cognitiefilosofie Marc Slors al een knap boek geschreven waarin hij filosofische kritiek levert op onder anderen Swaab en Lamme.
‘Ik wil ook niet zeggen dat we op dit specifieke punt vernieuwend zijn. Maar wij beperken ons niet tot de vrije wil. We gaan het ook hebben over rationaliteit en moraliteit, en willen zoeken naar een alternatief voor het sciëntisme: hoe kun je wetenschap volstrekt serieus nemen maar tegelijkertijd oog houden voor andere kennisbronnen? Het is nu echt een trend dat wetenschappers zich op steeds meer terreinen manifesteren, ook waar het gaat om levensvragen. Het grote publiek vindt dat fantastisch interessant. Dat is het natuurlijk ook, maar we moeten niet vergeten dat de wetenschap abstraheert van de concrete werkelijkheid. De alledaagse ervaring is veel rijker en diverser dan wetenschappelijke theorieën en experimenten vatten. Om dan toch weer de hersenwetenschappers als voorbeeld te nemen. Die laten mensen hun linker- en rechtervinger bewegen. Dan blijkt dat de proefpersonen de bewuste beslissing om hun vingers te bewegen pas nemen als de beweging al is ingezet. Vervolgens verbinden de onderzoekers daaraan verregaande conclusies over de vrije wil. Ze vergeten dan wel dat het hier niet om belangrijke keuzes gaat, zoals die om te gaan studeren of te verhuizen.’

U hebt behoorlijk veel geld gekregen. Wat gaat u daarmee doen?
‘Ja, dit bedrag is uniek. Wij hebben het met een team van vier man aangevraagd, onder leiding van hoogleraar filosofie René van Woudenberg. Nu hebben wij drie post-docs – mensen die na hun promotie verdergaan in het onderzoek – aangetrokken. Een van hen is Emanuel Rutten, bekend van zijn godsbewijs. Verder gaan we vier promovendi aannemen en gastonderzoekers uitnodigen.’

‘Dit team gaat artikelen schrijven voor wetenschappelijke tijdschriften en ten minste één boek voor een groter publiek. Verder willen wij met opiniestukken het debat aanzwengelen. De eerste resultaten zijn er trouwens al. Victor Lamme reageerde nogal verontwaardigd op een interview met René in de Volkskrant, waarin hij kritiek uitte op te snelle conclusies uit de experimenten die ik hierboven aanhaalde. Naar aanleiding daarvan hebben we Victor Lamme uitgenodigd om met ons in gesprek te gaan in het Abraham Kuyper Center for Science and Religion, dat we ook hebben opgericht met het geld van de Templeton Foundation. We gaan daar publieke bijeenkomsten organiseren over de vraag of er grenzen zijn aan de wetenschap als het gaat om het begrijpen van onszelf en de wereld om ons heen.’

Volgens critici heeft de Templeton Foundation een duidelijke religieuze agenda. Hoe vrij bent u in uw onderzoek?
‘Je kunt zeggen dat ik boter op mijn hoofd heb. Dat het moeilijk is om kritisch te blijven als je zo veel geld krijgt.’

Precies. U hebt geld gekregen van de Templeton World Charity Foundation. Toen een verwante organisatie, de John Templeton Foundation, de Amerikaanse filosoof John Martin Fischer 5 miljoen dollar gaf voor onderzoek naar onsterfelijkheid hebben wij de Belgische wetenschapsfilosoof Maarten Boudry daarover geïnterviewd. Wij vroegen hem wat hij zou doen als hij gevraagd werd om mee te werken aan research in opdracht van de Templeton Foundation. ‘Ik hoop dat ik de standvastigheid zou hebben om nee te antwoorden’, antwoordde hij. ‘Maar van collega’s die voor een soortgelijk dilemma hebben gestaan weet ik hoe moeilijk dat is; zij konden op een gegeven moment op een project werken waar het geld deels van de Templeton Foundation afkomstig is. Ja, we zitten allemaal in een bikkelharde strijd om posities en geld. Dan is de verleiding groot.’

‘Alsof je gecorrumpeerd bent als je geld aanneemt van de stichting… Ik zie dat in alle eerlijkheid niet. De John Templeton Foundation heeft inderdaad geld gegeven voor filosofisch onderzoek naar bijna-dood-ervaringen, maar ook voor onderzoek naar de vrije wil, de filosofie van de natuurkunde en karaktervorming.’

‘Daarbij gaat het de stichting om de vragen die onderzoekers stellen, ze zegt niet wat de antwoorden moeten zijn. Ik heb nog nooit gehoord van wetenschappers die onder druk zijn gezet door de Foundation om hun conclusies aan te passen. Ik begrijp wel dat voor een strenge atheïst dit soort organisaties bij voorbaat verdacht is. Toch denk ik zelf dat je een open houding moet hebben en pas moet afzien van samenwerking als daar reden toe is.’

Maarten Meester

Voor informatie of reacties: g.j.de.ridder@vu.nl

Op de hoogte blijven van filosofie? Neem nu 5 nummers Filosofie Magazine en kies een van de drie boeken als welkomstgeschenk.












1 opmerking:

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.