maandag 30 november 2020

Kan Paul Cliteur, mentor van Baudet, wel hoogleraar blijven?

 

ANALYSEPAUL CLITEUR EN FVD

Kan Paul Cliteur, mentor van Baudet, wel hoogleraar blijven?

Is Paul Cliteur, de mentor van Baudet, nog wel te handhaven als hoogleraar, vragen medewerkers van de Leidse universiteit zich af. Zij beroepen zich op Rudolf Cleveringa, de hoogleraar die in 1940 tegen het ontslag van Joodse hoogleraren protesteerde. Maar ook voor de medestanders van Cliteur is Cleveringa een lichtend voorbeeld: als voorvechter van de academische vrijheid.

Hoogleraar Paul Cliteur.Beeld Hollandse Hoogte / ANP
Ooit schaarde Paul Cliteur, tot deze week vicefractievoorzitter van Forum voor Democratie in de Eerste Kamer, partijleider Thierry Baudet bij de ‘echte zonen’ van de Universiteit Leiden. Daarmee doelde hij op de intellectuele durf waarvan Baudet zou hebben blijk gegeven in het proefschrift, De aanval op de natiestaat, waarop hij in 2012 bij Cliteur promoveerde. Sindsdien geldt Cliteur als Baudets leidsman en biechtvader. En dat is hij na zijn vertrek uit de Senaat nog steeds.

De relatie tussen beiden is volgens sommige – mogelijk: vele – medewerkers van de Leidse Universiteit zo innig, dat zij zich afvragen of Cliteur (65) nog wel als hoogleraar Encyclopedie van de Rechtswetenschap kan worden gehandhaafd. Zij menen dat Cliteur onvoldoende afstand heeft genomen van de antisemitische uitspraken die Baudet vorige week tijdens het veelbesproken etentje met enkele partijgenoten zou hebben gedaan. In het algemeen zou Cliteur zijn leerling te veel in bescherming hebben genomen en zou hij klachten over Baudets toenemende radicalisme naast zich hebben neergelegd. Maandagavond kondigde de universiteit aan een onderzoek in te stellen.

Het afgelopen weekeinde werd de smeulende onvrede over Cliteur binnen de Leidse universiteit openlijk geventileerd. Wouter Veraart, een collega van Cliteur, beklaagde zich in een tweet over het feit dat Cliteur zich in Trouw solidair had verklaard met zijn vroegere promovendus en diens ‘ideologische lijn’. Nota bene op de tachtigste verjaardag van de rede waarmee professor Rudolf Cleveringa op 26 november 1940 protesteerde tegen de schorsing (later omgezet in ontslag) van Joodse hoogleraren.

Uiterst zorgelijk

Docent Lieke Smits, werkzaam bij het Centre for the Arts in Society, sprak via Twitter aan rector magnificus Carel Stolker de verwachting uit ‘dat mijn werkgever zich distantieert van (de ideeën van) Paul Cliteur. Racisme mag geen gemeengoed zijn aan de universiteit, ook niet onder het mom van de vrijheid van meningsuiting.’ 

De geadresseerde antwoordde per omgaande: ‘Zeker, Lieke, het verwijt van een patroon van antisemitisme rond FvD is uiterst zorgelijk en raakt daarmee ook Paul Cliteur.’ Bij dit blijk van afkeuring zal het niet blijven, kan worden opgemaakt uit de woorden waarmee hij zijn reactie afsloot: ‘Wordt snel vervolgd.’

GeenStijl voegde nog een paar lemma’s toe aan de catalogus van omstreden uitspraken van Baudet en citeerde mensen – onder wie twee promovendi van Cliteur – die bij de hoogleraar onvoldoende gehoor hadden gevonden met hun bezorgdheid over de ideologische ontsporing van de FvD-leider. Enkele werknemers van de Leidse universiteit stelden een open brief op ‘tegen antisemitisme, racisme en discriminatie en het bagatelliseren of normaliseren daarvan’. Ook zij verwezen naar de rede van Cleveringa, het geweten van de Leidse universiteit.

Daarmee maakten zij duidelijk dat de positie van Cliteur niet zomaar een kwestie is tussen een individuele hoogleraar en het universiteitsbestuur. Nee: het gaat om niets minder dan de ziel van ’s lands oudste (uit 1575 stammende) universiteit. Als Cleveringa wordt aangeroepen, zijn de heiligste principes van de universiteit in het geding. Rector magnificus Stolker refereert dan ook met grote regelmaat aan zijn grote voorganger (Cleveringa bekleedde het hoogste ambt aan de universiteit van 1946 tot ’47).

De vraag is alleen welk principe de vereerders van Cleveringa met name in gedachten hebben: het principe dat we ons tegen antisemitisme moeten verweren of het principe van de academische vrijheid en de vrijheid van meningsuiting? Cleveringa was beide principes toegedaan, maar in de kwestie waarvan Cliteur nu het middelpunt vormt, kunnen ze met elkaar botsen. Want ook Cliteur zal naar Cleveringa verwijzen als hij het recht opeist om opvattingen te vertolken die veel van zijn collega’s onwelgevallig zijn of als hij Thierry Baudet aanprijst ‘als echte zoon’ van de Leidse universiteit.

Formalistisch

In een zaterdag verzonden tweet bezwoer Cliteur dat de vrijheid van meningsuiting zich ook wat hem betreft niet uitstrekt tot ‘nazisme, fascisme, racisme, vreemdelingenhaat, antisemitisme, discriminatie of anderszins verwerpelijke opvattingen’. Ook sprak hij zich uit tegen de ‘kwalijke uitspraken in berichten die opduiken in app-groepen van jongeren of die sommigen menen te hebben gehoord van Baudet in private situaties’. 

Van de opmerkingen waarmee Baudet de leegloop van zijn partij ontketende, wil Cliteur zich dan ook niet distantiëren. Daarbij stelt hij zich op het, enigszins formalistische, standpunt dat hij zich niet wenst te distantiëren van uitspraken waarvan hij op gezag van derden moet aannemen dat Baudet ze heeft gedaan. 

‘Ik weet niet of hij het gezegd heeft’, zei Cliteur dit weekend in een interview met het digitale universiteitsblad Mare. ‘Maar ik weet wel dat dit soort uitspraken niet in zijn boeken staan en ook niet in de Handelingen van de Kamer. Verder zijn ze ook nooit naar voren gekomen in gesprekken die ik met hem had. Zolang ik het niet zelf heb gehoord, vind ik er ook niets van.’

Het valt te bezien of Cliteur daarmee een reprimande, een schorsing – of erger – zal kunnen afwenden. Naar verwachting zal hij zich ‘ergens deze week’ tegenover het college van bestuur van de Universiteit Leiden voor zijn steun aan Baudet moeten verantwoorden. Zo’n gesprek heeft hij eerder gevoerd: in 2019, toen hij namens Forum voor Democratie toetrad tot de Eerste Kamer. 

In eerste instantie had rector magnificus Stolker zich afgevraagd of Cliteur zich wel moest committeren aan een politicus die de universiteit had weggezet als broedplaats van ongeveer alle kwalen die de Nederlandse samenleving teisterden. Maar na een verhelderend gesprek met Cliteur sprak hij zijn vertrouwen uit in de ‘enorm goede onderzoeker en voortreffelijke docent’.

Nu heeft Cliteur wellicht meer uit te leggen. Maar hoe het college van bestuur ook over zijn positie beschikt: het zal van links of van rechts het verwijt krijgen tegen de geest van Cleveringa te hebben gezondigd. Als het geen stappen onderneemt tegen Cliteur, verloochent het Cleveringa’s strijd tegen het antisemitisme. Als het Cliteur op non-actief stelt of anderszins straft, verloochent het Cleveringa als voorvechter van de academische vrijheid.

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/kan-paul-cliteur-mentor-van-baudet-wel-hoogleraar-blijven~bddff86ce/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.