woensdag 14 september 2022

Hoe het MIT faalde : Stille dood van een superteam




Stille dood van een superteam


Het moest het antwoord worden op de verharding van de onderwereld, na de moord op advocaat Derk Wiersum. Maar het ‘superteam’ dat in het leven werd geroepen door toenmalig minister Ferd Grapperhaus bleef hangen op de Haagse tekentafels.


Minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid geeft een reactie aan de pers over de doodgeschoten advocaat Derk Wiersum, 18 september 2019

© Phil Nijhuis / ANP

‘IK VIND DIT GEEN STERKE TEKSTEN, TO SAY THE LEAST.’ 

Ferd Grapperhaus is niet tevreden. Het is 18 september 2019 en om 21.26 uur reageert de minister van Justitie en Veiligheid via de mail en volledig in kapitalen op een toespraak die zijn medewerkers voor hem hebben geschreven. Daarin zal hij een dag later zijn nieuwe drugs-interventieteam aankondigen in de Tweede Kamer. Die toespraak ‘straalt geen urgentie uit’, moeten ze ‘scherper formuleren’ en ‘de noodzaak van de aanpak van ondermijning’ moet ‘veel gemotiveerder’ doorklinken, mailt Grapperhaus.


In een kluwen van camera’s en microfoons gaf enkele uren eerder een zichtbaar aangedane minister een eerste reactie op het zoveelste dieptepunt in een onophoudelijke reeks van geweld in de onderwereld. Na een afgehakt hoofd dat pontificaal voor een shishalounge was gelegd, een moeder die voor de ogen van haar kinderen werd geliquideerd, tal van mensen die per vergissing zijn doodgeschoten omdat ze voor de verkeerde werden aangezien, de onschuldige broer van kroongetuige Nabil B. die in zijn eigen bedrijf werd omgebracht door iemand die zogenaamd kwam solliciteren, is het nu advocaat Derk Wiersum, de raadsman van de kroongetuige, die bij zijn huis is opgewacht door een moordploeg.


‘Het is een grens die de georganiseerde misdaad is overgegaan, een grens van absolute nietsontziendheid. En ik ben daar boos over inderdaad’, zegt Grapperhaus tegen de journalisten. ‘Ik denk dat we dat als samenleving, en ik voorop, heel hard moeten aanpakken.’ Dat politieke actie niet kan uitblijven is meteen duidelijk, al was het maar omdat de oppositie daarom vraagt. De door zijn beleidsmedewerkers zorgvuldig voorbereide toespraak kan Grapperhaus nog steeds niet bekoren. ‘IS DIT ALLES?’


Het is deze week precies drie jaar geleden dat Wiersum is doodgeschoten. De politiek greep het moment aan om van de aanpak van de georganiseerde misdaad ‘nu echt’ een speerpunt te maken. Niet eerder werd er zoveel geld uitgetrokken voor de strijd tegen ondermijning. Wat is er sindsdien van die plannen van het ministerie van Justitie en Veiligheid terecht gekomen?


Het eerste en grootste initiatief dat na de moord werd aangekondigd was het Multidisciplinair Interventieteam (MIT). Volgens Grapperhaus moest het een nieuwe drugsbrigade worden: een team waarmee de zwaarste criminele netwerken worden aangepakt. De kritiek stroomt vanaf de aankondiging van zijn nieuwe team binnen. Opsporingsdiensten die moeten meehelpen aan de opbouw van het team en moeten samenwerken, zijn vanaf het begin sceptisch. Ze hebben niet genoeg capaciteit voor nóg een samenwerkingsverband en vrezen dat het team hun taken én de beste mensen zal wegkapen.


Door een beroep te doen op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) ontvingen wij ruim vijftienhonderd pagina’s aan interne e-mails, appjes en documenten rond de totstandkoming van het Multidisciplinair Interventieteam. Samen met journalisten van Follow the Money en Argos deden platform Investico en De Groene Amsterdammer onderzoek naar de documenten en keken naar de honderden miljoenen die de afgelopen vijf jaar voor ‘ondermijningsbestrijding’ werden ingezet.


Daaruit rijst het beeld op dat de toenmalige minister van Justitie Grapperhaus koste wat kost zijn interventieteam wilde optuigen. De interne e-mails tonen politiek opportunisme, stroperige overlegtafels en een compleet gebrek aan visie in de aanpak van georganiseerde misdaad. Criminologen en andere experts waarschuwden al vanaf de aankondiging dat het project onmogelijk kon slagen. Ook Kamerleden waren meteen kritisch en bleven er vragen over stellen.


Het MIT is niet het enige plan om misdaad te bestrijden dat het einde niet heeft gehaald, blijkt uit een inventarisatie. Sterker nog, er is een duidelijk patroon. Tussen 2017 en 2022 werd volgens onze berekening ruim negenhonderd miljoen vrijgemaakt voor de bestrijding van ondermijnende criminaliteit. Wat daarvan is terug te zien, is een carrousel van projecten, werkoverleggen en taskforces. Onderzoekers telden in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in 2019 maar liefst 126 dergelijke initiatieven. Sinds de moord op Derk Wiersum vonden wij zeker nog 37 nieuw beloofde anti-ondermijningsprojecten, met allemaal een vage en vergelijkbare taakomschrijving. Volgens het ministerie zijn het mede zoveel projecten en initiatieven omdat ze ‘in de praktijk samenhangen en in elkaar overgaan’.


Nu, drie jaar na de aankondiging, trekt de nieuwe minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz de stekker uit het Multidisciplinair Interventie Team. Het gedroomde superteam van Ferd Grapperhaus heeft volgens de documenten de staatskas zo’n 160 miljoen euro gekost, maar is nooit toegekomen aan een interventie.


Over het onderzoek

Voor dit onderzoek onderzochten we ruim vijftienhonderd pagina’s aan interne e-mails, appjes en documenten die werden vrijgegeven via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Daarnaast turfden we vanuit jaarverslagen, Kamerbrieven en beleidsrapporten het aantal opgerichte anti-ondermijningsinitiatieven en hoeveel geld daar naartoe is gegaan. Ook spraken we met tientallen betrokkenen en experts over de totstandkoming van het Multidisciplinair Interventieteam en de aanpak van ondermijning in de afgelopen vijf jaar. We werkten samen met Bart de Koning, Harry Lensink en Yelle Tieleman van Follow the Money en Saskia Adriaens, David Davidson en Nikki van der Westen van Argos.


Grapperhaus is op vakantie en wil niet inhoudelijk reageren. De huidige minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz laat in een reactie over het NSOC weten: ‘Na een periode van achttien maanden wordt de nieuw ingezette werkwijze geëvalueerd en beoordeeld op resultaten en de toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband.’


De Fiod, Belastingdienst, de Koninklijke Marechaussee, het ministerie van Defensie en de korpsleiding van de politie zeggen desgevraagd allen achter het doel en de missie van het MIT en het NSOC te staan. Het OM ‘steunt de oprichting nog steeds, net zoals de uitgangspunten van het MIT zoals zijn weergegeven in het Instellingsbesluit’. De Zeehavenpolitie laat weten: ‘Uiteindelijk is de weg naar de vorming van het MIT bewandeld met input van alle betrokken partijen.’


‘Hoe kunnen zij het verschil maken ten opzichte van bijvoorbeeld de politie?’ wil een journalist van de NOS weten als Ferd Grapperhaus de Tweede Kamer uit loopt na zijn aankondiging van een nieuwe interdisciplinaire drugsunit, de dag na de moord. Na zijn emotionele uitspraken van de dag ervoor lijkt hij nu wat bekoeld en hij blijft vaag in zijn antwoorden. ‘Zo’n team kan heel erg gericht de schakel worden tussen de gewone poten van politie en andere onderdelen. Want dat kan echt nog een stuk gestroomlijnder’, zegt de minister. ‘Je kunt heel gespecialiseerd gaan werken.’


Hoewel Grapperhaus het MIT helemaal naar zich heeft toegetrokken na de moord op advocaat Wiersum, komt het initiële plan niet van hem. De inspiratie voor het superteam komt van partijgenoot Pieter Heerma, die twee weken voor de moord in De Telegraaf sprak over een op te richten ‘interventieteam ondermijning’. De motie die hij vervolgens met Klaas Dijkhoff (VVD) indient, wordt op 19 september vrijwel unaniem aangenomen. In de dagen erna gaat het ministerie aan de slag met het zo snel mogelijk op papier zetten van de contouren van het superteam, waaraan de politie, de Fiod, Douane, Koninklijke Marechaussee en Defensie, het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst samenwerken.


‘Homeland Security heeft in de Verenigde Staten ook veel kritiek gehad in het begin’

Wat Grapperhaus níet lijkt te doen, is inhoudelijk advies inwinnen bij opsporingsdiensten. In de opgevraagde correspondentie legt hij zijn oor niet te luister bij het team dat Ridouan Taghi op het spoor kwam, de topcrimineel van wie wordt aangenomen dat hij achter de moord op Wiersum zit. Wat is er nodig om deze hardnekkige netwerken aan te pakken? Hij wint ook geen advies in bij financieel rechercheurs of Fiod-medewerkers over waar de knelpunten in de opsporing precies zitten. De oplossing moet passen binnen de kaders van het reeds aangekondigde superteam.

  

De weken na de aankondiging komt de ene na de andere mail binnen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. De Zeehavenpolitie vraagt zich af: ‘Gaan we drugs op zich aanpakken of ondermijnende / georganiseerde criminaliteit?’ 


‘DAT LAATSTE’, luidt het antwoord van het ministerie op 23 september, ‘MAAR MET EEN FOCUS OP DRUGS EN CRIMINELE GELDSTROMEN.’ De Zeehavenpolitie sluit af met: ‘Ik vrees dat hier nog even goed over nagedacht moet worden voordat we kunnen stellen dat dit een goed idee is.’


Het directoraat-generaal van de Belastingdienst somt hun adviezen op: ‘Niet nu overhaast iets inrichten wat uiteindelijk niet werkt’, liever bestaande structuren verbeteren dan iets nieuws optuigen en ‘niet enkel maatregelen op hoop gooien’ maar een ‘echte visie neerzetten’. En: ‘Breng focus aan, er zijn nu te veel verschillende initiatieven.’


De Koninklijke Marechaussee (KMar) maakt zich zorgen over waar de mensen vandaan moeten komen: ‘Het is niet zo dat de KMar nog ergens een voorraadje collega’s, laat staan tactisch rechercheurs/analisten heeft liggen.’ Ook de regioburgemeesters, verantwoordelijk voor de lokale politie-eenheden, maken zich daar zorgen over, en schrijven in een brief van 24 september: ‘Capaciteit van politie, OM, belastingdienst, Fiod etc. uit de regionale samenwerking trekken, kan niet de oplossing zijn om dit complexe probleem aan te pakken.’ Dat is een tegenvaller voor het ministerie: ‘In de derde alinea lees ik een verkapte stellingname dat de 171 fte waarvan we hadden gemeend dat die nu kunnen worden ingezet, in de regio’s moeten blijven.’ Zonder die mensen kan het MIT er niet snel genoeg komen.


Het ministerie van Defensie: ‘Vergeef me de directheid, maar het zijn vooral ronkende teksten die eerder in een verkiezingsprogramma passen dan in een stuk dat zijn overredingskracht (ook) van de aanpak moet hebben.’ Wat een lid van de Korpsleiding van de politie betreft, wordt er ‘nog te veel in superlatieven gesproken, nogmaals de schijn van een superteam, dat alles oplost moeten we willen vermijden’.

Hekkensluiter is het Openbaar Ministerie dat op 7 oktober Grapperhaus hun zienswijze stuurt. ‘Het OM is geen voorstander van een aparte drugs unit of een aparte structuur. Extra capaciteit (…) moet centraal binnen de bestaande structuur van de Landelijke Eenheid / Dienst Landelijke Recherche en de Fiod worden ondergebracht.’


Schijnbaar allerminst ontmoedigd door de onmiddellijke kritiek van vrijwel alle beoogde deelnemers aan het MIT mailt Grapperhaus op 2 oktober naar zijn ambtenaren van Justitie en Veiligheid: ‘Ik stel voor dat we dit (een eerste notitie) als een ruwe basis gebruiken voor een de komende veertien dagen te schrijven “Deltaplan Ondermijning”.’ Van dat plan worden de dagen erna verschillende versies rondgestuurd op het ministerie, waaraan ‘buzzwords als corruptie, intimidatie, kwetsbare wijken, weerbaarheid en last but not least oprollen afpakken en voorkomen’ worden toegevoegd. Precies een maand na de moord op Wiersum wordt middels een Kamerbrief het MIT officieel aan de Kamer gepresenteerd.


Als de minister in het openbaar over het MIT spreekt, gaat het over de problemen door de georganiseerde misdaad. Over de synthetische drugs die hier worden geproduceerd, over Nederland als internationale draaischijf van de cocaïnehandel, over criminelen die zich invreten in kwetsbare wijken. Maar wanneer hem gevraagd wordt hoe hij daar precies tegen gaat optreden, over wat het MIT precies gaat doen, blijft de minister spreken in algemeenheden als ‘samenwerkende diensten’ en ‘schakelen op verschillende niveaus’.


Justitie en politie hebben extra veiligheidsmaatregelen genomen rond de EBI in Vught waar een fikse toename is in het aantal opgesloten verdachten van zware misdrijven, waaronder Ridouan Taghi. november 2020

© Robin Utrecht / ANP

‘Beste anti-ondermijners, the word is out, that the money is in.’ Dit bericht van Ferd Grapperhaus wordt gedeeld in de appgroep van de stuurgroep van het MIT. Die dag, 24 april 2020, wordt bekend dat het kabinet in de voorjaarsnota vanaf 2021 ongeveer 150 miljoen extra vrijmaakt voor het ‘offensief tegen ondermijning’. Grapperhaus en de stuurgroep zijn blij. Het geld is hard nodig, want uit berichten in de groepsapp blijkt ook dat het MIT, nu het gestart is maar nog niets doet, wel al flinke kosten maakt: zo’n vier miljoen per maand. Hoeveel van de 150 miljoen het interventieteam krijgt is nog even onzeker, maar dat mag de pret niet drukken. ‘Laatste hobbel nog en dan bouwen we ondanks alles een prachtig MIT’, stuurt een lid van de stuurgroep. ‘Trumpiaans zou ik willen toevoegen: the most beautiful ever.’


Op Prinsjesdag 2020, een jaar na de aankondiging van het MIT, leest koning Willem-Alexander voor uit de troonrede. Hij kondigt aan dat er het komende jaar opnieuw extra geld beschikbaar komt, ‘onder andere voor een nieuw gespecialiseerd team waarin de kennis en kracht van justitie, belastingdienst en defensie worden gebundeld’. Die avond wordt in de stuurgroep van het MIT geappt: ‘Voelt een beetje als de Nobelprijs voor Obama aan het begin van zijn presidentschap maar goed het staat er toch maar: ons team en samenwerkingsverband genoemd in de troonrede vandaag.’ Het zal op dat moment nog zeker twee maanden duren voordat eindelijk de eerste MIT-leden benoemd worden.


Terwijl het superteam maar niet kan besluiten hoe de ‘governance’ geregeld moet worden, boeken bestaande diensten enorme successen. Door het kraken van meerdere servers van door criminelen veel gebruikte PGP-telefoons hebben ze ineens een goudmijn aan informatie in handen waardoor moorden worden opgelost, voor ruim vier miljard euro aan cocaïne in beslag is genomen én tienduizend aanhoudingen zijn verricht, onder wie Nederlands meest gezochte man: Ridouan Taghi.


‘Ik wil graag van de minister weten wat de concrete doelstelling van het MIT is’, zegt Dilan Yeşilgöz, dan nog Kamerlid van de VVD, op 16 februari 2021 tegen minister Grapperhaus. ‘Tot dan zou ik graag willen dat de minister geen stappen neemt bij dat MIT.’ Ze is boos, omdat ze al anderhalf jaar lang geen antwoord krijgt op die simpele vraag over het ‘prestigeproject van de minister’. 


Meer Kamerleden maken zich zorgen over het feit dat er ondanks de beloften toch specialisten worden weggekocht bij diensten die deze zelf nodig hebben. ‘Voorzien is dat eind 2021 ca 130 fte in het MIT werken’, staat in een reactie op Kamervragen van mei 2021. En de bedoeling is dat ‘eind 2023 het totale aantal van 300 a 400 fte is bereikt’. Maar over waar die mensen voor het specialistisch superteam dan vandaan moeten komen, wordt met geen woord over gerept. Het Team High Tech Crime (THTC) van de politie schrijft eind 2020 een brandbrief waarin het verwijst naar alle openstaande vacatures van het MIT. Ze zijn bang dat al hun rechercheurs worden weggekocht.


Een paar maanden ervoor stuurden de regioburgemeesters ook al een brandbrief naar Grapperhaus. Het MIT moet worden aangesloten op de bestaande Regionale Informatie- en expertisecentra (RIEC), schrijven ze, en mag niet ten koste gaan van lokale eenheden. Als er niet beter wordt nagedacht over samenwerking met de regio en het voorkomen van een braindrain, steunen ze het MIT niet langer. Halverwege 2021 zit het MIT nog maar op 70 fte, de beoogde 400 wordt nooit gehaald.


Wanneer Grapperhaus wordt gevraagd wat het MIT precies gaat doen, blijft de minister vaag


Gedurende die tijd was er voor de gespecialiseerde rechercheurs, die waren aangenomen voor het MIT, ook geen werk te doen, hoort Jan Struijs, voorzitter van de politiebond, van oud MIT-leden. ‘Die rechercheurs zijn gewoon werk gaan doen op hun oude post, om maar bezig te blijven.’


De combinatie van stevige politieke teksten en stuurloze uitvoering bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad in Nederland blijft niet beperkt tot het MIT. Er wordt al jaren structureel bezuinigd bij politie en justitie. ‘Uitgeknepen’, zeggen betrokkenen. Uit onze inventarisatie blijkt dat er ondertussen een wildgroei van initiatieven is ontstaan sinds het regeerakkoord van het vorige kabinet in 2017. Toen werd een ‘ondermijningsfonds’ aangekondigd: een incidentele geldinjectie van honderd miljoen euro. 


Om dat geld goed te besteden ging het Landelijk Strategisch Overleg Aanpak Ondermijning het fonds bewaken. Samen met het Aanjaagteam Ondermijning, wat weer een samenwerkingsverband tussen verschillende overheden moest vormen ‘in de aanpak van ondermijnende criminaliteit’. Inmiddels is ook dat team weer opgedoekt.


In diezelfde periode lanceert het ministerie tal van initiatieven met soortgelijke namen of projecten die weer een andere naam krijgen: een Toekomstagenda Ondermijning, een Actieagenda Ondermijning, een Strategisch Beraad Ondermijning en een Afpakmonitor, die in de gaten moet houden hoeveel crimineel geld er afgepakt wordt. De monitor kwam niet van de grond.


Dan wordt er nog het ‘Programma Anti-Ondermijning’ opgezet bij Justitie en Veiligheid. Telkens wordt geconstateerd dat er nog te weinig gedeelde kennis en informatie is. Ook het MIT heeft als doel om overheidsinformatie en andere data over verdachten te delen met verschillende diensten, maar er wordt al snel geconstateerd dat dat wettelijk gezien helemaal niet mag. Het kennisgat moet daarom worden opgevuld met een op te richten Datawarehouse voor het MIT én een nieuw ‘Strategisch Kenniscentrum’, dat gevestigd wordt in Vlissingen.


In de tussentijd wordt gestrooid met extra beloften van (honderden) miljoenen en fte’s voor de aanpak ondermijning, en worden er zowel bij ‘ondermijningspartners’ als vanuit het ministerie nog talloze andere initiatieven opgezet. Zo worden creatieve oplossingen ontwikkeld om betrokken partijen bewust te maken van wat ondermijning nou eigenlijk precies is. Daarvoor is bijvoorbeeld de ‘ondermijningsgame’ ontworpen, een virtual reality-experience waarbij je als agent op straat op zoek gaat naar sporen van ondermijning, en die je bijvoorbeeld aantreft in de vorm van een wietplant in een openstaande container in iemands voortuin.


Onderzoekers van de Universiteit van Maastricht bekeken in opdracht van het WODC waar het geld uit het ondermijningsfonds naartoe is gegaan, en kwamen in hun tussenrapportage in 2019 op een ontstellend aantal van 126 initiatieven. In de periode daarna vonden wij zeker 37 projecten, teams en samenwerkingsverbanden die sindsdien werden beloofd in de aanpak tegen ondermijning. Tot en met 2022 was er in ieder geval 916 miljoen euro voor ondermijningsbestrijding beschikbaar.


Ook politiebondvoorzitter Jan Struijs ziet dat het onduidelijk is waar alle gelden zijn gebleven. ‘Als je bij een politiedienst in de regio komt, zijn er mensen die uit zo’n ondermijningspotje betaald krijgen zonder dat ze dat zelf weten’.


Op de eerste verdieping van het politiebureau in Gorinchem is de naam op de gematteerde deuren al vervangen. Waar tot voor kort ‘MIT’ stond, staat nu in vette letters ‘NSOC’. Achter de deuren zitten twee medewerkers achter een computer, op een koffietafel ligt een bak lego. ‘Die zijn overgebleven van een workshop over multidisciplinair werken’, vertelt de woordvoerder. ‘Iedereen moest een eend van lego maken die symbool staat voor het NSOC. Dan krijg je dus héél verschillende eenden.’


Minister Yeşilgöz concludeerde eind mei na gesprekken met MIT-betrokkenen en andere kenners dat er jarenlang vooral gepraat is en weinig van de grond is gekomen. Daarom besloot ze een einde te maken aan het MIT. Omdat er nog steeds behoefte is aan samenwerking moet het team dat al bestond in uitgedunde versie verder onder de naam Nationale Samenwerking Ondermijnende Criminaliteit (NSOC). In plaats van de zwaarste misdadigers aanpakken en hun netwerken oprollen, moeten ze zich alleen nog richten op informatiedeling en het verstoren van criminele financiële stromen. Het nieuwe team krijgt achttien maanden om zich te bewijzen.


Van het idee van een ‘drugsunit’ die de zwaarste criminelen moest aanpakken, is weinig over. Het team is blij met de koerswijziging en ‘verscherpte focus’. De teamleden houden zich nu onder meer bezig met ‘niet-ambtelijke corruptie, crypto en havens’, zegt Tom Zuidam, die vanuit de Belastingdienst in het NSOC werkt. Waar ze eerder ‘vooral concepten aan het verkopen waren’, kunnen ze onder de nieuwe minister echt operationeel worden. 


Het samenwerkingsverband wordt ook een stuk kleiner. ‘We zijn nu met 100 medewerkers, dat worden er 240’, vertelt Chaira Ament, die begon bij het MIT en is meegegaan naar het NSOC. Waar ze eerst vooral politiemensen hadden en nog zochten naar sciencefictionschrijvers en andere mensen die ‘out of the box’ konden denken, hebben nu medewerkers van de belastingdienst, Fiod en douane de overhand.


Lijkt het interventieteam niet heel erg op andere teams en taskforces die al bestaan? ‘Heb je ooit een landelijk samenwerkingsverband gezien met zoveel partners en operationele capaciteit?’ vraagt Robert Korsman. ‘Ik niet.’ Maar zitten ze elkaar dan niet in de weg, met allemaal dezelfde doelen? ‘We versterken elkaar juist’, zegt Ament. ‘We gaan geen dingen dubbel doen. Samenwerkingsverbanden werken goed samen met andere samenwerkingsverbanden.’


Dat ze maar achttien maanden de tijd krijgen om van het hernieuwde project een succes te maken, baart hun weinig zorgen. Als een ‘stille dood’, zoals sommige experts het duiden, ervaren ze het niet. ‘Anders hadden we de stekker er nu wel meteen uitgetrokken.’


Luister naar De Groene


In De Groene Amsterdammer Podcast interviewt Kees van den Bosch de auteurs van dit stuk over de wijze waarop het misliep met Grapperhaus’ MIT. Onze podcast is elke vrijdagochtend gratis beschikbaar via onze website en via de andere bekende podcastkanalen.


‘ Grapperhaus wilde laten zien dat er iets gebeurde en dat de overheid een antwoord had’, zegt hoogleraar criminologie Emile Kolthoff. Hij denkt dat het antwoord op de georganiseerde misdaad na de moord op Wiersum té snel is gegeven. Voor de operationele uitvoering was de komst van het MIT een verrassing, die geconfronteerd werden met iets dat over hun hoofd heen is besloten en ten koste ging van hun operaties. Kolthoff verbaast zich erover dat er – voor zover hij weet – rondom de oprichting van het MIT bijna geen advies is gevraagd aan experts.


Uit de mails en appjes blijkt dat Grapperhaus vooral bezig was om politiek draagvlak te creëren, maar niet om de opsporingsdiensten op één lijn te krijgen of het beoogde doel van het team helder te krijgen. De minister benadrukt dat er meer ‘shockeffect’ in het politieke verhaal moet; presentaties voor de ministerraad zijn ‘bedoeld om urgentie te benadrukken’. Zo worden er plannen gemaakt voor de productie van een informatieve film, waarbij het gaat om een ‘sfeer van urgentie uitdragen’, en ‘niet primair om de kwaliteit van de oplossing’.


Het ministerie van Justitie en Veiligheid maakt het probleem politiek, een kwestie van ‘imago’, en neemt de teugels uit handen van de bestuurs- en uitvoerende organisaties. Tekenend is een appje dat Grapperhaus, vlak nadat hij het MIT heeft aangekondigd, naar een medewerker stuurt. De bewindsman heeft gehoord dat Binnenlandse Zaken ook genoemd wordt in de ondermijningsreactie, en daar is hij niet blij mee. ‘Dat moet eruit. Ik ga niet aan ondermijningsvoorstellen meewerken als de focus bij JenV wordt weggehaald. Als dit uit Algemene Zaken komt hoor ik het graag, dan zal ik ze zelf bellen.’


Inmiddels is de moord op Derk Wiersum drie jaar geleden, en werd iets meer dan een jaar geleden Peter R. de Vries doodgeschoten. Het multidisciplinair Interventieteam heeft al die tijd geen crimineel netwerk ontmanteld. Maar de medewerkers, nu bij het NSOC, blijven optimistisch. ‘We spraken met Harvard University. Homeland Security heeft in Amerika ook veel kritiek gehad in het begin’, zegt Korsman. ‘Je moet je bestaansrecht bewijzen.’


https://www.groene.nl/artikel/stille-dood-van-een-superteam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.