Studenten op de Scopusbergcampus van de Hebrew University in Jeruzalem.Beeld Getty Images
Nederlandse studenten woonden zonder het te weten in Palestijns gebied
Nederlandse studenten belandden tijdens hun uitwisseling in Jeruzalem ongewild op studentenkamers in bezet gebied. ‘Had ik dit geweten, dan had ik misschien een andere keuze gemaakt.’
De negen zandstenen gebouwen die samen het Student Village appartementencomplex in Oost-Jeruzalem vormen, blakeren in de zon. Het wooncomplex, dat plaats biedt aan ongeveer 1600 studenten van de Hebrew University, maakt deze donderdagmiddag een verlaten indruk. Het tweede semester van het studiejaar is in volle gang en de meeste studenten zijn op de universiteitscampus.
Die campus ligt op de 826-meter hoge Scopusberg, met een prachtig uitzicht over Jeruzalem. Van de Student Village naar de campus is het ongeveer een kwartier lopen. Maar die korte wandeling brengt de studenten wel letterlijk in een ander gebied. Terwijl de Scopusberg sinds de oprichting van de Joodse staat in 1948 tot Israëlisch grondgebied behoort, is de Student Village gebouwd in bezet Palestijns gebied. De Europese Unie en de Verenigde Naties beschouwen dit soort nederzettingen als illegaal. Zij beroepen zich hierbij op internationaal recht.
Het studentenwooncomplex ligt in French Hill. Deze buurt werd na de Israëlische bezetting van Oost-Jeruzalem in 1967 gecreëerd door de Israëlische autoriteiten. De nederzetting kwam tot stand door het toe-eigenen van ongeveer 800.000 vierkante meter aan land van de aangrenzende Palestijnse buurten, Issawiya en Shuafat, stelt de Israëlische NGO Ir Amim. Met het blote oog is de overgang tussen Israëlisch en bezet gebied overigens niet te zien.
“French Hill was een van de eerste nederzettingen die na 1967 in Oost-Jeruzalem werden gebouwd,” zegt Amy Cohen van Ir Amim, een non-profitorganisatie in Jeruzalem die toezicht houdt op de uitbreiding van nederzettingen en Palestijnse landrechten. “Vanuit Israëlisch perspectief gebeurde dat om de Scopusberg en Hebrew University te verbinden met West-Jeruzalem. Het land waarop French Hill is gebouwd is voornamelijk toegeëigend uit de wijken Issawiya, deels ook uit Shuafat, en was Palestijns privé-eigendom.”
Een thuis voor Nederlandse studenten
De Student Village bood in de afgelopen vijftien jaar ook een thuis aan Nederlandse uitwisselingsstudenten, blijkt uit onderzoek vanTrouw. Vrijwel elke Nederlandse universiteit heeft, of had tot voor kort, een uitwisselingsprogramma met de Hebrew University. Teruggekeerde studenten uit Leiden, Wageningen en Utrecht bevestigen dat zij tijdens hun semester in Jeruzalem in de studentengebouwen woonden. Daardoor woonden ze feitelijk in bezet gebied, zonder dat hen dit door de universiteiten werd verteld.
De gebouwen op het ommuurde terrein van de Student Village zijn bijzonder populair bij buitenlandse studenten. Vinken zij bij hun inschrijving aan dat ze gebruik willen maken van de studentenhuisvesting van Hebrew University, dan plaatst die universiteit ze doorgaans in een van deze gebouwen. Wie dat niet wil, moet zelf op zoek naar een particuliere kamer elders in Jeruzalem.
De Nederlandse uitwisselingsstudenten waren zich er vooraf niet van bewust dat de gebouwen op bezet gebied staan, zeggen zij. Hun eigen universiteit noch de Hebrew University maakte bij de aanmelding vooraf kenbaar wat de mogelijke bezwaren zijn tegen en risico’s van een verblijf in een van de studentenflats. Achteraf gezien hadden ze dat wel graag geweten, zeggen studenten nu.
‘Ik was liever wat beter geïnformeerd’
“Ik schrik ervan”, zegt een Leidse student Midden-Oostenstudies die in 2020 een semester in de Student Village woonde. “Misschien is het naïef, maar ik vertrouwde op het oordeel van mijn eigen universiteit. Achteraf gezien was ik liever wat beter geïnformeerd. Dan had ik ook een eigen afweging kunnen maken.”
“Het viel me tijdens mijn verblijf op dat de torens vrij dicht tegen Palestijnse wijken aan waren gebouwd”, zegt een Wageningse student die in dezelfde gebouwen verbleef. “Je merkte wel dat je in die buurten niet altijd welkom was, en dat de Student Village dag en nacht werd beveiligd. Maar het was me niet bekend dat de gebouwen zelf in bezet gebied liggen.”
“Had ik dit geweten, dan had ik misschien een andere keuze gemaakt”, zegt een andere Leidse student. “Maar toen ik ging studeren, werd daar door docenten eigenlijk niet over gesproken. De Hebrew University werd vooral omschreven als topuniversiteit. Daar moest je naartoe als je de kans kreeg.”
Tekst gaat verder onder afbeelding.
‘Niet onwettig of onethisch’
De Hebrew University erkent via een Nederlandse partnerorganisatie dat gebouwen voor studentenhuisvesting en een sportcentrum buiten de enclave liggen, maar bestrijdt dat er ‘iets onwettigs of onethisch’ zou zijn aan de kwestie. ‘De Hebrew University bezat al land in Oost-Jeruzalem vóór [de onafhankelijkheid van] 1948 en heeft nog altijd het eigendomsrecht, ongeacht de soevereiniteitsstatus van het gebied.’
Volgens Ir Amim betreft dat echter andere grond dan die waarop de Student Village is gebouwd. Het land waarop de Student Village staat, pacht de universiteit namelijk van de Israëlische Land Autoriteit.
Volgens de universiteit zijn de gebouwen bovendien ‘van publiek belang’, aangezien er behalve Israëliërs ook Palestijnse en internationale studenten mogen wonen. ‘Volgens internationaal recht is het niet verboden om privaat land te gebruiken voor publieke doeleinden, ook niet onder het bezettingsrecht.’
Dat argument is hier niet van toepassing, zegt Giulia Pinzauti van de Universiteit Leiden, expert op het gebied van het bezettingsrecht. “Zelfs als het waar is dat het land wordt gebruikt om ook Palestijnse studenten te huisvesten, dan is dat nog altijd niet genoeg om te stellen dat dit ten gunste komt van de bezette bevolking.”
Nederlandse universiteiten niet op de hoogte
In een reactie zeggen verschillende Nederlandse universiteiten dat zij er niet van op de hoogte waren dat de gebouwen in Palestijns gebied liggen. Zij verwijzen bovendien terug naar de studenten: die zijn uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor het regelen van hun huisvesting in het buitenland, eventueel met hulp van de gastuniversiteit.
Hoeveel van hun studenten daadwerkelijk in de Student Village hebben verbleven, is daarom ook niet altijd bekend bij de Nederlandse universiteiten. “De universiteit verplicht hen niet gebruik te maken van huisvesting van partnerinstellingen”, schrijft Universiteit Leiden bijvoorbeeld. “Wij monitoren dit dan ook niet.”
“In beginsel hebben universiteiten hierin gelijk”, zegt Ton Hol, gespecialiseerd in ethische commissies. “Het is vrijwel altijd zo dat de student en de gastuniversiteit verantwoordelijk zijn voor de huisvesting, want het is ondoenlijk om dit allemaal vanuit Nederland te regelen. Maar als je er achter komt dat de andere partij het niet goed doet, dan lijkt me dat zeker onderwerp van gesprek, en mogelijk een reden om de uitwisseling te stoppen.”
Waarschuwingssignalen
Eerder kwamen er al wel waarschuwingssignalen uit de academische gemeenschap. In 2017 weigerde een grote groep experts in het internationaal recht om naar een conferentie te gaan die werd georganiseerd door de Hebrew University. Hun belangrijkste argument: de omstreden ligging van enkele universiteitsgebouwen.
‘We zijn ons ervan bewust dat de oorspronkelijke gebouwen van de Hebrew University zijn gevestigd in het gebied dat in 1948 is aangewezen als “gedemilitariseerde zone” ’ schreven de opstellers destijds. “Maar de universiteit is sinds de bezetting van 1967 flink uitgebreid, en een aanzienlijk deel daarvan valt buiten deze zone en in bezet Palestijns gebied.’ De petitie werd ondertekend door wetenschappers uit Groningen, Leiden en Utrecht.
Tekst gaat verder onder het kader.
Van niemandsland tot ‘herenigd’ Jeruzalem
De Hebrew University werd in 1918 opgericht door Albert Einstein en Chaim Weizmann, die later de eerste president van Israël zou worden. In 1925 werd de campus op de Scopusberg geopend, in wat toen nog het Britse mandaatgebied Palestina heette. Na de oprichting van Israël in mei 1948 en de daaropvolgende Arabisch-Israëlische oorlog werd Jeruzalem in tweeën gekliefd: West-Jeruzalem werd Israëlisch grondgebied en Oost-Jeruzalem kwam onder controle van Jordanië te staan. Als onderdeel van het staakt-het-vuren werden de Scopusberg en de campus een niemandsland, een door de Verenigde Naties beschermde Israëlische enclave binnen Jordanië.
Op 28 juni 1967 hield de Hebrew University een ceremonie in het amfitheater op de Scopusberg voor de feestelijke heropening van de campus. Deze was 19 jaar niet toegankelijk geweest voor studenten, faculteitsmedewerkers en civiele bezoekers. Het feest werd gevierd met uitzicht op recent bezette Palestijnse wijken in Oost-Jeruzalem. Drie weken eerder was Israël Jordanië, Egypte en Syrië binnengevallen en had het de Gazastrook, de Sinaïwoestijn, de Golanhoogten en de Westelijke Jordaanoever bezet, inclusief Oost-Jeruzalem.
De universiteit verleende Israëls legerleider en toekomstige premier Yitzhak Rabin destijds een eredoctoraat en bedankte hem voor ‘de teruggave van heel Jeruzalem aan Israël en de teruggave van de Scopusberg aan de universiteit.’ Rabin prees op zijn beurt de universiteit namens het Israëlische leger voor de mogelijkheid om op de Scopusberg te staan met uitzicht op ‘onze eeuwige hoofdstad’. Nog altijd vindt de Hebrew University dat de stad Jeruzalem in 1967 werd ‘herenigd’, valt te lezen op de universiteitswebsite. In 1980 nam het Israëlische parlement een wet aan die feitelijk de annexatie van Oost-Jeruzalem bekrachtigde.
Ambassade naar Jeruzalem
Mogelijk schaart Nederland zich binnenkort bij de kleine groep landen die hun ambassade in Israël naar Jeruzalem verplaatsen, zo valt te lezen in het hoofdlijnenakkoord van de coalitie. Zo'n verhuizing is omstreden omdat de meeste landen en de VN Jeruzalem niet erkennen als hoofdstad van Israël.
Palestijnen zien Oost-Jeruzalem juist als de toekomstige hoofdstad van hun eigen staat. De 350.000 Palestijnen die in Oost-Jeruzalem wonen, hebben een permanente verblijfsvergunning in Israël. Slechts 5 procent van de Palestijnse inwoners van Oost-Jeruzalem heeft sinds 1967 het Israëlisch staatsburgerschap gekregen. Inmiddels wonen meer dan 230.000 Israëliërs in Oost-Jeruzalem, verspreid over veertien nederzettingen, waar regelmatig nieuwe woningen bijkomen.
Studenten kritisch op boycot
Nederlandse universiteiten zijn sinds oktober vorig jaar het toneel van pro-Palestijnse studentenprotesten. De laatste weken escaleren deze demonstraties en monden ze geregeld uit in bezettingen en soms vernielingen. De demonstranten eisen dat hun universiteit alle banden verbreekt met Israëlische partners, dus ook de uitwisselingsprogramma’s. Een deel van de universiteiten stelt nu ethische commissies in die de samenwerkingen moeten heroverwegen.
Teruggekeerde uitwisselingsstudenten zijn kritisch over een mogelijke boycot van de Hebrew University. Zij zeggen dankzij hun verblijf in Jeruzalem een beter beeld te hebben gekregen van het land en het langlopende conflict. Ook zeggen ze dat er (in elk geval in de Engelstalige colleges) voldoende ruimte was voor een kritische blik op het optreden van Israël. Aan de Hebrew University studeren ook veel Arabische studenten.
“Ik ben kritisch ernaartoe gegaan, en kritisch teruggekomen”, vertelt een tweede Wageningse student, die ook aan de Hebrew University studeerde maar een kamer vond buiten de Student Village. “Maar dan met een meer gelaagde mening over het complexe conflict.” Een van de Leidse studenten voegt toe: “Het is voor mij ondenkbaar dat ik voor mijn specialisatie Israëlstudies niet naar het land kan gaan. Alleen ter plaatse kun je diepe kennis vergaren over de geschiedenis en de taal.”
Marcel Brus toont zich wel voorstander van een academische boycot, zij het met gepaste tegenzin. De Groningse hoogleraar Internationaal publiekrecht was een van de rechtsgeleerden die in 2017 weigerden om naar een conferentie op Hebrew University te gaan. “Een boycot is natuurlijk een paardenmiddel, veel liever blijf ik in gesprek. Maar een opschorting van de institutionele academische banden is inmiddels wel het minste signaal dat we kunnen afgeven.”
Amy Cohen, Ir Amim’s directeur voor internationale betrekkingen, wijst daarnaast op de rol van de Nederlandse universiteiten. “Die zouden juist tegenover hun studenten en professoren moeten benadrukken dat deze huisvesting op bezet gebied is. Als je als universiteit publiekelijk zegt de bezetting niet te willen steunen, dan moet je beginnen met transparanter naar studenten te zijn.”
De namen van de studenten zijn bekend bij de hoofdredactie.
Meer studentenhuisvesting op bezet gebied
Student Village is niet het enige wooncomplex van Hebrew University op bezet gebied. Studenten kunnen ook in het Bronfman complex in French Hill worden gehuisvest. Dit complex telt 850 bedden. Daarnaast ligt het grootste deel van het Maiersdorf wooncomplex, wat 1400 bedden telt, op bezet gebied. Het is onduidelijk of ook daar Nederlandse studenten hebben gewoond. Sinds de Hamasaanval van 7 oktober 2023 op Israël liggen alle uitwisselingen van Nederlandse universiteiten naar Israël stil vanwege een negatief reisadvies naar het land.
Hebrew University pacht het bezette land in French Hill waarop de studentencomplexen gebouwd zijn van de Israëlische Land Autoriteit. Eind december 2023 publiceerde de autoriteit twee aanbestedingen voor het bouwen van meer dan 1500 wooneenheden, niet bedoeld voor studenten maar voor particulieren, die het Bronfman complex en een deel van het Maiersdorf complex zullen vervangen. Sinds het begin van de oorlog tussen Israël en Hamas in de Gazastrook zijn de Israëlische autoriteiten intensiever bezig met het ontwikkelen van nederzettingen in Oost-Jeruzalem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.