woensdag 10 juli 2024

De Nieuwe VVD : Een liberale ondergrens






De Nieuwe VVD


Een liberale ondergrens



De liberale vleugel binnen de VVD liet zich keer op keer sussen. Zo’n vaart zou het niet lopen met de PVV, dachten de progressieve VVD’ers. Pas toen ze zagen wie Wilders als zijn ministers naar voren schoof, werden ze huiverig. Nu broeit er stil verzet.




Oud-staatssecretaris Eric van der Burg feliciteert asielminister Marjolein Faber na de overdracht. Op de achtergrond oud-VVD justitieminister Dilan Yesilgöz, 2 juli
© Jeroen Jumelet ANP



‘Loop even mee, dan heb ik een excuus.’ Mark Rutte maakt zich los uit een haag van partijleden die selfies proberen te maken. Het is eind mei en onder de vlag ‘Liberale Open Dag’ viert de VVD een van haar tamste congressen in jaren. De inkt van het coalitieakkoord is nauwelijks droog, maar zorgen daarover hoor je nauwelijks meer. Gestoken in een spijkerbroek stelt de langstzittende premier van Nederland iedereen gerust die dat nodig heeft.

‘Wilders heeft allemaal rare ideeën, maar die heeft hij keurig in een vriezertje gelegd’, zegt hij. Bang dat die ijskast een keertje kiert en er toch radicaal-rechtse ideeën ontsnappen is hij niet. ‘Die jongen heeft zóveel onzinnige uitspraken gedaan en soms moet je opstaan en corrigeren. Maar niet elke keer. Je kunt dat niet blijven doen. Je gaat toch niet als een soort politieagent op zoek naar elk moment waarop je Wilders kunt corrigeren?’

Hij maakt zich écht geen zorgen en dat heeft te maken met een zeldzame cultuuranalyse die hij zich laat ontvallen. ‘Wat typisch is voor Nederland: wij zijn een zompig polderland. Alles wordt hier de klei ingezogen. Ook Geert Wilders.’ Op de vraag of dat een geruststelling is, antwoordt hij lachend. ‘Hij zit al voor de helft in de klei joh! Het komt allemaal goed.’

Het zijn opvallend optimistische woorden voor een vertrekkend premier die juist de laatste jaren steeds minder vaak verhulde dat een van zijn belangrijke missies is mislukt. Gedurende zijn lange premierschap citeerde Rutte graag de woorden van de Duitse politicus Franz Josef Strauss. Die was met 27 jaar de langstzittende leider van de Beierse conservatieve partij CSU en befaamd om zijn woorden ‘rechts von uns dulden wir keiner’ (‘rechts van ons dulden wij niemand’).

Het was de filosofie van meer centrum-rechtse partijen in Europa en zo ook van Rutte. Ter rechterzijde mag niets groeien en als daar wel de kiemen van zichtbaar worden, dan moet je die smoren, inkapselen of kortstondig in je eigen tuintje planten.

Mark Rutte zou er een meester in blijken. Op zorgvuldig geplande momenten sloot hij forse compromissen met zijn eigen liberale overtuigingen. Dan haalde hij in campagnetijd populistisch uit (‘ga zelf terug naar Turkije, pleur op’) of plaatste zijn partij advertenties in kranten waarin hij een fatsoensoffensief lanceerde tegen hen die homo’s lastigvallen, vrouwen in korte rokjes uitjouwen of ‘gewone Nederlanders uitmaken voor racisten’. Dat soort mensen, zo schreef hij, zag hij liever vertrekken. Over wie het precies ging liet zich makkelijk raden door een zinnetje over hen die geen handen willen schudden. Iedereen wist wat daar stond: buitenlanders.

Het is nog altijd voer voor debat of die strategie normalisatie in de hand heeft gewerkt of erger heeft voorkomen, maar wat vaststaat is dat het steeds lukte om stemmers die afdwaalden richting uiterst rechts net op tijd terug de VVD in te trekken. Maar twee jaar geleden klonk Rutte tijdens zijn wekelijkse persconferentie plots weemoedig. ‘Ik vind de tragiek van de VVD dat wij er niet in geslaagd zijn om (…) rechts van de VVD niet andere partijen te laten ontstaan.’

De Nederlandse klei bleek minder zompig dan gehoopt en ook nu, bij het verlaten van het VVD-congres om zijn dienstwagen in te stappen, begint Rutte gevraagd naar die tragiek direct Strauss te citeren. In perfect Duits roept hij de uitspraak over niets ter rechterzijde accepteren in herinnering om daar direct aan toe te voegen: ‘Nou, dat is mislukt kan ik je zeggen!’ Een gulle lach volgt.

Waarom is dat dan mislukt?

‘Door de afsplitsing van Wilders’, zegt Rutte, inmiddels ernstig. ‘Dat blijft natuurlijk jammer.’

Vindt u dat echt jammer?

‘Ja, want hij is pas daarna geradicaliseerd. Toen was hij alleen nog tegen Turkije in de Europese Unie. Pas daarna is hij vol op die anti-islamagenda gegaan.’

Hadden jullie hem tóen moeten inkapselen?

‘Dat zijn jouw woorden. Maar ja: je moet natuurlijk altijd de verschillende vleugels in zo’n club houden.’

Een week voor het aantreden van het kabinet-Schoof interviewden podcastmaker Harmen van der Veen en Coen van de Ven de vertrekkend staatssecretaris Eric van der Burg (VVD) over zijn worsteling met het nieuwe kabinet. Waarom bleef hij? Wat is zijn ondergrens?

Na het vertrek van Geert Wilders en de mislukte poging van Rita Verdonk om met een conservatief-populistisch verhaal de partij over te nemen rustte er binnen de VVD lange tijd een taboe op het woord ‘vleugels’. Wie er toch over begon kreeg direct een oud citaat van Hans Wiegel om de oren: de VVD heeft geen vleugels, maar vlerken. Van die overtuiging is weinig over, de vleugels zijn springlevend.

‘O, er zijn zeker vleugels’, zegt Eric van der Burg terwijl hij zijn armen spreidt. ‘De VVD is een vliegtuig en dan heb je beide vleugels nodig die ervoor zorgen dat het vliegtuig naar voren gaat.’

Maar er is nu toch gewoon één heel zware vleugel van conservatieven en een klein liberaal stompje? Dan stuur je toch gewoon heel scherp naar rechts?

‘De conservatieve vleugel is niet zwaar, die is luidruchtig’, antwoordt Van der Burg in het interview. ‘De liberale vleugel is stiller.’ Dat past ook bij de partij, vindt hij. ‘Als VVD’ers een nieuwe balans moeten zoeken dan creëren ze eerst rust.’ Dat zag je volgens hem ook op het laatste partijcongres waar Rutte zo vrolijk en sussend rondliep. ‘De klassiek-liberalen hebben zich geroerd maar hielden zich rustig, maar die liepen daar niet feestend rond’, zegt Van der Burg. ‘En de liberale vleugel was niet aan het huilen. Had ook een paar woordvoerders, maar die waren ook niet heel erg vocaal.’

Wat hij zegt klopt. Paul Slettenhaar, van VVD Castricum, stond de afgelopen jaren tijdens congressen vooraan als voorman van klassiek-liberaal, een stroming binnen de partij die een rechtsere koers eist. Op het laatste congres sprak hij kort in om terug te komen op eerdere ledenmoties die hij had ingediend over de asielstroom. ‘Het blijkt nu eigenlijk allemaal in het hoofdlijnenakkoord te staan plus allemaal extra dingen, waarvoor complimenten.’

Omgedraaid klonk de liberale vleugel bedaagd. Oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas had in zijn binnenzak een briefje gestoken en las dat voor. Bij een eerder partijcongres had hij nog gezegd ‘doe het niet’. Daarmee echode hij de woorden van CDA’er Ernst Hirsch Ballin die zijn partij in 2010 met soortgelijke woorden toesprak toen Wilders ook bij regeringsmacht werd betrokken. Nu stond Weisglas er opnieuw. ‘In het hoofdlijnenakkoord ontbreekt wat mij betreft de liberale geest. Het ademt te veel benepenheid, het is naar binnen gericht’, zei hij. ‘Ga niet normaliseren wat niet genormaliseerd moet worden. Dat is in mijn ogen jullie taak voor de komende tijd.’

Daarmee was het debat wel gevoerd. Maar die ogenschijnlijke rust aan de oppervlakte moet onvrede en ongemak over regeren met de PVV verhullen die er wel degelijk is. Onder de motorkap broeit verzet.

Eric van der Burg joined the group. Christianne van der Wal joined the group.

Enkele dagen na de presentatie van het coalitieakkoord verschijnen bovenstaande berichtjes kort achter elkaar in de interne WhatsApp-groep ‘De Nieuwe VVD’. Beide bewindspersonen hebben het op dat moment zwaar. Van der Burg heeft als staatssecretaris voor Asiel moeten lezen hoe zijn plannen om vluchtelingen eerlijker over Nederland te verspreiden eerst door zijn eigen partij en nu ook door het aanstaande kabinet definitief worden weggevaagd. Ook van het stikstofbeleid van Van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof, blijft nagenoeg niets over. Ze weigeren deel uit te maken van een nieuw kabinet en zullen zitting nemen in de Tweede Kamer waar ze tegen hun oude plannen moeten stemmen.

De Nieuwe VVD werd twee jaar geleden opgericht en was een directe reactie op de hetze die binnen de partij ontstond tegen het beleid van precies deze twee bewindspersonen. In het voorjaar van 2022 schrikken liberale VVD’ers van de stemming in hun partij. Er is een partijcongres in het kleine plaatsje Halfweg waar een zeer nipte meerderheid van de leden de stikstofplannen van Van der Wal verwerpt.

Het Rotterdamse raadslid Erik Verweij ziet op die dag met lede ogen aan wat er gebeurt. ‘De conservatieve vleugel die zich Klassiek Liberaal noemt bleek met een appgroep en een Twitteraccount enorm invloedrijk’, zegt hij in een koffiebar vlak bij het Rotterdamse stadhuis. De Telegraaf belde ze steevast een dag voor partijcongressen om de temperatuur te peilen in deze rechtse tak van de VVD. ‘Een paar uitgesproken figuren, wat tweets en een mailadres waren binnen onze partij blijkbaar genoeg om een stemming over beleid van een eigen bewindspersoon te verwerpen.’

Samen met Mark Thiessen, de voormalige online-campagnevoerder van de partij, en een VVD-fractieleider uit Nijmegen richtten ze een tegenbeweging op. En zoals wel vaker in de politiek keken ze hun strategie af van de mensen waar ze diametraal tegenover stonden. Zo ontstond De Nieuwe VVD waar vanaf dat moment raadsleden, wethouders, burgemeesters en senatoren in binnendruppelden die zich ook zorgen maakten. Inmiddels zitten er ten minste drie huidige Tweede Kamerleden in. Een liberaal eilandje binnen een partij die steeds scherper rechtsaf slaat.

Een half jaar later volgt er een herkansing met een nieuw partijcongres, deze keer in een oude fabriek in Rotterdam. Het hangijzer hier is wellicht heter dan stikstof. Deze keer moet de partijtop de spreidingswet verdedigen tegenover steeds bozere klassiek-liberalen. Binnen de nieuwe appgroep van Verweij en consorten worden volmachten geregeld, ze organiseren discussieavonden en toenmalig fractieleider Sophie Hermans komt zelfs een keer langs in Utrecht om met ze in gesprek te gaan. Leden van de appgroep, zoals de Amsterdamse fractievoorzitter Claire Martens, nu Kamerlid, spreken zich in Rotterdam fel uit vóór de spreidingswet van Eric van der Burg. 77 procent van de leden gaat met ze mee en stemt in.

De balans lijkt voor heel even hersteld. Tot het toch misgaat. De opstand van conservatief-populistische partijgenoten blijft aanzwellen en een half jaar later worden Rutte en de andere VVD-bewindspersonen fel aangepakt tijdens een partijcongres in Apeldoorn. Kort daarna forceert de partij een kabinetsval over migratie. De rest is welbekende geschiedenis: de PVV wordt omarmd als een partij waarmee samengewerkt kan worden, de VVD verliest de verkiezingen en binnen de eigen achterban blijkt het animo voor regeren met Wilders groter dan de weerzin ertegen.

Precies een week na de Tweede Kamerverkiezingen, op 29 november 2023, neemt Erik Verweij het initiatief om namens 114 andere partijleden een brief te sturen naar partijleider Dilan Yesilgöz en partijvoorzitter Eric Wetzels waarin ze schrijven dat een samenwerking met de PVV ‘onze liberale partij onherstelbaar’ beschadigt. Er volgt een lange opsomming waarin racistische (moskeeën zijn haatpaleizen, de koran is een fascistisch boek en hoofddoekjes zijn kopvodden) en antirechtsstatelijke (nepparlement, D66-rechters) uitspraken van Wilders in herinnering worden geroepen. ‘Deze ideologie is fundamenteel onverenigbaar met het liberalisme.’

De partijvoorzitter laat beleefd weten kennis genomen te hebben van de brief. Uit de Tweede Kamerfractie blijft het stil op één man na. Eric van der Burg appt zeer uitgebreid terug en laat weten dankbaar te zijn.

Wel volgt er vanuit het landelijk kantoor nog een advies aan de liberale tegenbeweging: dit soort zaken kun je beter niet op sociale media uitvechten maar intern. ‘Ik was het daar wel mee eens’, zegt Verweij. ‘In deze partij houd je onvrede intern, dat los je met elkaar op. Toch hing binnen een half uur De Telegraaf aan de lijn die de brief al in handen had. Soms lijkt het wel of één vleugel zich minder hoeft te houden aan het idee dat je kritiek intern uitvecht.’

Binnen de appgroep van het Rotterdamse raadslid Verweij is het inmiddels druk geworden. Meer dan 270 partijgenoten verspreid over het land zijn lid. Al blijven ze verrassend stil. ‘Heel langzaam zag je de temperatuur wel stijgen’, zegt Verweij. Te langzaam, zo zegt hij achteraf. ‘Vlak na de verkiezingen waren we gerustgesteld toen werd gezegd dat we gingen gedogen. Toen werd het een extraparlementair programkabinet en daar konden we ook wel mee leven. En daarna kreeg het steeds meer trekken van een volwaardige coalitie en kwam dat hoofdlijnenakkoord.’

De liberale vleugel schrikt eigenlijk pas echt wakker als er bewindspersonen worden aangewezen die omvolkingstheorieën aanhingen. Eerst Gidi Markuszower, die het ministerie van Justitie een ‘bende pedofielen’ noemde, en daarna Marjolein Faber. ‘Wij hebben toen in de appgroep gezegd: laat van je horen. Deze onvrede moet gekend zijn.’

Er volgen tientallen berichtjes richting partijleider Dilan Yesilgöz en andere leden van de partijtop om te protesteren en de liberalen zijn opgelucht wanneer Yesilgöz aan het slot van de formatie zegt dat Faber ‘geen onomstreden kandidaat’ is. Voor De Nieuwe VVD voelt dat voor het eerst als een zege.

Al is niet iedereen gerustgesteld. Nadat de partij uiteindelijk akkoord gaat met Faber als migratieminister trekt de voormalige spindoctor van de partij, Henri Kruithof, fel van leer. ‘Wat mij betreft is Dilan Yesilgöz nu definitief door de ondergrens gezakt’, zegt hij tegen RTV Noord. Voor hem ‘nadert het moment dat ik misschien moet zeggen dat dit mijn partij niet meer is’.

‘Ik kan niet meer met droge ogen beweren dat de VVD een liberale partij is.’ Met die woorden, vorige week uitgesproken tegenover de NRC, zegt een bestuurslid van jongerentak JOVD zijn lidmaatschap op. Ook voor hem zijn de racistische uitingen van PVV-bewindspersonen de druppel, al hekelt hij ook de koerswijziging in de moederpartij. ‘Eerst feitenvrije politiek over de rug van asielzoekers met de nareis-op-nareis van Yesilgöz. En nu samen met extreem-rechtse types in een kabinet.’

Binnen de appgroep De Nieuwe VVD gaat het steeds vaker over ‘ondergrenzen’. ‘Op welk moment stuur je een briefje of pak je de telefoon naar de partijvoorzitter en zeg je “ik kan dit niet meer dragen”? Ik vind dat zo ontzettend moeilijk’, zegt Frans Weisglas. Twee weken geleden werd ook hij lid van de appgroep en dat geeft hem hernieuwde hoop. ‘Ik twijfelde de laatste tijd of ik inmiddels de enige was geworden met kritiek, maar dit verzet maakt mij blij. Ik zie in toenemende mate een liberale vleugel opstaan. Mijn inzet is dat ik met deze groep kritiek blijf geven, maar bij de partij blijven mag geen automatisme zijn.’

‘Het gekke is’, zegt Erik Verweij aarzelend wanneer het over ondergrenzen gaat, ‘ook ik merk dat ik steeds meer accepteer. Net als zo’n kikker in een pan. Als je mij ooit had verteld dat we zouden gaan regeren met de PVV dan had ik dat nooit geloofd. Maar je laat je langzaam sussen, het gaat heel geleidelijk.’

Van der Burg herkent die metafoor van de pan en die kikkers wel. Hij hoort ’m vaker. Waar hij zich als boegbeeld van de liberale vleugel ook toe moet verhouden is dit: is hij niet het excuus dat de samenwerking met radicaal-rechts legitimeert? De VVD behoort tot de meest strategisch opererende partijen van Den Haag. Mensen als Van der Burg openlijk andere standpunten laten ventileren dient ook een doel voor de nabije toekomst: stel dit kabinet sneuvelt (daar houden VVD-prominenten tot in het kabinet rekening mee), dan kan de partij claimen dat er altijd al buikpuin was, dat er altijd al criticasters en verzet waren.

Gevraagd naar of hij niet gewoon een nar of een useful idiot is door met zijn blijvende aanwezigheid een project te legitimeren waar hij zelf zo fel tegen gekant is, struikelt hij even over zijn woorden. ‘Zou kunnen. Of nee, zou helemaal niet kunnen. Want een nar of een useful idiot is toch weer die eenling. En dat ben ik helemaal niet.’

Wat is eigenlijk uw ondergrens?

Van der Burg zwijgt secondenlang. ‘Dat gaan we merken.’

Is die gedaald, die ondergrens?

‘Ik denk dat ondergrenzen wel veranderen en dan laat ik in het midden of dat dalen is. Maar ze veranderen.’

Na weer even nadenken vertelt hij dat uiteindelijk de geschiedenis over hem zal oordelen, maar ook dat hij eigenlijk niet weet of hij een ondergrens heeft. ‘Uiteindelijk adviseren mijn hersenen, maar beslist mijn hart’, zegt Van der Burg. ‘De VVD is ook gewoon familie. Stap je uit je familie? Nee.’

Twee keer in zijn 42-jarige partijlidmaatschap heeft hij een vertrek overwogen. De eerste keer was achttien jaar geleden, in 2006, het jaar waarin Wilders zijn eigen beweging oprichtte en Verdonk het partijleiderschap van de VVD op zich wilde nemen. Als dat haar toen was gelukt, dan was Van der Burg opgestapt. Toen dat niet gebeurde had hij in het Amsterdamse Hotel Okura op tafel staan dansen van blijdschap.

De tweede keer dat Van der Burg dicht bij een vertrek kwam, was anderhalve maand geleden. Het was de Haagse nacht waarin hij akkoord moest gaan met het coalitieakkoord. Het duurde uren. Er moest eindeloos gesproken worden over rechtsstatelijke waarborgen. Toen Van der Burg het echt te kwaad kreeg was het het Kamerlid Thierry Aartsen dat hem eraan herinnerde hoe familie voelt. ‘Thierry Aartsen zou je binnen de VVD-fractie de rechter-rechtervleugel kunnen noemen. Maar toen ik zat te huilen kwam hij als eerste naar mij toe om mij een knuffel te geven.’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.