vrijdag 15 mei 2020

Hoogleraar ouderengeneeskunde: ‘Tachtigers blinde vlek bij aanpak coronavirus’



NRC.nl, juni 2015
Hoogleraar ouderengeneeskunde: ‘Tachtigers blinde vlek bij aanpak coronavirus’


Marcel Olde Rikkert Hoogbejaarden die Covid-19 hebben, vertonen vaak andere symptomen dan jongere patiënten. Artsen werden daardoor op het verkeerde been gezet.


Ze hebben de ouderen over het hoofd gezien, zegt Marcel Olde Rikkert. Hij noemt het de „blinde vlek” in de geneeskunde. In de coronacrisis – en vooral in de beginfase tijdens de grote verspreiding – zijn ze vergeten hoe oude lichamen functioneren. „Alsof we twintig jaar terug gingen in de tijd en niets van geriatrie wisten.” Olde Rikkert is hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen en werkt er in het ziekenhuis.

Het pandemiebeleid werd, in de hele wereld, vanaf december bepaald door virologen, epidemiologen, infectie-artsen. Olde Rikkert: „Iedereen keek hoopvol naar hen, de eigenaren van het probleem. En zij keken naar het virus, het spannende, nieuwe virus uit China; Hoe zich dat verspreidt en wat het doet met organen. Ze keken níet naar de gastheer, die er het meeste last van heeft: de hoogbejaarde. Terwijl in China meteen al bleek dat 85 procent van de overledenen heel oud waren.”

Het was geen bewust beleid, zegt hij, eerder een „mechanisme dat in werking trad als reactie op een aanval uit onbekende hoek”.

Maar inmiddels zijn er 9.053 hoogbejaarden in Nederlandse verpleeghuizen besmet met het virus. 1.696 van hen zijn overleden, meldde beroepsvereniging Verenso woensdag, 1.861 zijn hersteld.
Oud lichaam

Het oude lichaam functioneert anders dan het jongere, legt Olde Rikkert uit. Dat verandert niet bij iedereen op hetzelfde moment. De één is 85 jaar maar heeft een ‘biologische leeftijd’ van 65 en is dus relatief fit – „er zijn 100-jarigen die herstellen van Covid-19” – een ander is jong, maar heeft versleten organen: de longen door het roken, de lever door het drinken, diabetes door overgewicht. Of gewoon door pech.

Maar de grote lijn is: naarmate de leeftijd oploopt, worden de vaten nauwer, pompt het hart minder goed, stroomt het bloed minder snel en slijten organen en onderdelen zoals hersens en gewrichten. Gemiddeld hebben tachtigers een lichaamstemperatuur van 35 à 36 graden. Het bloed stroomt moeizamer en dus zijn ze kouwelijk. Als een tachtigjarige 37 graden meet, dan heeft ze koorts als ze normaalgesproken op 35 graden zit. „Maar de coronarichtlijnen van RIVM en WHO spreken tot op de dag van vandaag van een coronaverdenking vanaf 38 graden koorts. Dat is bij ouderen niet relevant”, zegt Olde Rikkert. „Ze hebben vaak Covid-19 zónder 38 graden koorts.”

Negentien ouderen

Omdat dit de geriaters in het Elizabeth/Tweesteden Ziekenhuis in Tilburg in maart al opviel, besloten ze met Olde Rikkert en collega’s snel voorbeelden te verzamelen. De eerste negentien ouderen die in Tilburg en Nijmegen met Covid-19 waren opgenomen in het ziekenhuis, beschreven ze op 8 april in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTVG). Wat bleek? „Van de negentien heel oude patiënten had bijna niemand twee typsiche Covid-19-verschijnselen. Hooguit één. Dus níet de combinatie van symptomen die officieel op Corona wijst: 38 graden koorts, droge hoest, kortademigheid. Nee, zij hadden soms iets compleet anders: ze hadden een delier (acute verwardheid) of waren gevallen.”
Het artikel, een ‘klinische les’, is online het best gelezen stuk over Corona in het NTVG, omdat steeds meer huisartsen zieke oude patiënten zagen van wie ze niet begrepen wat hun mankeerde. En voor een coronatest kwam je bij de GGD’s zonder hoge koorts en hoest, of twee andere ‘typische coronasymptomen’, niet in aanmerking.
Een ander verschil met jongeren is dat bij ouderen het afweersysteem minder goed werkt. Olde Rikkert: „Door een aanval van een griepvirus of een virus als corona raakt het immuunsysteem van de oudere in opperste staat van activiteit maar het strijdt niet gericht. Er ontstaat een soort afweerstorm, een overkill, en díe kunnen het hart, de longen en het brein (delier) niet meer aan.”
In de coronacrisis keken beleidsmakers volgens Olde Rikkert op dezelfde manier naar iedereen. „Je moet écht anders naar ouderen kijken, ze zitten anders in elkaar.”

Doden tellen

Intussen zijn alle verpleeghuizen per noodverordening gesloten sinds 20 maart. Bezoek is niet meer welkom, omdat verpleeghuizen heuse besmettingshaarden bleken. Familie bracht het virus zonder dat te weten naar binnen en weer naar buiten. Ouderen besmetten elkaar onderling, verzorgenden raakten besmet. De sterkste verspreiding gebeurde op afdelingen voor bewoners met dementie. Olde Rikkert: „Als iemand dement is, begrijpt hij isolatiemaatregelen niet. Een hechte leefgroep uit elkaar halen op een psychogeriatrische afdeling is lastig.”
Tegelijk werden de coronadoden in verpleeghuizen niet bijgehouden. Omdat een groot deel van de zieke ouderen niet was getest op het virus telden ze niet mee in de RIVM-statistiek. Ze kwamen niet in aanmerking voor een test. Of er werden twee zieke ouderen getest op een afdeling en van de andere zieken op die afdeling werd aangenomen dat ze ook Covid-19 hadden. Verenso, de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde, is dat zelf maar gaan turven vanaf eind maart. „Het is het beste om te testen want dan weet je ook hoe je een patiënt moet behandelen en kun je beschermingsmiddelen inzetten”, vertelt Olde Rikkert.

Achterin de rij

En misschien wel het belangrijkst, zegt Olde Rikkert: de verpleeghuizen stonden in maart en april achterin de rij bij de verdeling van de mondkapjes, schorten en brillen. De bulk ging naar de ziekenhuizen. Er was van alles te weinig. Zo weinig dat de richtlijnen van het RIVM erop waren aangepast: ‘verpleeghuispersoneel gaat alleen beschermd te werk wanneer de cliënt besmet is (of daarvan wordt verdacht).’
Pas op 20 april kreeg verpleeghuispersoneel bij twijfel het recht om meteen op corona te worden getest. Op 23 april werd een specialist ouderengeneeskunde toegevoegd aan de deskundigen van het Outbreak Management Team die de Tweede Kamer informeerden.

Vaccin

En zelfs nu wetenschappers wereldwijd zoeken naar een coronavaccin, wordt het oudere lichaam vergeten, zegt Olde Rikkert. „Alle vaccintests worden gedaan op vijftigers! Dát zijn de mensen die zich melden voor onderzoek. Als je iets langer de tijd neemt en ook test op tachtigers krijg je misschien een vaccin waar ouderen baat bij hebben. Maar het moet snel, snel.”
Het doel moet niet zijn dat kwetsbare ouderen zoveel mogelijk overleven, zegt hij. „De ouderengeneeskunde moet leven toevoegen aan de dagen van mensen op hoge leeftijd en niet dagen aan het leven. Bij COVID-19 moet je dus de veerkrachtige, biologisch jonge ouderen steunen bij overleven en de zwakkere ouderen goed begeleiden. De symptomen verlichten. Als dat laatste lukt kan COVID-19 ook ‘The old man’s friend’ zijn, zoals William Osler 100 jaar geleden de longontsteking noemde.
Op de ‘oversterfte’ van deze maanden door het coronavirus zal ‘ondersterfte’ volgen, verwacht hij. „De mensen die anders het komende jaar zouden zijn overleden, zijn alvast gegaan.” En de ouderen die Covid-19 hebben overleefd, zullen allemaal zijn verzwakt. „Mensen die besmet zijn geweest, houden er schade aan over. Mensen die niet zijn besmet maar sociaal zijn geïsoleerd, leveren ook in. Het is bewezen dat je immuunsysteem daardoor verslechtert.”
En dan heeft hij het nog niet over eenzaamheid in de kostbare tijd die ouderen rest. Door de intelligente lockdown zijn ouderen lange tijd alleen geweest. Dat is een paradox. Olde Rikkert „Want het is tevens de liefde voor opa’s en oma’s, vaders en moeders, die de kurk is waar de bereidheid van jongeren om te doen aan social distancing op drijft.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.