Een graanschip uit Oekraïne is eindelijk onderweg naar Libanon.Het schip is om onduidelijke redenen nog niet gearriveerd.Aan boord: 26 miljoen kilo mais – ruim 4 kilo per Libanees. Van levensbelang, voor een land dat kampt met grote voedseltekorten.Het land was al in crisis, en leunde voor 80 procent van haar graanbehoeften op import uit Oekraïne en Rusland.UN says Lebanon in state of crisis
Nederland importeert ook graag mais uit Oekraïne: zo’n 4 miljard kilo per jaarmaar liefst.
Ruim 150 van die schepen.
Nu eten Nederlanders weinigmais.
En het mais dat we hier eten, is vooral suikermais. De mais die uit Oekraïne komt is de hardere variant, waar bijvoorbeeld maismeel van gemaakt kan worden, of polenta.
Maar de honderd miljoen kippen die Nederland rijk is, des te meer. Deze mais dient alsveevoer.
Ziehier het probleem met ons voedselsysteem in een notendop: terwijl er elders in de wereld voedseltekorten heersen, importeren wij miljarden kilo’s graan voor ons vee, waarvan we het vlees vervolgens weer grotendeels exporteren.
Simpeler gezegd: we onthouden de Libanees tien broden, om ze er een kippetje voor terug aan te bieden.
De oorlog is niet de fundamentele oorzaak
Mensen die te weinig te eten hebben, kunnen meestal geen kip betalen. En sinds 2014 stijgt het aantal mensen met honger weer gestaag. Vanaf 2019 zelfs explosief – het ging in twee jaar tijd van 8 naar bijna 10 procentLees hier het meest recente rapport van de Verenigde Naties.van de wereldbevolking. In de Sahel-regio bijvoorbeeld zijn nu 6,3 miljoen kinderen acuut ondervoed – het hoogste aantal ooit.
De ernst van het probleem neemt alleen maar toe door de oorlog in Oekraïne. Dat land is namelijk een van de belangrijkste graanschuren: liefst 10 procent van al hetgraan
op dewereldmarkt
Het is een veel kleiner percentage van totale wereldwijde productie. Want het meeste graan wordt niet verhandeld via de wereldmarkt, maar verhandeld binnen het land waar het is geproduceerd.
komt uit Oekraïne. Dit jaar is de oogst maarhalf zo groot als vorig jaar.
Bovendien bereikt het de markt niet, omdat de havens aan de Zwarte Zee niet functioneren. En de tekorten zullen naar verwachting nog verder oplopen, want door het conflict is er ook een gebrek aankunstmest op de wereldmarkt,
wat toekomstigeoogsten bedreigt.
In dit gesprek legt David Beasley, hoofd van de wereldvoedselorganisatie, uit hoe immens de uitdagingen nu zijn.
Graan wordt verkocht aan de hoogste bieder. Als er een tekort is, delven arme landen het onderspit
Maar de oorlog in Oekraïne is niet de fundamentele oorzaak van de tekorten: ons voedselsysteem vangt plotselinge haperingen niet goed op. Dat komt doordat een steeds groter deel van het voedsel via de wereldmarkt wordt verhandeld: graan wordt verkocht aan de hoogste bieder. Als er een tekort is, delven arme landen het onderspit. De bizarre consequentie daarvan is dat hongersnoden uitbreken in landen die de hogere prijzen niet kunnen betalen, terwijl het vee in rijke landenrustig doorkauwt.
Over deze ontwikkelingen in het voedselsysteem kan je meer lezen in het boek Regenesis van George Monbiot. Hij schreef er ook een stuk over voor The Guardian.
Zo kan het dat er steeds meer mensen honger lijden, terwijl er tegelijkertijd steeds meer voedsel per hoofd van de wereldbevolking wordtgeproduceerd.
Het International Assessment of Agricultural Knowledge,
Science and Technology for Development (IAASTD), bekend als het World Agriculture Report, schreef dit in 2016: 'Agriculture is producing more food than ever before, both in total numbers as well as on a per capita basis, despite the fact that world population is growing. If harvests were used entirely and as effectively as possible as food, they could already feed 12 to 14 billion people today.'
Wij, Europeanen, dragen rechtstreeks bij aan dit wereldwijde probleem. De kippen, varkens en koeien in de Europese Unie eten jaarlijks meer dantwaalf keer zo veel veevoer
Er ligt nu volgens schattingen 22 miljard kilo graan te wachten in Oekraïne. Het vee in de Europese Unie at in 2019 naar schatting 276 miljard kilo veevoer. Daarin niet meegerekend is 517 miljard kilo ruwvoer zoals gras en snijmais (een eiwitarme variant van maisplanten die integraal door koeien wordt gegeten), die 80 procent van het dieet van koeien uitmaken.
als er nu in Oekraïne aan graan opgeslagen ligt. Dat betekent: met een minimale krimp van de Europese veestapel zou het graantekort door de oorlog in Oekraïne al gecompenseerd kunnen worden.
Nederland is hierin een sterspeler en importeert miljarden kilo’s mais, soja en tarwe om onze honderd miljoen kippen, twaalf miljoen varkens en bijna vier miljoen koeien te voeren. Met die aantallen kent Nederland de dubieuze eer het land met de hoogste veedichtheid ter wereld te zijn – nergens staat er zo veel veeper vierkante kilometer.
Op deze manier onttrekken wij miljarden kilo’s kostbare korrels aan de wereldmarkt – graan dat ook als voedsel had kunnen dienen voor mensen. Nu kun je zeggen: maar kip, varkensvlees en rundvlees is ook voedsel. Dat klopt. Maar efficiënt is onze bijdrage aan de wereldvoedselmarkt allerminst.
Vlees produceren kost namelijk meer voedsel dan het oplevert. Kip is het meest efficiënte stukje vlees, en zelfs dat kost twee keer zo veel graan als het aan kilo’s vlees oplevert. Een doorsnee pluimveebedrijf neemt de wereldmarkt vijf kilo graan af, om daarvoor in de plaats een kip aan te bieden. Zelfs het goedkoopste stuk van die kip is onbetaalbaar voor mensen die zich niet genoeg eten kunnen veroorloven.
Nu kun je ook nog zeggen: vee eet toch ookrestproductenvan menselijke consumptie? Inderdaad. Er zijn een paar grote bedrijven, zoals Kipster in Nederland, waar legkippen bijna alleen voedselafval eten. Maar dat is de uitzondering. Het voer dat Europese stallen ingaat is voor een groot deel ook prima geschikt voor mensen – van polenta en maismeel tot tofu ensojaburgers.
Mais wordt integraal aan kippen gegeven. Soja wordt tenminste nog eerst uitgeperst – 18,5 procent van de boon wordt dan als olie voor menselijke consumptie gebruikt. Maar er wordt drie keer zoveel verdiend aan het andere deel, dat als veevoer dient. En dat terwijl de hele boon door mensen gegeten kan worden. Maar zou het niet voor veevoer zijn, dan hadden de meeste sojaboeren wel iets anders verbouwd.
En waar voedsel groeit watmensen níet kunnen eten,
Verreweg de meeste tarwe die in Nederland wordt verbouwd, gaat niet naar de bakker, maar naar de stal. Dat komt omdat ‘de bakkwaliteit’ ervan te laag is: brood van dit tarwe rijst niet goed – graan voor ons tarwebrood komt doorgaans uit Frankrijk. Maar je had op dezelfde plek ook rogge kunnen verbouwen, zoals tot na de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk was. Of zelfs een andere tarwesoort, die wél graan van goede kwaliteit opleveren. Brood van Nederlandse bodem, kan prima. Door klimaatopwarming wordt het Nederlandse klimaat er zo langzamerhand zelfs uitstekend voor.
zoalssnijmais,
Snijmais is een maisvariant die geen grote kolven oplevert, maar waarvan de plant integraal wordt verhakseld als vezelrijk koeienvoer.
had vaak ook iets kunnen groeien wat we wél kunnen eten – rogge bijvoorbeeld, zoals tot 1950 nog hetgeval was.
De moraal van het verhaal: Nederland is een spil in een wereldwijd voedselsysteem dat miljarden kilo’s voedsel aan vee geeft, ook als het broodnodig is voor mensen.
Eenpervers systeem
Volgens een onderzoeksrapport van Oxfam is 90 procent van alle graan wereldwijd in handen van vier bedrijven. Ze worden ook wel de ABCD traders genoemd: Archer Daniels Midland (ADM), Bunge, Cargill en Louis Dreyfus. Zij beheren dus de belangrijkste voedselvoorraden op de wereld, en doen dat puur op commerciële basis. Zij geven geen prioriteit aan mensen.
Er is steeds meer vee op de wereld. Zowel deze dieren als mensen zijn steeds meer afhankelijk van graan dat via de wereldmarkt wordt verhandeld. Dat maakt het systeem economisch efficiënter. Maar tegelijkertijd raken kwetsbare landen ook steeds meer overgeleverd aan de grillen van de markt. Je leest er meer over in het recente boek van George Monbiot, Regenesis.
Dat mes snijdt aan twee kanten. Niet alleen verlaagt het de concurrentie om graan – iedere kilo graan die wij niet opvoeren aan veekan naar mensen gaan –
Hoe dat vervolgens op de juiste plek terechtkomt weet ik niet, maar gegeven de ernst van de situatie is daar vast een mouw aan te passen.
Wie het graan heeft, bepaalt waar het naartoe gaat. Overheden zouden dus zelf weer grotere voorraden kunnen aanleggen om voedselzekerheid in eigen én in andere landen te vergroten. Dat wordt tegenwoordig door westerse landen grotendeels overgelaten aan de handelsbedrijven. Die deze beslissing puur op commerciële basis nemen. Ze maken niet eens bekend hoe groot hun voorraden werkelijk zijn, om zo de prijzen beter te kunnen controleren.
het verlaagt ook nog eens drastisch onze stikstofuitstoot. Want de import van veevoer is de grootste bron van stikstof in de landbouw.
Nu is de krimp van de Nederlandse veeteelt, ondanks de protesten van de afgelopen weken, al in gang gezet. Dat is goed nieuws voor de rest van de wereld. Als landbouwgrond zo veel mogelijk wordt gebruikt voor het verbouwen van mensenvoedsel, en vee werkelijk alleen de restjes eet, is er nu al meer dan genoeg landbouwgrond om de9,8 miljard mensen
die er over dertig jaar waarschijnlijk zijn,te voeden.
Althans, als we tegelijk iets doen aan klimaatverandering. En als we ook nog iets doen aan voedselverspilling – op dit moment wordt wereldwijd 30 procent van het voedsel weggegooid – dan kan dat zelfs met alleen biologische landbouw.
Het afbouwen van de vele miljoenen varkens, kippen en koeien in Nederland draagt niet alleen bij aan een oplossing voor het stikstofprobleem, dierenleed, enklimaatopwarming.
Vlees is verantwoordelijk voor 40 procent van broeikasgassen die vrijkomen bij productie van het voedsel van de gemiddelde Nederlander.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.