zaterdag 20 december 2025

Cas Mudde: ‘Mensen worden opgesloten in detentiekampen. Daar ben ik panisch voor’

 

Cas Mudde in zijn kantoor aan de University of Georgia in Athens
 — FOTO AMANDA GREENE



Cas Mudde in zijn kantoor aan de University of Georgia in Athens

 — FOTO AMANDA GREENE


Cas Mudde: ‘Mensen worden opgesloten in detentiekampen. Daar ben ik panisch voor’


Populisme Zijn hele leven schreef politicoloog Cas Mudde, die al zeventien jaar in de VS woont en werkt, over radicaal-rechts populisme. Maar nu dat om hem heen de realiteit is, is hij stilgevallen. Als Trump straks de midterms wint „zijn er in 2028 waarschijnlijk geen vrije en eerlijke presidentsverkiezingen meer”.
  • Gepubliceerd op
Cas Mudde heeft vanochtend iets gedaan wat hij in de zeventien jaar dat hij in de Verenigde Staten woont nooit eerder deed. Hij weet dat je als buitenlander officieel je green card, je verblijfsvergunning, op zak moet hebben. Maar hij was altijd bang geweest om hem kwijt te raken. En, dacht hij, mócht een agent of immigratiebeambte ernaar vragen, dan zou er vast geen probleem zijn als hij kon vertellen dat de pas gewoon thuis lag.
Maar zo werkt het niet met ICE, zegt Mudde, de ‘Immigration and Customs Enforcement’. ICE is de dienst waarvan gemaskerde mannen, aangemoedigd door president Donald Trump, in talloze Amerikaanse steden migranten uit hun huizen sleuren, opsluiten en dan uitzetten. Laatst zijn ze ook in Athens gespot, het universiteitsstadje in Georgia waar Mudde al dertien jaar woont en doceert. „Als je de verhalen uit de detentiekampen hoort, hoe er soms ook mensen met een legale verblijfsstatus worden opgesloten…” Mudde is even stil. „Daar ben ik panisch voor.” Dus toen hij vanochtend de deur uit ging, stak hij zijn greencard voor het eerst toch maar in zijn zak.
Mudde geldt al decennia als een van de voornaamste experts op het gebied van radicaal-rechts populisme. Hij schreef er boeken over die onder politicologen als standaardwerken gelden. Zijn definitie van populisme, als een „dunne ideologie” die de samenleving verdeelt in „een zuiver volk” en een „corrupte elite”, wordt vaak gehanteerd als dé definitie. Jarenlang schreef hij zich suf in kranten, op sociale media en in academische tijdschriften. De zachtaardige vijftiger is genuanceerd uitgesproken.
Maar juist in het jaar waarin alles wat hij al zo lang bestudeerde en, dat toch ook, vreesde, om hem heen werkelijkheid werd viel hij stil. Hij gaf al amper interviews, maar besloot er in de zomer helemaal mee te stoppen – na zo’n gesprek over Amerika was hij de rest van de dag van slag. De interviewers vroegen hem ook steeds of hij niet gewoon terug moest gaan naar Europa, want was hij daar niet veiliger? Het antwoord op die vraag wist hij wel, maar hij wist ook dat het zo simpel niet was.
Hij „produceert” bovendien, zegt hij, wijzend naar zijn computer, amper nog, hij schrijft eigenlijk alleen nog papers over de samenhang tussen politiek en voetbal. Zijn Bluesky-account is hoogstens nog een uitlaatklep. En dan dit: het vak dat hij al zijn hele academische carrière doceert, waarin zijn ziel en zaligheid zit en dat nu relevanter lijkt dan ooit, dát vak, over ‘far-right politics’, geeft hij dit jaar niet en, daar lijkt het op, ook volgend jaar niet.
Hoe is het mogelijk?
Mudde zit in zijn kantoortje op de neoklassieke campus van de universiteit van Georgia. Het is een frisse maar zonnige ochtend begin november, met de verkleurende bladeren is de boomrijke campus op z’n mooist. Tussen de honderden boeken in zijn kantoor staan prijzen voor ‘research excellence’; boven de deur hangt een PSV-sjaal.

Onpolitiek leven

In Athens, een glooiend studentenstadje met veel koffiezaakjes en vintagewinkeltjes, lijkt Trump ver weg. Athens, „ongeveer even groot als Leiden, maar er is aanzienlijk minder te doen en Leiden is al niet bepaald het centrum van de wereld”, is twee derde Democratisch, zegt Mudde. Het is er liberal, in sommige koffiezaakjes hangen LGBTQIA+-vlaggen, er is in het voetgangervriendelijke centrum ook een regenboog-zebrapad. In de staat Georgia geldt een ‘anti-critical race’-wet die het onderwijs muilkorft als het gaat over diversiteit, racisme en kolonialisme, en er is een hele rits boeken die niet meer in scholen en bibliotheken mogen liggen; in Athens organiseerde de bibliotheek daarop juist een expositie over die boeken.
Toch is het „een bizar onpolitiek leven hier”, zegt Mudde. Zijn meeste studenten houden zich namelijk verre van politiek.
Dat viel hem een paar jaar geleden voor het eerst op. Aan het einde van het vak over uiterst rechts zei hij tegen zijn studenten dat ze zo weinig gediscussieerd hadden. „Ik zei: ‘ik geef een vak over uiterst rechts, dat verdeelt het land, maar jullie zeggen er niets over’. Dat was ze zelf ook wel opgevallen. Maar ze zeiden: we willen niet in een hokje geduwd worden. Ze zien politiek als partisan, je bent óf Democraat óf Republikein. En dat willen ze niet.” Dat is waarom hij zijn vak dit jaar niet meer geeft: „Het is te frustrerend om te zien hoe de meeste studenten niet echt willen discussiëren over uiterst-rechtse politiek en velen ook relatief blasé zijn over de huidige realiteit.”
Enerzijds, zegt Mudde, „is dit de meest politieke periode ooit. Maar anderzijds probeert iedereen erbij weg te blijven”. Is dat raar? Kán dat wel?
Mudde was als kind gefascineerd door de Tweede Wereldoorlog. Maar het waren niet de veldslagen die hem boeiden, of de nazi’s of juist het verzet daartegen. „Ik vroeg me altijd af: wat doen gewone mensen? Hoe leven ze? Ik zag ooit een documentaire over Dachau. Daarin werden omwonenden van het kamp geïnterviewd. Wisten ze niet wat daar gebeurd was? Eerst zeiden ze geen idee te hebben, later zeiden ze het wel te weten, maar er niet naar te vragen omdat ze het antwoord niet wilden weten. Zo leven wij nu ook.”
De meeste mensen leven niet wezenlijk anders in een democratie dan onder een autoritair regime, leerde Mudde. Dat is ook de les die hij zijn studenten meegeeft als ze voor een vak over film, politiek en literatuur kijken naar Das Leben der Anderen, over Oost-Duitsland, of La historia oficial, over het leven onder de Argentijnse junta. Mensen leven gewoon door, heus. En het is helemaal niet moeilijk om in een autoritair land een comfortabel leven te leiden. „In het dagelijks leven merk ik nu ook bijna niets van Trump. En af en toe vraag ik me af of ik gek ben. Want als het echt zo is als ik denk dat het is, dan zou ik toch allerlei dingen moeten zien. Maar ik zie ze niet.”
In het dagelijks leven merk ik bijna niets van Trump. En af en toe vraag ik me af of ik gek ben
Het was niet zijn idee geweest om naar de Verenigde Staten te gaan. Sterker, als het aan hem had gelegen waren ze er nooit heen gegaan, of er toch op z’n minst allang weer vertrokken. Hij promoveerde in Leiden, doceerde in Edinburgh en zat daarna prima in Antwerpen, waar hij ‘associate professor’ was en hard op weg om ‘full professor’ te worden – helemaal bovenin de academische piramide. Maar hij leerde een Amerikaanse vrouw kennen, die nu gender en politiek doceert in Athens, en volgde haar naar de VS. Dat was in 2008.
Veel Europeanen dachten toen: het land gaat vooruit. Barack Obama werd verkozen, die gekke George W. Bush verdween, nu zou alles beter worden. Mudde was sceptischer. Hij zag Amerika altijd al als een racistischer land, dat sociaal-economisch enorm was achtergebleven. En terwijl collega’s zich verheugden over Obama, zag hij in Indiana de Tea Party opkomen. Hij ging er naar bijeenkomsten en zag de „groundswell”, de opkomende golf.
En toch: dat het híérin zou uitmonden had hij nooit gedacht. De eerste termijn van Trump deed hem sterk denken aan de Reagan-jaren; conservatief, maar niet krankzinnig. Maar toen werd er nog massaal gedemonstreerd. En nu?
„Radicaal-rechts is volledig genormaliseerd. Mijn studenten weten niet beter, kennen de Republikeinse partij van vóór Trump niet. Ze zien Trump simpelweg als de leider van een van de twee partijen. Tijdens de eerste termijn was alles afwijkender. Nu is het de norm. Als ik mijn studenten vroeg waar ze bij radicaal-rechts aan dachten, zeiden ze: de nazi’s, de KKK, Le Pen. Niemand noemde Trump. Daarna vroeg ik of ze iemand kenden die uiterst rechts is. Nee, dat deden ze niet. Kenden ze iemand die Trump stemde? Ja, zeiden ze, mijn hele familie. Ik begrijp nu voor het eerst echt goed hoe de normalisatie van uiterst rechts eruit ziet.”

Coup

Maar ook hij zelf dacht niet dat de aftakeling van de Amerikaanse democratie en rechtsstaat zó snel zou gaan. Op de ochtend na de verkiezingen vorig jaar schreef hij in The Guardian dat het onwaarschijnlijk was dat Trump de Amerikaanse democratie zou vernietigen, omdat het systeem daarvoor „te complex” is.
Nu zegt hij: „De regering-Trump is bezig met een autoritaire coup. Het is een coup omdat het niet democratisch is. Maar ik geloof niet dat het fascistisch is. Dan hadden miljoenen mensen laatst niet de straat op kunnen gaan, tijdens de ‘no kings’-demonstraties. In fascistische landen word je dan in elkaar geslagen, hier was er geen police brutality. We kunnen nog grotendeels doen wat we willen. Maar de acties van ICE maken wel duidelijk dat je geen rechtszekerheid meer hebt.”
Hij knijpt zijn vingers bij elkaar. Het gaat, zegt hij, „allemaal in kleine stapjes. In het boek Ruling the Void schreef Peter Mair over veranderingen die niet groot zijn, maar wel allemaal dezelfde richting op gaan. Dat is hier ook zo. Doordat lagere rechtbanken besluiten soms onrechtmatig verklaren zijn de stappen nooit héél groot. Maar iedere actie die wordt ondernomen, gaat in autoritaire richting. En het feit dat er bijna geen oppositie is, niet vanuit de politieke elite, niet vanuit de economische elite, de militaire elite, de culturele elite, maakt het allemaal heel duister. Ik veroordeel dat gebrek aan verzet niet, want ik ben geen held. Maar ik verbaas me er wel over.”
Het is allemaal veel sneller gegaan dan hij voor mogelijk hield toen hij het stuk in The Guardian schreef. „Orbán, Erdogan, Poetin, die zijn al meer dan tien jaar bezig. Trump zit er pas tien maanden.” Het systeem blijkt helemaal niet zo sterk als hij toen dacht. Politici, ook Republikeinen, in het Congres zouden zich toch wel gaan verzetten tegen hun verlies aan macht? Want was dat niet hoe politicologen leerden hoe het werkte, dat politici in essentie altijd proberen om méér macht te vergaren, en politiek dus een gevecht om die macht was? „Maar Trump holt de macht van het Congres helemaal uit en ze doen er niets tegen.”
Orbán, Erdogan, Poetin, die zijn al meer dan tien jaar bezig. Trump zit er pas tien maanden
Toch is die verdere autocratisering van de VS volgens Mudde geen vanzelfsprekendheid. „Het Hooggerechtshof heeft Trump nog niet ingeperkt, maar heeft zich vooralsnog alleen over technische juridische dingen gebogen. Als er een grote inhoudelijke zaak komt over zijn macht wordt het spannend. Zoals nu ook de Voting Rights Act  bij het hof ligt. Als die onrechtmatig wordt verklaard dan zal het héél snel slechter worden, dan gaan heel veel districten zo hertekend worden dat Republikeinen in het voordeel zijn.” En, zegt hij, veel hangt af van of de Democraten volgend jaar de midterms winnen en de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden krijgen. Lukt dat, dan kan Trump weinig meer. Maar behouden de Republikeinen de meerderheid, „dan zijn er in 2028 waarschijnlijk geen vrije en eerlijke presidentsverkiezingen meer”.
Alleen is het gekke dus dat het leven ogenschijnlijk gewoon doorgaat. Hij neemt het zijn studenten niet kwalijk dat ze er amper mee bezig zijn, het zijn vaak nog kinderen. Ze vragen hem wel wat híj ervan vindt. Mudde is, zegt hij, niet iemand die zichzelf gemakkelijk censureert. Hij mocht van zijn vrouw pas op Twitter toen hij „tenure” verkreeg, de vaste aanstelling waar Amerikaanse academici hard om moeten concurreren. Tegen studenten was hij altijd heel open: dit is waar ík voor sta. Hij is links en anti-Amerikaans. Dat leverde nooit problemen op, sterker, er was eens een student die in de evaluatie van een vak schreef dat Mudde „Amerika haat, maar een geweldige docent is”.
Maar nu denkt Mudde bij alles wat over Trump gaat: is het het waard als ik er iets over zeg? Een paar jaar geleden had hij een student die betrokken was bij Turning Point USA, de organisatie van de in september vermoorde conservatieve activist Charlie Kirk. Studenten van die organisatie filmden in het geniep hun docenten en als ze hen betrapten op linkse uitspraken, werden ze online geïntimideerd. „Ik heb me het hele semester onveilig gevoeld, omdat ik weet dat als de student me aanklaagt, mijn baas, uiteindelijk de regering van de staat Georgia, meer het wereldbeeld van die student deelt dan het mijne. Dat was een ongekend machteloos gevoel.”

Geen nieuwe auto

Die angst voelt hij inmiddels dagelijks. Er hoeft er maar eentje in de collegezaal te zitten die doet waar de universiteit sinds kort voor waarschuwt: je stiekem filmen en de beelden, zonder verdere context, online gooien. „Dan kan het snel gaan. Als het opgepikt wordt door een lokale politicus, of erger, door Fox News, dan ontstaat er druk op de universiteit om iets met je te doen.” Wat voor druk? „Om je te ontslaan. Ze zijn bang voor reputatieschade en voor hun overheidssubsidies, niet voor mijn rechten.”
Dus als studenten hem nu vragen wat híj ergens van vindt, dan zegt Mudde regelmatig: begrijp je dat ik ontslagen kan worden als ik hier eerlijk op antwoord? „Maar dan kijken ze me aan van: waar héb je het over? Het ontgaat ze volledig. Het is vervreemdend.”
Cas Mudde: „Radicaal-rechts is genormaliseerd. Mijn studenten weten niet beter, kennen de Republikeinse partij van vóór Trump niet.”
Cas Mudde: „Radicaal-rechts is genormaliseerd. Mijn studenten weten niet beter, kennen de Republikeinse partij van vóór Trump niet.”
— FOTO AMANDA GREENE
Hij zóú zo in het vliegtuig kunnen springen terug naar Europa. Geen probleem, hij woonde de afgelopen drie decennia in vijf verschillende landen. „Maar voor mijn vrouw is het ingewikkelder om tussen haar huis en haar thuisland een oceaan te hebben. En: waar moet ik van eten? Door de pensioenregels kan ik in Europa nog maar een paar jaar werken.” Ze hebben het er wel over. Mudde koopt geen nieuwe auto en ze doen niets meer aan het huis. „We hebben het er zelfs over gehad om het huis te verkopen en te gaan huren, zodat we snel weg kunnen als het moet.”
Hij zucht. Mijn energie is op, zegt Mudde. Hij is moe van het nieuws, dat hij minder probeert te volgen omdat hij dan een leukere vader voor zijn zoontjes is. Hij is moe van het gebrek aan verzet, dat juist nu het zo hard nodig is stilvalt. Moe van de twijfels. Moe van de angst dat de willekeur hem een keer in het vizier krijgt. „Het probleem is: Trump is weliswaar heel oud, maar heeft wél ongekend veel energie.”
Deep down, zegt Mudde, draait zijn vrees voor ICE puur om de detentie, niet om uitzetting: „Dat zou nog best een goede uitkomst zijn.” Het is moeilijk om niet depressief te worden van wat er gaande is, zegt hij. „Er zijn weinig dingen waarvan ik nu denk: dat gaat niet gebeuren. Maar ik denk wel altijd dat de kans groter is dat het níét gebeurt. Misschien is dat een overlevingsmechanisme. Ik ben nooit heel optimistisch geweest. Maar misschien is het de enige manier om hier te kunnen blijven wonen.”