donderdag 15 oktober 2020

Het verzwegen bedrijf van de Limburgse Napoleon

 

Het verzwegen bedrijf van de Limburgse Napoleon

Integriteit Gedeputeerde Ger Koopmans (CDA) klom op tot de machtigste politicus in Limburg. Tegen de schijn van belangenverstrengeling helpt alleen transparantie, zei hij. Maar over een adviesbedrijf zweeg Koopmans.

Ger Koopmans bemoeide zich als gedeputeerde met de verplaatsing van een jachthaven naar de binnenstad van Venlo.


Het is zomer 2020 als de eenmanszaak ‘Ger Koopmans adviseur en bestuurder’ in Venlo wordt uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het bedrijf heeft dan bijna zeven jaar bestaan. Al die tijd heeft Koopmans – namens het CDA gedeputeerde in Limburg – zijn onderneming niet vermeld op zijn openbare lijst met nevenfuncties.

Wie de Provinciewet erbij pakt, moet vaststellen dat Koopmans daarmee de wet heeft overtreden. Die schrijft voor: „Een gedeputeerde maakt zijn nevenfuncties openbaar.” Dezelfde wet bepaalt dat fulltime gedeputeerden zoals Koopmans hun neveninkomsten openbaar moeten maken (artikel 40b). Ook dat heeft hij die zeven jaar nooit gedaan.

Het jarenlang niet vermelden van het bedrijf – dat zich bezighield met „advisering, besturen en toezicht” – roept vragen op. Voor welke ondernemingen en organisaties werkte Koopmans precies en wat leverde hem dat op? Heeft de gedeputeerde en het voormalig Tweede Kamerlid misschien belangen verstrengeld, omdat zijn opdrachtgevers ook van doen hadden met de provincie Limburg?

Sinds 2010 zijn provinciebestuurders in Nederland verplicht om hun nevenfuncties en de hoogte van hun inkomsten uit die nevenfuncties openbaar te maken. Dit is ingevoerd om een transparant openbaar bestuur te bevorderen en de integriteit van de bestuurders te bewaken.

Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) herinnerde in september 2019 in een brief alle provincies aan deze verplichting. Uit een evaluatie van het ministerie was gebleken dat in de regel wel de nevenfuncties openbaar worden gemaakt, maar niet het bedrag dat daarmee wordt verdiend.

Transparantie is volgens Ollongren belangrijk voor de vraag of nevenfuncties „met het oog op een goed openbaar bestuur met het politieke ambt te verenigen zijn”. In andere woorden: of (de schijn van) belangenverstrengeling vermeden kan worden.

Baggersector

Hij „kan niet veel” met het begrip schijn van belangenverstrengeling, zei Ger Koopmans (58) dit voorjaar tegen de Zuidelijke Rekenkamer. Die was kritisch over het uitdelen van banen en klussen aan oud-politici in Limburg. In debat met Provinciale Staten, afgelopen september, vond Koopmans nog steeds dat het vermijden van de schijn „niet is vast te leggen in regels”. Tegen die schijn helpt alleen maar transparant zijn, zei Koopmans. „En dat zijn wij. Wij publiceren alles.”

Koopmans is een voormalig melkveehouder en antiekhandelaar die via een wethouderschap en een lidmaatschap van de Tweede Kamer opklom tot machtigste politicus in Limburg. Hij is gedeputeerde voor onder meer financiën en grondzaken. ‘De Limburgse Napoleon’ – zo noemde cultuurblad Zuiderlucht hem. Hij is klein van stuk en welbekend om zijn temperament. Koopmans’ wil is wet, in Limburg.

Transparantie is het wapen tegen de schijn van belangenverstrengeling, vindt ook commissaris van de koning Theo Bovens (CDA). Hij zei in hetzelfde septemberdebat met Provinciale Staten volop bezig te zijn met integriteit. Volgens hem is er veel veranderd sinds Limburg een kwart eeuw geleden na een reeks smeergeldzaken de bijnaam ‘vriendenrepubliek’ kreeg.

Uit de affaires bleek toen hoe nauw de band was tussen de provincie Limburg en de baggersector. In de winning van zand en grind uit het Maasdal gaan jaarlijks tientallen miljoenen om. In de jaren negentig kregen oud-gedeputeerden Pierre Verhagen (CDA) en Henk Riem (PvdA), verantwoordelijk voor ontgrondingen, onmiddellijk na hun vertrek uit het provinciehuis betaalde adviesbanen in de baggersector. De branche beschikte over de meest vertrouwelijke provinciale documenten, zo bleek uit onderzoek van de Rijksrecherche.

Twintig jaar na deze affaires had ook Ger Koopmans, naast zijn baan als gedeputeerde, een bijbaan in de baggersector. Tot eind 2017 was hij lid van de raad van commissarissen van Terraq. Deze in Venlo gevestigde onderneming van de broers John en Twan Janssen wint al decennia zand en grind in Noord-Limburg. Baggerbedrijven als Terraq zijn voor hun ontgrondingsvergunningen afhankelijk van Gedeputeerde Staten.

Koopmans is een „interessante casus” vindt Paul Bovend’Eert, hoogleraar staatsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Aanknopingspunt is de gedragscode voor gedeputeerden. Die zegt in artikel 3.4 dat een bestuurder geen nevenfunctie vervult die een risico vormt voor een integere vervulling van de functie of het aanzien van de provincie schaadt. Bovend’Eert: „Dat is ruim geformuleerd, maar in dit geval is die gedragscode dus met voeten getreden.”

Dit commissariaat stond wél op zijn lijst met nevenfuncties. Maar de betalingen die Koopmans als commissaris van Terraq kreeg, maakte hij – opnieuw in strijd met de wet – nooit openbaar. Opmerkelijk, want de provincie Limburg beloofde in maart 2015 aan tv-programma Nieuwsuur dat wel te zullen doen: „Het bedrag wordt vóór 1 april op de provinciale website gepubliceerd.”

Zwak integriteitsbesef

Bij zijn benoeming tot gedeputeerde op 6 juni 2014 speelde zich een relletje af rond de persoon Koopmans. Oppositiepartijen in Provinciale Staten vonden dat hij als nieuwe gedeputeerde ‘de schijn van belangenverstrengeling’ niet vermeed met een van zijn vijf nevenfuncties. Ter discussie stond zijn presidentschap van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie, die subsidie ontvangt van de provincie. Over zijn commissariaat bij baggeraar Terraq werd in de Statenzaal die dag niet gesproken.

Dat bij Provinciale Staten bekend was dat de gedeputeerde ook commissaris van Terraq was, en dat niemand daartegen protesteerde, is volgens hoogleraar Paul Bovend’Eert een signaal dat het integriteitsbesef „zwak ontwikkeld” is. „Men had meteen moeten zien dat deze nevenfunctie onverenigbaar is met zijn ambt.”

Terwijl Koopmans gedeputeerde was, ontving Terraq een ontgrondingsvergunning van de provincie. GS besloten op 4 september 2014 dat het bedrijf DCM – een joint venture van Terraq en Teunesen zand en grint b.v – meer zand en grind mocht afgraven in Lomm, een kerkdorp van Venlo. DCM mocht bovenop de al vergunde oppervlakte nog eens 120 hectare afgraven om de hoogwatergeul in Lomm „te optimaliseren”. Dat leverde DCM 2,7 miljoen kubieke meter beton en metselzand en bijna 700.000 kubieke meter grind op – samen goed voor een opbrengst van enkele tientallen miljoenen euro’s.

Volgens Bovend’Eert is sprake van de schijn van belangenverstrengeling. „GS gaan over vergunningen aan het baggerbedrijf. Hij was lid van dat college en tevens belangenbehartiger van het bedrijf. Dat mag dus niet, ook niet als hijzelf niet de portefeuille ontgrondingen heeft.”

Als collegelid draagt Koopmans kennis van het beleid, en kan hij beschikken over informatie die hij als commissaris zou kunnen gebruiken. Bovend’Eert: „En wat hij informeel doet, daar is al helemaal geen zicht op. Dat leidt dus tot de schijn van belangenverstrengeling en de schijn van corruptie.”

Het verweer van Koopmans is dat ontgrondingen niet in zijn portefeuille zitten, en dat de uitbreidingsvergunning voor de hoogwatergeul in Lomm door de ambtenaren „in mandaat” is afgehandeld. Hij zegt zich dan ook niet met plannen bemoeid te hebben waarbij Terraq betrokken was. Dat deed de gedeputeerde nou juist wel, blijkt uit onderzoek van NRC.

Meer Maas Meer Venlo

Zo bemoeide hij zich als gedeputeerde van financiën intensief met een ander hoogwaterproject, waarbij de aandeelhouders van Terraq belangen hadden. Het gaat om ‘Meer Maas Meer Venlo’, een plan van de provincie en de gemeente Venlo. Het voorzag onder meer in dijkverplaatsingen rond het dorp Velden en de verplaatsing van een jachthaven naar de binnenstad van Venlo.

Wim Kuijken was als regeringscommissaris voor het Deltaprogramma betrokken bij de realisatie van het plan. Eerder was hij onder meer de hoogste ambtelijk adviseur van de premiers Kok en Balkenende op Algemene Zaken. Kuijken: „Ik herinner mij dat bekend was dat gedeputeerde Koopmans het plan van zijn collega-gedeputeerde niet zag zitten. Waarom weet ik niet. Het plan moest de veiligheid bij hoogwater bevorderen. Bij Venlo zit een flessenhals in de Maas.”

Aan de gesprekken over het plan in vergaderingen van GS deed Koopmans gewoon mee, bevestigt toenmalig collega-gedeputeerde Daan Prevoo (destijds SP), tot wiens portefeuille het plan behoorde. Ook dat was tegen de gedragscode. Daarin staat: „Bestuurders nemen niet deel aan beraadslaging en stemming als het een specifieke aangelegenheid betreft, die hen rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat.”

Prevoo: „Koopmans verzette zich inderdaad heftig tegen het plan. Baggerbedrijf Terraq heeft zich overigens nooit bij mij als portefeuillehouder gemeld met een bezwaar tegen het plan”.

De reden ligt voor de hand. Terraq had zijn eigen loket in het Provinciehuis. De baggeraar lobbyde via zijn commissaris, gedeputeerde Koopmans. Zomer 2016 stuurde Terraq-directeur John Janssen hem een e-mail. Terraq wilde dat een onderdeel van het plan, de verplaatsing van de jachthaven naar de binnenstad, niet doorging. De familie Janssen bezit rond de bestaande jachthaven vijf hectare te ontwikkelen bouwgrond, blijkt uit het Kadaster.

Gevraagd om een reactie zegt John Janssen dat hij in de e-mail „opbouwende kritiek” had. Die kritiek ging over de „onrealistische” verplaatsing van de jachthaven „die tientallen miljoenen aan belastinggeld zou kosten”. En net als Koopmans vond hij dijkverhogingen „onnodig”. Janssen: „Deze kritische toon hebben wij kenbaar gemaakt” en „gedeeld met de provincie Limburg”.

Wat deed gedeputeerde Koopmans met de e-mail? Hij verwees John Janssen niet naar portefeuillehouder Daan Prevoo, maar sluisde diens kritiek door naar de ambtelijke organisatie die het plan voorbereidde. Prevoo werd niet geïnformeerd.

De kwestie zou niet zonder gevolgen blijven. Bronnen rond het Provinciehuis zeggen dat de dubbelrol van Koopmans binnen de ambtelijke staf is besproken. Een jaar later, op 19 oktober 2017, liet hij zich bij de Kamer van Koophandel uitschrijven als commissaris.

Met ‘Meer Maas Meer Venlo’ liep het slecht af. Daan Prevoo stapte in 2018 op als gedeputeerde, na een conflict met zijn partij. Daarna belandde ‘zijn’ plan in een provinciale prullenbak. Sinds deze maand is er echter een nieuw plan voor de verplaatsing van de jachthaven. Ditmaal niet naar de binnenstad van Venlo – waartegen Terraq zich zo verzette – maar naar de hoogwatergeul in Lomm. Die is eigendom van de joint venture van Terraq.

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/10/14/het-verzwegen-bedrijf-van-de-limburgse-napoleon-a4016055

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.