Het onderzoek naar oud-Kamervoorzitter Khadija Arib, waarvan het resultaat vandaag naar buiten komt, is uitgevoerd volgens een onderzoeksprotocol. In deze – voor de Kamer – geheim gehouden spelregels zouden de mogelijkheden van Arib om zich te kunnen verweren ‘netjes en precies’ geregeld zijn. Maar het protocol schendt haar recht op hoor en wederhoor, stellen deskundigen. ‘Dit is absurd, het deugt niet. Dit is geen wederhoor.’
Professionele onderzoeksbureaus die zich over integriteitskwesties buigen, gebruiken spelregels, vastgelegd in een zogeheten onderzoeksprotocol. Dat is een waarborg voor de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en objectiviteit van de onderzoekers. Een essentieel onderdeel ervan is het recht van een beklaagde op hoor en wederhoor, om zich effectief te kunnen verweren tegen de beschuldigingen in kwestie. Denk daarbij aan inzage in stukken die ten grondslag liggen aan het onderzoek en de mogelijkheid te kunnen reageren op een conceptrapport.
Hoor en wederhoor is een fundamenteel principe in een rechtsstaat.
Ook recherchebureau Hoffmann, dat vorig jaar van de Tweede Kamer opdracht kreeg om onderzoek te doen naar het gedrag van oud-Kamervoorzitter Khadija Arib, werkt volgens zo’n protocol. Aanleiding voor het onderzoek vormde een anonieme brief waarin Arib beschuldigd wordt van ‘machtsmisbruik’ en een ‘schrikbewind’ jegens ambtenaren van de Tweede Kamer.
Nadat er in juli vragen waren gerezen over de onafhankelijkheid en zorgvuldigheid van het onderzoek, liet hoogleraar bestuurskunde Mirko Noordegraaf – aangesteld om als ‘gedelegeerd opdrachtgever’ toezicht te houden op het onderzoek – aan Follow the Money het volgende weten:
‘Het moge duidelijk zijn dat alle betrokkenen de gelegenheid krijgen om kennis te nemen van voor hen relevante stukken en hun visie kunnen geven. Dat is netjes en precies geregeld, en met waarborgen omkleed, bijvoorbeeld als het gaat om hoe betrokkenen inzage kunnen hebben in dan wel kennis kunnen nemen van stukken.'
Over het protocol schreef hij als penvoerder eind augustus in een brief aan de Kamer: ‘Het is gericht op het creëren van een evenwichtig onderzoek en dito rapportage, waarbij met de belangen van alle betrokkenen, ook die van mevrouw Arib, rekening wordt gehouden.’
Hoffmann zou Arib een reactie ‘op voorhand’ vragen, dus voordat ze ‘op hoofdlijnen’ over de beschuldigingen was geïnformeerd
In dezelfde brief beschuldigde hij Arib van het verkondigen van onwaarheden en het vertragen van het onderzoek, wat twijfels opriep over zijn beweerdelijke onpartijdigheid.
Noordegraafs bewering over het protocol kan de Kamer niet controleren, omdat het niet openbaar is gemaakt. Ondanks meerdere verzoeken van verscheidene partijen weigerde Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66) – namens het presidium formeel opdrachtgever van het onderzoek – dit document met de Kamer te delen. Ook Arib kreeg het protocol niet, althans niet in eerste instantie. Pas na een interventie van haar advocaten was Noordegraaf eind juni bereid haar het stuk te sturen.
Follow the Money heeft het onderzoeksprotocol gelezen en voorgelegd aan deskundigen. Zij concluderen dat het kennis nemen van relevante stukken juist niet ‘netjes en precies’ geregeld is. Het document laat bovendien zien dat Hoffmann ‘niet onafhankelijk’ heeft geopereerd.
Op 6 juli 2022 werd Arib – die toen al was afgetreden als Kamervoorzitter – geïnstalleerd als voorzitter van de Tijdelijke commissie corona, die de parlementaire enquête naar de aanpak van de pandemie zou voorbereiden. Op 27 juni, drie weken na haar start als commissievoorzitter, ontving het presidium een anonieme brief. Daarin wordt Arib beschuldigd van ‘machtsmisbruik’ en een ‘schrikbewind’ jegens ambtenaren van de Kamer. Zij zou een gevaar vormen voor de ambtenaren die voor de commissie werkten.
Eind september vorig jaar besloot het presidium, onder leiding van Aribs opvolger Vera Bergkamp, een extern onderzoek in te stellen naar oud-Kamervoorzitter Arib – een unicum in de parlementaire geschiedenis. Nog voordat zij daarvan op de hoogte was gesteld, lekte dat nieuws naar NRC. Kort daarna vertrok Arib uit de Kamer.
Meerdere partijen vonden het onwenselijk dat hooggeplaatste ambtenaren die kritisch waren over Arib, opdrachtgever waren van het onderzoek
Het onderzoek leidde in de Kamer tot veel commotie. Meerdere partijen vonden het onwenselijk dat hooggeplaatste ambtenaren die kritisch waren over Arib, zelf opdrachtgever waren van het onderzoek. Daarom gaf het bestuur drie gedelegeerd opdrachtgevers opdracht toezicht te houden op het werk van Hoffmann: Aukje Nauta, bijzonder hoogleraar organisatiepsychologie (Leiden), Mirko Noordegraaf, hoogleraar bestuurskunde (UU) en Willem Bouwens, hoogleraar arbeidsrecht (VU).
Na de start van het onderzoek hoorde Arib maandenlang niets. Inzage in de anonieme brief werd haar lange tijd geweigerd, zodat onduidelijk bleef waarvan ze precies wordt beschuldigd. Ook op andere punten achtten deskundigen het onderzoek niet onafhankelijk en onzorgvuldig, schreef Follow the Money in juli.
In augustus eisten oppositiepartijen dat het presidium stukken over het onderzoek, waaronder het onderzoeksprotocol, met de Kamer zou delen. Deze partijen maakten zich ernstige zorgen over de kwaliteit van het onderzoek. Kamervoorzitter Bergkamp weigerde die stukken te delen.
Op pagina 9 van het protocol staat over hoor en wederhoor: ‘Daarbij zal de informatie uit de twee anonieme brieven [waarop het onderzoek zich richt, red.] in hoofdlijnen bekend worden gemaakt. Hierbij zal de betreffende persoon op voorhand een schriftelijke reactie worden gevraagd op de informatie uit de anonieme brieven.’
Hieruit blijkt dat Arib geen inzage zou krijgen in de anonieme brieven met beschuldigingen. Opmerkelijk genoeg moet Hoffmann haar wel om een reactie ‘op voorhand’ vragen, dus voordat ze überhaupt ‘op hoofdlijnen’ is geïnformeerd over de brieven.
Arib verzette zich tegen dit gebrek aan inzage. In een later stadium is haar daarom alsnog inzage in de brieven aangeboden, in afwijking van het protocol. Daarmee erkende gedelegeerd onderzoeker Noordegraaf dat de spelregels op dit punt te kort schoten.
Even verderop staat: ‘De personen te wier aanziens verwijten worden gemaakt worden in de gelegenheid gesteld om aan het onderzoek mee te werken in de vorm van een hoor- en wederhoor/zienswijzegesprek, voordat het definitieve rapport wordt opgesteld. Hierbij zullen de conceptbevindingen tijdens een gesprek mondeling voorgelegd worden aan de betrokken personen voor commentaar. Het rapport zelf wordt tijdens het gesprek niet gedeeld.’
‘Ernstige beperking van hoor en wederhoor’
Arib krijgt dus alleen mondeling te horen waarvan ze wordt beschuldigd, een conceptrapport krijgt ze niet te zien. Dat is niet gebruikelijk en een ‘ernstige beperking van hoor en wederhoor’, zegt Rob van Eijbergen, hoogleraar Kwaliteit en integriteit van organisaties aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ook ten aanzien van het concept zijn de twee hoogleraren afgeweken van het protocol: onder druk van Aribs advocaten is haar inzage op locatie aangeboden (waarover zo meer).
Arib krijgt geen inzage in gespreksverslagen, de belangrijkste bron van de beschuldigingen
De oud-Kamervoorzitter krijgt geen inzage in gespreksverslagen, de belangrijkste bron van de beschuldigingen: ‘De betrokken personen krijgen daarbij vanuit Hoffmann geen inzage in gespreksverslagen, in verband met de individuele belangen van de gesprekspartners en het onderzoeksbelang.’
Hetzelfde geldt voor andere documenten die aan het onderzoek ten grondslag liggen. Welke documenten dat precies zijn, zal ook niet worden verduidelijkt: ‘In de rapportage worden [sic] op hoofdlijnen beschreven welke stukken en documenten zijn verzameld. Er wordt geen bijlage met gesprekspartners bijgevoegd.’ Van Eijbergen acht dit een beperking van hoor en wederhoor, omdat de bevindingen zo niet zijn te controleren. Ook de rechter achtte zulk gebrek aan transparantie onrechtmatig jegens de beklaagde, in een zaak over een ander onderzoeksrapport.
Dat Arib geen inzage krijgt in verslagen en andere stukken, kan veroorzaakt zijn doordat de informanten is beloofd dat ze anoniem blijven. ‘Herleidbare informatie van personen, zoals specifieke functies en specifieke functieniveaus, zal zoveel mogelijk worden vermeden [..].’
‘Functioneren van volksvertegenwoordiging is in geding’
Volgens oud-rechter Hans Hofhuis – auteur van het artikel ‘Het gebruik van geanonimiseerde verklaringen in en buiten rechte’ (gepubliceerd in het Nederlands Juristenblad) – is deze beperking van wederhoor ongerechtvaardigd.
‘Het weegt voor mij heel zwaar dat Arib geen voorzitter of “gewoon lid” van de Kamer meer is en dat zij dit na de komende verkiezingen ook niet wordt. Bovendien bekleedde zij als voorzitter een vitale publieke functie. Hierdoor kan negatieve berichtgeving haar nog ernstiger schaden dan normaal al het geval zal zijn. Ook het functioneren van de volksvertegenwoordiging is hier in het geding. Dat verdraagt zich minder goed met vertrouwelijkheid of geheimzinnigheid dan bij eventuele misstanden bij private organisaties.’
HANS HOFHUIS, OUD-RECHTER
Een protocol dat zowel anonimiteit garandeert als het recht op wederhoor is innerlijk tegenstrijdig
Onderzoekers moeten altijd een belangenafweging maken tussen de privacy van geïnterviewden en die van de beklaagde. ‘Op basis van de mij bekende gegevens weegt het belang van de betrokkene – Arib dus – om zich effectief te kunnen verweren, het zwaarst,’ concludeert Hofhuis. ‘Je kunt iemand niet zo met geanonimiseerde verklaringen kapot maken, als het aannemelijk is dat bekendheid met de identiteit van degenen die dergelijke verklaringen hebben afgelegd een voorwaarde is voor effectief wederhoor. De verdediger is anders structureel in het nadeel ten opzichte van de “aanvaller”. Zo is er geen equality of arms. Een protocol dat zowel anonimiteit garandeert als het recht op wederhoor is innerlijk tegenstrijdig.’
‘Het uitgangspunt is dat een beschuldigende verklaring niet anoniem is, omdat dit het recht op wederhoor aantast,’ stelt Marion van den Brekel, advocaat met ervaring met dit type onderzoek. ‘Alleen als er een goede reden is voor de vertrouwelijkheid kan van dit uitgangspunt worden afgeweken en dan alleen als het recht op wederhoor voldoende kan worden gewaarborgd.’
Hoffmann is ‘niet onafhankelijk’
Het protocol is ‘vastgesteld door gedelegeerd opdrachtgevers’, zo staat op de omslag van het document, waarop ook het logo van Hoffmann is afgedrukt. Zij blijken verregaande invloed te hebben gehad op het verloop van het onderzoek: ‘De gedelegeerd opdrachtgevers [...] maken waar nodig keuzes in verband met de uitvoering van het onderzoek [..]. Daarnaast kunnen er, in overleg met de gedelegeerd opdrachtgevers, gesprekken gevoerd worden met eventuele andere personen [..]’
En: ‘De gedelegeerd opdrachtgevers bepalen of deze meldingen [van informanten die zich spontaan melden, red.] al dan niet betrekking hebben op de te onderzoeken signalen en of ze tot waardevolle nieuwe inzichten kunnen leiden.’
ROB VAN EIJBERGEN, HOOGLERAAR
De rollen lopen door elkaar, met als effect dat Hoffmann niet onafhankelijk opereert maar onder instructie van de opdrachtgevers
Dat roept bij hoogleraar Van Eijbergen de vraag op of de gedelegeerd opdrachtgevers nu mede-onderzoeker zijn of opdrachtgever. ‘De rollen lopen door elkaar, met als effect dat Hoffmann niet onafhankelijk opereert maar onder instructie van de opdrachtgevers.’ De offerte van Hofmann wees ook in die richting, schreef Follow the Money eerder.
Opvallend is de datum waarop het protocol is vastgesteld: 26 april 2023. Toen was het onderzoek al maanden gaande. De opdracht aan Hoffmann is in oktober vorig jaar verleend, en volgens Noordegraaf is het onderzoek in maart van dit jaar ‘feitelijk’ begonnen. ‘Als onderzoeker deel je een protocol met het subject van het onderzoek, voordat het onderzoek begint,’ zegt Van Eijbergen. ‘Zo niet, dan ontneem je het recht van wederhoor op het protocol.’
Afwijken van protocol
Over inzage in stukken is veel correspondentie geweest tussen Arib en de gedelegeerd opdrachtgevers. Op 5 september 2023 boden de advocaten van de gedelegeerd opdrachtgevers inzage aan in de twee anonieme brieven, in twee niet-geanonimiseerde gespreksverslagen, een samenvatting van de verklaringen van zeventien geanonimiseerde verslagen en enkele reeds openbare documenten. Ook kon Arib kennisnemen van het conceptrapport. Zij kreeg tot 11 september om met deze aanpak in te stemmen.
Inzage zou plaatsvinden in een kantoorruimte in Amstelveen, onder toezicht van een medewerker om ‘uit te sluiten’ dat er kopieën werden gemaakt, blijkt uit een brief van advocaten van de gedelegeerden. Geert Jan Knoops, de advocaat van Arib, maakte hiertegen bezwaar, onder meer omdat hij zo geen vertrouwelijk overleg met zijn cliënt kon voeren. Op 21 september gingen de advocaten van de hoogleraren akkoord met inzage zonder toezicht, ‘mits inderdaad alle telefoons en andere apparaten waarmee foto’s kunnen worden gemaakt, worden ingeleverd’.
‘Je zou kopieën van alles moeten krijgen, niet inzage in een kamertje zonder mogelijkheid om foto’s te maken‘
Oud-rechter Hofhuis verbaast zich over deze gang van zaken. ‘Het slechts kunnen inzien van het conceptrapport of samenvattingen van de geanonimiseerde verklaringen levert geen effectief wederhoor op. Je zou kopieën van alles moeten krijgen, in plaats van inzage in een kamertje zonder mogelijkheid om foto’s te maken. Dit is absurd, het deugt niet.’ Overigens is het niet voor het eerst dat Hoffmann ten aanzien van hoor en wederhoor zijn oren naar de opdrachtgever laat hangen.
Arib heeft van de aangeboden mogelijkheden tot inzage geen gebruik gemaakt. Deze zomer spande ze twee rechtszaken aan, waarin ze stelt dat het onderzoek onrechtmatig en in strijd met de privacywetgeving is. Ze vroeg om een verbod van publicatie van Hoffmanns rapport, in de vorm van een voorlopige voorziening, totdat de rechter over de zaak heeft beslist.
Samenvatting vandaag naar de Kamer
Vandaag ontvangt de Kamer een samenvatting van het onderzoeksrapport. Alleen het presidium en de griffier (de ambtelijke baas van de Kamer) krijgen het volledige rapport.
Vijf Kamerleden van oppositiepartijen vroegen op 23 oktober in een brief aan het presidium om de uitspraak van de rechter in de zaak-Arib van half november af te wachten. ‘Met het op 31 oktober openbaar maken van de samenvatting wordt de rechtsgang belemmerd. [..] ‘Mocht uit het rechterlijk vonnis blijken dat de oud-voorzitter in haar gelijk wordt gesteld, dan zal dit als u dan al bent overgegaan tot publicatie van de samenvatting, weinig nut meer hebben en de positie van de oud-voorzitter onnodig schaden.’
Aan dit verzoek geeft het presidium geen gehoor, schreven Vera Bergkamp en de griffier op 26 oktober aan de Kamer. Vanwege een door de gedelegeerde opdrachtgevers aangevraagde hoorzitting in de gerechtelijke procedure is een uitspraak half november volgens hen niet meer te verwachten. ‘Het Presidium en de Griffier achten het in het belang van alle betrokkenen, waaronder in het bijzonder de (oud-)ambtenaren van de Tweede Kamer, dat het rapport met bevindingen op de door de gedelegeerd opdrachtgevers aangekondigde datum van 31 oktober 2023 wordt opgeleverd.’
De gedelegeerd opdrachtgevers wilden niet reageren op vragen van Follow the Money.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.