In
januari pleegde Arthur Gotlieb zelfmoord. Vandaag (de vijfde september) verschijnt het dagboek dat
hij schreef over de tegenwerking die hij ondervond bij zijn werkgever de
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), onder redactie van NRC-redacteuren Joep
Dohmen en Jeroen Wester. Een voorpublicatie.
Arthur Gotlieb (1963-2014)
Jarenlang
werkte Arthur Gotlieb met veel plezier bij de NZa. Hij geldt als een toegewijde
en zorgvuldige ambtenaar. Hij is amateurfotograaf en -pianist. Een gevoelige
man met een scherp observatievermogen, zo karakteriseren zijn naasten hem.
De cultuur op
zijn werk verandert, vanaf 2007. Hij voelt zich niet meer gewaardeerd. Sterker,
hij wordt genegeerd en tegengewerkt. Ze willen hem kwijt, is zijn overtuiging.
Gotlieb besluit zich te verzetten.
In een
uitgebreid en minutieus onderbouwd bezwaarschrift legt hij de acties van zijn
managers vast. Hij wordt een klokkenluider tegen wil en dank. Begin 2014 maakt
hij een eind aan zijn leven.
NRC-redacteuren Joep Dohmen en
Jeroen Wester redigeerden zijn tekst en ontsluiten het dagboek van een
ongewenste werknemer.
Gotlieb schrijft in deze passage over het
jaar 2013. Hij werkt dan onder unitmanager ‘Auke’.
Kent u de rotstekeningen van de
Neanderthalers? Daaruit spreekt meer fijnzinnigheid dan de e-mails van mijn
superieur. Vol ongeloof over wat ik lees, heb ik de neiging om even om de hoek
te kijken, in zijn kantoor. Of daar soms een holenmens heeft plaatsgenomen en
zich toegang verschaft tot zijn pc. Maar telkens blijkt Auke [zijn naam en de
namen van andere chefs zijn gefingeerd, red.] zelf achter het toetsenbord te zitten.
Als opzichter of ploegbaas voelt Auke
zich kennelijk het beste in zijn element. Een projectleider zei tegen mij:
‘Auke is gewend een heel juniorteam aan te sturen.’ Het vervelende is dat als
ik echt uitsluitsel over iets nodig heb, Auke mijn e-mails niet beantwoordt.
(…)
Sinds 2010 komt bij mijn beoordeling
allerlei onverwachte vuiligheid uit de lucht vallen. Elk jaar een
verrassingsoverval kan ook een sleur worden. Ditmaal ben ik daarop voorbereid.
Auke geeft mij een onvoldoende eindscore
bij de Beoordeling 2013. Dit is de resultante van twaalf onvoldoende
deelscores. Vorig jaar waren het drie. Noch in het formulier, noch uit het
gesprek blijkt enige plausibele motivering. (...)
Met recht meen ik te kunnen stellen dat
Auke mij een serie mokerslagen uitdeelt. Kennelijk heeft hij de opdracht
gekregen om mij te vernietigen. Een andere verklaring is er niet. Waarom is er
geen andere verklaring? Deze onvoldoende eindscore is de eerste in mijn
veertien dienstjaren bij de NZa. Bij een trendbreuk hoort een deugdelijke
motivering, zou je zeggen. Evenmin als Auke lijkt te weten dat er zoiets
bestaat als inspanningsverplichting en zorgplicht, onderbouwt hij de
onvoldoende deelscores niet met enige aannemelijke motivering.
Kennelijk staat Auke er niet bij stil dat
twaalf onvoldoende deelscores nogal onwaarschijnlijk is. Hij stopt gewoon met
nadenken. Dergelijk gedrag is alleen te begrijpen van iemand die zich volledig
gedekt voelt door de hogere managementlagen. Iemand die handelt in opdracht.
Voordat ik zal ingaan op de Beoordeling
2013, schets ik enkele omstandigheden die mij van belang lijken. Met enige
relativering, om het voor u en voor mijzelf niet loodzwaar te maken.
In het leven zijn er verschijnselen die
de mens maar nauwelijks kan bevatten. Bijvoorbeeld het poollicht. Het poollicht
is een lichtverschijnsel in de aardatmosfeer dat bij duisternis kan worden
waargenomen. Ook bij onze afdeling doen zich verschijnselen voor die het
menselijk verstand te boven gaan. Het gaat hierbij echter om minder lumineuze fenomenen.
Aangezien de omgeving voldoende obscuur is, zijn zij toch te onderscheiden.
Over de atmosfeer op de afdeling hebt u
al het een en ander gelezen. Anders dan de medewerkers, betonen de
leidinggevenden zich geen grote lichten. Mocht daarover nog een restant twijfel
bij u bestaan, kan ik de annalen lichten en een aanvullend rijtje stupiditeiten
neerleggen. Aangezien het kaliber daarvan het effect op uw humeur niet zal
missen, meen ik er verstandig aan te doen deze in het goede vat te laten. Graag
blijven wij immers zo vrolijk mogelijk onder de omstandigheden.
In de wereld van de afdelingsdirecteur
is het prima wanneer zijn unitmanagers hun werk niet doen. Geen reactie geven
op wat dan ook. Afdelingschef Thom liet dat na, chef Vera vertrouwt geen letter
aan de mail toe en haar huidige opvolger Auke reageert nergens op. Welcome to
the club van angsthazen. Kennelijk volgen de unitmanagers hun Grote Voorbeeld.
Een mail van de afdelingsdirecteur aan mij bestaat niet.
De narigheid is dat ik een goed geheugen
heb. In een bezwaarprocedure is dat uiteraard onwelkom voor betrokken
leidinggevenden. Echter, een verrassing kan het niet zijn. Zo schrijft een
collega in november 2011 over mij: ‘Het eerste waar ik bij Arthur aan moet
denken is zijn gestructureerde manier van werken. Dit komt onder andere tot
uiting in het feit dat hij zelfs de oudste beleidsregels en nota’s enz. weet te
vinden die voor anderen onvindbaar zijn.’
Wat ik in mijn mars heb, zou na veertien
dienstjaren toch duidelijk moeten zijn. Tenzij je de rolluiken dichttrekt en de
deur sluit. Daarbij e-mails met vragen niet beantwoordt en signalen van
collega’s negeert. Oei, oei, hoe oliedom kan iemand zijn. Wie nooit wil
luisteren krijgt nu veel voor zijn kiezen. Daar kan ik maar tot op beperkte
hoogte medelijden mee hebben. Temeer daar elke proeve van bekwaamheid genegeerd
werd of hard onder tafel geschoffeld. Met een acceleratie sinds 21 september
2010.
Misschien denkt u: Arthur heeft een
fotografisch geheugen. Dat heb ik niet. Helemaal niet zelfs. Een telefoonnummer
kan ik nog geen vijf minuten onthouden. Wat kan ik dan wel? Nadenken
bijvoorbeeld. Methodisch werken. Doelen pinpointen die niemand lijkt te zien.
En nog iets anders: de werkelijkheid beschrijven als een haarscherpe foto.
Het is zo jammer allemaal. Als de
directeur bonussen zou krijgen voor zijn blunders, kan hij vandaag gaan
rentenieren. De directeur had de tijd en energie die ik besteed aan het
beschrijven van zijn strapatsen, ook kunnen aanwenden in zijn voordeel. Ik was
immers toch op kantoor. Dan had er nu een fraaie analyse kunnen liggen over de
zorgfraude, om maar eens wat te noemen. Die gelegenheid heeft hij niet te baat
genomen.
Het heeft er alle schijn van dat wat
zich eenmaal in het hoofd van de afdelingsdirecteur heeft vastgezet, kan
uitgroeien tot een dwanggedachte. Met de apocalyptische gevolgen van dien. Voor
de zorgconsument, voor de reputatie van de NZa, voor de portemonnee van de NZa
en voor individuele medewerkers. Ach, ik vergeet nog iemand. Zijn eigen baas.
Die stelt zijn kansen om ooit een lintje in de wacht te slepen in de waagschaal
met deze brokkenpiloot onder zich.
De ellende aan mijn kant duurt al jaren.
Immers, wie een goed geheugen heeft en de gebeurtenissen kan interpreteren,
krijgt onvermijdelijk grote problemen in zijn hoofd. Veel deductie is er
trouwens niet voor nodig. De feiten liggen er gewoon. Hoe blijf ik overeind?
Met een sterk karakter en inname van antidepressiva. Driemaal daags met een
glas water. Dank u wel directeur.
(…)
Het door de leden van het managementteam
vertoonde gedrag sinds 2007 heeft bij mij voor grote stress gezorgd.
Daar bovenop kwam dat de ijver waarmee
unitmanager Victor mij eruit probeerde te werken, de doorslaggevende aanleiding
was voor mijn doktersbezoeken en medicijngebruik sinds 29 september 2010. Met
ingang van dat moment heeft mijn huisarts de negatieve effecten van de
werkomstandigheden op mijn gesteldheid nauwkeurig gedocumenteerd in mijn
patiƫntendossier. Ik ben nu ruim drie jaar aan de antidepressiva, met als
unieke oorzaak het intimiderende gedrag van de werkgever. Sinds de afkondiging
van de reorganisatie in 2010 heeft het managementteam de psychische druk alleen
maar opgevoerd, terwijl ik mijn werk goed bleef doen. Een titanenstrijd. Mijn
dokter heeft veel respect voor mij en is geschrokken van de op mij toegepaste
gemeenheid.
Van een werkgever mag worden verwacht
dat hij er alles aan doet om te voorkomen dat iemand schade oploopt in
werktijd. Echter, met een onwrikbare starheid heeft het managementteam geen
moeite gespaard om mijn positie moedwillig te verzwakken. De tactieken en
praktijken die daarbij zijn gebruikt, kunnen gerust gekenschetst worden als
verbeten en meedogenloos. Daarbij zijn normen overschreden die bedoeld waren om
mij te beschermen.
Ik voel mij dan ook behoorlijk
toegetakeld. Door het handelen van mijn leidinggevenden ben ik in mijn
waardigheid aangetast. Bij herhaling is een voor mij vernederende of kwetsende situatie
veroorzaakt. Wanneer ik heldere signalen afgaf bijna onder de werkdruk te
bezwijken, kreeg ik extra werk toebedeeld. Door mij geuite gevoelens zijn
categorisch genegeerd. Mijn zelfvertrouwen heeft een knauw gekregen en ik ben
aan de rand van instorting gebracht.
Het managementteam heeft mij de facto
gedwongen om dit tijdrovend bezwaarschrift op te stellen, ter verdediging van
mijzelf. Dat was emotioneel belastend en heeft een zware wissel getrokken op
mijn vrije tijd en gevoel van welbevinden. De door mij ervaren beschadiging
werkt door in mijn dagelijks leven. Herhaalde stressoren kunnen mensen meer
kwetsbaar maken. Negatieve consequenties zijn dan ook te verwachten voor mijn
toekomst. Zowel mijn mensbeeld als gevoel voor eigenwaarde heeft het ernstig te
verduren. Daarnaast heb ik een verschraald curriculum vitae, wegens aantoonbaar
weinig professionele ondersteuning in vergelijking met collega’s. Al het
vorenstaande werkt traumatisch en havent een mens.
Omdat
mijn vader drie jaar ondergedoken zat in Gouda en Amsterdam lukte het hem om
aan de vernietigingskampen te ontsnappen, samen met zijn ouders. De rest van de
familie is omgekomen. Hij ziet nu hoe zijn zoon kapot gemaakt wordt door
mensen, die lijken te handelen volgens het principe: Ich habe nur die
Hacken zusammengeschlagen und “Jawohl” gesagt.
Mijn vader was tot zijn pensionering docent piano aan het conservatorium in
Groningen. Hij is nu op leeftijd. Ik merk dat hij het niet aankan als ik over
mijn beoordeling vertel. Dat maakt mij intens verdrietig. Zijn vader kreeg als
Rijksaccountant een ridderorde; zijn zoon twaalf onvoldoendes. Ik weet niet hoe
ik hiermee om moet gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.