dinsdag 3 september 2024

AfD-kiezers laten zich niet meer gijzelen door het (West-)Duitse schuldgevoel






AfD-kiezers laten zich niet meer gijzelen door het (West-)Duitse schuldgevoel

Duitse politiek De opmars van rechts-extreme partijen roept in West-Europa spanning op in relatie tot het oorlogsverleden. Maar in het oosten van Duitsland speelt bovendien het DDR-verleden, schrijft Thomas von der Dunk.

2 september 2024



De overwinning, deze zondag, van de volgens de binnenlandse veiligheidsdienst (BfV) rechts-extreme Alternative für Deutschland (AfD) bij de verkiezingen in Thüringen en Saksen staat niet op zichzelf. In Frankrijk, Italië en ook Nederland zijn soortgelijke overwinningen geboekt, en de geestverwante PVV heeft het inmiddels al tot regeringspartner gebracht.

Thomas von der Dunk is cultuurhistoricus, verbonden aan het Duitslandinstituut van de UvA.

Dat juist in Thüringen de AfD de grootste is geworden, heeft een pikant precedent: het was die deelstaat, waarin al tijdens de Weimarrepubliek de NSDAP van Adolf Hitler aan de macht kwam, in 1930 en opnieuw in 1932, onder leiding van successievelijk de in 1946 in Neurenberg opgehangen oorlogsmisdadigers Wilhelm Frick en Fritz Sauckel.

Temidden van de al vaak gememoreerde sociaal-economische en sociaal-culturele factoren die de opkomst van rechts-extremistische partijen in een groot aantal Europese landen verklaren, speelt vaak ook het nationale (oorlogs-)verleden een niet onbelangrijke rol. Na 1945 overheerste in menig met het Derde Rijk collaborerend of daardoor onder de voet gelopen land een rozig zelfbeeld van nationaal verzet en heldendom.

Ook in Nederland heette lange tijd vrijwel iedereen ‘goed’ geweest te zijn, en is de dubieuze rol van velen pas decennia later een discussiethema in de media geworden; als voorlopig laatste nu ook de rol van de verzuilde omroepen zelf.
Nationale medeplichtigheid

Speciaal in Frankrijk en Italië is de nationale medeplichtigheid nooit echt natiebreed onder ogen gezien, ook omdat de Koude Oorlog al snel andere prioriteiten afdwong. In Frankrijk werd de collaboratie van Vichy voor lange tijd uit het nationaal bewustzijn verdrongen en indachtig de claim van De Gaulle dat ‘La France, c’est moi’ zou zijn buiten de nationale geschiedenis geplaatst. Pas president Jacques Chirac (1995-2007) erkende dat ook dát Frankrijk was geweest.

In Italië werd Mussolini nooit de verpersoonlijking van het absolute kwaad die Hitler in Duitsland geworden was. Bovendien had het land zich veertien dagen na de Geallieerde landing op Sicilië op 10 juli 1943 van zijn dictator ontdaan en was kort daarop ijlings van kamp gewisseld. En zo kon Italië zich in 1945 als een soort mede-winnaar presenteren, die meegeholpen had om de nazi’s ter verslaan.

In Duitsland speelt het omgekeerde: daar was het officiële schuldbewustzijn na 1945 dermate groot dat ook de huidige regering zich daardoor nog steeds bijna tachtig jaar na dato internationaal laat gijzelen. En juist dát stuit op steeds minder begrip bij jongere generaties, die niet meer op de wandaden van hun overgrootouders afgerekend wensen te worden, zeker als de financiële consequenties daarvan ten koste van de eigen, als bedreigd gevoelde materiële welstand lijken te gaan.
Schuldcultuur

De Thüringse AfD-partijleider Björn Höcke speelt in op dat sentiment. Hij verklaart geenszins de Shoah te willen ontkennen, maar vindt dat die niet langer de Duitse politiek mag dicteren. Hij wil af van de Duitse schuldcultuur en raakt daarmee bij veel kiezers een gevoelige snaar. Zeker in het oosten van Duitsland, waar de DDR nooit de medeschuld voor het Derde Rijk op zich genomen had, maar die juist op de Bondsrepubliek afschoof, zodat de Oost-Duitsers na de val van de Muur in 1989 plots in een Duitse morele schuld moesten delen, die zij decennialang niet als de hunne hoefden te beschouwen.

Daarbij komt dan de aan stevige economische banden gekoppelde sympathie voor Rusland, en het er na 1945 ingehamerde anti-amerikanisme, zodat velen zich tevens het slachtoffer van westers-kapitalistisch imperialisme voelen. De frustratie over West-Duitse ‘kolonisatie’ die voor veel sociale onzekerheid zorgt en het uitblijven van de in 1990 door Bondskanselier Helmut Kohl (CDU) beloofde „bloeiende landschappen”, leidt ertoe dat men de hakken in het zand zet. Dure wapens leveren aan Oekraïne om westerse agressie tegen Rusland te financieren – het Poetin-narratief vindt gretig aftrek – terwijl men zelf amper kan rondkomen? Ook de andere grote winnaar van gisteren, de links-conservatieve Sarah Wagenknecht, hamert op dit aambeeld.

Schuldgevoel in Berlijn jegens Rusland zorgt voor mentale drempels inzake ongeclausuleerde steun aan Oekraïne

Daarnaast is er ten aanzien van Poetins oorlog tegen Oekraïne de oprechte angst voor escalatie, waarbij men zich keer op keer door dreigementen van het Kremlin laat intimideren. Dat verenigt Oost en West in Duitsland, en speelt ook bij de bondsregering een rol. Het Nie wieder Krieg! zit sinds 1945 diep in de Duitse volksziel ingebakken, en menig Duitser verschuilt zich bij oproepen tot meer militaire activiteit nog steeds gretig achter de wedervraag: hebben jullie in het verleden niet genoeg Duitse legers in Europa gezien?!

Het is op dit punt van de nationale trauma’s dat de politieke sentimenten die de eerste instinctieve reacties bij grote politieke crises bepalen, in Europa zo sterk uiteenlopen en steeds weer voor nieuwe verdeeldheid zorgen. We zagen dat al bij de Amerikaanse inval in Irak in 2003. Twee sociaal-democratische regeringsleiders, de Britse Tony Blair en Gerhard Schröder in Duitsland, reageerden mede op grond daarvan diametraal tegenovergesteld. Voor de Britten heet het grote trauma Chamberlain. Blair waande zich een nieuwe Churchill: nooit meer voor een dictator opzij.
Gebombardeerde Irakezen

Voor de Duitsers heet het grote oorlogstrauma Bombenkrieg, de zinloze vernietiging van andermans steden: velen identificeerden zich in 2003 niet met de bombarderende Amerikanen, maar eerder met de gebombardeerde Irakezen, want zij weten hoe het is om gebombardeerd te worden.

Het aarzelende opereren van de huidige bondsregering – en daarmee heeft de AfD een gevoelige snaar geraakt – in de twee grote internationale conflicten van dit moment valt niet los te zien van het feit dat zij zich nog steeds door haar schuldgevoel over het Duitse oorlogsverleden laat gijzelen. Schuldgevoelens jegens Rusland vanwege de twintig miljoen doden in de Sovjet-Unie tussen 1941 en 1945 (ofschoon een substantieel deel juist Oekraïners betrof) zorgen in Berlijn voor mentale drempels inzake ongeclausuleerde steun aan Oekraïne. Schuldgevoelens over de Shoah zorgen ervoor dat felle kritiek op Israël in Duitsland nog steeds taboe is, wat er mede toe bijdraagt dat premier Netanyahu bij zijn grenzeloze moordpartij in Gaza de facto van het Westen de vrije hand krijgt, met alle fatale gevolgen vandien.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.