vrijdag 19 maart 2021

Nu al bom onder formatie: krimp veestapel noodzakelijk, dwangmaatregelen onontkoombaar

 



Nu al bom onder formatie: 

krimp veestapel noodzakelijk, dwangmaatregelen onontkoombaar....

Het volgende kabinet moet de Nederlandse veestapel drastisch inkrimpen om de stikstofuitstoot voldoende te laten dalen. Om dat voor elkaar te krijgen zijn er waarschijnlijk dwangmaatregelen nodig. Die analyse van topambtenaren trekt bij voorbaat een zware wissel op de aanstaande kabinetsformatie.

Boeren voeren actie tegen het stikstofbeleid.  Beeld ANP
Boeren voeren actie tegen het stikstofbeleid.Beeld ANP

Een krimp van minimaal 17 tot 30 procent in de komende tien tot vijftien jaar is noodzakelijk, schrijven topambtenaren in een beleidsanalyse voor de nieuwe regering. Om dat te bereiken, zal de overheid moeten kiezen uit gedwongen uitkopen, het generiek opleggen van een krimpverplichting of het invoeren van ammoniakbelastingen voor veehouders.

Deze ongezouten boodschap legt een zware hypotheek op de aanstaande formatieonderhandelingen tussen, zoals het er in eerste instantie naar uitziet, VVD, D66 en CDA. D66 wil fors snijden in de veestapel, maar de meest waarschijnlijke coalitiegenoten CDA en VVD schrikken daarvoor terug. De twee rechtse partijen hebben wel ingestemd met een uitkoopregeling van boeren, maar die is puur vrijwillig en niet specifiek gericht op boerderijen bij natuurgebieden. In de nieuwe Natuurbeschermingswet staat wel dat de stikstofuitstoot in 2035 met 50 procent gedaald moet zijn, maar niet hoe dat moet gebeuren. Het demissionaire kabinet-Rutte III wil dat doel vooral bereiken met technische maatregelen, zoals verduurzaming van stallen.

Maar het is niet realistisch om alleen in te zetten op technische innovatie en op vrijwillig uitkopen, schrijven de ambtenaren in hun Langetermijnverkenning Stikstofproblematiek. ‘In elk maatregelenpakket is een (grootschalige) krimp van de veestapel nodig om de landelijke ammoniakemissie te reduceren. Een forse krimp zal miljarden euro’s kosten.’

Volstrekt onvoldoende

De maatregelen die minister Schouten van Landbouw tot nu toe heeft aangekondigd om de stikstofuitstoot voor 2035 met 50 procent te verlagen, zijn volgens de stikstofverkenning volstrekt onvoldoende om het gestelde doel te halen. Op z’n minst zouden alle melkvee-, varkens- en pluimveehouders hun veestapel binnen tien jaar verplicht met 10 procent moeten inkrimpen. Bij verkoop van productierechten aan een andere boer zou nog eens 7 procent van het vee moeten verdwijnen. Daarnaast zouden alle veestallen in Nederland voor 2030 volgens de best beschikbare duurzaamheidstechnieken verbouwd moeten worden, opdat er bijna geen ammoniak meer uit ontsnapt. Tegelijkertijd moet het kunstmestgebruik drastisch worden verminderd.

De ambtenaren benadrukken dat er haast bij is, omdat de meeste Nederlandse natuur al in abominabele staat verkeert. Het saneren van veehouderijen rond natuurgebieden kan eigenlijk geen uitstel meer velen. Die urgentie ontbreekt in de stikstofaanpak van het huidige demissionaire kabinet. De uitvoering laat het kabinet over aan de provincies, die allemaal hun eigen plan trekken en het beleid verschillend interpreteren. Er is volgens de ambtenaren te weinig regie vanuit de rijksoverheid: niemand heeft het landelijk overzicht als het gaat om de vraag hoeveel stikstofruimte er de komende jaren nodig is voor economische activiteiten, en ook wáár die nodig is.

De Europese regelgeving legt Nederland twee verschillende verplichtingen op: natuurgebieden die in slechte staat verkeren mogen niet verder achteruitgaan én EU-lidstaten zijn verplicht alle beschermde natuur ‘in gunstige staat van instandhouding’ te brengen.

Emissievrije stallen

De eerste verplichting betekent dat Nederland snel moet ingrijpen om de stikstofemissies specifiek rond natuurgebieden te verlagen. In de praktijk betekent dit dat een groot deel van de veehouderijen binnen een straal van 10 tot 20 kilometer van natuurgebieden óf moet verdwijnen, óf zwaar moet investeren in duurzame technieken die de koeien-, kippen- of varkensstal volledig emissievrij maken. Deze investeringen zijn niet rendabel voor de boer en zouden dus fors gesubsidieerd moeten worden door de overheid.

De Europese verplichting om natuurgebieden zodanig te beschermen dat de leefomgeving van zeldzame planten en dieren in stand blijft, vereist daarnaast een forse landelijke daling van de stikstofuitstoot met minimaal 50 procent. Als het kabinet er niet in slaagt de uitstoot van veehouderijen rond natuurgebieden op korte termijn te verlagen, dan moet de landelijke uitstoot zelfs met 70 procent dalen. Dat draconische percentage kan alleen gehaald worden als de politiek de Nederlandse veehouders ertoe verplicht minimaal 30 procent van hun veestapel naar de slacht te brengen, naast een hoop andere maatregelen.

Een alternatief is een landelijke opkoopregeling van vooral melkveehouderijen die resulteert in een krimp van de Nederlandse veestapel met 25 tot 35 procent, in combinatie met de invoering van een emissieheffing op ammoniak. In de praktijk zal zo’n emissieheffing ertoe leiden dat veel veehouders moeten stoppen omdat ze de ammoniakbelasting niet kunnen opbrengen.

Neemt de overheid deze maatregelen niet, dan creëert zij de komende jaren onvoldoende stikstofruimte om nieuwe economische activiteiten mogelijk te maken. Het gaat dan om bijvoorbeeld wegen- en woningbouw en bedrijfsuitbreidingen in andere sectoren dan de landbouw. Verleende bouw- en natuurvergunningen zullen dan bij de bestuursrechter sneuvelen, voorspellen de ambtenaren.

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/nu-al-bom-onder-formatie-krimp-veestapel-noodzakelijk-dwangmaatregelen-onontkoombaar~b912aa86/


woensdag 17 maart 2021

Why can't Britain handle the truth about Winston Churchill?

 



Why can't Britain handle the truth about Winston Churchill?

Nothing, it seems, can be allowed to tarnish the national myth – as I found when hosting a Cambridge debate about his murkier side

Wed 17 Mar 2021 11.00 GMT


Winston Churchill speaking at Wolverhampton football field in 1949. Photograph: Mark Kauffman/The LIFE Picture Collection/Getty Images

A

baleful silence attends one of the most talked-about figures in British history. You may enthuse endlessly about Winston Churchill “single-handedly” defeating Hitler. But mention his views on race or his colonial policies, and you’ll be instantly drowned in ferocious and orchestrated vitriol.

In a sea of fawningly reverential Churchill biographies, hardly any books seriously examine his documented racism. Nothing, it seems, can be allowed to complicate, let alone tarnish, the national myth of a flawless hero: an idol who “saved our civilisation”, as Boris Johnson claims, or “humanity as a whole”, as David Cameron did. Make an uncomfortable observation about his views on white supremacy and the likes of Piers Morgan will ask: “Why do you live in this country?

Not everyone is content to be told to be quiet because they would be “speaking German” if not for Churchill. Many people want to know more about the historical figures they are required to admire uncritically. The Black Lives Matter protests last June – during which the word “racist” was sprayed in red letters on Churchill’s statue in Parliament Square, were accompanied by demands for more education on race, empire and the figures whose statues dot our landscapes.

Yet providing a fuller picture is made difficult. Scholars who explore less illustrious sides of Churchill are treated dismissively. Take the example of Churchill College, Cambridge, where I am a teaching fellow. In response to calls for fuller information about its founder, the college set up a series of events on Churchill, Empire and Race. I recently chaired the second of these, a panel discussion on “The Racial Consequences of Mr Churchill”.

Even before it took place, the discussion was repeatedly denounced in the tabloids and on social media as “idiotic”, a “character assassination” aimed at “trashing” the great man. Outraged letters to the college said this was academic freedom gone too far, and that the event should be cancelled. The speakers and I, all scholars and people of colour, were subjected to vicious hate mail, racist slurs and threats. We were accused of treason and slander. One correspondent warned that my name was being forwarded to the commanding officer of an RAF base near my home.

The college is now under heavy pressure to stop doing these events. After the recent panel, the rightwing thinktank Policy Exchange, which is influential in government circles – and claims to champion free speech and controversial views on campus – published a “review” of the event. The foreword, written by Churchill’s grandson Nicholas Soames, stated that he hoped the review would “prevent such an intellectually dishonest event from being organised at Churchill College in the future – and, one might hope, elsewhere”.

It’s ironic. We’re told by government and media that “cancel culture” is an imposition of the academic left. Yet here it is in reality, the actual “cancel culture” that prevents a truthful engagement with British history. Churchill was an admired wartime leader who recognised the threat of Hitler in time and played a pivotal role in the allied victory. It should be possible to recognise this without glossing over his less benign side. The scholars at the Cambridge event – Madhusree Mukerjee, Onyeka Nubia and Kehinde Andrews – drew attention to Churchill’s dogged advocacy of British colonial rule; his contributing role in the disastrous 1943 Bengal famine, in which millions of people died unnecessarily; his interest in eugenics; and his views, deeply retrograde even for his time, on race.

Churchill is on record as praising “Aryan stock” and insisting it was right for “a stronger race, a higher-grade race” to take the place of indigenous peoples. He reportedly did not think “black people were as capable or as efficient as white people”. In 1911, Churchill banned interracial boxing matches so white fighters would not be seen losing to black ones. He insisted that Britain and the US shared “Anglo-Saxon superiority”. He described anticolonial campaigners as “savages armed with ideas”.

Even his contemporaries found his views on race shocking. In the context of Churchill’s hard line against providing famine relief to Bengal, the colonial secretary, Leo Amery, remarked: “On the subject of India, Winston is not quite sane … I didn’t see much difference between his outlook and Hitler’s.”

Just because Hitler was a racist does not mean Churchill could not have been one. Britain entered the war, after all, because it faced an existential threat – and not primarily because it disagreed with Nazi ideology. Noting affinities between colonial and Nazi race-thinking, African and Asian leaders queried Churchill’s double standards in firmly rejecting self-determination for colonial subjects who were also fighting Hitler.

It is worth recalling that the uncritical Churchill-worship that is so dominant today was not shared by many British people in 1945, when they voted him out of office before the war was even completely over. Many working-class communities in Britain, from Dundee to south Wales, felt strong animosity towards Churchill for his willingness to mobilise military force during industrial disputes. As recently as 2010, Llanmaes community council opposed the renaming of a military base to Churchill Lines.

Critical assessment is not “character assassination”. Thanks to the groupthink of “the cult of Churchill”, the late prime minister has become a mythological figure rather than a historical one. To play down the implications of Churchill’s views on race – or suggest absurdly, as Policy Exchange does, that his racist words meant “something other than their conventional definition” – speaks to me of a profound lack of honesty and courage.

This failure of courage is tied to a wider aversion to examining the British empire truthfully, perhaps for fear of what it might say about Britain today. A necessary national conversation about Churchill and the empire he was so committed to is one necessary way to break this unacceptable silence.

maandag 15 maart 2021

Steve Bannon loses years-long battle to set up rightwing political academy in Italy

 


Steve Bannon loses years-long battle to set up rightwing political academy in Italy

Dignitatis Humanae Institute, which the former Trump adviser backs, wanted to start the school in an 800-year-old monastery

Reuters in Rome

Steve Bannon, the former adviser to Donald Trump, has lost a legal battle to set up a rightwing Catholic political academy in an abbey in Italy.

The Council of State on Monday ruled against the Dignitatis Humanae Institute (DHI), which Bannon backs, and which wanted to start the school in an 800-year-old monastery south of Rome.

The case has been in the Italian court system for years, with suits and countersuits between the DHI on one side and the culture ministry, which owns the property, and a group of local environmental and civic organisations on the other.

Bannon, a Catholic, was helping to craft the curriculum for leadership courses aimed at rightwing Catholic activists at what was to be the Academy for the Judeo-Christian West in the town of Trisulti.

Many residents opposed the school and in 2019, the ministry withdrew a 19-year lease, citing violations of contractual obligations. The institute appealed to the regional tribunal saying the move was politically motivated and won the appeal last year.

The institute’s founder, Benjamin Harnwell, confirmed Monday’s decision against the DHI in a telephone call with Reuters but said he had no immediate further comment. He said lawyers were still studying the ruling.

During the administration of the US president Donald Trump, the project for the institute found support among Italy’s populist rightwing politicians, such as former interior minister Matteo Salvini.

Over the years the project lost support of key Roman Catholic conservatives, including American Cardinal Raymond Burke, who for years strongly backed Bannon and was a honorary president of the institute.

Burke withdrew his support after Bannon said he wanted to make a film from a book alleging homosexuality in the Vatican.

Days before leaving office in January, Trump granted clemency to Bannon, who was a key adviser in Trump’s 2016 presidential run.

Bannon was charged last year with swindling the president’s own supporters over an effort to raise private funds to build the president’s wall on the US-Mexico border. He pleaded not guilty.

https://www.theguardian.com/us-news/2021/mar/15/steve-bannon-italy-rightwing-political-academy-dignitatis-humanae-institute

Niet alleen Baudet kreeg een spiegel voorgehouden: in Nederland kun je beter gezellig doen dan principes hebben

 


Niet alleen Baudet kreeg een spiegel voorgehouden: in Nederland kun je beter gezellig doen dan principes hebben

SANDER SCHIMMELPENNINCK

Buiten een kleine kring van journalisten en politieke junkies is er voor de gemiddelde burger weinig plezier te beleven aan de huidige campagne. Mark Rutte ligt een straatlengte voor en zijn kansrijkste uitdagers weten te weinig spektakel te brengen. Het voorspelbare getier van Wilders voelt bovendien ouderwets aan, alsof de tijd in zijn safe house stil is blijven staan. Het helpt ook niet dat vrijwel alle lijsttrekkers, die van extreemrechts uitgezonderd, eigenlijk buitengewoon aimabele mensen zijn, die het overduidelijk goed voor hebben met het land.

Rutte heeft er met zijn talent voor accommodatie voor gezorgd dat de drempel hoog ligt om hem frontaal aan te vallen. De man is zo’n vrolijk kwispelende labrador, dat het collega’s als Kaag en Hoekstra zichtbaar moeite kost om hem niet te aaien. Ook inhoudelijk is er geen vat te krijgen op de VVD. Hoewel die partij vrijwel als enige een verkiezingsprogramma heeft waar de ongelijkheid verder groeit, weet Rutte overtuigend de indruk te wekken genezen te zijn van zijn neoliberalisme, door zelfkritisch te biechten over de mislukking van het afschaffen van de dividend­belasting.

Televisieprogramma’s trekken die gezapigheid maar slecht. In Hilversum zal men zich hebben afgevraagd hoe het kan dat de campagne zo ongelooflijk saai voelt, terwijl de maatschappij onder hoogspanning lijkt te staan. Waarom zijn die lijsttrekkers zo aardig, terwijl het volk zo woest loopt te twitteren? De weigering om spektakel te leveren, leidde tot een voor de hand liggende noviteit: zure burgers in de studio. En zo kreeg Rutte zijn eerste, en mogelijk enige, benauwde moment toen een slachtoffer van de toeslagenaffaire voor hem verscheen. Ook in Nieuwsuur werden de uitstekende presentatoren opeens gesouffleerd door teleurgestelde kiezers.

Dat leidde tot ongemak bij de kijker, maar toen moest Martijn Koning nog komen. De cabaretier hield bij Jinek FvD-leider Thierry Baudet, en eigenlijk het hele land, een ongenadige spiegel voor, door hem te confronteren met zijn eigen, verdorven logica. Het was tergend ongemakkelijk en niet grappig bovendien, maar daarmee wél een tamelijk briljante manier om het ware gezicht te tonen van een politicus die zijn eigen waanzin altijd weglacht. Wanneer een politicus de clown is, hoef je van de clown geen humor te verwachten.

Het ging de kleinburgerlijke Nederlander echter véél te ver, zo bleek uit het schuimbekken van wakker Nederland. De gezelligheidsgestapo vond dat het ‘gezin’ van Baudet ongewild gespreksonderwerp zou zijn, terwijl het toch echt Baudet zélf is, die zijn vriendin (24) constant opvoert om te bewijzen dat hij niet antisemitisch zou zijn, in plaats van in te gaan op zijn uitspraken. De grappen over Baudets inconsistenties waren pijnlijk raak en vermoedelijk waren het vooral Konings sneren over de marginalisering van Forum die Baudet écht pijn deden.

Baudet en zijn sektarische achterban doen al jaren niets anders dan mensen aanspreken op hun afkomst, maar nu Baudet eens door zijn eigen biologische bril bekeken werd, was het niet leuk meer. De fatsoens­pavlov zegt alles over Nederland. Baudet kreeg een koekje van eigen deeg, weliswaar erg zout, maar de manier waarop zelfs progressief Nederland zijn kant koos, verraadt de oppervlakkige volksaard. Écht pijnlijk mag het niet worden. Brutaliteit en platheid, op Geer-en-Goor-niveau, dat vinden we leuk, maar de waarheid? Daar houden we niet van. In dit land maken we het leven draaglijk, door het weg te lachen.

Geconfronteerd met de herrie op Twitter besloten RTL en Jinek, welhaast Ruttiaans, met de overheersende guurrechtse wind mee te waaien en de dappere Koning voor de bus te gooien. Door die lafheid kan Baudet geloofwaardig zijn martelaarschap én wat extra zetels claimen, terwijl Koning ongetwijfeld zal moeten onderduiken voor extreemrechtse knokploegen. Het geschrokken Nederlandje kan weer terug naar haar geliefde gezapigheid, waarin we onze populisten net zolang doodknuffelen tot ze camp worden, en talkshowhosts er nog een avondklokbiertje mee kunnen drinken. Koning hield niet alleen Baudet een spiegel voor: in Nederland kun je maar beter gezellig doen dan principes hebben.

Sander Schimmelpenninck is journalist en ondernemer

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/niet-alleen-baudet-kreeg-een-spiegel-voorgehouden-in-nederland-kun-je-beter-gezellig-doen-dan-principes-hebben~bd29246c/


zaterdag 13 maart 2021

Hoe ambtenaren tijdens de campagne de kabinetsformatie al voorbereidden

 


Hoe ambtenaren tijdens de campagne de kabinetsformatie al voorbereidden

Deze week: de formatiesecretarissen van AZ, ‘de lijst’ van Financiën, de les van Docters van Leeuwen, de tas van Wopke, een belofte aan Omtzigt, een wankel CDA. Ofwel: hoe ambtenaren in de campagne de formatie voorkookten.



Hoge ambtenaren van het ministerie van Financiën troffen begin deze week een bijzonder bericht op hun scherm aan. Het kwam van het secretariaat van de minister, Wopke Hoekstra, ook lijsttrekker van het CDA.

Je kon eruit opmaken dat het departement in deze periode maar beperkt kan leunen op zijn hoogste politieke baas. Ambtenaren die stukken wilden aanleveren voor Hoekstra’s loodgieterstas – het dagelijkse huiswerk van elke minister – werd vriendelijk verzocht zich even in te houden.

De minister had er deze en volgende week amper tijd voor. Er stond: ‘Di. 9/3 GEEN TAS.’ ‘Wo. 10/3 GEEN TAS; alleen SPOEDSTUKKEN.’ ‘Do. 11/3 GEEN TAS; alleen SPOEDSTUKKEN.’ ‘Vrij. 12/3 GEEN TAS.’ Enzovoort. ‘Dit geldt tot ma. 22 maart.’

Het is op Financiën geen gebruik dat ministers in campagnetijd hun bestuurlijke werk inperken. Hoekstra’s voorganger Jeroen Dijsselbloem (PvdA), in 2017 nog Kamerkandidaat (zij het geen lijsttrekker), werkte zijn stukken gewoon af. Voor een andere voorganger, Gerrit Zalm, VVD-lijsttrekker in 2003, gold hetzelfde.

Sommige topambtenaren waren deze week ontstemd over het bericht. Al had je er ook die begrip toonden: Hoekstra werd laat lijsttrekker, en moest veel bijspijkeren – wat zijn haperende campagne laat zien.

Het voorval illustreerde ook dat het landsbestuur tijdens de verkiezingscampagne vaak overgaat naar het ambtelijk apparaat.

Want terwijl de lijsttrekkers niet van de televisie zijn te slaan, treft ambtelijk Den Haag, en vooral de ministeries van Algemene Zaken en Financiën, de laatste voorbereidingen voor een politiek-ambtelijke krachtproef die volgende week donderdag begint, daags na de verkiezingen: de kabinetsformatie.

De periode waarin de politiek invloedrijkste beslissingen vallen. En het fascinerende is: hoewel alleen politici daarop later worden aangesproken, is zo’n formatie van begin tot eind een door ambtenaren gevoede operatie.

Ervaren mensen in de bureaucratie kunnen je precies uitleggen waarom er in de slotweken van een campagne zo veel ambtelijke activiteit is.

Een oud-topambtenaar vertelde hoe hij als beginneling een wijze les kreeg van wijlen Arthur Docters van Leeuwen, oud-hoofd van de AIVD en het Openbaar Ministerie. „Hij zei: de campagne is de periode waarin je ambtelijk zaken in beweging kunt brengen.”

Een oud-informateur formuleerde het zo: „Elk ministerie weet: dit is het moment om zaken te doen.”

Het werkt als volgt. Voordat partijen hun verkiezingsprogramma’s gaan schrijven, publiceert de Inspectie Rijksfinanciën (IRF), toezichthouder voor het ministerie van Financiën op de departementale begrotingen, een lijst van mogelijke maatregelen in de nieuwe periode. Honderden opties, variërend van halvering van het aantal Kamerleden tot en met verdubbeling van de vluchtelingenopvang.

Vorig jaar september kwam de lijst uit, even later gevolgd door advies van de ambtelijke Studiegroep Begrotingsruimte. Bijna alle partijen gebruiken deze documenten als basis voor hun programma. Maar de ambtelijke omzwachteling van partijen houdt hier niet op. Nadat verkiezingsprogramma’s zijn gewogen door de planbureaus, volgt het bureaucratische eindoordeel.

IRF maakt daarvoor een ‘update’ van de lijst mogelijke maatregelen, gebaseerd op de verkiezingsprogramma’s en de doorrekeningen: dát is ‘de lijst’ die het keuzemenu voor de formatieonderhandelaars wordt. En alle topambtenaren weten: als je kans wil maken op extra geld, of ongewenste bezuinigingen wil ontlopen, is die lijst je kans.

Vandaar de ambtelijke notie dat je er vóór de formatie bij moet zijn.

En IRF is niet van de zachte aanpak. Een topambtenaar noemde ze „de grootinquisiteurs van Den Haag”. Zij kunnen begrotingsposten naar eigen goeddunken doorlichten, „en dan ben je meestal het haasje”.

Ook werkt IRF op basis van de verkiezingsprogramma’s al voor de formatie compromisvoorstellen uit. Het doel is, zei een oud-IRF-ambtenaar, „dat je op elke denkbare vraag uit de formatie voorbereid bent”.

Dit verklaart ook waarom topambtenaren, anders dan de meeste lijsttrekkers, al maanden weten wie de ambtelijke secondanten – ‘secretarissen’ – van de formatie worden: zij zijn straks de schakel tussen de onderhandelingstafel en de ministeries.

Het gaat om twee mensen van Algemene Zaken, plaatsvervangend secretaris-generaal Bart van Poelgeest en raadadviseur Irene Jansen. Van Poelgeest werkt al twintig jaar op Algemene Zaken en was bij talrijke formaties betrokken. Jansen, eerder werkzaam op Financiën, begon in 2017 als raadadviseur van Rutte.

Topambtenaren weten: een open lijn met deze twee is de beste kans om gewenste inzichten op de formatietafel te krijgen.

Komende donderdag is het grote moment: dan gaat de ambtelijke voorbereiding na al die maanden over in handen van de politiek. Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) brengt de lijsttrekkers samen in een kamer naast de oude vergaderzaal om op basis van de verkiezingsuitslag – vermoedelijk – een verkenner te benoemen, die voorkeuren van partijleiders inventariseert.

‘De politiek-staatsrechtelijke boekhouding’, heet dat op Algemene Zaken.

Duidelijk is dat de verkenner geen eenvoudig taakje wacht. De VVD wil een snelle formatie, om de corona-aanpak niet te schaden. Partijen sympathiseren daarmee – maar er zijn complicaties.

Naarmate de VVD groter wordt, zullen partijleiders een hogere prijs voor samenwerking vragen. Als de nieuwe coalitie een meerderheid in de Eerste Kamer wil, heb je bijna zeker een vijfpartijenkabinet nodig. De kans op een deal tussen D66 en ChristenUnie over medisch-ethische kwesties is miniem, wat de snelheid niet zal bevorderen.

En enkele partijen willen beginnen met onderhandelen over de inhoud. Daarvoor kan de aanpak van 1994 – toen kandidaat-premier Kok een ‘proeve van een regeerakkoord’ schreef – een uitweg zijn: Rutte die een conceptakkoord schrijft op basis waarvan partijen besluiten of ze meepraten. Interessant – maar ook riskant.

Er komt bij dat de dynamiek van de campagne het niet ondenkbaar maakt dat D66, na de VVD en de PVV, de derde partij wordt. Dan kan Hoekstra het ministerschap van Financiën vermoedelijk niet continueren, en valt het ministerie toe aan D66 – met Wouter Koolmees als logische kandidaat.

Het toont aan dat het CDA, voor de VVD cruciaal in een coalitie met progressievere partijen, na verkiezingsdag in een diep gat kan vallen. Woensdag schetste NRC al het sluimerende ongenoegen in de partij over de campagne, de naam Pieter Omtzigt viel, en een zwakke uitslag kan Hoekstra verder onder druk zetten.

Een partijprominent vertelde me donderdag dat hij liever ziet dat Hoekstra het stokje overgeeft aan Omtzigt. Het geluid klinkt breder in de partij.

Complicatie is dat Hoekstra eerder intern de indruk wekte dat hij Pieter Heerma als co-onderhandelaar in de formatie wil. Maar volgens direct betrokkenen zegde Hoekstra donderdagavond 10 december – de dag dat Hugo de Jonge zich terugtrok als partijleider – in aanwezigheid van drie CDA-getuigen die rol aan Omtzigt toe.

Rond Hoekstra wordt daarvan nu gezegd: eerst maar zien of we duo-onderhandelingen krijgen.

Het oogt allemaal zo volatiel dat je niet verbaasd moet zijn als de partij een lastige start van de kabinetsformatie tegemoet gaat.

Want zo werken formaties ook: tegenover het gebrek aan drama dat topambtenaren bij al die eindeloze voorbereidingen produceren, staat doorgaans de overdosis drama die politici daarna leveren.

https://www.nrc.nl/nieuws/2021/03/13/hoe-ambtenaren-tijdens-de-campagne-de-kabinetsformatie-al-voorbereidden-a4035423