donderdag 8 juli 2021

Fouten bij de uithuisplaatsing van kinderen, dat gebeurt hier toch niet?

 


Verloskundige Sylvia von Kospoth klaagt misstanden aan in de documentaire Goede moeders.Beeld KRO-NCRV 

‘Wil je de aap zien?”, vraagt Rianna. De knuffel zit in een babyslaapzak. Haar zoon wilde altijd zijn aapje bij zich hebben, sinds zijn uithuisplaatsing gaat Rianna vaak op zijn bed liggen. Met de aap. „Ik lig hier best wel veel als ik me rot voel. De aap ruikt alleen niet meer naar hem”, vertelt ze verloskundige Sylvia von Kospoth. Die is op bezoek omdat Rianna weer in verwachting is. En doodsbang dat dit kind haar óók afgenomen zal worden, hoewel ze nu haar leven op orde heeft.

Een argeloze kijker zou woensdag aan het begin van de ontluisterende documentaire Goede moeders kunnen denken dat het in een beschaafd land (een rechtsstaat) als Nederland zo’n vaart niet loopt. Van dergelijke illusies word je snel genezen. Zo heeft Angelique haar diepvries vol liggen met gekolfde melk voor haar baby, maar die mag ze niet afgeven voor haar kind. Dat werd weggehaald toen ze bij lag te komen van de bevalling in het ziekenhuis. Begeleiding was er niet; ze moest met een lege Maxi-Cosi in de bus naar huis.

In Goede moeders (KRO-NCRV) volgt regisseur Jorien van Nes de Friese verloskundige Von Kospoth, een vrouw met de uitstraling van een barones in een kostuumdrama en een ijzeren plichtsbetrachting. In haar praktijk rijgen de rampzalige verhalen zich aaneen. Rechtszaken over uithuisplaatsing blijken tien minuten te duren, of een kwartier als ze uitlopen.

Doodsbang voor witte vrouwen

Er is een vrouw die door valse meldingen van haar ex de kwalificatie ‘borderliner’ in haar dossier kreeg en hield, ook nadat uit onderzoek was gebleken dat haar niets mankeerde. Een Afghaans gezin werd naar een instelling verplaatst omdat jeugdzorg hun huis te klein vond. Toen ze na zeven weken weer naar huis wilden, moesten ze hun dochtertje afstaan. De vrouw kreeg tegen haar zin een hormoonbehandeling. Het eerst nog vrolijke kind is nu weer thuis, maar doodsbang als ze een witte vrouw (Von Kospoth) in huis ziet.

Na een uur film barst Von Kospoth uit in een minutenlange, bijtend cynische tirade over de gebrekkige waarnemingen van jeugdzorginstellingen waardoor ouders hun kinderen verliezen. Kleine observaties worden grote feiten. Veel functionarissen zijn „kinderen van 21, 22, 23 jaar” die geen idee hebben van wat ze doen. Knippend en plakkend bezorgen ze de ene na de andere moeder het etiket „mentale beperking”; soms staat de naam uit het oude rapport er nog bij. „Het is van de pot gerukt.”

Hier worden beslissingen van levensbelang genomen door mensen die daar onvoldoende voor zijn toegerust. Geen incidenten, bleek onlangs uit een in 2018 geschreven en in een Haagse la verdwenen rapport. Er zijn nogal wat gezagsdragers die Goede moeders zouden moeten bekijken. Desnoods vastgebonden.

Welzijnstaal

Von Kospoth gaat met haar bevindingen naar advies- en meldpunt Veilig Thuis, waar men haar een tijdje aanhoort. Dan volgt met zalvende stem de vraag waarom ze haar taak zo ruim opvat. Ze vinden haar betrokkenheid bijzonder, ze zeggen trouwens ook vaak tegen zichzelf dat ze óók heel betrokken zijn. „Je gaat heel ver, hoor. Dat vinden wij heel mooi, maar ook spannend.” Welzijnstaal voor: „Hou je erbuiten!”

Dat doet Von Kospoth godzijdank niet. Ze blijft kinderen op de wereld helpen en ze blijft autoriteiten onder druk zetten om hun werk zorgvuldig te doen. Aan het eind van Goede moeders blijkt dat enkele moeders hun baby’s mogen houden omdat er geen tekenen zijn van slecht ouderschap. Dat geldt ook voor Rianna. Maar hoe goed dat ook gaat, haar zoontje van vier mag niet terug. In huis ruikt niets meer naar hem.

https://www.nrc.nl/nieuws/2021/07/08/fouten-bij-de-uithuisplaatsing-van-kinderen-dat-gebeurt-hier-toch-niet-a4050293

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.